Toekomstbeelden van angstaanjagende schoonheid
‘Ik ben gedoemd tot een ziener die niet kan zien.’ Een uitspraak van kunstenaar Jan Fabre die een rode draad blijkt in de tentoonstelling In Search of Meaning – Mensbeelden in globaal perspectief. Museum de Fundatie presenteert in deze interessante expositie uiteenlopend werk van hedendaagse kunstenaars. Zowel de kunstwerken als de achterliggende ideeën geven stof tot nadenken.
Gastcurator Anne Berk heeft werk van een diverse schare aan hedendaagse kunstenaars geselecteerd voor de tentoonstelling. Het uitgangspunt hierbij is de manier waarop zij reageren op de huidige tijd en de ‘grote vragen des levens’. Een breed perspectief, dat resulteert in uiteenlopende artistieke reacties. In het werk van de gekozen westerse kunstenaars staat een nadruk op persoonlijke kwesties centraal. Zo getuigt Kiki Smith’s sculptuur van haar alter ego Alice een diepgravend onderzoek naar zichzelf en haar verleden. De kunstenaars uit overige delen van de wereld zijn met meer politiek geladen werk vertegenwoordigd op de tentoonstelling. Met name de omvangrijke installatie Fermentation of the Mind (1990) van de Indonesische kunstenaar Heri Dono valt op. Het werk bestaande uit gipsen hoofden die met elektronica aan ouderwetse schoolbankjes zijn gekoppeld, roept onvermijdelijk de associatie met hersenspoeling op. Een duidelijk politiek statement gezien Dono’s achtergrond als anti-Soeharto revolutionair.
Aandrang tot vluchten
Zo’n strikte tweedeling als westers individualisme versus niet-westers activisme zou de expositie echter geen recht doen – laat staan de hedendaagse kunstpraktijk. Er blijken vele manieren waarop kunstenaars reageren op het ‘verdwijnen van de grote verhalen’ in de huidige postmoderne wereld. De aandrang om te vluchten – in religie, cynisme of je eigen kussen – is hierbij een terugkerend motief. Sommigen, zoals de Belg Johan Tahon, laten zich meevoeren door een mystieke beleving en wentelen zich in een hernieuwd godsverlangen. Andere kunstenaars zijn uitgesproken cynisch en lijken alle idealen te hebben laten varen. Yue Minjun’s bekende sculptuur Romantic Realism, Study Number 5 van te breed grijnzende, blinkend roze activisten met een leeg spandoek is hier exemplarisch. Waar moeten we nog in geloven? De Chinese kunstenaar legt de vinger op de zere plek: de hoge verwachtingen van het post-maoïstische China zijn inmiddels verdampt.
Het wrange absurdisme van Minjun krijgt een dreigend randje in het werk van Folkert de Jong. In Operation Harmony (2008) spietst hij misdadigers uit de geschiedenis op lugubere wijze aan vrolijk gekleurde kruisen. Fanatisme moet ten koste van alles bestreden worden, desnoods met geweld. Juan Muñoz biedt in zijn Conversation Piece evenmin een rooskleurig – zij het minder agressief – perspectief: de blinde wezens lijken dynamisch, maar zitten gevangen in hun eigen ‘lichaam’ en zijn bovendien bevroren in bewegingloos brons. Het gevoel van verlamdheid dat dit werk uitstraalt is treffend: welke kant moeten we opgaan? Eenzelfde soort verstarring is bijna tastbaar in Berlinde de Bruyckere’s The Pillow. Het verkrampte lichaam verbeeldt een herkenbaar verlangen om soms te kunnen verdwijnen in je kussen.
Veelvoud aan betekenis
Het proberen te vinden van hét antwoord in de ‘zoektocht naar betekenis’ lijkt gedoemd om te mislukken. Maar misschien is het stellen van de vraag wel belangrijker, aldus curator Berk. Dat haar filosofische overpeinzingen interessant zijn staat buiten kijf. De onderbouwing van haar betoog met kunst roept daarentegen soms vraagtekens op. In de praktijk van het zoeken van een plaatje bij het praatje ligt een eenzijdige interpretatie van de kunst al snel op de loer. Dat kunstwerken theorieën zouden weerspiegelen blijft altijd lastig te bewijzen. Daarbij is het een wel erg breed punt: betekenis geven aan het leven is iets dat iedereen nastreeft, en kunst zou je kunnen zien als een uiting daarvan.
Toch slaagt deze tentoonstelling wonderwel. Naast de ietwat dwingende en soms ongenuanceerde zaalteksten, is de kunst een verademing. De werken maken talloze interpretaties mogelijk en laten uiteenlopende reacties zien op de huidige tijd, variërend van idealisme tot zwartgalligheid. De keuze voor mensbeelden is een fijne rode draad, die de nodige verbinding verschaft. Bovenin de wolk-vormige opbouw van het museum bieden bankjes met afgietsels van Caspar Berger’s botten de mogelijkheid tot filosofische reflectie. Maar ook als alle hoogdravende cultuurduiding langs je heen glijdt is de tentoonstelling de moeite waard. Je hoeft geen ziener te zijn om de schoonheid van de kunst te kunnen aanschouwen.