Ibsen in de hoogste versnelling
Crashtest Ibsen is een visueel spektakel, waarin de grens tussen fictie en realiteit grondig bevraagd wordt. Dit gebeurt aan de hand van het stuk Een vijand van het volk, geschreven in 1882 door de Noorse toneelschrijver Henrik Ibsen. Voor wie weinig kennis van het oorspronkelijke stuk heeft is de voorstelling wellicht ietwat lastig te volgen. In een noodvaart razen de acteurs het stuk door, alles wordt ontleed, ontbloot en uit elkaar gerukt. De titel “crashtest” is dus ook niet meer dan gepast.
Het oorspronkelijke stuk wordt in deze regie van Sarah Moeremans aan flarden gescheurd. Wat er overblijft zijn personages die zowel hun rol als hun schepper bevragen. Zo verklaart mevrouw Stockmann, vrouw van de protagonist, aan het begin van het tweede bedrijf:
‘Maar het is toch gek, Thomas! Je bericht wordt niet opgepikt! En dat in het begin van een tweede bedrijf, terwijl je de protagonist bent. Ik vertrouw het niet! Wat is de auteur met ons van plan? En waarom krijgen we geen regieaanwijzingen?’
Dit metaperspectief is kenmerkend voor de voorstelling, waardoor iedere passage een extra laag krijgt. Zo dwingt schrijver Joachim Robbrecht het publiek dieper na te denken over wat er nu werkelijk gezegd wordt. Het publiek wordt continu betrokken en toegesproken door de spelers, hierbij worden zij maar wat vaak gewezen op het feit dat zij publiek zijn.
Wanneer leven we eigenlijk?
De voorstelling laat heel duidelijk de verwarring zien die dit perspectief voor de personages met zich meebrengt. Zo discussiëren zij over wat nu eigenlijk het “hier en nu” is binnen het stuk. Is dat 1882, het jaar waarin het stuk zich oorspronkelijk afspeelt, of is dat het actuele hier en nu, 2014? Deze verwarring is terug te zien in de tekst, het spel en de vormgeving. Zo draagt journalist Hovstad, humoristisch vertolkt door Louis van der Waal, een trui waarop 1882 staat geborduurd, spreken de personages over informatieverspreiding via social media en heet het kuuroord uit het oorspronkelijke stuk nu Waterworlds.
Een wereld an sich
Ook visueel gezien bevinden de personages zich buiten het verhaal. Bij binnenkomst wordt je als toeschouwer gelijk overrompeld door de tot de verbeelding sprekende vormgeving: de spelers zitten in een miniatuurberglandschap dat op toneel is opgebouwd. Als reuzen kijken zij uit over het dal waarin het stadje ligt waar het stuk zich afspeelt. Zo nu en dan verdwijnt er een speler achter of in de berg. Aan het eind, wanneer de carrière van de protagonist dokter Stockmann is verwoest, wordt het complete decor opgedoekt. De miniatuurhuisjes worden op het nippertje gered door zijn broer en antagonist, de burgemeester, die concludeert dat dokter Stockmann inderdaad een vijand van het volk is geworden.
Het is een voorstelling met een boodschap. Zo wordt het gegeven klokkenluider aan de kaak gesteld en zijn er verwijzingen naar de hedendaagse politiek, als zijnde een vorm van theater. Daarmee wordt Crashtest Ibsen vooral een voorstelling die het spanningsveld tussen theater en het echte leven wil bevragen. Dit alles wordt op humoristische wijze gedaan, met de nodige zelfspot. Na de voorstelling kun als toeschouwer niet anders dan verder denken over de vragen die de personages tussen neus en lippen door hebben gesteld.