Wetenschap en kunst doe-het-zelf
Het oeuvre van herman de vries (Alkmaar, 1931) is zowel wetenschappelijk als kunstzinnig. Om hiërarchieën te voorkomen vermijdt hij hoofdletters, zelfs in zijn eigen naam. Met zijn achtergrond in de biologie geeft hij de verschillende stijlen in zijn werk altijd een natuurlijke twist.
n te voorkomen vermijdt hij hoofdletters, zelfs in zijn eigen naam. Met zijn achtergrond in de biologie geeft hij de verschillende stijlen in zijn werk altijd een natuurlijke twist.
Dat begint in de eerste zalen van de tentoonstelling herman de vries. all met een overzicht van zijn ZERO werken. In deze werken uit de jaren zestig heeft de vries kansformules gebruikt om onvoorspelbare beelden te maken. Alle werken zijn, zoals het hoort, in het wit gemaakt om de zuivere objectiviteit van het maakproces te benadrukken.
De scheppende natuur
Na de ZERO werken neemt zijn oeuvre echter een andere wending. In de volgende zalen hangen planten geordend als vlinders in lijsten. Naast planten zijn er ook collecties van schedels, takken en stenen te zien. Met name de takken, die in enkele werken op de grond liggen, doen denken aan land art. Maar in tegenstelling tot land art is hier niet de locatie van belang, maar de individuele eenheden.
Wanneer deze individuele eenheden nader bekeken worden blijkt dat ze allen verschillen. Ieder hebben ze andere (mis)vormingen, en als geheel produceren ze ook een nieuw beeld. De werken functioneren als een cursus om te leren kijken. Geen snelle media meer, enkel nog aandacht voor de pracht van de natuur.
Kijken met de neus
Maar niet alleen het kijken is belangrijk, ook de andere zintuigen worden op de proef gesteld. In de laatste zalen liggen kruiden op de grond, netjes geordend. Er zijn geen visuele verschillen meer te onderscheiden, dus de bezoeker wordt geacht met de neus te kijken.
Toch lijkt er in alle schoonheid van het oeuvre iets te ontbreken. Wáár is die natuur waar de bezoeker zo goed naar dient te kijken? Gelukkig heeft het Stedelijk Museum Schiedam hier een oplossing voor bedacht. De tentoonstelling wordt aangevuld door een wandeling langs de grachten van Schiedam en door een stadspark waar de vries een aantal interventies heeft gerealiseerd.
Praktijkexamen natuur genieten
Tijdens de wandeltocht verandert elk blad op de straat –en dat zijn er veel in de herfst- in een klein kunstwerk. Ieder blad heeft eigen kwaliteiten en gebreken, een eigen compositie en een eigen plek in het geheel van straatstenen, grint en andere blaadjes. ‘Buiten’ is een metafoor geworden voor de wereld, de maatschappij. Zoals Pollock stelde dat hij natuur zelf is (“I am nature”), zo is hier de kunst natuur.
Langs het grindpad staat ‘This’ op één van de stenen. Dat is de steen, de uitverkorene onder de decoratiestukken en het punt nummer 2, waar iedereen naar zoekt op het meegegeven plattegrondje. De steen is willekeurig en toch mooi. Het is een mooie illustratie van wat de vries wil laten zien in zijn werk.
Het recente werk
Na de wandeltocht komt de bezoeker uit bij De Ketelfactory. Hier is veel van de vries’ recentere werk te zien. Hij heeft zich in deze werken het imago aangemeten van de ontembare schilder zonder zijn lust tot objectiveren te verliezen. De muurtekening met houtskool, centraal in De Ketelfactory, is hier een mooi voorbeeld van. Een stuk houtskool is hard tegen de muur geslagen en, als in een poging de muur te verplaatsen, uitgewreven. De afdruk die het houtskool vormt verandert per centimeter van vorm. De natuur heeft evenveel invloed op de vorm als de vries zelf.
herman de vries. all biedt een mooi overzicht van een oeuvre dat verklarend is voor mensen die moeite hebben met het beschouwen van kunst. Het werk is mogelijk niet relevant meer voor de ervaren kunstkijker, maar de tentoonstelling is zeer degelijk uitgewerkt, en zal daarom geen teleurstelling opleveren.