De laatste details
Tot en met 12 april 2015 toont Rijksmuseum Twenthe een prachtig en uniek overzicht van de Zweedse kunstenaar Alexander Roslin (1718-1793). In Alexander Roslin – Portrettist van de aristocratie is te zien hoe deze rondreizende hofschilder met minutieuze detaillering de elite van het Ancien Régime portretteerde.
Alexander Roslin – Portrettist van de aristocratie is te zien hoe deze rondreizende hofschilder met minutieuze detaillering de elite van het Ancien Régime portretteerde.
Hoewel zijn naam momenteel nog maar weinigen bekend in de oren klinkt, was Roslin zeker geen onverdienstelijk schilder. Na zijn leertijd in het verarmde thuisland Zweden werkte hij enkele jaren voor belangrijke Europese hoven als Bayreuth en Parma. Na aanbeveling bij het Franse hof vestigde Roslin zich definitief in Parijs, waar hij al spoedig werd aangenomen bij de Académie. En juist in Parijs zou in 1789 de bestorming van de Bastille plaatsvinden, met de door Roslin geportretteerde aristocratie als mikpunt. Het besef dat sommigen van de door hem zo sierlijk en betoverend weergegeven dames en heren werkelijk onder de guillotine zijn beland, plaatst Roslins werk toch in een bijzonder daglicht. Rijksmuseum Twenthe weet sentiment op te roepen rondom deze vergankelijkheid en probeert Roslin sterk in de context van zijn tijd te plaatsen.
Overvloed aan details
Eigenlijk zijn de portretten van Roslin al bijzonder genoeg op zichzelf. Omdat het geschilderde zo tastbaar en levensecht lijkt, wordt er automatisch al compassie opgeroepen om de teloorgang van al deze pracht en praal. Groot genot kan de bezoeker ervaren bij het bestuderen van de rijkdom aan details in de stofuitdrukking. De weelderige, kostbare achttiende-eeuwse uitdossingen lenen zich uitstekend voor het vervaardigen van de hyper-gedetailleerde portretten. Wanneer Roslin zijn climax bereikt lijkt te hebben met de weergave van een satijnen baljurk in Frans Jennings, John Jennings en Jeanne-Elise Trembley (1769), wordt de bezoeker in een volgende zaal overdonderd met de weergave van de schitterende gouden jas met blauwe sjerp in Koning Gustaaf III van Zweden (1771). Vaak lijkt de stofuitdrukking wel het gezicht van de geportretteerde, dat zo bevallig mogelijk met wat bollige ogen afgebeeld moest worden, te overtreffen. Met Dame met de voile (1768) toont Roslin een wat speelser portret. Hierin kijkt zijn vrouw, de kunstenares Marie-Suzanne Giroust, de toeschouwer aan met een verleidelijk glimlachje terwijl de helft van haar gezicht door een donkere sluier wordt bedekt. Ook in dit portret is de glans op de zwarte zijden stof subliem weergegeven.
Eenheid en verwarrend einde
Dankzij de treffende vormgeving van de expositie stapt de bezoeker een waar ‘Roslin-paradijs’ in.
De blauwgrijze wanden sluiten aan bij de overwegend donkergrijze achtergronden in Roslins portretten en laten zo de geportretteerden en hun uitdossingen bijzonder uitblinken. Op deze wanden zijn aantrekkelijk vormgegeven zaalteksten geplaatst in een ‘pruikentijd-lettertype’. Inhoudelijk gezien zijn de teksten wat speels en toegankelijk en tegelijkertijd toch ook voldoende informatief. Waarschijnlijk om wat sfeer te creëren, zijn in twee losse zalen korte filmscènes geprojecteerd die een vleugje van de Franse Revolutie en van het achttiende-eeuwse paleisleven laten zien. Ook zijn verschillende jurken uit de pruikentijd tentoongesteld, waaronder de trouwjurk van de Zweedse prinses Hedvig Elisabet Charlotta (1759-1818) die ter plaatse direct vergeleken kan worden met Roslins weergave ervan. Belangrijk is dat al deze elementen van de tentoonstellingsvormgeving de werken van Roslin absoluut niet overschaduwen, maar dat er een harmonieus geheel ontstaat.
Dat geheel lijkt wat te worden verstoord wanneer er verwarring ontstaat rondom het eindpunt van de tentoonstelling. Bij betreding van een naastgelegen zaal met gouden wanden blijken hier plots nog twee portretten van Roslins hand te hangen. Na enig onderzoek kan opgemaakt worden dat deze portretten van Marie Romain Hamelin en Marie Jeanne Puissant (1781) al sinds 2008 eigendom zijn van Rijksmuseum Twenthe. Desalniettemin biedt deze zaal met het goud dat letterlijk van de wanden afbladdert wel een ironische verwijzing naar de vergane roem van de Franse aristocratie. Het Rijksmuseum Twenthe kan in ieder geval niet verlaten worden zonder een diepe buiging voor Alexander Roslin.