Leg de zakdoekjes maar weg
Twee tieners redden elkaar van verdrietige verledens en vruchteloze vooruitzichten. In theorie is dit een ontroerend verhaal, maar deze debuutroman gaat kopje onder door een gebrek aan diepte en ontwikkeling.
Steph Bowe is nog maar negentien jaar oud. Ze werd als blogger gescout door de redacteur van een Australische uitgeverij. Haar debuutroman Girl saves boy werd in 2010 gepubliceerd en verscheen onlangs in een Nederlandse vertaling. Bowe schreef al jaren verhalen. John Green, gevestigd young adult-auteur, fungeert als een van haar voorbeelden. De eigenzinnigheid van Bowes personages en dialogen komt scherp overeen met Greens karakteristieke romans, maar dan zonder zijn diepgang en reflectie te onderschrijven.
Van wal los
Jewel Valentine ziet een jongen kopje onder gaan in een meertje. Hetzelfde meertje waar haar oudere broer is verdronken. De broer die nu nog altijd tien jaar oud is en dat altijd zal blijven, ook al is Jewel inmiddels achttien. De broer wiens dood haar in de schoenen is geschoven door haar vader en moeder, die respectievelijk met de noorderzon is vertrokken en die Jewel bij haar grootouders afleverde en vergat af en toe te bellen. De jongen die Jewel uit het water trekt, Sacha, heeft het ook niet makkelijk. Zijn moeder is kortgeleden overleden. Zijn vader heeft zijn liefde geuit voor Sacha’s mannelijke tekenleraar. Sacha is als ventje jarenlang ziek geweest en de leukemie is teruggekomen. De medici kunnen niets meer voor hem doen.
Wanneer deze tieners elkaar ontmoeten komen hun verledens genadeloos boven water. Het blijft alleen wel bij het benoemen van een indrukwekkende lijst narigheden. De personages maken geen noemenswaardige ontwikkeling door; behalve het stelen van tuinkabouters gebeurt er niet veel met hen. Zodoende word je nergens echt het verhaal ingezogen en overstelpt met emoties. Die er toch zeker zouden moeten zijn in een verhaal met zoveel verdriet.
Geen natte kussens
Het kan zo heerlijk zijn om eens goed om een boek te huilen om het onmiskenbare gevoel dat je leeft op te wekken. Gered door een meisje is echter met geen mogelijkheid een tranentrekker te noemen zoals die andere romans over een terminaal zieke tiener, Een weeffout in onze sterren van John Green en Voor ik doodga van Jenny Downham. Sowieso komt Sacha’s ziekzijn amper naar voren. Het verhaal speelt zich af voor de leukemie echt akelig wordt. De auteur verklaart dat dit opzettelijk is, ze wil dat de lezer zelf bedenkt wat er met Sacha en Jewel gebeurt.
Het is een nobel streven om de droom in stand te houden, het happy end mogelijk te maken, maar hierdoor blijft het verhaal aan de zijlijn. Deze notie wordt nog eens versterkt door de gejaagdheid van het verhaal. Jewel en Sacha worden binnen een week verliefd en hebben geen bezwaar elkaar meteen hun levensverhaal te vertellen. Twee weken na de eerste ontmoeting volgt de eerste relatiecrisis al. Er kan ook te veel necessiteit in een verhaal zitten, te veel trieste gebeurtenissen. Het is, met andere woorden, te gemaakt. De auteur slaagt er niet in de kern te raken. Daarmee blijft Gered door een meisje een kleine roman die geen sporen op het kussen achterlaat.