Verdomd goed pakketje, binnen tien dagen in huis
‘Het theater is nergens zonder zijn publiek’, drukken theatermakers ons al decennialang, generatie op generatie, op het hart. Het Nederlands Theater Festival vertaalt deze formule door de schijnwerpers dit jaar op het publiek te richten. Gasten van het festival worden bij de Stadsschouwburg van Amsterdam verwelkomd op de rode loper en naar binnen geleid door jonge enthousiastelingen die het belang van theater bij de ervaring van de toeschouwer leggen. En het werkt! Vooral als het eerste voorstellingsbezoek ook nog eens Fellini is.
Elk jaar selecteert de Nederlandse Toneeljury, dit jaar onder leiding van Boris van der Ham, een officiële selectie van succes. De twaalf beste voorstellingen van dit theaterseizoen zijn – met ook exact die reden – nog een enkele keer te zien in het hart van Amsterdam. Tien dagen lang wordt de stad omarmd door theaterglorie, met afsluitend het Gala van het Nederlands Theater en de uitreiking van de VSCD toneelprijzen. Het Noord Nederlands Toneel staat met hun voorstelling Fellini lijnrecht tegenover Toneelgroep Amsterdam en de voorstelling Lange dagreis naar de nacht. Wat betreft stijl dan, want beide zijn grandioos lekker om naar te kijken.
Georganiseerd zooitje circus
Het Noord Nederlands Toneel dompelt de toeschouwer van Fellini onder in een cirkustrale performance met een groot ensemble en een orkest. Ola Mafaalani en Ko van den Bosch lieten zich inspireren door het Dromenboek van de Italiaanse cineast Federico Fellini, wat is uitgelopen op een biografisch feest waarin alles uit de kast wordt gehaald. Van den Bosch neemt de rol van Fellini op zich, die ons meeneemt in de reis door zijn leven, zijn dromen, zijn obsessies, verbeeldingskracht en romances. Naast Van den Bosch lopen er jongere Fellini’s op het podium, die de verbeelding van de groei van de Italiaanse regisseur versterken.
De kracht van de voorstelling ligt in de keuze om het publiek via het podium de zaal in de laten. De acteurs van Fellini neemt elke toeschouwer op sleeptouw en zorgen voor een enorme glimlach op het gezicht. Een enkeling sluipt – niet geheel onopgemerkt – door de zaaldeur naar binnen. De rest wordt geacht een kunstje te doen in het midden van het grote podium. Daarbij kwam nog dat ik één van de zes gelukkigen was die door Jochem Stavenuiter bij binnenkomst werd opgemerkt en vriendelijk werd gevraagd om nog even plaats te nemen op een kleine tribune in het decor. Zodra alle toeschouwers op hun plek zaten, deden wij ons kunstje en sloten af met een grand finale-buiging om vervolgens ook een plek in de zaal te vinden.
De vorm van Fellini kan niet missen: het publiek van Federico Fellini staat centraal in zijn werk. Een surrealistische wereld wisselt de beelden en de verhalen af met een vergelijkbare hoge snelheid én zorgvuldigheid van een filmset. Ruim twee uur lang wordt het publiek betoverd door de fantasie van de poëtische Italiaan, met livemuziek onder leiding van Eef van Breen. Dat de golf van acts en acrobatiek niet over het publiek heen walst, is te danken aan de rust en het ingetogen spel van Ko van den Bosch.
Intiem verband
Daar waar het Noord Nederlands Toneel een overvloed aan grootse bewegingen aanbiedt, brengt Toneelgroep Amsterdam een indrukwekkend intieme voorstelling met Lange dagreis naar de nacht. Ivo van Hove gaat met de tekst uit 1941 van van Eugene O’Neill aan de haal.
Eén blik op het toneel is genoeg om door een gevoel van ongemak te worden bekropen. De donkere ruimte wordt gevuld door de muziek die vanaf een grammofoonplaat links op het toneel wordt afgespeeld. Vanaf de eerste minuut is duidelijk dat het publiek over de beladen schouder meekijkt naar een familiedrama. Van Hove behoudt een vierde wand, waardoor de situatie op het podium persoonlijker en ontroerender is. De sprookjesachtige wenteltrap naar een ruimte boven het speelvlak suggereert een extra verdieping, waarvan alleen de moeder (Marieke Heebrink) gedurende de voorstelling daadwerkelijk gebruik maakt. In het midden hangt een te grote lamp die met een ruk aan het touw aan of uit gaat. Van Hoves vaste partner in crime Jan Versweyveld is verantwoordelijk voor het duistere, maar ook warme decor.
Vier acteurs vormen samen één organisme. Het duurt niet lang voordat zij zich van elkaar losmaken en scène voor scène verder uit elkaar drijven. In een kleine drie uur bewegen zij zich om elkaar heen; een gezin waarin vader (Gijs Scholten van Aschat) en moeder schuldig zijn aan drankzucht en een morfineverslaving. De jongste zoon (Roeland Fernhout) is slachtoffer van de ziekte tuberculose. Zijn grote broer (Ramsey Nasr) verliest zich in de alcoholverslaving van zijn vader en lijkt misschien meer op hem dan hij eigenlijk zou willen. Lange dagreis naar de nacht is enorm sterk geregisseerd en geeft de acteurs elk op zichzelf staande karakter die overduidelijk een belang hebben bij elkaars bestaan.
Ode aan het sterven
Naast de grote en kleine theaterproducties boeit het festival door de randprogrammering. Op initiatief van Gian van Grunsven en Bert Hana wordt er stilgestaan bij de kunst van sterven op het toneel, een vak apart. Een panel met een regisseur, actrice en castingexpert reageert op een serie sterfscènes, die in de grote zaal van de Stadsschouwburg van Amsterdam worden gepresenteerd. De kunst van het sterven is een geestige aangelegenheid waarbij het publiek aan tafeltjes voor het podium plaats kan nemen, waardoor het gevoel van een grote zaal wordt vervangen door een stand-upcafésfeer. De middag eindigt met het indrukwekkend sterven van Chris Nietvelt, de queen van het sterven op toneel.