Eerbetoon aan de poëzie
.
‘De achthoekige heiligheid’ noemt dichter Ingmar Heytze het fameuze podium waar de Nacht sinds 1982 werd opgevoerd. De steil oplopende zitplaatsen, de kleine balkons, donkere hoekjes en de veelbesproken wandelgangen vormen een perfecte biotoop voor de voorgedragen dichtkunst.
Campert
Piryns heeft al eerder vermeld dat de gemiddelde leeftijd van de optredende dichters 47 jaar is. En dat alles boven die leeftijd vóór twaalf uur aan de beurt is geweest. Dat wordt bevestigd als al vroeg op de avond Remco Campert het podium op schuifelt. De 85-jarige dichter opent met een gedicht van zijn laatste ‘mede-Vijftiger’, de onlangs overleden dichter Gerrit Kouwenaar. Als afsluitend gedicht leest hij met glasheldere stem en zonder aarzeling – als was het zijn eigen necrologie – uit zijn laatste bundel Licht van mijn leven:
(…) laat me dan, dat moment gekomen,
opnieuw nog even
zweven boven het Stedelijk
dan verder al hoger
boven de bomen in het Vondelpark
waarna ik, mijn tijd opgeheven,
voor eeuwig uiteenval, me verenig
met het fijnstof van de stad,
met de spiegeling van het zonlicht
in het water van de gracht
en wordt meegenomen met de glimlach
en de dromen van het meisje
dat ik eens op een tramhalte zag
De zaal barst los in een minutenlang applaus, wetende dat dit het laatste optreden van Campert is geweest. De oude dichter blijft wat schuchter staan, neemt aarzelend de ovatie in ontvangst, steekt dan een hand op en verdwijnt.
Chabot
Bart Chabot brengt de nodige lucht in de tent met zijn allereerste gedicht Op Scheveningen. Luidkeels en met zwaaiende armen: ‘De wind wast mijn haren schoon / schijn ik gezegd te hebben. / Godallemachtig / riep mijn vader uit, hij keek mijn moeder aan / ’t zal toch geen dichter wezen, hè’.
Dan weer de diepte in met Florence Tonk. Haar bundel Rijgen getuigt van een mooie stijl in gelaagde verzen maar wordt ook wel omschreven als ‘getut van een moederkloek’ (Tzum). In de Nacht vallen haar Beestjes van glas op hun plaats:
Alles is zo dun en transparant
als de beestjes die een glasblazer ooit maakte
eigenlijk nog brozer
als een bel uit het potje met sop;
één vingertop en weg (…)
Eerbetoon
Deze editie van de Nacht gaat de boeken in als nacht van het eerbetoon. Er was een indrukwekkend eerbetoon van Campert aan Kouwenaar, gevolgd door een luid eerbetoon van het publiek aan Remco Campert. In de goed geplaatste entr’actes bracht de fenomenale Rufus Wainwright een mooi eerbetoon aan de tachtig jaar geworden Leonard Cohen – “pretty good poet, I’d say” – door het zingen van diens signature-song Haleluja. Zanger/acteur Maarten Heijmans deed een duit in het zakje met een groots eerbetoon aan Ramses Shaffy, in een op eigen wijze vertolkte versie van diens mooiste liedjes. Maar het grootste eerbetoon kwam van de Nacht zelf: deze inmiddels legendarische omgeving, gevuld met een keur aan dichters en 2500 enthousiaste toehoorders was een waar eerbetoon aan de poëzie.
Nacht van de Poëzie • 20 september 2014, Utrecht