Eerst de wet van Murphy, dan pas Droog Brood
Slaat de vermoeidheid toe bij de heren van Droog Brood? Nou nee. Hoewel er twee bedden op het podium staan, lijkt elke poging om er ook daadwerkelijk in te gaan slapen te ontaarden in hachelijke situaties. Zo gaat het eigenlijk al acht voorstellingen lang bij Peter van de Witte (1975) en Bas Hoeflaak (1973), het duo dat het talent bezit een ogenschijnlijke vriendschap in luttele seconden om te zetten in een definitieve breuk. Maar hoe geslaagd is Kissy Kissy eigenlijk? Het is bij vlagen hilarisch, maar soms ook wel weer erg makkelijk en flauw.
Steengoed zijn, en toch niet tot de allergrootsten in het Nederlandse cabaret behoren. Althans, qua bekendheid dan. Bij de naam Droog Brood zal niet bij iedereen direct een belletje gaan rinkelen. Aan de kwaliteit zal het in elk geval niet liggen. Met Scènes voor de mensen en Omwille van de smeer maakten ze ruim tien jaar geleden al prachtige programma’s die ook op tv werden uitgezonden, hun latere voorstelling De kip met de gouden enkels werd in 2008 zelfs genomineerd voor de Poelifinario. Geen kinderspel dus. Toch is de echte doorbraak nooit gekomen. Gelukkig zijn ze niet bang om iets aan hun repertoire te veranderen. Integendeel, ze hebben in hun nieuwste programma zelfs geschrapte sketches van vorige programma’s toegevoegd.
Dat pakt voor een groot deel goed uit, maar er ontbreekt net dat beetje genialiteit waarmee Droog Brood zich doorgaans onderscheidt. Kissy Kissy is echter geen anderhalf uur doorlopende slapstick. Taal (en soms het gebrek daaraan) is minstens zo relevant en de hoogspanning tussen Van de Witte en Hoeflaank is vanaf de eerste seconde voelbaar. Zo komen er regelmatig filosofische en natuurkundige teksten voorbij, al worden die op z’n zachtst gezegd niet altijd gewaardeerd door de ander. Het werkt beter om dichter bij huis te blijven, bijvoorbeeld door een verhandeling over dimensies van ruimte en tijd uit te leggen aan de hand van twee broodjes kroket. Helaas, alle goede intenties ten spijt, ook deze subtiele vorm van miscommunicatie blijkt een dankbare voedingsbodem voor wederzijds affakkelen. Het is de kracht van Droog Brood om bijna elk gesprek, dat vrijwel altijd vriendelijk en rustig begint, te laten ontsporen in geschreeuw en geweld; van gemoedelijk theater is bij dit duo nauwelijks sprake. Dat komt de onvoorspelbaarheid zeker ten goede, al is het jammer dat niet elke sketch even goed is uitgebouwd. Er ontbreekt een rafelrandje dat een scène naar een hoger plan tilt. Het zou te ver gaan om dit te wijten aan routine of gemakzucht, maar van twee van zulke intelligente en creatieve breinen zou je meer mogen verwachten.
De show blijft uiteindelijk prima overeind staan met sketches over verontwaardigde kantoormedewerkers, een uit de hand gelopen wijnproeverij, een loepzuiver zangintermezzo en zelfs perfecte mime. Ook de bedden bieden als decor voldoende ruimte om zowel intimiteit als afstand te scheppen, zeker als er nog een oor over het podium vliegt. Bij Droog Brood doen ze er alles aan om de wet van Murphy te bekrachtigen: alles wat fout kan gaan, gaat ook fout. Dat maakt het tot een leuke avond, maar waarschijnlijk is het net te weinig om opnieuw in aanmerking te komen voor een Poelifinario. Geeft niks. Nu de vermoeidheid is doorbroken, is het weer tijd voor een fris en verontrustend goed programma. Droog Brood kan meer dan het nu laat zien.