Kunst Inhaleren
.
Clara Ursitti – Fantoomoksels en olfactief aanwezige geslachtsorganen
In haar zoektocht haar eigen geur na te maken voor een ‘geurzelfportret’, stuitte Clara Ursitti op de uitvinding van de ‘synthetische neus’ van wetenschapper George Dodd. Hiermee kan vrijwel iedere geur synthetisch nagemaakt worden. Na een marktonderzoek in de Verenigde Staten dat Ursitti verrichtte, bleek de animo voor deze geurportretten zo hoog dat de kunstenares een bedrijf, genaamd Pheromone Link, heeft opgericht. Mensen bleken enorme sommen geld over te hebben voor de geur van hun geliefde in een flesje. Deze geur bestaat zowel uit zweet, als uit het meest gebruikte parfum van de betreffende persoon. In het werk Bill uit 1998 dat zij maakte in het laboratorium van de Melbourne University, verwerkte ze een andere synthetisch nagemaakte lichaamsgeur: die van zaadlucht. De titel laat wat aan de verbeelding over, hoewel in combinatie met de geur direct duidelijk wordt dat de achternaam van de vermeende persoon die van de voormalig president van de Verenigde Staten moet zijn.
Hoe kunnen deze geurwerken het beste tentoongesteld en geconserveerd worden? In de Engelse galerie The Fruitmarket werd besloten het werk Bill een penthouse te geven; op de zolder zou de geur zich misschien het minst verspreiden. Het grootste probleem deed zich voor toen een busje met synthetische zaadlucht omviel op het houten trappetje er naar toe. De geur trok direct in het poreuze onbewerkte materiaal en bleef wel een maand hangen. Het kunstwerk onder aan de trap kreeg er ineens een zeer welkome olfactieve dimensie bij, omdat het een erotisch getint werk was. Ieder ander kunstwerk zou er onder geleden hebben. Synthetische geuren hebben het voordeel dat ze makkelijk te reproduceren zijn, omdat hun chemische samenstelling al vast staat en bovendien zou de eerder beschreven ‘synthetische neus’ de stof kunnen analyseren en reproduceren. Synthetische geuren conserveren, betekent simpelweg geuren reproduceren als de geurstof op is. Ursitti had de galerie al voorzien van extra flesjes olie.
Clara Ursitti – Sub Club, August 8th 1998 |
Opvallend aan haar werk is dat de titel en de geur de enige componenten zijn van de werken. Zo ook in het werk Sub Club, August 8th 1998 uit 1998. Hierin zijn zowel de geur als de temperatuur van een club uit Glasgow gereconstrueerd, zoals die waren op acht augustus. Ursitti nam verschillende proefmonsters van de lucht in de club en nam ter plekke de temperatuur op. In een laboratorium analyseerde ze de monsters om het synthetisch te kunnen reproduceren. Het kunstwerk bestond uit geurverspreiders, een verwarming en een apparaatje om de lucht vochtig te houden. Behalve dat het kunstwerk rook naar een volle club met zweterige lichamen, voelde het dus ook zo: de warmte en de luchtvochtigheid droegen hiertoe bij.
Op lichaamsgeuren rust een enorme taboe. Ze moeten uit alle macht verdoezeld worden en werken zeer confronterend. De nabije lichaamsgeur van een onbekende wordt ervaren als een inbreuk op de privacy. Ursitti vindt het prachtig om dergelijke taboes aan de kaak te stellen. Het is de context – of liever gezegd het ontbreken daarvan – die Clara Ursitti creëert, waardoor deze ons zo bekende geuren verrassend en zelfs onherkenbaar worden. Veel bezoekers, waaronder ikzelf, slaken kreten van herkenning bij het ruiken aan de geurmonsters, terwijl we ons afvragen wat die herkenbare geur toch is. Om er vervolgens met het schaamrood op de kaken achter te komen dat we aan fantoomoksels en olfactief aanwezige geslachtsorganen zitten te ruiken. In een openbare ruimte nota bene.
Ernesto Neto – Een opdringerige kruidige geur
De geur van voedsel wordt doorgaans als de meest aangename ervaren door mensen. Ongetwijfeld is dat evolutionair bepaald, omdat het opsporen van voedsel via zijn geur een van de functies is van het reukorgaan. Geur maakt voedsel bovendien aantrekkelijk zodat de drive om te eten groter wordt. Geur is dus van levensbelang en daarom erg waardevol. De Braziliaanse kunstenaar Ernesto Neto maakt gebruik van de ingrediënten uit een eeuwenoude traditie in zijn land: kruiden. Het geurige component in iedere keuken ter wereld. Kilo’s zwarte en witte peper, bruine kruidnagel, okergele kerrie en warm gele kurkuma: kleur en geur zijn voor Neto even belangrijke eigenschappen van een stof en moeten op de juiste manier gemengd worden om een optimaal effect te krijgen. Op de Biënnale van 2001 kwam ik voor het eerst in aanraking met zijn werk. Het bijzondere is dat ik al tientallen meters voor de zaal van We fishing the time onbewust het kunstwerk aan het waarnemen was. De opdringerige, kruidige geur kwam de bezoekers uitdagend tegemoet, ver voor duidelijk werd wat de bron daarvan was en dat die überhaupt onderdeel van een kunstwerk was. Mijn eerste gedachte was dat er een ongelukje moest zijn gebeurd in de keuken, die daar niet ver vandaan was. De kruiden hingen in uitgerekte zakken van lycra vanaf het plafond en ‘huilden’ hun kruidige inhoud op de grond, waardoor overal gekleurde cirkels ontstonden.
Ernesto Neto – The Mälmo Experience, copyright: Malmö Konsthall / Kajsa Lindskog |
Als bezoeker werd je volledig in de installatie opgenomen, maar nam je zelf ook letterlijk bezit van het kunstwerk. Je kon tussen de zakken en om de cirkels heenlopen, terwijl je neus en longen gevuld werden met geuren. Neto laat de conservatoren de kruiden plaatselijk aanschaffen. Katrin Bucher van de Kunsthalle in Basel vertelt over het werk Little garden lipizoids uit 2001: “Neto was on its own floor, and the scent coming through the rooms is always part of the work. I would not know though if it might affect other work. I would not think so. But the scent would definitely stick to other pieces for a while.” Een afgesloten ruimte was in dit geval geen overbodige luxe geweest. Over het preserveren zegt ze dat er soms met toestemming van de kunstenaar nieuwe kruiden moeten worden aangeschaft als de geur te oppervlakkig wordt. Conservatie bestaat in dit geval dus uit het opnieuw aanschaffen van de kruiden. Zijn meest recente werk was dit jaar te bewonderen in the Malmö Experience in de Konsthall. Van nylon maakte hij wederom ruimtevullende objecten die gevuld waren met geurige kruiden. Het labyrint dat ontstond was bedoeld om van alle kanten te bekijken, te betasten en te beruiken. Mede door het gebruik van de kleur roze werd zo een zeer sensuele ervaring opgedaan. Naast het reukorgaan spreekt de Braziliaan sinds enige jaren de tastzin aan om zijn levenloze voorwerpen voorwerpen op sensuele wijze te ervaren.
Peter de Cupere – Dat een geur vergaat hoort bij het kunstwerk
De Belgische kunstenaar Peter de Cupere onderscheidt zich van andere kunstenaars die geur gebruiken doordat hij alle mogelijke soorten geuren gebruikt, en geheel nieuwe eigen geuren creëert. Bovendien deinsde hij er in het verleden niet voor terug om ronduit afstotelijke geuren te gebruiken. Hij gebruikt daarvoor zijn eigen lichaam en zijn laboratorium waarin flesjes, vaten en reageerbuizen staan, gevuld met zowel synthetische als organische geuren. Wat hem onder andere interesseert, zijn de veranderingen waaronder bepaalde geuren onderhevig zijn gedurende de tentoonstelling. Hij begon hiermee te experimenteren tijdens zijn kunstacademietijd. Een mengsel van fruitsap, water en melk is voldoende om de tijd de rest te laten doen. De geur verandert naarmate de tijd verstrijkt. In mijn interview met hem zei hij hierover: “Het procesmatige in geur vind ik interessant, zoals bijvoorbeeld fermentatie. De geur kan eerst heel lekker zoet zijn en later onaangenaam worden.”
Peter De Cupere – Spots and Splashes |
De manier om dergelijke schimmels te exposeren is betrekkelijk eenvoudig. In schaaltjes kunnen ze bijvoorbeeld met tientallen tegelijk op tafels worden gezet, zoals het geval is in het werk Mouldy Installation (1000 pots 1997-1999) . De titel van het werk Fleur d’Anus (1997), laat weinig aan de verbeelding over, ook voor diegene die niet bedreven is in Frans. Hierin heeft De Cupere een geur verwerkt die collectief als onaangenaam wordt ervaren: fecaliën. De kunstenaar vertelt op anekdotische wijze hoe hij de nacht voor de opening nog aan het materiaal moest komen en de ochtend daarop eindelijk het goedje had ‘geproduceerd’ waarop hij snel op weg ging naar de galerie. Ongelukkigerwijs werd hij gezien door de politie die de haastige man met het pakketje nogal verdacht vonden. Na uitleg kon ook de agent er wel om lachen. Bezoekers liepen naar eigen zeggen snel langs de installatie heen, die bestond uit een stoeltje waarbij een kelkachtige bloem uit het zitvlak ontspringt. “Bij sommige werken reageren de mensen heel heftig en lopen soms kokhalzend weg zonder naar het werk te kunnen kijken.”
Over de conservatie zegt De Cupere: “Dat een geur vergaat, vind ik horen bij het kunstwerk. Het gaat om het concept. Als het toch gereproduceerd moet worden hoeft het ook niet honderd procent hetzelfde te worden. Ik laat het (de geurstof) dan analyseren door een scheikundige op bijvoorbeeld de universiteit van Brussel.” Conservatoren hebben geen kind aan hem. Staan er andere kunstwerken in de expositieruimte, dan zorgt hij simpelweg dat de geuren minder sterk zijn.
Peter De Cupere – Fleur d’Anus |
Tegenwoordig gebruikt de Belgische kunstenaar vooral geuren die als erg aangenaam worden ervaren en wel op een manier die zeer dynamisch van aard is. Hij geeft heuse geurconcerten met zijn Olfactiano, de eerste geurpiano ter wereld. De filosoof Aldous Huxley en de schrijver J.K. Huysmans beschreven al geurorgels in respectievelijk Brave New World (1932) en A Rebours (1884), hoewel ze nog lang toekomstmuziek zouden blijven. In 2004 kon het publiek op het festival Cordoba! in Brussel Cuperes eerste geursonate waarnemen via hun neusgaten. De Olfactiano werkt als een orgel en is gevuld met 27 verschillende geurstoffen. Net als akkoorden in de muziek, bestaan geurakkoorden uit drie tonen. Er zijn 4374 verschillende combinaties mogelijk. Omdat het volledig nieuw was, sprak De Cupere zijn publiek eerst geruststellend toe dat ze gewoon moesten ontspannen en genieten alsof het een muziekconcert was.
Momenteel is De Cupere bezig aan een project in Parijs waarbij hij via de fotografie geurgrenzen in hun stedelijke landschap registreert. Platgelopen stukjes kauwgom, excrementen van stadsdieren, vormen als het ware een stedelijk geurtapijt. Parijs is natuurlijk dé stad bij uitstek voor een dergelijk project. Het vormde niet voor niets het decor voor de film over geur die nu in de Nederlandse bioscopen draait: Het Parfum van de auteur Patrick Süskind.
Geuren vatten in taal
Mensen kunnen verschillende geuren wel onderscheiden, maar de belangrijkste factor voor de waardering, is de mate waarin een geur aangenaam of onaangenaam wordt gevonden. Dit sluit aan op de beperkte mogelijkheid van de taal om geuren te kunnen omschrijven. Het blijft meestal bij ‘lekker’, ‘niet lekker’ en ‘dat ruikt naar…’. Wanneer een bezoeker iets zeer onaangenaams ruikt, zal hij zo snel mogelijk doorlopen om de geur kwijt te raken. De enige manier om van de onaangename geur afstand te nemen, is immers door weg te gaan bij de bron van de geur. Dit werkt omgekeerd evenredig: zeer prettig ruikende kunstwerken hebben het effect dat mensen langer bij het kunstwerk aanwezig willen zijn. Voordat geuren meer genuanceerd ervaren en beschreven kunnen worden, zou eerst een taal ontwikkeld moeten worden, waarin dit tot uiting kan worden gebracht. De toekomst maakt het in ieder geval mogelijk voor zowel kunstenaar als publiek om nauwere banden met het reukzintuig aan te gaan. Wanneer mensen eenmaal bekend zijn met het gebruik van geur in de kunst, zal hun reactie zeker anders zijn, doordat het element van verrassing of verbazing wegvalt en de bezoeker kan refereren aan andere kunstwerken met geur als vergelijkingsmateriaal. De mogelijkheden om je reukorgaan te ontwikkelen, zijn bovendien dankzij de huidige stand van de techniek toegenomen. Als in de nabije toekomst apparaten als de iSmell en de AromaJet op de markt komen met een toegankelijke prijs, zullen mensen thuis meer met geuren te maken gaan krijgen. Ook dit artikel had dan, behalve van beeldmateriaal, voorzien kunnen worden van ‘geurmateriaal’.
Artikel naar de scriptie:
Kunst inhaleren; het gebruik van geur in kunst in de afgelopen vijftien jaar
Lees ook deel
2