Een vruchtbare verslaving: de verzameling schatten van de collectie Sanders in het Stedelijk
In het Stedelijk Museum Amsterdam biedt verzamelaarsechtpaar Martijn en Jeannette Sanders de kunstwereld en het publiek voor het eerst de unieke mogelijkheid om een blik te werpen op een van de belangrijkste hedendaagse kunstverzamelingen van Nederland. De tentoonstelling BAD THOUGHTS intrigeert met persoonlijkheid en duisternis die altijd verlicht wordt door schoonheid.
BAD THOUGHTS intrigeert met persoonlijkheid en duisternis die altijd verlicht wordt door schoonheid.
De titel van de tentoonstelling, BAD THOUGHTS, verwijst niet alleen naar het gelijknamige werk van kunstenaarsduo Gilbert en George uit de verzameling, maar staat ook symbool voor de rode draad die conservator Martijn van Nieuwenhuyzen ontdekte in de collectie Sanders. Typerend voor veel werken is namelijk hun verwantschap met de donkere kant van de menselijke natuur.
Unieke kunstverzameling
De collectie Sanders is als ‘behang dat van je hart is afgescheurd’. De uitspraak van galeriehoudster Riekje Swart, waar het echtpaar mee instemt, geeft aan hoe persoonlijk deze verzameling is. Dit schept de verwachting dat de tentoonstelling zal verschillen van de gemiddelde museumcollectie. De ruime selectie die de bezoeker in het Stedelijk te zien krijgt belicht de diversiteit van de hedendaagse kunstverzameling van het echtpaar Sanders. Hierin zijn verschillende disciplines en stromingen van de jaren ’70 tot nu vertegenwoordigd, waaronder conceptuele kunst en narrative art. Daarnaast zijn er enkele solozalen ingericht die ruimte bieden aan kunstenaars van wie het echtpaar in de diepte heeft verzameld. Deze verdieping maakt de collectie uniek ten opzichte van die van andere verzamelaars, die voornamelijk zo breed mogelijk verzamelen.
Als bezoeker daal je eerst symbolisch de brede trap af naar de grote benedenzaal, alvorens je over te geven aan de unieke kans om in de duistere krochten van de collectie te dwalen. Net zoals de verslaving van het verzamelen voor het echtpaar Sanders heel persoonlijk is, laat ook kunstenaar Marc Quinn met Emotional Detox: Seven Deadly Sins (1994) iets persoonlijks zien: het diepste en donkerste van zijn ziel. De zeven loden torso’s, die hij baseerde op zijn eigen lichaam, refereren niet alleen aan de zeven zonden, maar ook aan Quinns alcoholverslaving. We zien de innerlijke tweestrijd tussen goed en kwaad in de gezichten met getergde uitdrukkingen die worden aangevallen door handen die een eigen leven zijn gaan leiden. De kleine, lichte zaal waarin de beelden op witte sokkels staan geeft je niet de ruimte om achteruit te deinzen, waardoor je onvermijdelijk geconfronteerd wordt met het zieltogende gevecht dat deze beelden met zichzelf aangaan.
Om de hoek schuilt humor
Dat er ook ruimte is voor licht en humor wordt direct duidelijk in het conceptuele werk van Ger van Elk, een kunstenaar die breed vertegenwoordigd is in de collectie Sanders. In zijn vroege werk bewerkt Van Elk de werkelijkheid door fotografie te combineren met schilderkunst. In Birds Flying The Drawing, een animatie uit 2004, zien we eerst alleen een pointillistisch schilderij van Seurat, met de zorgvuldig gerangschikte stippeltjes die het beeld hebben gevormd. Totdat de stippeltjes tot leven komen, zich tot vogels vormen en het doek uitvliegen, om vervolgens neer te dalen en een nieuw pointillistisch schilderij te vormen. Uit dit recente werk blijkt dat Van Elk nog altijd speelt met het creëren van een nieuwe realiteit op basis van een bestaand beeld. Ditmaal niet in de traditionele vorm van fotografie en schilderkunst, maar met digitaal vervliegende pixels.
Humor en pixels versmelten tot een fantastisch videowerk in Hito Steyerls HOW NOT TO BE SEEN: A Fucking Didactic Educational .Mov File (2013), waarin de kunstenares de consequenties van de huidige digitale cultuur onderzoekt. Een dodelijk saaie, vertraagde computerstem legt de kijker met een knipoog naar de werkelijkheid uit hoe je jezelf in de digitale wereld kunt verstoppen met tutorials als ‘There are seven ways of becoming a picture’ en ‘There are fourteen ways of becoming invisible: by living in a military zone, by being in a museum, by being a superhero, by being a female over fifty…’. De voice-over klinkt als een computerverslaafde die zijn grip op de realiteit is verloren of een harde schijf die tot leven is gekomen, en begeleidt je door een wereld van green screens en the Sims-achtige omgevingen. Door de kijker direct toe te spreken, waarbij Steyerl af en toe in beeld verschijnt als instructrice, wordt de vierde wand doorbroken, waardoor de grens tussen het digitale en de realiteit verder vervaagt. Het sterke hiervan is dat Steyerl speelt met een onmogelijke verbintenis tussen de realiteit en digitale wereld. Terwijl het absurdisme ervan af druipt, laat ze het toch logisch klinken. Want waarom zou je je ook niet achter een pixel kunnen verstoppen?
Ondergedompeld in duisternis
Het onheilspellende geluid van Single Wide (2002) van Teresa Hubbard en Alexander Birchler lokt de kijker vanuit Anton Hennings kleurrijke Amsterdam Interiors (2014) de donkere videozaal in. De kleur wordt direct omgezet in monochromie. Wanneer het geluid met het beeld samen wordt gevoegd, voelt de kijker zich de duisternis in gezogen worden. Het beeld toont de lege, verstilde kamers van een huis, slechts gevuld met de zenuwachtige geluiden van een druppelende kraan, een rinkelende telefoon of een tikkende wekker. In het volgende shot zien we een wanhopige vrouw, huilend en schreeuwend achter het stuur van een auto. Ze geeft gas en de auto boort zich in de gevel van het huis. Het verhaal gaat door, en hoewel de video slechts zes minuten en zeven seconden duurt, is het een eindeloze loop zonder begin of eind, als een nachtmerrie waaruit je maar niet wakker wordt.
Ook Anselm Kiefer dompelt je onder in duisternis. Van zijn monumentale schilderijen, waar een aparte zaal voor is ingericht, gaat dezelfde aantrekkingskracht uit, hoewel de onderlinge kwaliteit verschilt. Een aantal kleinere werken zijn te zien naast tekeningen van onder anderen Armando, de kunstenaar die het echtpaar introduceerde met het werk van Kiefer. Het echtpaar Sanders noemt het apocalyptische Wege der Weltweisheit (1978) inmiddels de Nachtwacht van hun collectie, vertellen zij in een van de twee korte documentaires die in de tentoonstelling te bekijken zijn.
Een parcours van keuzes
Naast deze documentaires geeft ook de indeling van de tentoonstelling, ontworpen door architect Florian Idenburg, inzicht in de wereld van Martijn en Jeannette Sanders. Een duidelijk parcours ontbreekt, waardoor de bezoeker zijn eigen weg moet zoeken en bij iedere zaal keuzes moet maken. Op deze manier hebben de Sanders hun verzameling ook opgebouwd. Maar waar het verzamelen van kunst risico’s met zich meebrengt, kan de bezoeker van BAD THOUGHTS geen verkeerde keuze maken: in welke volgorde je de zalen ook betreedt, aan elke muur hangt weer een ander werk dat de moeite waard is. Of je de verzameling nu in de breedte of diepte bekijkt, de collectie Sanders is een geheel, bijeengehouden door een gemeenschappelijke factor: alle werken zijn met het hart gekocht.
BAD THOUGHTS toont naast de besproken kunstenaars het werk van onder meer Georg Baselitz, Frank van den Broeck, David Claerbout, Douglas Gordon, Keith Haring, Martin Kippenberger, Allen Ruppersberg, Andres Serrano, Thomas Schütte, Cindy Sherman en Christopher Wool.