Tag Archief van: cultuur

Rob Scholte, 8weekly, Embroidery
Kunst / Expo binnenland

Rob Scholte heeft een hobby

recensie: Rob Scholte's Embroidery Show, Museum de Fundatie
Rob Scholte, 8weekly, Embroidery

Wat is het verschil tussen je naam ergens op zetten en je naam ergens aan verbinden? Rob Scholte lijkt tot nog toe altijd het eerste te doen, maar wil met zijn nieuwste expositie eigenlijk het tweede: het voor het voetlicht brengen van het werk van (anonieme) anderen.

Rob Scholte, 8weekly, Embroidery

fotograaf: Hans Westerink

Waarschijnlijk hebben er nog nooit zoveel vrouwen tegelijk in het museum gehangen. Rob Scholte grijnst als hem die suggestie wordt gedaan en vindt ook dat het werk van deze – waarschijnlijk –  dames wel onder de aandacht mag worden gebracht. Maar dat is niet de enige reden dat Scholte deze tentoonstelling cureerde. Hij wilde het publiek ook laten zien wat hij ziet wanneer hij naar deze borduurwerken kijkt: de achterkant ervan.

Pas toen hij een keer van een van de werken uit zijn beginnende verzameling een achterkant zag, kwam hij op het idee dat ‘dit weleens meer dan gewoon een hobby zou kunnen zijn’, zoals hij zelf lachend zegt. Die achterkant fascineerde hem. Daar is volgens Scholte de individualiteit van de makers te zien, die anoniem moeten blijven omdat ze bij de meeste uit de kringloop en dergelijke gekochte werkjes moeilijk te achterhalen zijn.

Rob Scholte, 8weekly, Embroidery

Rob Scholte – Laatste avondmaal, 2009, fotograaf: Hans Westerink

Het tonen van de maker

Inmiddels behelst de verzameling 931 werken en werd het tijd voor een expositie. Wanneer je, bijvoorbeeld, negen in een vierkant opgehangen omgekeerd ingelijste borduurwerken die allemaal hetzelfde onderwerp verbeelden met elkaar vergelijkt, valt op dat alle achterkanten inderdaad zeer verschillend zijn – ook al hebben de voorkanten dezelfde nette uitkomst, de achterkant laat zien wie de makers werkelijk zijn. De één knipt zijn (of waarschijnlijk: haar) draden netjes af, de ander laat ze gewoon hangen. Een volgende maakt er knoopje in, of weeft ze weer door elkaar. De verschillende toonverschillen in kleur van het garen maken verder nog dat het effect verschilt met de oorspronkelijke voorstelling die er wordt geïmiteerd. Oftewel: de voorkant toont het werk, de achterkant toont de maker, en vervolgens – dat mogen we niet vergeten; de expositie toont Rob Scholte’s blik.

Rob Scholte, 8weekly, Embroidery

Rob Scholte – Nachtwacht (detail), 2007, fotograaf: Hans Westerink

Esthetisch plezier

Wie is hier nou de kunstenaar? Mag je zo omgaan met andermans werk? Verandert het werk van betekenis nu het verplaatst is van iemands zolder naar deze expositie? Je kunt je van alles afvragen bij deze tentoonstelling, ook of het de bedoeling van Rob Scholte is dát je je die dingen begint af te vragen, maar je kunt er ook gewoon naar kijken.
De netjes op een rij gehangen enorme verzameling van geborduurde achterkanten – voorstellingen die veelal bij de bezoeker bekend zullen zijn – en dan de lichte variatie in kleur van het draad, zorgt voor een merkwaardig esthetisch plezierig effect. Het is gewoon prettig om te zien.

Zelf beslissen

Rob Scholte, 8weekly, Embroidery

Rob Scholte, fotograaf: Ferdy Damman

Deze tentoonstelling is een uitnodiging om te kijken naar handwerk, een uitnodiging om te kijken naar de achterkant ergens van en een uitnodiging om te bedenken wat het betekent als de grote meesters door de kleine, anonieme (!) handwerksters worden nagemaakt. De bezoeker zelf mag tenslotte beslissen wat de betekenis ervan is, zegt Scholte nonchalant, maar gemeend: ‘Iedereen mag ermee doen wat hij wil, net als ik dat zelf doe.’
Heeft Scholte zelf weleens geborduurd? Daarop antwoordt de kunstenaar ontkennend – borduren is niks voor hem. Zijn hobby is het verzamelen ervan; verzamelen en vervolgens anderen proberen te tonen wat hij ziet.

Rob Scholte, 8weekly, Embroidery
Kunst / Expo binnenland

Rob Scholte heeft een hobby

recensie: Rob Scholte's Embroidery Show, Museum de Fundatie
Rob Scholte, 8weekly, Embroidery

Wat is het verschil tussen je naam ergens op zetten en je naam ergens aan verbinden? Rob Scholte lijkt tot nog toe altijd het eerste te doen, maar wil met zijn nieuwste expositie eigenlijk het tweede: het voor het voetlicht brengen van het werk van (anonieme) anderen.

Rob Scholte, 8weekly, Embroidery

fotograaf: Hans Westerink

Waarschijnlijk hebben er nog nooit zoveel vrouwen tegelijk in het museum gehangen. Rob Scholte grijnst als hem die suggestie wordt gedaan en vindt ook dat het werk van deze – waarschijnlijk –  dames wel onder de aandacht mag worden gebracht. Maar dat is niet de enige reden dat Scholte deze tentoonstelling cureerde. Hij wilde het publiek ook laten zien wat hij ziet wanneer hij naar deze borduurwerken kijkt: de achterkant ervan.

Pas toen hij een keer van een van de werken uit zijn beginnende verzameling een achterkant zag, kwam hij op het idee dat ‘dit weleens meer dan gewoon een hobby zou kunnen zijn’, zoals hij zelf lachend zegt. Die achterkant fascineerde hem. Daar is volgens Scholte de individualiteit van de makers te zien, die anoniem moeten blijven omdat ze bij de meeste uit de kringloop en dergelijke gekochte werkjes moeilijk te achterhalen zijn.

Rob Scholte, 8weekly, Embroidery

Rob Scholte – Laatste avondmaal, 2009, fotograaf: Hans Westerink

Het tonen van de maker

Inmiddels behelst de verzameling 931 werken en werd het tijd voor een expositie. Wanneer je, bijvoorbeeld, negen in een vierkant opgehangen omgekeerd ingelijste borduurwerken die allemaal hetzelfde onderwerp verbeelden met elkaar vergelijkt, valt op dat alle achterkanten inderdaad zeer verschillend zijn – ook al hebben de voorkanten dezelfde nette uitkomst, de achterkant laat zien wie de makers werkelijk zijn. De één knipt zijn (of waarschijnlijk: haar) draden netjes af, de ander laat ze gewoon hangen. Een volgende maakt er knoopje in, of weeft ze weer door elkaar. De verschillende toonverschillen in kleur van het garen maken verder nog dat het effect verschilt met de oorspronkelijke voorstelling die er wordt geïmiteerd. Oftewel: de voorkant toont het werk, de achterkant toont de maker, en vervolgens – dat mogen we niet vergeten; de expositie toont Rob Scholte’s blik.

Rob Scholte, 8weekly, Embroidery

Rob Scholte – Nachtwacht (detail), 2007, fotograaf: Hans Westerink

Esthetisch plezier

Wie is hier nou de kunstenaar? Mag je zo omgaan met andermans werk? Verandert het werk van betekenis nu het verplaatst is van iemands zolder naar deze expositie? Je kunt je van alles afvragen bij deze tentoonstelling, ook of het de bedoeling van Rob Scholte is dát je je die dingen begint af te vragen, maar je kunt er ook gewoon naar kijken.
De netjes op een rij gehangen enorme verzameling van geborduurde achterkanten – voorstellingen die veelal bij de bezoeker bekend zullen zijn – en dan de lichte variatie in kleur van het draad, zorgt voor een merkwaardig esthetisch plezierig effect. Het is gewoon prettig om te zien.

Zelf beslissen

Rob Scholte, 8weekly, Embroidery

Rob Scholte, fotograaf: Ferdy Damman

Deze tentoonstelling is een uitnodiging om te kijken naar handwerk, een uitnodiging om te kijken naar de achterkant ergens van en een uitnodiging om te bedenken wat het betekent als de grote meesters door de kleine, anonieme (!) handwerksters worden nagemaakt. De bezoeker zelf mag tenslotte beslissen wat de betekenis ervan is, zegt Scholte nonchalant, maar gemeend: ‘Iedereen mag ermee doen wat hij wil, net als ik dat zelf doe.’
Heeft Scholte zelf weleens geborduurd? Daarop antwoordt de kunstenaar ontkennend – borduren is niks voor hem. Zijn hobby is het verzamelen ervan; verzamelen en vervolgens anderen proberen te tonen wat hij ziet.

Het diepe Zuiden
Boeken / Non-fictie

Theroux maakt van reizen een studie

recensie: Paul Theroux - Het diepe Zuiden
Het diepe Zuiden

Paul Theroux maakte met de auto en gewapend met een opschrijfboekje een reis door het diepe Zuiden van de V.S. Resultaat: een kleurrijke en genuanceerde studie.

De meeste reisboeken gaan over reizigers die ergens voor het eerst komen, even om zich heen kijken en vervolgens niet meer terugkeren. Paul Theroux (1941), bekend van Muskietenkust en De grote spoorwegcarrousel, pakt het deze keer anders aan. Voor zijn boek Het diepe Zuiden maakte hij vier keer een roadtrip vanaf zijn huis in Massachussetts over Interstate Highways en plattelandswegen, bochtige weggetjes door bossen en bergen helemaal tot in het voor hem nog onbekende zuiden van het continent, naar staten als Alabama, Georgia, Arkansas en Mississippi.

Herfst, winter, lente en zomer in het diepe Zuiden

Theroux zakt, in het boek, in elk seizoen af naar het Zuiden en keert terug naar bepaalde plekken waardoor hij deze echt leert kennen. Het Zuiden is een ingewikkeld gebied, met een ‘spookachtige onderlaag van duisternis (…) en het kost een tijd om die duisternis waar te nemen, en nog langer om haar te begrijpen’, volgens Theroux. De meeste staten zijn nog altijd verscheurd door naweeën van de burgeroorlog en de complexiteit van segregatie en racisme. Voor zuiderlingen is die geschiedenis nog springlevend; noorderlingen worden er gewantrouwd en segregatie werkt er nog in de praktijk. Blanke mensen voelen zich miskend en ‘gekortwiekt’ in hun status, terwijl zwarte mensen nog lang niet altijd dezelfde rechten hebben. Zo moet je als zwarte boer vechten voor erkenning want volgens velen ‘horen zwarten nou eenmaal niet te boeren’. ‘Als je het verschil ziet tussen een blanke en een zwarte boerderij, zit je in de problemen,’ zegt zwarte boer Ernest over de moeite die het hem kost een lening te krijgen.

Derdewereldland

Een constante factor is de armoede op het platteland, ook al zijn er veel lokale goedbedoelde initiatieven. Zo’n 20 tot 30 procent van de bevolking in staten als Arkansas of Mississippi verkeert onder de armoedegrens. In de afgelopen decennia werd veel industrie verplaatst naar het buitenland met veel werkloosheid, en spookachtige steden met dichtgetimmerde winkels en hier en daar een pandjeshuis, tot gevolg. Het doet Theroux denken aan een derdewereldland, hij komt er mensen tegen die in hutten of vervallen caravans, niet zelden zonder water of elektriciteit, proberen te overleven. Troost vindt men er in het geloof. ‘Een kerk was meer dan een kerk; die was het kloppende hart – de vitaliteit, de hoop – van een zuidelijke gemeenschap.’ Maar er is ook hoop: Theroux bespeurt steeds vaker een opkomend zelfbewustzijn en ondernemerschap.

Reis- en literatuurstudie

Vier keer een seizoen in het Zuiden: het is een grondige aanpak voor een boek en daardoor is Het diepe Zuiden eigenlijk meer een studie naar de achtergrond en de structuur van het gebied dan een reisverhaal. Theroux geeft thema’s als racisme meer diepgang, bijvoorbeeld in een uitgebreide beschouwing van het woord ‘nikker’. Of door een passage te wijden aan de zuidelijke schrijver William Faulkner, waar hij een bewonderaar van is. De combinatie van de vele gesprekken die hij had, literaire zijstraatjes en de bespiegelende intermezzo’s is ook een minpunt van het boek: soms wordt het je te veel en verlies je de aandacht. Daar staat Theroux’ kleurrijke stijl van schrijven tegenover: hij kan als geen ander scherp en pakkend het verloop van een gesprek beschrijven.

Roadtrip naar een andere wereld

Reizen hoeft niet altijd een beproeving te zijn, concludeert Theroux. Je kunt ook gewoon in je eigen auto stappen om naar een andere wereld te gaan. In Het diepe Zuiden verzamelt Theroux de plekken en de mensen uit deze wereld en laat hij hen het verhaal van het Zuiden vertellen. Dat maakt het een betrouwbare en genuanceerde vertaling van deze cultuur en een rijke studie voor iedereen die zich ooit heeft afgevraagd of het Zuiden van de V.S. meer is dan blues en plantages. ‘Meneer Paul’, zoals hij er vaak wordt genoemd, krijgt het zo voor elkaar dat je graag bij hem op de achterbank had willen zitten.

Lize Spit
Boeken / Interview
special: Interview met Lize Spit
Lize Spit

‘Ik vind het geruststellend om van onder mijn stolpje naar de wereld te kijken’

Brussel likt nog steeds haar wonden wanneer ik Lize Spit in een koffiebar ontmoet. ‘Hoe jammer toch, dat sinds de aanslagen zo weinig mensen op straat komen’, verzucht ze. ‘Ik heb het hier nog nooit zo kalm geweten.’ In een column vergeleek ze de hoofdstad met een klaproos, die in zichzelf keert wanneer je haar aanraakt. We kunnen alleen maar hopen dat de angst sneller smelt dan het ijsblok in haar boek.

Want daarom hebben we in de eerste plaats afgesproken: om te praten over haar magistrale debuut Het smelt, dat een ongezien verkoopsucces werd. Daar waar een debutant in Vlaanderen, normaal gezien, met wat geluk 1500 exemplaren verkoopt, zit zij intussen aan 40.000. And counting.

Lize Spit: ‘Maar waar ik niet zo goed tegen kan, is dat het soms wordt voorgesteld alsof ik uit het niets ben opgedoken. Ik heb één jaar keihard aan Het smelt geschreven volgens een ijzeren regime, ik heb elke pagina minstens drie keer luidop voorgelezen, en met het idee zelf zat ik al zeven of zelfs tien jaar in mijn hoofd te jongleren. Maar akkoord, dat het zo’n succes zou worden, had ik absoluut niet verwacht. Sterker: ik besef het nog steeds niet, omdat ik er volop in zit en van interview naar lezing hol. Binnenkort mag ik als writer in residence een maand naar Berlijn, ik denk dat ik dan pas met enige afstand naar dit alles zal kunnen kijken en de impact van Het smelt zal kunnen inzien.’

Hoe is het idee voor het boek eigenlijk ontstaan? Met wat begon het? Een verhaallijn, een beeld, een personage…?

‘Met de drie musketiers en hun wedervaren tijdens die bepaalde zomer. Aanvankelijk wilde ik het verhaal vertellen van drie jongens, waarbij een van hen als veertiger terugblikt op zijn jeugd. Maar dat voelde nooit helemaal goed aan. Pas toen ik van een van hen een meisje maakte en haar als dertiger liet terugkeren naar haar geboortedorp, viel alles op zijn plaats en begon het verhaal als een trein te lopen.’

Je noemde dat meisje Eva, wat jouw tweede naam is.

‘Ja, omdat er zoveel van haar in mij zit en haar verhaal tenslotte uit mijzelf komt. Ik stelde ook vast dat ik me veel beter kon inleven in een vrouwelijk hoofdpersonage.’

Lize Spit

Lize Spit (Foto: Keke Keukelaar)

Als je daarbij optelt dat Bovenmeer deels geboetseerd is naar je geboortedorp Viersel, is het toch niet vreemd dat veel mensen je boek als ‘waargebeurd’ ervaren – zeker omdat het ook nog eens in de ik-vorm is geschreven. Toch huiver je een beetje van de vraag naar biografische gegevens.

‘Kijk, een Vlaamse krant heeft onlangs iets gedaan wat ik niet vond kunnen: ze zijn naar Viersel getrokken en hebben daar alle plekken gefotografeerd die in mijn boek voorkomen. Alsof ik non-fictie heb geschreven! Akkoord, je hoeft weinig moeite te doen om de contouren van mijn dorp te herkennen – het is nu eenmaal gemakkelijker te schrijven over iets dat dicht bij je staat – maar anderzijds heb ik ook heel wat zaken verzonnen. Zo is de slagerij die zo’n belangrijke rol speelt in het boek helemaal fictief, want ons dorp had die niet. De keuze voor ‘Bovenmeer’ in plaats van ‘Viersel’ was dan ook bewust, om toch wat afstand te creëren.’

Je ziet het dorp tijdens het lezen heel goed voor je, omdat je heel beeldend schrijft: Eva op de berg ingekuild gras, de Monopoly-briefjes in het gras, de zatte moeder in de kruiwagen met de televisie op haar buik… Daar heeft je opleiding scenario schrijven vast iets mee te maken.

‘Het is inderdaad zo dat ik tijdens het schrijven mijn denkbeeldige camera plaats: op wie zoomen we in? Wanneer is het tijd voor een totaalbeeld? Wat is de kernemotie in deze scène? Dat heeft wellicht ook veel te maken met het feit dat ik heel weinig lees, maar wel elke week een nieuwe film probeer te zien.’

Ook in het echte leven gebruik je die camera – volgens mij is deze heel mooie zin uit je boek honderd procent autobiografisch: ‘Want op alle plaatsen waar ik vaak geweest was, had ik last van diezelfde afwijking: mezelf voortdurend van boven af zien.’

‘Dat klopt (lacht). Alleen is het zo dat ik er geen last van heb. Ik vind het juist heel geruststellend om van onder mijn stolpje naar mezelf en de wereld te kijken en die te registreren. Dat is nu eenmaal hoe ik in het leven sta. Daarom word ik vaak angstig als ik dronken ben: omdat ik dat perspectief dan loslaat en dus de controle verlies.’

Is alles wat je registreert bruikbaar voor je schrijven?

‘Ik denk in elk geval altijd meteen: Kan ik hier iets mee doen? Zo werd onlangs vlak voor mijn ogen een duif overreden. Ik zag ze geplet worden, en wat meer is: ik hoorde ook alle botjes kraken. Een heel intense ervaring, waarbij ik geen medelijden voelde maar me meteen afvroeg of en hoe ik het kon gebruiken.’

Over registreren gesproken: je boek wordt verfilmd door Veerle Baetens. Tevreden?

‘Absoluut. Als ik zie hoe diep ze gaat in haar rollen, denk en hoop ik dat ze mijn boek compromis- en schaamteloos zal aanpakken – ze schrijft trouwens ook het scenario. Maar goed, ik heb besloten me op geen enkele manier met de verfilming te bemoeien. Het boek is niet langer van mij, en al zeker niet over pakweg vier jaar, wanneer de film uitkomt. Ik heb ook niets te verliezen door me niet te moeien: als de film goed is, is hij gebaseerd op mijn boek. En als hij niet goed is, heb ik het scenario niet geschreven (lacht).’

Maar de filmmakers zullen ongetwijfeld keuzes moeten maken, omwille van de vele verhaallijnen en de niet-rechtlijnige structuur van het boek. Welke verhaallijn beschouw jij als de meest filmische?

‘Hmmm, goeie vraag (denkt na). Dan toch het verhaal van de drie musketiers. Je zou kunnen zeggen dat het dan weer zo’n typisch coming of age verhaal wordt, maar ik vind absoluut niet dat ik dat heb geschreven. Ook al omdat ik, zoals gezegd, niet veel lees – ik heb me dus aan niets of niemand gespiegeld. En met de verhaallijn van drie jongeren die samen opgroeien en die ook heel hard voor elkaar zijn – denk aan de scène met de fietsen onder de brug, het nachtelijke schaduwspel of de harde scène op het einde – kan je denk ik het meeste doen op filmvlak.’

Op het einde van het boek zit inderdaad een verschrikkelijke scène. Heb je tijdens het schrijven nooit gedacht: Wow, komt die echt uit mij?

‘Sommige vrienden en kennissen die het boek hadden gelezen, waren wel wat geschrokken, ja. En mijn redacteur heeft zelfs toegegeven dat hij het boek tijdens die bladzijden heeft moeten wegleggen, en zich de vraag stelde of ze dit wel konden uitgeven. Terwijl ik net vond dat ik nog niet ver genoeg was gegaan. Nu, ik ben heel klinisch en nuchter in die dingen, ik kan daar heel afstandelijk over schrijven. Maar dat ik zo hard durfde schrijven, was wél een bevestiging: ik besefte toen dat ik goed bezig was, omdat ik alles op het spel zette.’

Klooster
Boeken / Non-fictie

Monnikenwerk

recensie: Philip Holt - Schiere monniken en grijze vrouwen
Klooster

Kloosters en hun bewoners hebben veel betekend in de Lage Landen. Monniken legden moerassen droog, kopieerden boekwerken en polderden zeegebieden in. Als je dan weet dat het eerste cisterciënzerklooster in Nederland in 1165 werd gesticht en dat het land tegen het einde van de 15e eeuw maar liefst 34 cisterciënzerkloosters telde, dan kan je nagaan dat hun ‘bewoners’ heel wat nuttig werk hebben verricht.

De opzet van auteur Philip Holt is een exhaustief overzicht te geven van de geschiedenis – en, in de meeste gevallen teloorgang – van die 34 kloosters, wat gezien de bibliografie (per klooster aangegeven) duidelijk een huzarenwerk moet zijn geweest. Lovenswaardig, maar gezien het specifieke karakter uiteraard alleen interessant voor historici, studenten en liefhebbers van vaderlandse en/of monastieke geschiedenis. Die dan nog wellicht alleen die kloosters zullen opzoeken die interessant zijn voor hun onderzoek. Dankzij de overzichtelijke en logische indeling (‘zelfstandige vrouwenabdijen’ worden gebundeld, en verder de kloosters per provincie) zullen ze heel snel vinden wat ze zoeken. Het inleidende geschiedkundige overzicht is helder, maar weinig begeesterend omdat het heel feitelijk is. Wat, voor alle duidelijkheid, geen verwijt is.

Prediken voor eigen kerk

Dit boek aanprijzen is, zoals gezegd, prediken voor de eigen kerk: mensen die niet geïnteresseerd zijn in monastieke geschiedenis zullen Schiere monniken en grijze vrouwen wellicht nooit ter hand nemen. Maar voor (amateur)historici is dit boek een zakelijk en, dankzij het beeldmateriaal, heel degelijk vormgegeven naslagwerk dat een belangrijk en vaak onderschat stuk Nederlandse geschiedenis bundelt in een handig overzicht. De geschiedenis van het ene klooster is natuurlijk niet altijd even boeiend als die van het andere, maar dat kan de auteur niet verweten worden. Alleen die lyrische inleiding door ene broeder Bernardus Peeters, die haaks staat op de wetenschappelijke stijl van Holt en wel héél enthousiast de stimulerende rol van liefde bewierookt, had wat ons betreft geschrapt mogen worden.

Jezus en de vijfde evangelist
Boeken / Non-fictie

De Fik erin!

recensie: Fik Meijer - Jezus & de vijfde evangelist
Jezus en de vijfde evangelist

Het geheel is meer dan de som van de delen: deze uitdrukking gaat niet op voor Jezus en de vijfde evangelist, dat uit twee duidelijk te onderscheiden stukken is samengesteld die elkaar helaas niet versterken. Meer nog, het tweede deel is gewoon overbodig en zelfs historisch onverantwoord opgevat.

De opzet van het boek is lovenswaardig: de situatie schetsen waarin Jezus van Nazareth destijds opereerde, aangezien die bij weinig mensen bekend is. Maar de enige verrassende vaststelling die daaruit voortvloeit is dat het sinds de 2e eeuw voor Christus, en vooral met de komst van de Romeinse bezetters, krioelde van de zelfverklaarde ‘messiassen’, koningen en zaligmakers. Meijer toont mooi de correlatie tussen de toenemende (belasting)druk van dictators en militaire besturen en de opkomst van verzetsgroepen – vooral aan de hand van de geschriften van Flavius Josephus, de ‘vijfde evangelist’ uit de titel.

Helaas slaagt Meijer erin deze heel boeiende periode op een gortdroge en van enige mogelijke spanning ontdane manier te vertellen. Het eerste deel van Jezus en de vijfde evangelist is voornamelijk een opsomming van namen van verzetslieden, gepaard aan biografische anekdotes over Romeinse keizers en consuls die weinig of zelfs niet ter zake doen. Door zich bovendien zonder enige twijfel op de sowieso al weinig betrouwbare Josephus te verlaten, toont hij zich een historicus die weinig opheeft met historische kritiek.

Maar in het tweede deel, waarin Meijer Jezus loslaat in de door hem geschetste context, ontspoort het boek volledig. Nog los van het feit dat de auteur er gemakshalve van uitgaat dat Jezus een historische figuur is – wat nog steeds niet onlosmakelijk en onafhankelijk van de evangeliën bewezen kan worden – behandelt hij de geschriften van Marcus, Mattheüs, Lucas en Johannes doodleuk als feitelijke documenten. Meer nog, hij haalt ook het apocriefe evangelie van Thomas als bron aan én de zaken die de evangelisten niet vermelden, vult Meijer doodleuk en speculatief zelf in – iets waar hij zich in zijn Paulus-biografie ook al aan bezondigde. Dit resulteert in gevolgtrekkingen als deze:

‘Over Jozef wordt verder in de evangeliën niet veel meer gesproken. Hij verdwijnt geruisloos naar de achtergrond. Misschien was hij veel ouder dan Maria en is hij kort nadat Jezus zich op twaalfjarige leeftijd in de tempel had gepresenteerd gestorven. In ieder geval heeft hij het optreden van zijn zoon niet meegemaakt.’

Waar hij de bewijzen vandaan haalt om die laatste zin te valideren, is een raadsel.

Door Jezus nadrukkelijk als historische figuur te presenteren, brengt Meijer zichzelf ook in een lastig parket. Want wat te doen met de verrijzenis, die de evangeliën als feitelijk voorstellen? Heel eenvoudig: hij gaat er in mee en beschrijft Jezus’ ontmoetingen met leerlingen alsof ze daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Faut le faire.

Nee, dan vonden wij Jezus van Nazaret, Paul Verhoevens controversiële kijk op de evangeliën, een stuk boeiender, consistenter, gewaagder en vooral: rijker aan inzichten. Even speculatief, jawel, maar Verhoeven is geen historicus en kan zich dat daarom permitteren.

Tot slot nog dit: wat de stambomen van Romeinse keizers achter in dit boek doen en wat de meerwaarde vormt van het katern met middeleeuwse schilderijen in het midden, is ons een volstrekt raadsel. Conclusie: Fik Meijer is alvast niét de zesde evangelist.

Boekenbal voor lezers
Boeken / Reportage
special: Het Boekenbal voor Lezers - 19 maart 2016
Boekenbal voor lezers

Bier, Literatur und noch ein bisschen tanzen

Waar kun je een boekenweek met het thema ‘Was ich noch zu zagen hätte’ nou beter afsluiten dan in Nijmegen? Dé studentenstad op een steenworp afstand van Duitsland.

Het statige Concertgebouw De Vereeniging bood een chique decor voor het laatste feestje van de Boekenweek. Centraal stond natuurlijk Duitsland – een relevant thema voor een literaire studentenstad op nog geen 15 kilometer afstand van de Duitse grens. Dit jaar vond Het Nijmeegs Boekenfeest er bovendien voor de tiende keer plaats. Reden om de afsluiter van de Boekenweek voor één keer om te dopen tot het ‘Boekenbal voor Lezers’.

Es gibt kein Bier auf Hawaii

De avond begint goed met het ensemble Frommermann, dat de hele zaal binnen een paar minuten aan het zingen krijgt met de blijkbaar voor iedereen nogal nostalgische hit ‘Es gibt kein Bier auf Hawaii, es gibt kein Bier, drum fahr ich nicht nach Hawaii, drum bleib ich hier.’ De toon is gezet.

Esther Gerritsen

Esther Gerritsen (Foto Studio Schulte Schultz Fotografie)

Was ich meine familien noch zu sagen hätte…

Deutsche Schlagers? Dan heb je aan Esther Gerritsen een goede. Vrolijk begint ze in de eerste minuten na opkomst nog méér Duitse slagers te zingen. Slechts een kleine greep uit haar volgens eigen zeggen ‘enorme repertoire aan smakeloze Duitse liederen.’ Een luchtig en interessant gesprek over haar schrijverschap én haar familie volgt. Zo vertelt Gerritsen dat de eerste zin van haar Boekenweekgeschenk Broer, ‘haar broer belde haar vlak voor hij zijn been zou verliezen’, gebaseerd is op een echte gebeurtenis uit haar vaders leven. En over haar fascinatie met familie: ‘Interessant aan familie is dat het totaal verschillende personen zijn die anders voor geen goud bij elkaar zouden zijn. En die moeten het dan samen maar rooien.’ Haar personages komen dan ook vaak in de problemen met familierelaties. ‘Dat doe ik expres natuurlijk, want ik geniet daarvan. Net als ik, hebben mijn personages in die relaties vaak een zekere afstand tot de werkelijkheid. Ze observeren de situatie.’

Dennis Gaens

Dennis Gaens (Foto Studio Schulte Schultz Fotografie)

Jonge schrijvers maken indruk

Na Gerritsen is het tijd voor de jonge generatie schrijvers. Ook zij putten uit hun eigen ervaringen met familie. Neem Dennis Gaens en Lotte Lentes; twee jonge schrijvers die allebei een Duitse vader hebben. Gaens, oud-stadsdichter van Nijmegen, heeft bovendien een Duits paspoort en spreekt de taal vloeiend. Maar is hij dan ook echt Duits? Hij onderzocht het en komt tot de conclusie: echte Duitsers vertellen alleen het broodnodige. Dus nee.
Lotte Lentes weigerde – in tegenstelling tot Dennis Gaens – om tweetalig te worden opgevoed. Toch neemt ze haar Duitse vader als uitgangspunt en vertelt over het belang van zijn ‘tweede blik’, waardoor je de dingen beter leert kennen. En mooi voordragen kan ze ook nog eens.

Charlotte Mutsaers

Charlotte Mutsaers (Foto Studio Schulte Schultz Fotografie)

Zeiktijd

Vreemd maar eigenlijk heel grappig is het hierop volgende optreden van Charlotte Mutsaers, die werd geïnterviewd over de Duitse psychiater Heinrich Hoffmann en zijn populaire licht-sadistische kinderboeken. Meisjes die spelen met vuur en dat moeten bekopen met de dood, dat soort dingen.  Mutsaers heeft in ieder geval geen zin om er al te diep op in te gaan. Ze lijkt juist vooral te genieten van dat sadistische element. Waarom? ‘We leven in een zeiktijd. Die opvoeding van nu waarin alles altijd “samen” is, is ongezond. Dus het is héél gezond om dit leuk te vinden.’

Inmiddels is de avond verder gevorderd en zijn de grijze haren van het begin ingewisseld voor iets meer vlotte knotjes en hippe brillen. Nijmegen is tenslotte toch ook nog een studentenstad, en dat wordt nu duidelijk. Sowieso heeft de organisatie van het Boekenbal voor Lezers een goede mix van gevestigde namen, aanstormend talent en wetenschappers geprogrammeerd. Fijn is dat je aan het eind van de avond eindelijk gehoor kan geven aan dat ene Duitse zinnetje dat na lezen van het programma steeds blijft opkomen: ‘Nein mann, ich will noch nicht gehen. Ich will noch ein bisschen tanzen.’ Op naar de Duitse disco en prost op een geslaagde afsluiter van de Boekenweek in Nijmegen.

Adam Johnson
Boeken / Fictie

Pijnlijke prachtvertellingen

recensie: Adam Johnson - Als het lot lacht
Adam Johnson

Het genre van korte verhalen is in Nederland lange tijd een ondergeschoven kindje geweest, maar gelukkig lijkt daar verandering in te komen. Mocht je slechts één korte verhalenbundel lezen dit jaar, laat het dan Adam Johnsons Als het lot lacht zijn.

Met zijn vorige roman Gestolen leven, een epos over het hedendaagse Noord-Korea, won Johnson in 2013 de Pulitzer Prize. Een geweldige prestatie natuurlijk, maar niet eenvoudig te evenaren. Toch presteerde Johnson het om met Als het lot lacht de National Book Award en The Story Prize binnen te slepen. ‘There is poetry and heartbreak on every page’, zo oordeelde de jury van de Book Award. Niet onterecht noemden ze hem een van de meest getalenteerde vertellers van zijn generatie.

Inlevingsvermogen

In zes verhalen toont Johnson zich een veelzijdig schrijver. Zo verplaatst hij zich moeiteloos in een met kanker gediagnosticeerde vrouw wier gezinsleven door haar vingers glipt, een oud-gevangenisdirecteur van de Stasi die het verleden hardnekkig ontkent en twee Noord-Koreaanse deserteurs die een nieuw leven proberen op te bouwen in Zuid-Korea. Het maakt eigenlijk niet uit over wie Johnson schrijft. In ieder verhaal slaagt hij erin geloofwaardige personages neer te zetten. De personages kunnen niets geheimhouden; Johnson biedt de lezer een kijkje in het diepste van hun ziel.

Johnson windt er geen doekjes om: het leven heeft trieste en lelijke kantjes. Hij laat zien dat iedereen wel in een bepaalde strijd is verwikkeld. Op zijn best is hij in ‘Dark Meadow’, een verontrustend verhaal over een getormenteerde pedofiel die voornamelijk in gevecht is met zichzelf. Dark Meadow, zoals hij zich op internet noemt, begeeft zich in het schemergebied tussen dader en slachtoffer. Hij lijkt zijn leven te beteren, maar wordt nog steeds geconsumeerd door de online community waar hij ooit deel van uitmaakte.

Schoonheidsfoutjes

Het is jammer dat er hier en daar een slordigheidje in de tekst sluipt. Zo vertelt een voormalige Stasi-gevangene in ‘George Orwell was een vriend van me’ over haar begane misdaad. In 1985 probeerde ze samen met haar man in West-Berlijn te komen. Ze renden met een glazenwasserstrap naar de muur maar eenmaal boven ontdekten ze dat ze eerst nog een honderd meter lang terrein met prikkeldraad en waakhonden moesten zien over te steken.

Het is ongeloofwaardig dat een inwoner van Berlijn in die tijd niet zou weten hoe de muur was geconstrueerd. Dit soort onvolkomenheden moeten we Johnson echter vergeven. Het zijn slechts kleine rimpelingen in een verder meesterlijke bundeling van vertellingen.

boekenweek 2016
Boeken / Achtergrond
special: 8WEEKLY tipt
boekenweek 2016

Evenementen in de Boekenweek

8WEEKLY zal verslag doen (dus houd de homepage in de gaten!) van het Rotterdamse Boekenbal op 12 maart en van het Boekenbal voor Lezers in Nijmegen op 19 maart. Maar dit zijn niet de enige literaire evenementen die tijdens de Boekenweek worden georganiseerd. We zetten er een paar op een rij:

12 maart – Boekenfest’16

Een groot festijn, met een uitgebreid programma. Blind dates met auteurs, optredens van schrijvers en dichterlijke voordrachten. Met onder anderen: Televisiemaker en schrijver Hugo Borst, Ronald Giphart en Bart Chabot, Fokke & Sukke-tekenaar Jean-Marc van Tol, Dichter des Vaderlands Anne Vegter en dichter Tsead Bruinja én auteurs Marjan Berk, Thomas Rosenboom Luuc Kooymans en Toef Jaeger. Aan het eind van de avond is er een swingend feest tot in de kleine uurtjes.

Zaterdag 12 maart; 19:00 – 01:30 uur

Bibliotheek Assen en Theater/Bioscoop De Nieuwe Kolk, Weiersstraat 1c, Assen

Entree: Gratis, maar sommige onderdelen op het programma zijn betaald.

Klik hier voor meer info.

rotterdamse boekenbal12 maart – Het Rotterdamse Boekenbal met David Van Reybrouck

De boekenweek wordt in Club Gewalt Rotterdam begonnen met een uitgebreid gesprek met de schrijver van het Boekenweekessay, David Van Reybrouck. Verder zijn er op onze oosterburen geïnspireerde voordrachten van onder anderen Sanneke van Hassel en Alex Boogers én zullen alle aanwezigen gezamenlijk het Rotterdamse Boekenweekgeschenk gaan schrijven. Daarna gaan de biertafels aan de kant en de voetjes van de Fußboden met Duitse dj-plaatjes van ClublePop.

Zaterdag 12 maart; 21:00 – 01:00 uur

Arminius, Museumpark 3, Rotterdam

Entree: €10,00/ Studenten en Rotterdampas: €7,50

Klik hier voor meer info.

13 maart – Ein Sonntag in Berlin, 1930

Waan je in het Berlijn van 1930, het jaar waarin Joseph Roth, Thomas Mann, Alfred Döblin en Lion Feuchtwanger hun meesterwerken schreven. Verschillende sprekers vertellen over de auteurs, de romans en het tijdperk, er is muziek, er worden beelden van Duitsland en Berlijn uit de jaren ’30 worden getoond en er wordt Duitse wijn geserveerd.

Met: Geert Mak, Els Snick, Kees ’t Hart, Erik Bindervoet, Jeroen van Kan, Nina Polak en muziek door zangers Guido Groenland en Antje Lohse en pianist Daan Boertien.

Zondag 13 maart; 15.00 – 18.00 uur

Goethe Institut, Herengracht 470, Amsterdam

Entree: € 5 / € 3 / studenten gratis

Reserveren wordt aanbevolen en kan via info@amsterdam.goethe.nl of 020-5312900

Klik hier voor meer info.

16 maart – Het laatste BrokkenBal

Het tiende en laatste BrokkenBal. Rond de Boekenweek presenteert gitariste/componiste Corrie van Binsbergen in het Bimhuis het inmiddels vermaarde BrokkenBal, een avond met veel muziek en veel literatuur. De afgelopen jaren waren de schrijvers van het Boekenweekgeschenk hoofdgast op het BrokkenBal. In 2013 was dat Kees van Kooten, in 2014 Tommy Wieringa en in 2015 Dimitri Verhulst. Ook op het komende BrokkenBal is dat het geval en treedt Esther Gerritsen op. Daarnaast zijn er optredens van Kees van Kooten en Han Buhrs.

Met: Corrie van Binsbergen (gitaar/composities), Hans Hasebos (vibrafoon), Joost Buis (trombone/lapsteel), Hermine Deurloo (mondharmonica/sopraansax), Dion Nijland (bas), Yonga Sun (drums/percussie). Ook treden de Two Als op, met Albert van Veenendaal (prepared piano) en Alan Purves (percussie).

Woensdag 16 maart 2016; 20:30 – 23:00 uur

Bimhuis, Piet Heinkade 3, Amsterdam
Entree: € 22 zitplaats / € 18 staanplaats

Klik hier voor meer info.

tilt festival 201616 – 19 maart – Tilt Festival

Op deze zesde editie: Midas Dekkers, Willie Wartaal, Tommy Wieringa, Evie Wyld en De Speld. Het festival brengt taal tot leven met eigenzinnige artiesten en cross-overs op het gebied van literatuur, theater, beeld en muziek. In de Tilburgse binnenstad treden zo’n veertig artiesten op op verschillende culturele locaties in de historische binnenstad.

Woensdag 16 – zaterdag 19 maart ; verschillende tijden

Verschillende locaties in Tilburg

Entree: de verschillende dagen en evenementen hebben verschillende entreekosten. Kijk hiervoor op de website!

19 maart – Boekenbal voor Lezers

Het Nijmeegs Boekenfeest viert haar tienjarige jubileum en wordt eenmalig omgedoopt tot het Boekenbal voor Lezers. In Concertgebouw De Vereeniging in Nijmegen wordt de literatuur op grootse wijze gevierd met schrijvers, dichters, muzikanten, kunstenaars, wetenschappers en natuurlijk lezers. Met onder meer: Herman Koch, P.F. Thomése, Charlotte Mutsaerts, Esther Gerritsen, David Van Reybrouck, Maarten van Rossem, Thomas Verbogt en Alexander Münninghoff. (Er is ook een gratis middagprogramma voor de liefhebbers.)

Zaterdag 19 maart 2016 ; 20:00 – 23:55 uur.

Concertgebouw de Vereeniging, Keizer Karelplein 2D, Nijmegen

Entree: €17,50 / €15,- (biebpas) / €10,- (CJP/student)

Klik hier voor meer info.

 

Televisie

Mocht je toch liever niet je luie stoel verlaten, dan kun je tijdens de Boekenweek de televisie aanzetten op NPO 2 en de volgende programma’s tegenkomen:

boekenweek 2016Van Kooten en De Bie Boekenweekspecial: Was Von Kooten und Der Bie noch zu sagen hätten

Zaterdag 12 maart, 20.30 uur

Ook dit jaar doken van Kooten en de Bie weer (voor het tiende jaar op rij) in de tv-archieven in het kader van de Boekenweek. Het duo stelde een programma samen uit hun eigen televisiewerk waarin Duitsland een rol speelde. De basis van deze vijftig minuten durende compilatie is de film die zij in 1981 maakten over hun rol in de Tweede Wereldoorlog.

Nationale Boekenquiz

Maandag 14 t/m vrijdag 18 maart, 19.55 uur

Sanne Wallis de Vries presenteert deze nieuwe literaire quiz. Zestien schrijvers gaan van maandag tot en met vrijdag de strijd met elkaar aan. Elke dag spelen twee schrijversduo’s tegen elkaar. Het duo dat na drie kennisrondes de meeste punten heeft, speelt vervolgens de dagfinale tegen elkaar. Elke dag levert dus één winnaar op. Deze vier dagwinnaars strijden op vrijdag 18 maart in de finale om de winst.

Iedereen Schrijft

Vrijdag 11 & maandag 14 t/m vrijdag 18 maart, 22.50 uur

Nederland telt een miljoen aspirant-schrijvers, maar wie zijn zij? In elke aflevering vertelt één van de winnaars van de NPO BoekenweekSchrijfwedstrijd 2016 over de magie van het schrijverschap.

 

Lees dit artikel voor leestips voor tijdens de Boekenweek!

boekenweek 2016
Boeken / Achtergrond
special: 8WEEKLY tipt
boekenweek 2016

Lezen in de Boekenweek

Op 12 maart barst het grootste boekenfestijn van ons land weer los. Een week lang bots je in elke boekhandel tegen signerende auteurs aan, zijn er lezingen in schouwburgen en buurtcentra, en lezen we met z’n allen het boekenweekgeschenk. Met ‘Duitsland: Was ich noch zu sagen hätte’ als thema richt boekenland zich een week lang op onze oosterburen. 8WEEKLY zocht voor je uit welke boeken je in deze week kunt lezen.

Boekenweekgeschenk

Dit jaar is het boekenweekgeschenk geschreven door Esther Gerritsen. Voor het eerst sinds 2002 weer eens een vrouwelijke boekenweekauteur!

Broer gaat over Olivia, financieel directeur van een familiebedrijf.  Ze krijgt een telefoontje van haar broer Marcus. Zijn been dreigt te worden afgezet. Marcus en Olivia zien elkaar zelden, maar de amputatie raakt Olivia onverwachts, alsof het haar eigen been is dat ze verliest. Ze laat alles uit haar handen vallen in een hopeloze poging haar broer te redden. Maar het is de vraag of hij degene is die redding nodig heeft.

Net als voorgaande jaren kan er met het boekenweekgeschenk gratis gBroer en Zinkereisd worden in de trein. Op zondag 20 maart is Broer van Esther Gerritsen een geldig vervoersbewijs bij de NS.

Bij aankoop van € 12,50 aan Nederlandstalige boeken krijg je het boekenweekgeschenk mee. Weet je nog niet welk boek je wil kopen? Lees dan de rest van dit artikel voor leuke boekentips!

Boekenweekessay

Het Boekenweekessay 2016 komt van de hand van cultuurhistoricus, archeoloog en schrijver David Van Reybrouck. Hij vergaarde bekendheid en erkenning met zijn grootse boek over Congo. Met Congo. Een geschiedenis won hij de Libris Geschiedenisprijs 2010.

Ook in zijn essay schetst Van Reybrouck een portret van een land. Een vergeten land dit keer. In Zink verkent Van Reybrouck een vergeten mini-staatje op de grens van Nederland, België en Duitsland: Neutraal-Moresnet. Dit grondgebiedje van slechts drieënhalve vierkante? kilometer hoort nu bij Duitstalig België, maar was tot 1918 een land met een eigen vlag, eigen postzegels en een eigen volkslied.

In zijn Boekenweekessay beschouwt David Van Reybrouck de bijzondere geschiedenis van dit vergeten land. Het essay roept vragen op over geschiedenis, grenzen en landen.

Het essay is tijdens de Boekenweek in de boekwinkel verkrijgbaar voor € 2,50.

Nicholas Stargardt – De Duitse oorlog

Met het thema Duitsland ontkom je natuurlijk niet aan het oorlogsverleden. Bij de Bezige Bij verschijnt komende maand De Duitse oorlog van Nicholas Stargardt. Hierin beschrijft hij de Tweede Wereldoorlog vanuit het perspectief van de gewone burger. Want ondanks dat er al bibliotheken vol geschreven zijn over de Tweede Wereldoorlog begrijpen we eigenlijk nog steeds niet waarom ‘gewone’ Duitsers achter de oorlog bleven staan.

Stargardt vertelt aan de hand van brieven, dagboeken en verslagen het verhaal van de soldaten, leraren en huisvrouwen die de oorlog meemaakten. Onze generatie maakte die oorlog gelukkig niet mee maar met dit boek geeft Stargardt je een inkijkje in die wrede wereld.

hans falladaAnne Folkertsma – Hans Fallada. Alles in mijn leven komt terecht in een boek

Hans Fallada is in Nederland niet heel bekend maar in Duitsland is zijn roem te vergelijken met die van Gerard Reve bij ons. Hij wist als geen ander het leven van voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog te beschrijven. Wie was deze man, die een pseudoniem aannam voor zijn schrijverschap?
Volgens 8WEEKLY-recensent Vincent is deze biografie een echte aanrader: ‘Vanaf de eerste bladzijden word je Fallada’s wereld ingetrokken en krijgt ook de beginnende Fallada-lezer een sterk idee van de schrijver en de man daarachter.’ Lees hier de hele recensie!

Wouter Meijer – We kunnen niet allemaal Duitsers zijn 

Duitsland lijkt een van de beste landen van Europa te zijn. Duitsers zijn kampioen export, nemen de leiding in de vluchtelingendiscussie en gaan indrukwekkend goed met hun verleden om. Maar het is niet al goud wat er blinkt. Ondertussen kampt Duitsland met het opkomende extreemrechts, worstelen ze met de grote aantallen asielzoekers en groeit het aantal onderbetaalde flexwerkers.
Wouter Meijer onderzocht wat we kunnen leren van de Duitsers en schetst een interessant beeld van onze oosterburen.

Rüdiger Safranski – Nietzsche. Een biografie van zijn denken & Goethe. Kunstwerk van het leven

Ken je klassiekers: Rüdiger Safranski schreef biografieën over Nietzsche en Goethe. Hij vertelt je meer over het leven van deze grote Duitse denkers en analyseert hun filosofieën.

8WEEKLY-recensent André las eerder de biografie van Goethe en beloonde dit werk met maar liefst 5 sterren: ‘Naast de tientallen meters boeken die al over de grote Duitse dichter zijn gepubliceerd, is dit kunststukje van Safranski een ware openbaring. Op een luchtige, zeer leesbare manier brengt hij de levensgeschiedenis van Goethe in beeld, gekoppeld aan fragmenten uit brieven, dagboeken, gedichten en proza uit diens omvangrijke oeuvre. Zo weet Safranski nog stelliger een complete Goethe neer te zetten, waarbij vele aannames gestaafd worden door originele teksten en talrijke gaten op overtuigende wijze gevuld worden.’ Lees hier de hele recensie!

 

J.KesselsP.F. Thomése – J. Kessels: The Novel

Als je deze culthit nog niet gelezen hebt, grijp dan nu je kans. Tussen de zware oorlogs- en filosofieboeken mag je best iets luchtigs lezen. Om Duitsland mag ook gelachen worden.

J. Kessels: The Novel is de bizarre roadtrip van P.F. Thomése en zijn favoriete personage J. Kessels.  Samen rijden ze in Kessels’ oude roestbak van Tilburg naar de Hamburgse Reeperbahn, op zoek naar een vreemdgaande frikandellenhandelaar. Met J. Kessels schrijf Thomése een bizarre ode aan de krimi en het Duitse voetbal, om uiteindelijk terug te keren naar het vertrouwde Brabant.

Frank Vermeulen – Wir schaffen das!

Het moderne Duitsland fascineert veel schrijvers evenveel als het Duitsland uit het verleden. Wir schaffen das! gaat niet over een van de wereldoorlogen, maar over het Duitsland van nu. Hoe zit het met de Duitse identiteit nu er grote stromen vluchtelingen het land binnenkomen? Hoe veranderden de Duitsers in een halfjaar van optimistische globalisten in benauwde grensbewakers van de eigen identiteit?

Nell Zink – Misplaatst 

Misschien een beetje valsspelen, maar dit boek is zeker een aanrader en de schrijfster woont in Duitsland! Dat is de link met het boekenweekthema en is door ons goedgekeurd. In 1966 valt eerstejaarsstudente Peggy als een blok voor professor Lee. Ze beginnen een verhouding die zorgt voor een ongeplande zwangerschap en een huwelijk. Het paar is gedoemd te mislukken – zij is lesbisch, hij is homo – maar ze gaan pas tien jaar later uit elkaar. Peggy vlucht met haar driejarige dochtertje Karen, maar haar negenjarige zoon Byrdie laat ze achter. Ze besluit onder te duiken en neemt een Afro-Amerikaanse identiteit aan. Wanneer Karen jaren later een beurs krijgt voor de universiteit van Virginia, ontmoet ze eindelijk haar oudere broer Byrdie. Dit zorgt voor verwarring en misverstanden.

oorlogswinterJan Terlouw – Oorlogswinter 

Dit jaar verscheen een nieuwe editie van deze klassieker, als eerste boek van het Geef Mij Maar Een Boek-initiatief. Dit initiatief van de landelijke boekhandels kiest elk jaar een nieuw boek om ‘‘de kroonjuwelen van de Nederlandse jeugdliteratuur’’ in het zonnetje te zetten. Goede reden om dit boek weer eens op te pakken (of misschien voor het eerst te lezen?). Oorlogswinter gaat over Michiel, een jongen uit de buurt van Zwolle. Hij groeit op tijdens de ijskoude winter van 1944/1945, de laatste winter van de Tweede Wereldoorlog. Hij ontdekt dat oorlog misschien spannend lijkt maar vooral ook gruwelijk is. Met zijn eenzaamheid groeit ook zijn onafhankelijkheid. Michiel moet als een volwassene zijn eigen beslissingen gaan nemen.

Boeken / Fictie

Tumult in Helsinki

recensie: Philip Teir (vert. Sophie Kuiper) - Familie

De hamster van hun kleinkinderen invriezen is slechts één van de fouten die Max en Katriina maken in de aanloop naar hun scheiding. Zo’n openingsstatement belooft wat en Philip Teir stelt met Familie dan ook niet teleur.

Familie is het debuut van de Zweeds/Finse journalist Teir. Het verhaal centreert zich rond de familie Paul, een gezin uit de gegoede klasse van Helsinki. Max Paul wierp ooit hoge ogen met zijn onderzoek naar het seksleven van Finnen, maar inmiddels is zijn carrière als socioloog op zijn retour en lijkt enkel de jonge journaliste Laura hem te zien staan. Zijn vrouw Katriina doet een verwoede poging om groots uit te pakken met Max’ zestigste verjaardag, maar de spanning is om te snijden in huize Paul. Ondertussen hebben dochters Helen en Eva hun eigen sores, als moeder van drie kinderen en als kunststudente in Londen.

Jonathan Franzen

Op de cover wordt Teir omschreven als ‘het Europese antwoord op Jonathan Franzen’. De gelijkenissen met Franzen – of The Franz, zoals Peter Buwalda hem in zijn columns in de Volkskrant graag noemt – zijn er inderdaad. Ook Teir schrijft vanuit de perspectieven van de verschillende gezinsleden. Het effect is dat je als lezer niet meegaat in de gedachtestroom van één personage, maar meerdere meningen voor de kiezen krijgt. Een ogenschijnlijk sympathiek personage kan gezien door de ogen van een ander juist weer uiterst onsympathiek zijn en andersom.

Franzen is echter niet de minste om mee vergeleken te worden en een Europees antwoord is Teir zeker (nog) niet. Eén van Franzens sterke punten is zijn vermogen om dicht op de huid te zitten. Teir blijft vaak aan de oppervlakte, dringt niet genoeg door tot onderliggende gevoelens en verlangens. Wat maakt Laura zo interessant voor Max? Of eerder nog: wat ziet Laura in Max? Laura is een middel, cruciaal voor het plot, maar de chemie tussen de twee is niet erg geloofwaardig.

Scandinavische touch

Een van de betere verhaallijnen is die van Eva. Terwijl haar zus al op jonge leeftijd moeder werd en zich op het gezinsleven stortte, trekt Eva op haar 29e naar Londen om daar een kunstopleiding te volgen. Teir slaagt erin een geloofwaardig beeld te schetsen van de kunstacademie en de voortdurende strijd die er heerst tussen de gevestigde en niet-gevestigde kunstenaars. Eva’s uitstapjes naar het Occupy-tentenkamp pal voor St. Pauls Cathedral bieden materiaal voor interessante discussies tussen haar studiegenoten.

Het gros van Familie speelt zich af in Helsinki en omstreken. De Scandinavische touch is verfrissend, niet vaak treffen we Helsinki als decor. Familie is desondanks niet vernieuwend. Een uiteenvallend gezin, compleet met overspel en tegengestelde zussen, is een verhaal dat we vaker tegenkomen. De setting kan niet verhullen dat het verhaal al vele malen verteld is. Desalniettemin is Teir een veelbelovend schrijver waar we hopelijk meer van gaan horen.