Theater met een zuurbittere smaak
.
Het begin van Parasieten toont alledaagse huiselijke situaties waaronder existentiële beslommeringen verscholen liggen. Suïcidale gedachtes zijn verweven in dialogen rondom het buitenzetten van het vuilnis en het meebrengen van het juiste bier. Dit resulteert in een filosofische uitspraak over het mens-zijn: ‘Dat is lekker bier, dat drinken andere mensen ook.’ ‘Ik ken geen andere mensen.’
De tekst van Marius von Mayenburg wordt door de acteurs tot volle bloei gebracht. Elk woord lijkt zorgvuldig gewogen te zijn door de spelers. In de speelstijl is terug te zien dat niet het acteren maar het theatermaken centraal heeft gestaan in de repetitieperiode. De spelers lijken meer bezig te zijn geweest met de manier waarop zij het verhaal vertellen dan met hun acteertechnieken. Vanwege de verschillende studieachtergronden van de spelers loopt het spelniveau uiteen. Allen houden zich bezig met theater, zij het op verschillende wijze. Zo staat er zowel een theatermaker, acteur als dramaturg op het toneel. De werkwijze van het collectief is hierin zichtbaar: opgericht voor en door studenten van verschillende Utrechtse kunstvakopleidingen. Parasieten lijkt door de dienstbaarheid van de acteurs aan de tekst een ode aan Marius von Mayenburg te zijn.
‘Je stinkt. Naar huichelarij en leugen.’
In de spiegel van von Mayenburg zien wij onszelf binnenstebuiten gekeerd. Onze diepste doemgedachtes, die wij normaliter voor onszelf houden, vinden nu hun weg naar buiten en dringen zich aan ons op. De metafoor van de inbouwkast die uit de woning gebroken wordt is kenmerkend voor de worstelingen die de personages met zichzelf en met elkaar doormaken. De parasiterende werking die de personages op elkaar hebben vormen de kern van de intermenselijke verhoudingen die von Mayenburg schetst. Zij drijven elkaar tot wanhoop, doordat ze ongecensureerd hun leed over de ander uitstorten.
Tegelijkertijd werkt de directheid in de communicatie zeer verfrissend: ‘Het maakt mij niet uit of je iets zegt. Ik luister toch niet.’ Tegenover dit sociaal onwenselijke gedrag worden de leugentjes om bestwil geplaatst, die een sociaal wenselijk effect beogen maar niet het gewenste resultaat hebben. De vrouwspersoon die haar liefde voor de verongelukte tot aan het einde toe probeert te bewijzen, verdrinkt uiteindelijk in haar eigen leugens. Door haar geliefde is zij in het water gegooid en door zijn eigen onzekerheid laat hij haar vanaf het begin tot het einde toe spartelen, totdat zij hier zo uitgeput door is geraakt dat zij wel op moet geven.
Dammen
Doordat alle vijf de personages het gehele stuk aanwezig zijn op het toneel wordt de aandacht als vanzelf op de onderlinge relaties gevestigd. Als twee personages spelen, vormen de andere personages een tableau vivant. De gelijkenis van de vloer met een dambord brengt zowel dynamiek in het beeld aan als inhoudelijke gelaagdheid. De spelers zijn in hun bewegingen over de vloer als damstenen die gereed zijn om elkaar te slaan zodra de kans zich voordoet.