Kunde wint van enthousiasme
Platen die dezelfde naam dragen als hun maker wekken vaak interesse. Het werk is blijkbaar zo’n directe artistieke representatie van de identiteit van de muzikant, dat een ‘echte’ titel overbodig is.
Deze hoop leeft ook bij een eerste luisterbeurt van de titelloze nieuweling van Anne Soldaat. Helaas is het niet het persoonlijke document geworden waar de afwezigheid van een titel op duidt. Dat is extra jammer als je beseft wat voor staat van dienst de aanvoerder van de Nederlandse gitaarmuziek heeft. Hij was een van de architecten van de sound van het inmiddels legendarische Daryll-Ann. Daarnaast speelt hij in de band van Tim Knol en sorteerde hij lof met zijn vorige soloplaat In Another Life. Op zijn nieuwe langspeler is hij helaas te trouw aan de traditie waar hij in staat.
Furiositeit en productie
Het album opent met de track ‘Maybe’, dat een intro kent van drie basisakkoorden. Op zichzelf niks mis mee, want het gaat in popmuziek vaak meer om timbre en toon dan om een surplus aan harmonieën. Het ontbreekt in het intro, dat erg zestiger jaren georiënteerd is, echter aan een furie die bijvoorbeeld een Pete Townshend wel had.
Ook valt direct op dat de productie wat reliëfloos is. Er zit teveel compressie over het totaalgeluid heen, waardoor het geheel nogal aan dynamiek inboet. Daarbij vormt het geluid van de instrumenten geen eenheid, waardoor het een nogal steriel geluidsbeeld wordt.
Goede leerling, maar te weinig eigenzinnigheid
Los van de productie die de plaat synthetisch maakt, speelt vooral Soldaats revisionistische aanpak hem parten. Hij laat horen zijn klassiekers te kennen en daar is niks mee. Helaas is hij zo druk bezig een respectvolle geste te maken naar zijn inspiratiebronnen uit de jaren zestig en zeventig, dat de plaat aan eigen karakter inboet en meer een pastiche wordt.
Lichtpuntjes zijn er wel, voornamelijk wanneer de gitarist zijn elektrische gitaar voor een akoestisch exemplaar verruilt. De nummers ‘If’ en ‘Purple Heart’ klinken een stuk hartstochtelijker en minder anoniem, hoewel ook hier de reverb over de zang minder had gekund. Op deze hoogtepunten na blijft het echter toch een fletse en generieke verzameling liedjes. Als stijloefening is er weinig mis mee, maar Soldaat zal meer van zichzelf prijs moeten geven om te overtuigen met een echt autonoom product. Nu blijft hij steken op het niveau van getalenteerde leerling van oude meesters, die de stap naar een privaat en oorspronkelijk geluid helaas nog niet heeft gezet.