Een aangename bundel allegaartjes
Twintig jaar en talloze romans duurde zijn bestaan als schrijver alvorens Sandro Veronesi in 2011 toch nog ‘debuteerde’ met een verhalenbundel. Misplaatste kussen toont de schrijver in al zijn facetten.
Na de hooggestemde ambitie van de grote roman XY is er nu de bescheiden inzet van het kortverhaal. En na het niet geheel geslaagde XY, volgt de revanche. Misplaatste kussen is geen gecomponeerde verhalenbundel. Sterker nog, het is een allegaartje van verhalen die Veronesi in de afgelopen jaren voor talloze opdrachtgevers schreef. Bepaald geen volledige verzameling overigens – het fraaie verhaal over ‘honderd kleine Totti’s’ dat voetbaltijdschrift Hard Gras enkele jaren geleden publiceerde, ontbreekt bijvoorbeeld. Wat er dan wel is? Humor, magisch bezielde vrouwenschoenen, liefde, vaders, zonen, mislukte schrijvers en vooral heel veel schlemielen.
Valse start
De bundel kent een valse start. Het openingsverhaal, ‘De voorspelling’, is een paginalange aanklacht tegen ene Alessandro Veronesi, die naast zijn vader bijstaat aan diens sterfbed. Een bijzonder experiment, maar niet meer dan dat. Het melodramatische gegeven van een man die zichzelf toespreekt – op de gedragen toon die daar bij hoort – leidt vooral af van waar het om gaat: de aanstaande dood. De wijze waarop Veronesi zijn dramatische (en gedramatiseerde) zelf zo nadrukkelijk vóór de situatie (die al dramatisch genoeg is) plaatst, irriteert.
Vader en zoon, zonen en vaders; het is een thema waar Veronesi al een heel schrijverschap lang door gefascineerd is. Ook in het verhaal ‘Het zal worden zoals het was’ is de slagschaduw van de vader alomtegenwoordig. De hoofdrol die de vader in het leven van een zoon kan spelen: eerst die van onbereikbaar idool, later die van concurrent, vriend of vijand. ‘Te lang ben je genoodzaakt om te denken met zíjn hersens, te lang is het onmogelijk om aan zijn woorden te twijfelen.’
Vals spel
Zonen zetten zich af tegen hun vaders, zo hoort dat. Maar er zijn uitzonderingen, natúúrlijk zijn er uitzonderingen. Neem de jongen Ropitens uit het verhaal ‘Niet voor niets gestorven’, een subtiel, mooi verhaaltje over een zoon die met zijn vader meegaat naar de biljartclub. Als een gezagsgetrouwe secretaris houdt hij de stand bij, en blijft dat doen, zelfs als zijn vader sterft. Pas dan lijkt hij te beseffen hoe machtig zijn vertrouwenwekkende aanwezigheid is, en begint hij de uitslagen te manipuleren. Eerst nog nauwelijks merkbaar, maar algauw steeds opzichtiger. Waarom? Dat weet hij eigenlijk pas na de laatste zin van het verhaal, als de biljartclub door wantrouwen, achterdocht én vooral door Ropitens’ valse spel uit elkaar gevallen is: ‘Hij verveelde zich, maar hij kon tenminste zeggen dat zijn vader niet voor niets gestorven was.’
Er staan nog wel meer bijzondere verhalen in Misplaatste kussen, zoals een wonderlijke vertelling over drie schrijvers in drie verschillende fasen van hun schrijversleven, die samen de Champs-Elysées moeten oversteken, en het korte, ingetogen ‘De schoen’. Mindere stukken staan er ook tussen, natuurlijk, iedere bundel kent een eigen hiërarchie. Maar wat bezielde schrijver en uitgever om het ellenlange en duffe relaas over de ultieme aansteker in de bundel op te nemen? Nou ja, een foutje moet kunnen.
De woede van het lam
Hoogtepunt van de bundel is tegelijk het dieptepunt: in het verhaal ‘De woede van het lam’ bereikt Veronesi datgene waar iedere kortverhalenschrijver naar streeft: de lezer van emotie (ontroering) naar emotie (begrip) naar emotie (afschuw) slingeren, in een stijl die in zijn ongecultiveerde rauwheid aan de beste passages uit de romans van Niccolò Ammaniti doet denken. Eén verschil: Veronesi weet, zelfs met een bloederig, onpasselijk makend verhaal als dit maat te houden.
Veronesi’s personages nemen het leven niet vaak in eigen hand. De dingen gebeuren, en de personages emmeren voort, als marionetten van het noodlot. Zo ontvouwt zich óók in een bundel vol allegaartjes steeds weer datzelfde thema dat draait rond de vraag hoe het leven zo goed mogelijk te lijf te gaan.