Tag Archief van: singer-songwriter

Antwerpen
Boeken / Non-fictie

Verdwalen in een leven

recensie: Dree Peremans sr. - Wannes. Hier is hem terug
Antwerpen

Wannes Van de Velde, Antwerpens meest iconische volkszanger, heeft met Wannes. Hier is hem terug een mooi papieren praalgraf gekregen. Een interessante biografie en met liefde geschreven, maar de omvang – ruim 500 pagina’s – betekent wel dat de lezer écht geïnteresseerd moet zijn in deze bard.

De biografie – of beter: tedere terugblik – werd geschreven door Dree Peremans senior, specialist in folkmuziek en persoonlijke vriend van Wannes Van de Velde. Door die bevoorrechte positie kreeg hij toegang tot het persoonlijke archief van de zanger/dichter/tekenaar/levenskunstenaar/flamencogitarist. Dit heeft een levendig portret opgeleverd, heerlijk geïllustreerd met foto’s en guitige tekeningen van Van de Velde. Met andere woorden: ook voor mensen die eigenlijk geen zin hebben om zich door een vuistdik boek te werken, is dit heel aangename lectuur. Een mooie verdienste, en een waardig eerbetoon aan de componist van het in 2013 tot mooiste Antwerpse liedje verkozen ‘Ik wil deze nacht in de straten verdwalen’.

Biotoop

Helaas zal het oeuvre van Van de Velde niet iedereen aanspreken omdat hij als kleinkunstenaar in het Antwerps dialect zong. De focus van de biografie op diens biotoop (Antwerpse cafés, volksfiguren … ) zal daar niet veel aan verhelpen. Ook het feit dat Peremans vaak vervalt in wel erg lokale – lees: Antwerpse – anekdotiek zal niet veel bijdragen aan een wijde verspreiding buiten Vlaanderen (als dat al de bedoeling was).

Kunst van bewonderen

Maar laat dat geenszins de pret bederven. Wie dit (ideale koffietafel)boek ter hand neemt, zal voor zijn geestesoog een warm en mooi mens zien verschijnen. Getormenteerd, geliefd en optimistisch tot op het einde van zijn slepende ziekte. Verontwaardigd over het leed in deze wereld was hij ook, getuige zijn werkelijk fantastische en woedend vertolkte Nederlandstalige cover van Bob Dylans ‘Masters of War’. De biograaf heeft al deze facetten prachtig weten te vangen en verwoorden. Zoals ergens iemand schreef: ‘Dree Peremans verstaat de kunst van het bewonderen.’ En dat maakt dit boek tot het best denkbare eerbetoon.

En de titel? Die haalde Peremans uit een song van Van de Velde die de zanger in enkele regels helemaal samenvat. Het nummer is afkomstig van zijn allerlaatste cd die twee jaar voor zijn dood verscheen.

‘Hier is hem terug / Hier is de zanger mee z’n stem en z’n
verhaal / ne muzikalen Don Quichot der Lage Landen / op
zijnen doortocht / langs de wegen van de taal.’

Ook leuk om weten. Het boek vormt nu ook de basis voor een heuse Wannes Van de Velde-wandeling door Antwerpen, die de bezoekers langs de iconische plekken uit het leven van de zanger voert.

Antwerpen
Boeken / Non-fictie

Verdwalen in een leven

recensie: Dree Peremans sr. - Wannes. Hier is hem terug
Antwerpen

Wannes Van de Velde, Antwerpens meest iconische volkszanger, heeft met Wannes. Hier is hem terug een mooi papieren praalgraf gekregen. Een interessante biografie en met liefde geschreven, maar de omvang – ruim 500 pagina’s – betekent wel dat de lezer écht geïnteresseerd moet zijn in deze bard.

De biografie – of beter: tedere terugblik – werd geschreven door Dree Peremans senior, specialist in folkmuziek en persoonlijke vriend van Wannes Van de Velde. Door die bevoorrechte positie kreeg hij toegang tot het persoonlijke archief van de zanger/dichter/tekenaar/levenskunstenaar/flamencogitarist. Dit heeft een levendig portret opgeleverd, heerlijk geïllustreerd met foto’s en guitige tekeningen van Van de Velde. Met andere woorden: ook voor mensen die eigenlijk geen zin hebben om zich door een vuistdik boek te werken, is dit heel aangename lectuur. Een mooie verdienste, en een waardig eerbetoon aan de componist van het in 2013 tot mooiste Antwerpse liedje verkozen ‘Ik wil deze nacht in de straten verdwalen’.

Biotoop

Helaas zal het oeuvre van Van de Velde niet iedereen aanspreken omdat hij als kleinkunstenaar in het Antwerps dialect zong. De focus van de biografie op diens biotoop (Antwerpse cafés, volksfiguren … ) zal daar niet veel aan verhelpen. Ook het feit dat Peremans vaak vervalt in wel erg lokale – lees: Antwerpse – anekdotiek zal niet veel bijdragen aan een wijde verspreiding buiten Vlaanderen (als dat al de bedoeling was).

Kunst van bewonderen

Maar laat dat geenszins de pret bederven. Wie dit (ideale koffietafel)boek ter hand neemt, zal voor zijn geestesoog een warm en mooi mens zien verschijnen. Getormenteerd, geliefd en optimistisch tot op het einde van zijn slepende ziekte. Verontwaardigd over het leed in deze wereld was hij ook, getuige zijn werkelijk fantastische en woedend vertolkte Nederlandstalige cover van Bob Dylans ‘Masters of War’. De biograaf heeft al deze facetten prachtig weten te vangen en verwoorden. Zoals ergens iemand schreef: ‘Dree Peremans verstaat de kunst van het bewonderen.’ En dat maakt dit boek tot het best denkbare eerbetoon.

En de titel? Die haalde Peremans uit een song van Van de Velde die de zanger in enkele regels helemaal samenvat. Het nummer is afkomstig van zijn allerlaatste cd die twee jaar voor zijn dood verscheen.

‘Hier is hem terug / Hier is de zanger mee z’n stem en z’n
verhaal / ne muzikalen Don Quichot der Lage Landen / op
zijnen doortocht / langs de wegen van de taal.’

Ook leuk om weten. Het boek vormt nu ook de basis voor een heuse Wannes Van de Velde-wandeling door Antwerpen, die de bezoekers langs de iconische plekken uit het leven van de zanger voert.

Muziek / Concert

Zomerkriebels

recensie: Jonathan Jeremiah unplugged in de Tolhuistuin

Met de komst van de zomer worden er naast de bekende festivals ook openluchtconcerten gerealiseerd, waarin artiesten voornamelijk op een (semi-)akoestische manier hun liedjes in een andere versie spelen. De Tolhuistuin is een van de locaties waar deze bijzondere sfeerconcerten plaats vinden. 29 mei was Jonathan Jeremiah te gast om te laten zien dat ook hij in een kleine bezetting prima zijn kunsten kan vertonen.

In de tuin aan de Tolhuisweg is een, een beetje onpraktisch, klein podium opgebouwd (nota bene recht achter een boom). Het tuinhuisje is open, her en der tussen de bomen staan kraampjes met eten en drinken en de beschikbare open plekken zijn gevuld met houten bankjes. Het publiek beweegt zich via begroeide paden door de tuin. De locatie heeft hierdoor meer weg van een klein festival dan van een normaal optreden. Het festivalgevoel wordt nog eens versterkt door maar liefst twee voorprogramma’s en het luidruchtige gedrag van het publiek dat er maar nauwelijks aandacht aan schenkt. De sfeer is gemaakt en iedereen geniet op zijn of haar manier van deze prezomernamiddag.

Verhalende profeet

Op het moment dat de drie strijkers (twee violen en cello) een soundcheck doen, komt het publiek in beweging en stelt het zich massaal voor het podium op, waardoor er nauwelijks meer bewegingsruimte is. Als de strijkers vervolgens de eerste maten van ‘Happiness’ inzetten, wordt de charismatische Britse soulachtige folkzanger en singer-songwriter met groot gejuich en blije gezichten ontvangen. Ondertussen bijgestaan door gitarist David, die de klanken van de strijkers aanvult met een klokkenspel en tweede zangstem.

Het grootste deeDavid en zijn klokkenspell van het optreden luistert het publiek ademloos naar de verhalende profeet die uit een sprookjesboek tot leven lijkt te zijn gekomen. Hier en daar fluisteren lippen van toeschouwers de woorden van de songtekst mee en het publiek lacht om de grappen die Jeremiah maakt. Zo merkt hij op dat hij vandaag zijn teksten wellicht nog gaat vergeten, zelfs na ze opgezocht te hebben op lyrics.com en grapt hij dat David hem een fortuin kost en er met zijn miljoenen vandoor gaat. Het publiek huivert en de muzikanten zijn helemaal in hun nopjes. Tijdens het intieme, persoonlijke ‘A Solitary Man’ waar Jeremiah zichzelf begeleidt, gaat opeens een telefoon af. Hij springt er gelijk op in en meldt dat hij die telefoon moet opnemen om zijn liedtekst te horen.

Getalenteerd songwriter, maar niet overtuigend genoeg

Jeremiah brengt verder zijn bekendste nummers ten gehore, waaronder ‘Gold Dust’, ‘Heart of Stone’ en ‘Oh Desire’ – waarin de tweestemmige zang tot een harmonisch hoogtepunt komt. Hij sluit zijn normale set af met het opzwepende ‘Wild Fire’. Aan dit specifieke tuinoptreden is nog een cover van ‘To Love Somebody’ – origineel de Bee Gees – toegevoegd. Ook speelt het strijkerstrio een instrumentale, tot de verbeelding sprekende interlude, waarin dissonante klanken worden afgewisseld met melodische solopassages van de verschillende strijkers, ondersteund door prachtige samenklanken.

Verhalende profeetJeremiah heeft veel talent en heeft wel degelijk laten zien dat hij met een kleine bezetting ook een goed optreden kan neerzetten. Wellicht zelfs beter dan met een heel orkest achter hem. Halverwege de set beginnen de nummers echter wat al te veel op elkaar te lijken. De goede sfeer blijft hangen ondanks de rommelige indeling van de locatie, maar de muziek mist de emotionele diepgang die we wel vinden bij Damien Rice, het persoonlijke karakter van de liedjes komt niet zo overdonderend binnen als de teksten van Passenger en zijn stem mist het dramatische soulrandje van bijvoorbeeld Sam Smith. Voor de meeste bezoekers was het ongetwijfeld een geslaagd concert, maar uiteindelijk is het niet veel meer dan een begeleidende soundtrack bij een vroege zomerdag waarbij je kunt wegdromen, een inleiding op de ‘echte’ festivals die de komende maanden nog zullen komen.

Live te bewonderen:

1 juli, Openluchttheater Goffertpak, Nijmegen
14 juli, Openluchttheater Caprera, Bloemendaal

Jonathan Jeremiah Tolhuistuinconcert

Muziek / Concert

Huiskamersfeer in kleine zaal Paradiso

recensie: Wakey!Wakey! @ Paradiso

In de kleine zaal van Paradiso is vanavond, helemaal uit Brooklyn, de band rond multi-instrumentalist Michael Grubbs te zien en te horen. Van zijn jeugddroom om priester te worden zag hij op latere leeftijd af, maar vanavond krijgt hij ook de kans om voor een aandachtig publiek zijn verhalen te vertellen.

Al vanaf 2007 schrijft Wakey!Wakey! mooie liedjes. De band heeft inmiddels alweer 10 cd’s en ep’s op haar naam staan. Wereldwijd heeft de band een grote fanbase opgebouwd. Dat veel van hun nummers zijn gebruikt in de Netflix-hitserie One Tree Hill, zal daarbij geholpen hebben. In Nederland hebben ze echter (nog) niet zoveel bekendheid.

Ontspannen sfeer

In de andere zaal van Paradiso speelt vanavond een nogal luidruchtige act. De beats klinken door tot in de kleine zaal beneden, waardoor het publiek ongewenst kan meegenieten. Aan Elizabeth Ziman van Elizabeth & the Catapult de taak om zich hier niks van aan te trekken.
Geen enkel probleem, laat ze weten: ‘Fuck the drum ’n bass!’ Met haar innemende verschijning en een stem die aan Sara Bareilles of Regina Spektor doet denken, brengt ze haar liedjes ten gehore, met gitaar of vanachter de piano. Het handjevol mensen dat op dat moment in de zaal is, is stil en luistert aandachtig. Soms lachen zElizabethe ook, want Elizabeth vertelt veel vermakelijke persoonlijke anekdotes tussendoor. Haar teksten zijn niet doorsnee, zo is een van haar nummers een ode aan alle ondergewaardeerde bassisten in de wereld. Ze kan het niet vaak genoeg herhalen in het nummer: ‘We all wanna fuck a bassplayer’. Elizabeth zet met haar optreden de toon van de avond; een intieme en ontspannen sfeer. Paradiso wordt vanavond voor even een heel grote huiskamer.

Na deze fijne opwarmer betreedt Wakey!Wakey! het podium. Michael Grubbs, verantwoordelijk voor de teksten en muziek, neemt zelf plaats achter het keyboard. Voor de meeste nummers wordt hij bijgestaan door gitarist en violiste. Met zijn drieën laten ze de verhalende liedjes van Wakey!Wakey! goed tot hun recht komen. De teksten gaan bijna allemaal over de liefde – maar liefst drie nummers van de set hebben zelfs een titel waarin ‘love’ voorkomt – en variëren van licht deprimerend tot vrolijk.

Diehard fans

In eerste instantie lijkt Grubbs er weinig zin in te hebben vanavond. Vijf liedjes worden er in hoog tempo doorheen gejaagd, voordat hij eindelijk iets tegen het publiek zegt. Het wordt hem direct vergeven, hierna heeft hij namelijk alle aandacht voor de aanwezigen in de zaal.
Grubbs zit met zijn zijkant naar het publiek toe, maar vaak wendt hij zich in de richting van de zaal om oogcontact te maken. Hier en daar geeft hij zelfs een subtiele knipoog weg. Als hij speelt lijkt hij compleet op zijn gemak op het podium. Dit beeld wordt enkel verstoord doordat hij, als hij zijn handen vrij heeft, nerveus zit te draaien op zijn kruk, en onrustig over zijn benen wrijft. Dat de sfeer misschien iets té ontspannen is, blijkt bij het nummer ‘Homeless Poets’. Als Grubbs een paar woorden heeft gezongen meldt hij dat de tekst van het eerste couplet heGrubbsm ontschoten is. Gelukkig wordt hij uit de brand geholpen door het publiek, dat de tekst wel uit het hoofd kent. Ook de rest van de avond kan een groot deel van het publiek alle teksten meezingen, terwijl de anderen muisstil staan te luisteren. Vanavond telt kwaliteit in plaats van kwantiteit. De zaal mag dan bij lange na niet gevuld zijn, de mensen die er zijn, zijn wel de diehard fans.
Bij een aantal nummers is het meezingen duidelijk te horen. Elke keer als dat gebeurt kijkt Grubbs half trots en half verlegen even de zaal in. Hij lijkt oprecht dankbaar te zijn voor zijn fans. En wat is nou een mooier dankbetoon dan een prachtige set van 21 mooie liedjes? Precies, niks. Na vanavond is duidelijk: Wakey!Wakey! houdt van haar fans, en die liefde is geheel wederzijds.