Tag Archief van: 8WEEKLY

Kunst / Reportage
special: Corona in de stad
Monique Vermeulen

Monument in deze tijd

Veel musea zijn op de virtuele kar gesprongen. Sommige pakken extra uit, alsof ze al hun opgekropte energie erin kwijt kunnen. Zo’n museum is het Amsterdam Museum met een grote, digitale en gratis te bezoeken tentoonstelling/luisterplatform: ‘Corona in de stad’.

Net als bij een groot museum als de Hermitage in Sint-Petersburg zit je in dit geval voor het openingsscherm en vraag je je af: waar te beginnen? Welke keuze zal ik maken? Het museum helpt je op weg met enkele uitgelichte zalen, maar dat gaan we niet doen. We gaan op zoek naar saillante voorbeelden van elke kunstuiting waar 8WEEKLY voor staat: boeken (literatuur), film, beeldende kunst, muziek en theater. Als een gids leiden we u door enkele zalen die volgens ons de moeite waard zijn. In de wetenschap dat het een museum in wording is, waaraan telkens nog nieuwe items worden toegevoegd. Wellicht tot zo lang de pandemie duurt. En dan ‘staat’ het museum er als monument van een tijd die dan hopelijk achter ons ligt.

‘Poëzie in de stad’

De eerste waarop we stuiten, heet ‘Poëzie in de stad’. Het werk van stadsdichter Gershwin Bonevacia staat hierin centraal, met onder meer een gedicht uit zijn debuut ‘Ik heb een fiets gekocht’, naast niet in bundels gevangen gedichten van amateurdichters. Dat is trouwens een kenmerk van de hele site: uitingen van amateur- en beroepskunstenaars, hoge en lage kunst, ernst en humor staan broederlijk en zusterlijk naast elkaar.
Hoewel: wie zal er één van deze etiketten willen plakken op een prachtig gedicht van Tessel ten Zweege, (nog?) niet bekend als dichteres, maar wel van onder meer het feministische collectief Pisswife? Haar gedicht ‘Pauze’, dat ze zelf voorleest, geeft bijvoorbeeld een mooi inzicht als: ‘Ik kan alleen maar zijn/ nu ik niets hoef te maken/ iets waar ik voorheen nooit tijd voor had’.

Rol van je leven

Eén van de vele digitale zalen is ingericht door de Meervaart in Nieuw-West, een gebouw dat sinds 1 juni met een onderbreking gedurende de gedwongen sluiting kleinschalige programma’s biedt in een setting die corona-proof is, zoals films (het tweede genre) en concerten.

Tijdens de eerste sluitingsperiode werd een online Art Battle georganiseerd, die werd gewonnen door Klaskie met haar flitsende ‘Creepy calm’. Volgens de jury was dit de meest creatieve en visueel prikkelende inzending. De inzender won ‘de rol van haar leven’, zijnde een wc-rol en een geldbedrag van honderd euro. Een heerlijke knipoog naar het hamstergedrag van wc-rollen aan het begin van de eerste coronagolf.

Corona-Archives

Wanneer je voor het openingsscherm zit, en de afbeeldingen langs gaat op zoek naar beeldende kunst, valt je oog ongetwijfeld op de Zaal van Nieuw Dakota, een kunstruimte in Amsterdam-Noord die een waaier aan exposities, projecten en publieksprogramma’s aanbiedt. Zij presenteren een selectie van inzendingen uit hun Corona-Archives, het eerste initiatief in Nederland dat corona vanuit een artistieke invalshoek bekijkt.
Tussen de inzendingen zitten niet de minste namen. En dat zijn lang niet allemaal Amsterdammers. Immers: corona gaat alle grenzen te buiten en te boven. Ook lokale musea als Nieuw Dakota en het Amsterdam Museum zelf opereren, net als alle musea, binnen een (inter)nationale context.

In de Zaal van Nieuw Dakota stuiten we bijvoorbeeld op een zelfportret op papier (gouache en inkt) van de in Maassluis woonachtige kunstenares Hanneke Wessels. Zij heeft – bij gebrek aan modellen – zichzelf afgebeeld in de tijd dat we niet naar de kapper konden en dat ze veranderde in een grijze dame. Het werk geeft de sfeer van de coronatijd raak weer.

Stabat Mater en Stille Stad

Een andere, kenmerkende sfeer in coronatijd is dat het stil kan zijn in de stad. Ook in de onderdoorgang onder het Rijksmuseum. Daar staan of zitten altijd wel een paar mensen die muziek maken, soms van een hoog niveau. De akoestiek onder de bogen is geweldig, je kunt er voorbijgangers mee plezieren. En natuurlijk willen ze een centje bijverdienen.
Op 10 mei jl. trokken de actrices/zangeressen Laura de Vries en Brechtje Kat de stoute schoenen aan, en zongen samen met begeleiding van een ghettoblaster (en een enkele fietsbel) het Stabat Mater van Pergolesi. Hoe mooi is dat!

Volgens sommige mensen is stilte echter de mooiste muziek. Zij kunnen nu hun hart ophalen. De artistiek directeur van het Amsterdam Museum, Margriet Schavemaker, stelde een zaal samen onder de titel De Stille Stad. Hierin zijn prachtige foto’s, video’s en films van een leeg en stil Amsterdam te zien. Beelden die ook de vraag stellen: hoe nu verder?
Iemand die bij uitstek geschikt is om daarover na te denken, is Tracy Metz. Zij is journalist, auteur, moderator en directeur van het John Adams Institute en kreeg in 2016 de Grote Maaskantprijs. Voor deze digitale tentoonstelling nodigde zij denkers en doeners uit om te kijken naar de toekomst van de stad in post-coronatijd.

Dit is overigens ook het thema dat centraal staat op de eerste editie van de tweejaarlijkse tentoonstelling ‘Refresh Amsterdam’ (11 december 2020-28 maart 2021), te zien in zowel het Amsterdam Museum als online en op diverse locaties. Vijfentwintig kunstenaars gaan daar in op hun plek in de stad, onder het overkoepelende thema ‘Sense of place’.

Theater

Het laatste genre waar 8WEEKLY af en toe de schijnwerpers op richt, is theater. In de digitale tentoonstelling valt het oog onder meer op de zaal van theater De Krakeling, dat zichzelf afficheert als ‘hét theater voor jong Amsterdam’. Wat héét: voor iedereen tussen de spreekwoordelijke negen en negentig die zich jong voelt, want opvoeringen die bijvoorbeeld een topgezelschap als De Toneelmakerij daar geeft zijn niet te versmaden.

In de lege zaal van De Krakeling kunnen jong Amsterdammers en andere Nederlanders op deze digitale tentoonstelling leren hoe ze thuis een eigen dansvoorstelling in elkaar kunnen zetten. Theaterdocente Dian geeft tips, over verschillende afleveringen verdeeld. Leuk om te zien én voor kinderen om uit te voeren.

‘Corona in de stad’ is kortom een geweldig, laagdrempelig monument in de tijd, en een uiting van het collectieve geheugen van Amsterdam dat model staat voor elke stad in coronatijd, opererend binnen een (inter)nationale context. Een site om in de gaten te houden op wat er nú weer is bij gekomen. Met door enkele curatoren geselecteerde inzendingen van beroepskunstenaars en amateurs, hoge en lage kunst, voor jong en oud, ernstig en humoristisch. Top!

Kunst / Reportage
special: Corona in de stad
Monique Vermeulen

Monument in deze tijd

Veel musea zijn op de virtuele kar gesprongen. Sommige pakken extra uit, alsof ze al hun opgekropte energie erin kwijt kunnen. Zo’n museum is het Amsterdam Museum met een grote, digitale en gratis te bezoeken tentoonstelling/luisterplatform: ‘Corona in de stad’.

Net als bij een groot museum als de Hermitage in Sint-Petersburg zit je in dit geval voor het openingsscherm en vraag je je af: waar te beginnen? Welke keuze zal ik maken? Het museum helpt je op weg met enkele uitgelichte zalen, maar dat gaan we niet doen. We gaan op zoek naar saillante voorbeelden van elke kunstuiting waar 8WEEKLY voor staat: boeken (literatuur), film, beeldende kunst, muziek en theater. Als een gids leiden we u door enkele zalen die volgens ons de moeite waard zijn. In de wetenschap dat het een museum in wording is, waaraan telkens nog nieuwe items worden toegevoegd. Wellicht tot zo lang de pandemie duurt. En dan ‘staat’ het museum er als monument van een tijd die dan hopelijk achter ons ligt.

‘Poëzie in de stad’

De eerste waarop we stuiten, heet ‘Poëzie in de stad’. Het werk van stadsdichter Gershwin Bonevacia staat hierin centraal, met onder meer een gedicht uit zijn debuut ‘Ik heb een fiets gekocht’, naast niet in bundels gevangen gedichten van amateurdichters. Dat is trouwens een kenmerk van de hele site: uitingen van amateur- en beroepskunstenaars, hoge en lage kunst, ernst en humor staan broederlijk en zusterlijk naast elkaar.
Hoewel: wie zal er één van deze etiketten willen plakken op een prachtig gedicht van Tessel ten Zweege, (nog?) niet bekend als dichteres, maar wel van onder meer het feministische collectief Pisswife? Haar gedicht ‘Pauze’, dat ze zelf voorleest, geeft bijvoorbeeld een mooi inzicht als: ‘Ik kan alleen maar zijn/ nu ik niets hoef te maken/ iets waar ik voorheen nooit tijd voor had’.

Rol van je leven

Eén van de vele digitale zalen is ingericht door de Meervaart in Nieuw-West, een gebouw dat sinds 1 juni met een onderbreking gedurende de gedwongen sluiting kleinschalige programma’s biedt in een setting die corona-proof is, zoals films (het tweede genre) en concerten.

Tijdens de eerste sluitingsperiode werd een online Art Battle georganiseerd, die werd gewonnen door Klaskie met haar flitsende ‘Creepy calm’. Volgens de jury was dit de meest creatieve en visueel prikkelende inzending. De inzender won ‘de rol van haar leven’, zijnde een wc-rol en een geldbedrag van honderd euro. Een heerlijke knipoog naar het hamstergedrag van wc-rollen aan het begin van de eerste coronagolf.

Corona-Archives

Wanneer je voor het openingsscherm zit, en de afbeeldingen langs gaat op zoek naar beeldende kunst, valt je oog ongetwijfeld op de Zaal van Nieuw Dakota, een kunstruimte in Amsterdam-Noord die een waaier aan exposities, projecten en publieksprogramma’s aanbiedt. Zij presenteren een selectie van inzendingen uit hun Corona-Archives, het eerste initiatief in Nederland dat corona vanuit een artistieke invalshoek bekijkt.
Tussen de inzendingen zitten niet de minste namen. En dat zijn lang niet allemaal Amsterdammers. Immers: corona gaat alle grenzen te buiten en te boven. Ook lokale musea als Nieuw Dakota en het Amsterdam Museum zelf opereren, net als alle musea, binnen een (inter)nationale context.

In de Zaal van Nieuw Dakota stuiten we bijvoorbeeld op een zelfportret op papier (gouache en inkt) van de in Maassluis woonachtige kunstenares Hanneke Wessels. Zij heeft – bij gebrek aan modellen – zichzelf afgebeeld in de tijd dat we niet naar de kapper konden en dat ze veranderde in een grijze dame. Het werk geeft de sfeer van de coronatijd raak weer.

Stabat Mater en Stille Stad

Een andere, kenmerkende sfeer in coronatijd is dat het stil kan zijn in de stad. Ook in de onderdoorgang onder het Rijksmuseum. Daar staan of zitten altijd wel een paar mensen die muziek maken, soms van een hoog niveau. De akoestiek onder de bogen is geweldig, je kunt er voorbijgangers mee plezieren. En natuurlijk willen ze een centje bijverdienen.
Op 10 mei jl. trokken de actrices/zangeressen Laura de Vries en Brechtje Kat de stoute schoenen aan, en zongen samen met begeleiding van een ghettoblaster (en een enkele fietsbel) het Stabat Mater van Pergolesi. Hoe mooi is dat!

Volgens sommige mensen is stilte echter de mooiste muziek. Zij kunnen nu hun hart ophalen. De artistiek directeur van het Amsterdam Museum, Margriet Schavemaker, stelde een zaal samen onder de titel De Stille Stad. Hierin zijn prachtige foto’s, video’s en films van een leeg en stil Amsterdam te zien. Beelden die ook de vraag stellen: hoe nu verder?
Iemand die bij uitstek geschikt is om daarover na te denken, is Tracy Metz. Zij is journalist, auteur, moderator en directeur van het John Adams Institute en kreeg in 2016 de Grote Maaskantprijs. Voor deze digitale tentoonstelling nodigde zij denkers en doeners uit om te kijken naar de toekomst van de stad in post-coronatijd.

Dit is overigens ook het thema dat centraal staat op de eerste editie van de tweejaarlijkse tentoonstelling ‘Refresh Amsterdam’ (11 december 2020-28 maart 2021), te zien in zowel het Amsterdam Museum als online en op diverse locaties. Vijfentwintig kunstenaars gaan daar in op hun plek in de stad, onder het overkoepelende thema ‘Sense of place’.

Theater

Het laatste genre waar 8WEEKLY af en toe de schijnwerpers op richt, is theater. In de digitale tentoonstelling valt het oog onder meer op de zaal van theater De Krakeling, dat zichzelf afficheert als ‘hét theater voor jong Amsterdam’. Wat héét: voor iedereen tussen de spreekwoordelijke negen en negentig die zich jong voelt, want opvoeringen die bijvoorbeeld een topgezelschap als De Toneelmakerij daar geeft zijn niet te versmaden.

In de lege zaal van De Krakeling kunnen jong Amsterdammers en andere Nederlanders op deze digitale tentoonstelling leren hoe ze thuis een eigen dansvoorstelling in elkaar kunnen zetten. Theaterdocente Dian geeft tips, over verschillende afleveringen verdeeld. Leuk om te zien én voor kinderen om uit te voeren.

‘Corona in de stad’ is kortom een geweldig, laagdrempelig monument in de tijd, en een uiting van het collectieve geheugen van Amsterdam dat model staat voor elke stad in coronatijd, opererend binnen een (inter)nationale context. Een site om in de gaten te houden op wat er nú weer is bij gekomen. Met door enkele curatoren geselecteerde inzendingen van beroepskunstenaars en amateurs, hoge en lage kunst, voor jong en oud, ernstig en humoristisch. Top!

Muziek / Album

Opnieuw op weg naar een Grammy?

recensie: Gregory Porter – All Rise

De ster van Gregory Porter is sinds zijn debuut, zo’n tien jaar geleden met Water, gestaag gestegen. Zijn zesde studioalbum All Rise zal daar alleen maar goed aan doen. De sfeer van zijn nieuwste album is die van behaaglijkheid waar bij de stem van Porter zijn handelsmerk is. Daarnaast is zijn uiterlijk een uit duizenden herkenbare verschijning met zijn kenmerkende hoofddeksel. Alles bij elkaar is Porter een markante persoonlijkheid!

Het zou mij niets verbazen als All Rise in de prijzen gaat vallen wanneer in de VS de Grammy’s worden uitgereikt. Het album is uitgebracht op het legendarische Blue Note label dat garant staat voor hoogwaardige kwaliteit in de jazz.

Spontane feeststemming

Inmiddels heeft Gregory Porter twee Grammy’s op zak. Met All Rise doet hij een gooi naar een derde. Porter heeft een fijne hand van liedjes schrijven en uitvoeren. Zijn muziek kunnen we categoriseren in de hoek van jazz, soul en gospel. Wie op All Rise naar de teksten luistert kan vooral van het laatste genre veel terug horen. Het geloof van Porter is diep verweven in de teksten op het album. Wie oppervlakkig luistert hoort een bevlogen jazz- en soulzanger excelleren op de toppen van zijn kunnen. Al bij de opener ‘Concorde’ grijpt Porter je bij de spreekwoordelijke muzikale lurven en laat je pas los als hij ‘Thank You’ laat klinken. De muziek straalt een grote mate van behaaglijkheid uit. Een warm vuur, gezelligheid en feeststemming komen spontaan opzetten als Porter zijn stembanden laat klinken. Je verdrinkt in de liedjes die allemaal een opbeurende stemming oproepen.

Het album is uitgebracht in een gewone en een deluxe editie. Wie kiest voor het laatste krijgt vijftien liedjes en een prachtige hardcover uitvoering met een fraai boekje vol foto’s en de songteksten. Feitelijk is dat dé manier om een cd te verpakken en de fysieke muziek levendig te houden. Hulde dat de platenmaatschappij hiervoor heeft gekozen.

All Rise een jazz hoogmis?

Het album opent met ‘Concorde’, dat luistert als de beleving van het vliegen in een supersonisch vliegtuig om vervolgens vanaf grote hoogte met enorme snelheid te mijmeren over de aarde daar beneden. De ik-persoon verhaalt dat hij wel heel erg houdt van wat de aarde allemaal te bieden heeft. In dat geval je zou je de Concorde kunnen zien als een metafoor van God.

Dat Gregory Porter zijn religieuze overtuiging duidelijk laat doorklinken doet geen moment af aan de geweldige jazz-benadering van zijn liedjes: een fijne overrompelende orkestratie, die de zanger Porter in het middelpunt stelt. Je ziet hem als het ware voor een groot orkest met tevens veel blazers staan, terwijl hij het publiek toezingt. Maar je kan hem je ook voorstellen in een grote kerk, waar hij iedereen uitbundig toezingt en oproept tot de verering van de Heer. Daar krijgt ook de titel All Rise zijn plaats.

Voor de jazzliefhebber met minder geloofsovertuiging is het album gewoon een heel fijn album, dat op veel momenten muzikale warmte zal geven. Porter zingt over de liefde op een heel uitbundige manier. Als hij ‘Real Truth’ laat klinken zegt hij tegen de ander dat hij zijn ego buiten mag laten en vooral heel open de relatie in mag komen. Zijn zoals je bent, is het allerbelangrijkste in de liefde voor elkaar, maar ook in de liefde van God. Het laat maar weer eens klinken dat liefde universeel is. In de titel ‘Mister Holland’ vraagt Porter natuurlijk in ons land extra aandacht. Het is een liedje dat handelt over gelijkheid op alle niveaus. Het gaat hier ook over openheid naar elkaar toe, zonder vooroordelen over de ander.

Eigenlijk heeft elk liedje op All Rise wel een dubbele betekenis, als je die erin zou willen ontdekken. Wat blijft is dat het album een heel complete en uitzinnige beleving is van een heel warm jazzgeluid. Het is een album ook na vele draaibeurten niet gaan vervelen en steeds weer als een feest van de herkenning gaat worden als je weer luistert. Wat een kracht gaat er van dit nieuwste album uit!

Muziek / Album

De charmante antiheld

recensie: Matt Berninger - Serpentine Prison

Het iconische geluid van Matt Berninger klinkt vertrouwd op zijn eerste soloalbum Serpentine Prison (2020). De modieuze charmeur uit New York blijft zich ook deze keer het meest comfortabel voelen in de rol van antiheld. Is dat nog geloofwaardig als succesvolle frontman van The National?

Het is de droom van veel bands: kunnen leven van muziek, de wereld rondtoeren en werken met de beste producers. In 2017 zag ik The National in de AFAS Live. Ik was een poppetje in het grote publiek; het zoveelste schaduwgezicht waar ze hun nummers voor speelden. Was dat te horen? Misschien. Het optreden was strak, maar er echt inkomen lukte me niet. Teksten als ‘the day I die, the day I die, where will we be’ kunnen thuis indringend klinken, maar gaan toch een beetje wringen als ze uit duizend kelen klinken. Lekker met z’n allen triest zijn in een Nederlandse wereldstad, dacht ik licht spottend.

Het was dus tijd voor een persoonlijke The National-pauze. Ik luisterde een paar jaar nauwelijks naar hun muziek. Tot in 2019 I Am Easy To Find uitkwam en bleef oppoppen in gesprekken. Ik zette het album op en bleef er weken intensief naar luisteren. In de trein, op de bank, overal. Steeds voerde een ander nummer de boventoon en ik was blij met een nieuwe klassieker in mijn luisterrepertoire. Een beetje opgelucht ook dat ik The National weer toeliet en voldaan als ik het woord ‘fear’ op het juiste moment timede in ‘Oblivions’. Ik mocht weer lekker triest zijn, onder de supervisie van Matt Berninger.

De afstand nabij

Toen Matt Berninger een soloalbum aankondigde was ik dan ook blij verrast, maar bij het horen van de eerste single Serpentine Prison kroop het spottende schaduwpoppetje toch langzaam weer omhoog. Een charmeur uit New York die lichtjes flirt met depressie, zei die zuurpruim, met op zijn neus een hippe zwarte bril. Geloof jij het? Ik snoerde de zuurpruim de mond en wachtte nog steeds nieuwsgierig op de albumrelease. Met iets meer reserves, dat wel.

Het album verscheen en het openingsnummer ‘My Eyes Are T-Shirts’ verleidde me makkelijk. De tekst is een grappige vondst: my eyes are t-shirts / they’re so easy to read / I wear ‘em for you / but they’re all about me. De melodie klinkt als een liefkozend wiegenliedje. Berninger gebruikt de lage registers van zijn stem, in praatachtige Cohen-stijl, en vraagt of zijn ‘baby’ terug kan komen om hem op te vrolijken. Dat opvrolijken is op meer nummers nodig blijkt uit de teksten. Berninger is ‘sinking through the floor’, ‘near the bottom’ en ‘burned out’.

Triest zijn in een wereldstad blijft zo ook op Serpentine Prison een doorsijpelend thema, en dat is best begrijpelijk. Wie is niet op zoek naar gezelschap, troost en betekenis in een wereld die zichzelf nog altijd niet kan desinfecteren van eenzaamheid. ‘Yes, I know’, zingt Berninger in het nummer ‘Take Me Out Of Town’, ‘everyone is in this alone’. Iedereen ervaart uiteindelijk de eeuwige individuele lockdown. We voelen ons ‘as far as I can get from you’, zoals Berninger zingt in ‘Distant Axis’. Berninger kent de menselijke tragiek.

Een soulvolle twist

Een opluchting is het dan om het duet ‘Silver Springs’ met Gail Ann Dorsey te horen. Haar stem is, net als op I Am Easy To Find, een prachtige variatie op die van Berninger. Laag, warm en vrouwelijk. Samen roepen ze op om weg te gaan, ‘far from home’. Zoek het avontuur, lijken ze te zeggen, laat het kleinburgerlijke achterwege, want er is meer. Een klassiek tegengeluid – het vieren van de autonome, vrije geest – waarvan het prettig is om eraan herinnerd te worden. De energie van doorgaan, vooruitkijkend naar iets nieuws.

Diezelfde atmosfeer ademt het nummer ‘Loved So Little’, maar dan vooral door de muziek. Met een catchy intonatie, misschien een beetje giftig, bouwt Berninger de spanning op – ‘and now you lean in the door, in your fired-up skin, with your look of freedom’ – om kalm te ontladen met duivelse drums en een sluwe mondharmonica. Het nummer klinkt lekker. Een paar laag schallende blazers, een snode vioolpartij en alles doorrollend als een bijna live klinkende, zwoele jamsessie.

Dat gevoel dat je dicht bij de muziek bent, is opvallend op Serpentine Prison. In ‘Oh Dearie’ lijkt Berninger in je oor te zingen en hoewel de muzikale arrangementen soms best uitbouwen, zoals in ‘All For Nothing’, blijven ze toch iets huiskamerigs behouden. Dat is de verdienste van producer Booker T. Jones die bekendstaat om zijn soulvolle sound. Hij werkte met talloze artiesten, waaronder Otis Redding, Willie Nelson en Bill Withers. Op Serpentine Prison weet hij ook Berningers authentieke stem op een bluesy manier te vangen.

De antiheld

Serpentine Prison is een mooi, sfeervol album. En toch, als ik er na een tijdje weer naar luister, moet ik opnieuw wennen. Ik zie de big city celebrity met zijn benen over elkaar op de albumhoes, smaakvol geschilderd in blauw- en grijstinten, en voel dat artistieke schoonheid op een vreemde manier ook kan afstoten. Dat de showman misschien te veel domineert om echt kwetsbaar te kunnen zijn op een geloofwaardige manier.

Maar dan laat ik me opnieuw meevoeren door de soms warme en soms rasperige baritonstem van deze charismatische New Yorker, die in zijn teksten intussen altijd de antiheld blijft. Bang dat de ander hem zal verlaten, dat hij te veel zal zijn, dat de diepte hem zal aantrekken. Ik hoor in gedachten het publiek van de AFAS Live meezingen op Berningers sombere teksten en voel, dwars door alle subtiele emoties van zijn stem, toch ook weer die lichte weerzin opkomen.

Muziek / Achtergrond
special: Spotify-playlist van onze muziekredactie

PLAYLIST: 8WEEKLY Aanraders – November 2020

Zin om wat nieuwe muziek te ontdekken? De redactie van 8weekly verzamelt elke maand nummers die je écht even moet luisteren. Nummers van nieuwe albums, van artiesten die in het nieuws zijn of gewoon liedjes die even aandacht verdienen. De playlist kun je volgen op Spotify, de lijst wordt elke maand geüpdatet. Waarom je juist deze nummers moet luisteren, leggen we je graag uit.

De playlist van november, onze eerste playlist ooit (!), staat vol met nieuwe nummers. Nummers van albums die de afgelopen maanden zijn uitgebracht en die we graag nog even onder je aandacht brengen. Zo wordt de playlist afgetrapt door het nummer ‘Serpentine Prison’ van Matt Berninger. De zanger van The National bracht deze maand zijn eerste soloalbum uit. Binnenkort lees je op de site waarom dit album en ook zeker dit nummer de moeite waard zijn.

Een ander nummer dat we graag uitlichten is ‘Summa’ van Reaping form the Conflux. Onze redacteur Roelof Schipper is hierover laaiend enthousiast: ‘Ik heb dit jaar nog niet zo een waanzinnige plaatafsluiter gehoord als ‘Summa’, dat na vijftig minuten muzikaal zoek- en probeerwerk de bodem ineens super gedecideerd, volledig onder mijn voeten wegsloeg. Klinkt wat dramatisch, maar dit is wat mij betreft wel echt buiten-categorie.’

Natuurlijk staan er ook nummer op de lijst van artiesten van wie we de nieuwe albums afgelopen maand recenseerden, zoals Sufjan Stevens en Ellen Shae. We hebben ook nog een bonusnummer: ‘The beauty of everyday things’ van Luka Bloom. Helaas niet te vinden op Spotify, waarom lees je in de recensie van Joost Festen over het nieuwe album Bittersweet Crimson van Bloom.

Playlist november 2020

Serpentine Prison – Matt Berninger

Niet vandaag – Spinvis

Summa – Reaping form the Conflux

Giva a little love – Mina Tindle (feat. Sufjan Stevens)

Caged Bird – Ellen Shae

Zombie Girl – Adrianne Lenker

The Mackenzies – Bill Callahan

Love Cassete – Angel Olsen

Let it come – Eivor

Featherweight – Fleet Foxes

Bonus: The beauty of everyday things – Luka Bloom (staat niet op Spotify)

Oude aanraders terugluisteren? We hebben speciale archiefplaylist van onze aanraders, zodat je alles wat wij ooit aan hebben geraden kunt terugluisteren:

Muziek / Album

Americana als wereldwijd begrip

recensie: Americana-update 8

In deze Americana update editie acht blijven we soms dicht bij huis met Ellen Shae uit Zeeland, maar reizen we ook naar Australië met Daniel Trakell om vervolgens weer uit te komen in de USA met Tom Mank & Sera Smolen met een Zeeuws randje. Wat hetzelfde blijft? De hoge kwaliteit van de muziek!

Muziek spreekt alle talen en muziekstromingen lijken zich met alle zeeën over de hele wereld te verspreiden. Zo ook de Americana die ons steeds weer op vele plekken op de wereld doet belanden. De verzamelnaam van deze stroming blijft steeds weer goed om nieuwe uithoeken te ontdekken en te verbinden. Deze verbindingen vinden we ook in deze drie albums terug.

Daniel Trakell

De uit Australië afkomstige Daniel Trakell verrast met zijn album Warning Bell op een heel positieve wijze, doordat al bij de eerste beluistering de oren worden gespitst. Als liefhebber heb je als snel in de gaten dat hier een bijzonder talent aan het werk is. De referenties vliegen dan ook stevig door je hoofd. Een gevoel van de jarenzeventig piano-gevoede singer-songwritermuziek maakt al snel een brug naar de huidige tijd, waarbij het werk van onder meer de band Fleet Foxes, maar ook Neil Young, Andy Shauf en Bon Iver naar boven borrelen. Trakell weet met alle tien de liedjes de aandacht op zich gevestigd te houden.

Naast de al genoemde pianoklanken (Harry Cook) horen we vooral de hoge stem van Trakell, die vaak dubbel is opgenomen. Tevens geven de kenmerkende klanken van pedal steelgitaar, gespeeld door Matt Dixon, een bijzonder gevoel van welbehagen. Luister naar ‘Come To’ dat als nieuwste single en dus vlaggenschip van het album is gereleaset. Het album werd deels opgenomen in Nashville en afgemaakt in Melbourne, maar verschijnt op een Zweeds label. Hoe internationaal wil je deze debuterendeartiest eigenlijk hebben? Inmiddels is hij bij indiefolk-liefhebbers al opgevallen. Het is tijd dat Trakell door een breder publiek wordt gehoord. Zeker in deze tijden van Covid-19, waarbij zelfs Taylor Swift naar het folk-genre grijpt. Laat dan zeker een oorspronkelijk talent als deze jonge Australische artiest niet aan de aandacht ontsnappen. Warning Bell doet een serieuze poging om in mijn jaarlijstje van de Americanamuziek te belanden!

Ellen Shae

Het album Caged Bird is van een internationaal niveau. Dat wordt nog eens onderstreept door de samenwerking bij het titelnummer ‘Caged Bird’, met Mark Wienand Karlsen op sopraansax en het co-schrijverschap van Tom Mank. Niet te vergeten is de productie van het album in handen geweest van Rich DePaolo. Shae ging heel diep in zichzelf bij het maken van dit nieuwste album. Ze zegt daar zelf over: “Dit album komt diep vanuit mijn ziel…”. In een kort vraaggesprek vertelt Ellen Shae over de totstandkoming van het album het volgende: “Ik ben een paar keer in Amerika geweest en muziek leeft daar heel erg. Ik voelde me er op mijn plek.

Ik ontmoette er ook producer Rich DePaolo en was onder de indruk van zijn werk en besloot vorige zomer een paar songs door hem te laten produceren in de Electric Wilburland Studio (New York) van (Grammy winnaar) Will Russel en werkte met Amerikaanse muzikanten: naast Sera Smolen (cello) is Rich DePaolo zelf op het album te horen (bas, gitaar, mandoline, banjo, toetsen), evenals Bill King (drums), Max Buckholz (viool, viola), Doug Robinson (staande bas) en Mark Karlsen (sopraansax).

Ik werd daar zo diep geraakt door de passie voor de muziek dat dit mij enorm inspireerde en ben verder gaan schrijven en besloot alles vanuit mezelf hierin te stoppen (muziek hoort niet in een hokje) en zo groeide het tot een compleet album. De enige andere Zeeuw die hier verder aan meewerkte is Gait Klein Kromhof op harmonica,maar die partijen werden opgenomen in België.”

De liedjes van Shae gaan soms over heftige onderwerpen. De song ‘Dive In The Dark’ gaat over de vermoorde vrouw die bij haar in de buurt is gevonden. Het is nog steeds niet bekend wie zij was en wat er precies is gebeurd. De song ‘Salt’ gaat over de vissers uit Urk die verdronken zijn gevonden op de bodem van de Noordzee.

Het prachtige liedje ‘Toby’ pakt een heel ander facet van het leven beet. Ik vermoedde dat het een autobiografische ervaring van Shae was, maar ze zegt daar zelf over: “Aan de buitenkant ziet alles er soms heel mooi uit maar onderhuids kan er heel wat spelen (“It Was a Day Like Any Other Day but It Felt Like Grey”). Het gaat erover dat je soms mensen, die je dierbaar zijn, moet loslaten om zelf verder te kunnen en de twijfels, die je daarover hebt of dit gevoel wel klopt.” Dat gevoelens vaak kloppen wordt onderstreept doordat de meeste beslissingen op gevoel genomen worden. Mijn gevoel over dit album is in ieder geval heel goed. Shae heeft pracht album gemaakt!

Tom Mank & Sera Smolen

Begin dit jaar zou het album verschijnen van Tom Mank & Sera Smolen, maar de pandemie gooide wat roet in het eten voor wat betreft de daaraan gekoppelde tournee. De tournee zou hen ongetwijfeld wederom in ons land doen belanden. Dit muzikale koppel heeft een bijzondere band met Nederland opgebouwd. Bovendien zijn het hoogst aardige en zachtaardige persoonlijkheden, die ik nog niet zo lang geleden in Middelburg mocht ontmoeten. Onze vorige ontmoeting dateerde alweer van zes jaar geleden in Eindhoven.

Met het album We Still Know How To Love onderstrepen ze die verbondenheid met ons land door de medewerking van Ellen Shae, die in het titelnummer het Nederlandse gedeelte van de tekst voor haar rekening neemt. Dat doet ze zowel in het schrijven als in het spreken en zingen van de tekst. Feitelijk heeft het titelnummer en dus ook de cd de ondertitel Verzet.

Opvallend aan het duo blijft dat Sera Smolen een klassiek geschoolde celliste is, maar dat de autodidact Tom Mank op zang en gitaar alle muziekstijlen voor zijn rekening neemt. Live zijn ze vaak met z’n tweeën, maar op het album treffen we een lange rij van maar liefst twaalf gasten aan. Het album kwam tot stand in drie studio’s, te weten Newfield (New York), Ooigem (België) en tenslotte Bearsville (New York). Ondanks die grote lijst van namen en uitgebreide opnamesessies brengt het duo het album wederom in eigen beheer uit. De sfeer van de liedjes balanceert tussen de folk en klassiek in. De zang van Tom Mank en zijn gitaarspel, ondersteund door de karaktervolle celloklanken, zijn het handelsmerk van het duo.

Mank heeft een soort van praatzang met een mooi gruizig randje, die mooi kleurt met andere stemmen, terwijl de cello onder de melodie meandert. Wie gegrepen wordt door de muziek van dit duo zal snel op zoek gaan naar meer en zal daarin niet snel teleurgesteld worden.

 

Muziek / Album

Voor de fijnproever en de fan

recensie: Luka Bloom – Bittersweet Crimson

De Ier Barry Moore noemde zich al vroeg in zijn carrière Luka Bloom. De muziek die Bloom maakt is van een uitzonderlijke schoonheid en puurheid. Zijn nieuwste werk Bittersweet Crimson is voor de fijnproever en natuurlijk zijn fans net als de vrucht, waar het album naar genoemd is.

Wie het nieuwste werk van deze eigenzinnige muzikant wil horen zal zich moeten wenden tot de eigen website van Luka Bloom. Het album is alleen via hemzelf te verkrijgen en zal niet op streamingplatforms verschijnen omdat muzikanten niet van streamingdiensten kunnen leven, volgens Bloom.

Muziek met diepgang

Het tweeëntwintigste album van Bloom, Bittersweet Crimson, is wederom een album dat eerst wat draaibeurten nodig heeft voordat je een oordeel kan geven. Luka Bloom is, zoals op ieder album van deze singer-songwriter te horen is, niet van de lichtvoetige muziek. Natuurlijk kun je het, net als zoveel muziek, eenvoudig wegluisteren op de achtergrond. Maar wie dat doet, doet deze muziek veel tekort.

Niet dat Bloom zwaar op de hand is, maar zijn muziek is als een goed glas wijn, dat je op temperatuur moet laten komen en in alle rust moet proeven en in kleine teugjes drinken. Als je de schoonheid de kans geeft om zich te laten openbaren, zul je vele uren luisterplezier ervaren met het werk van Bloom. Bloom brengt wederom muziek met diepgang.

In 1990 debuteerde Luka Bloom onder zijn eigen naam met Riverside, met dit album trok hij direct de aandacht. Ieder album daarna wist deze muzikant zijn fans te trakteren op kwaliteitswerk en vooral dicht bij zichzelf te blijven. In veel gevallen is de essentie van zijn muziek de akoestische gitaar en zijn stem. Meer heeft hij feitelijk niet nodig. Alle andere instrumenten of achtergrondzang staan ten dienste van zijn liedjes.

Gebroken opnames

Het album bevat een sheet met uitleg over de totstandkoming van het werk. Het album kent een oorsprong voor de Covid-19 lockdown. Opnames maken in moeilijke tijden om samen te spelen en te zingen. Luka Bloom verhaalt op de bijgeleverde releasesheet over de vrije tijd om te schrijven en om met een dreamteam akoestische opnames make in de Windmill Lane studio’s. De periode van twijfels daarna overheersen, toen Covid-19 ons in de greep kreeg. De gitaar en zang van Bloom zijn en blijven de belangrijkste elementen van zijn muziek. Maar de toevoegingen, die op afstand zijn opgenomen door de coronabeperkingen, vervolmaken het album. Hij kon met o.a. de zangeres Niamh Farrell nooit echt samen zingen en ook de toevoegingen van elektrische gitaar en synthesizer kwamen uiteindelijk pas samen op de mixtafel.

Bloom is trots op het eindresultaat en wil het juist nu met de wereld en zijn fans delen, omdat het muziek is die steun kan geven in deze lastige tijden. Of hij kan toeren weet hij nog allerminst, maar zijn liedjes over de Australische wildernis, over zijn visie op 2020 en over de gewone dingen van het alledaagse leven (zie de single ‘The Beauty Of Everyday Things’) kunnen juist nu tot steun zijn van zijn fanschare en als licht dienen in de duistere en verwarrende tijden. Het maakt Bittersweet Crimson tot een album over de bittere noodzaak van het genieten van de kleine dingen van het leven in deze barre tijden, waarin we de warme en diepe smaak van dit album ons prima kunnen laten welgevallen.

Boeken / Fictie

Binets alternatieve wereldgeschiedenis: een gemiste kans

recensie: Laurent Binet - Beschavingen

Wat als de Europeanen die in 1492 voet aan wal zetten in de Nieuwe Wereld verslagen zouden zijn door de Inca’s? En wat als de Inca’s vervolgens de overtocht zouden maken naar Europa en daar zouden zegevieren? Deze alternatieve geschiedenis werkt Laurent Binet uit in zijn nieuwe roman Beschavingen.

De Franse bestsellerauteur Laurent Binet heeft geen hoge pet op van realistische romans die maatschappelijke thema’s behandelen. Hij prefereert in dat geval de werkelijkheid, het journalistiek verslag. Wie fictie schrijft moet volgens hem ook écht iets verzinnen. In Beschavingen pakt hij dat verzinnen groots aan. Hij zet de wereldgeschiedenis op z’n kop: de Inca’s veroveren Europa.

Atawalpa

Het boek bestaat uit vier delen, waarvan de Kronieken van Atawalpa (een Inca-leider) veruit het langste is en de kern van het boek vormt. Maar voor hij tot de kern van het verhaal komt, heeft Binet een aanloop nodig. In het eerste deel laat hij Vikingen diep in de Nieuwe Wereld doordringen waar zij samen met lokale stammen voor nageslacht zorgen. Zij leren de nieuwe bevolking metalen wapens maken en brengen Europese ziektes mee. Hierdoor zal het volk resistent zijn tegen de ziektes als Columbus en zijn mannen enkele eeuwen later Amerika ‘ontdekken’. Het deel leest als een moetje, met een hoog ‘en toen, en toen’-gehalte, maar omdat het vrij vlot geschreven is en nog geen dertig pagina’s behelst, is het prima door te komen.

De komst van Columbus staat centraal in het tweede deel van het boek. In fragmenten uit het dagboek van Columbus lezen we zijn verslag van de ontdekkingsreis en hoe zijn mannen uiteindelijk door de Inca’s in de pan worden gehakt. Columbus slijt zijn dagen in gevangenschap aan het hof, waar hij uiteindelijk sterft. Dit deel leest als een spannende opmaat naar het hoofdverhaal.

Namedropping

Bij het hoofdverhaal aangekomen wordt het geduld van de lezer nog even op de proef gesteld. Het deel begint met een droge vertelling over Atawalpa’s strijd met het leger van zijn broer. Lang verhaal kort: Atawalpa slaat op de vlucht naar de Nieuwe Wereld (Europa).

Wordt het lange wachten beloond? Nee. Want ook het hoofdverhaal ontstijgt het ‘en toen, en toen’-niveau nauwelijks. Binet blijkt geen stilist en de karakters blijven van karton. Dat zou Binet direct vergeven kunnen worden als Beschavingen een interessante ideeënroman zou zijn. Binet stopt er een hoop literaire en historische verwijzingen in en laat veel tijdsbepalende figuren de revue passeren (Luther, More, Erasmus, Machiavelli, Karel V etc.), maar meer dan diepgang suggereren doet het niet. Het blijft allemaal erg vluchtig en oppervlakkig. Namedropping, meer niet. Laat die namen weg en het is niet meer dan een spannend jongensboek dat nooit spannend wil worden.

Knap

Al met al is het boek een gemiste kans. Het is intellectueel gezien een uitdagend idee: het vroegmoderne Europa bekijken door de ogen van de Inca’s. Maar daarvoor blijkt Binet toch een maatje te klein. Een spannend idee van invallende Inca’s tegen de achtergrond van een spannende periode uit de Europese geschiedenis en dan zo’n saai boek schrijven: het is bijna knap.

 

Kunst / Expo binnenland

Politieke en poëtische Arabische verhalen

recensie: Recensie: Trembling Landscapes

Bij de tentoonstelling ‘Trembling Landscapes’ in het Eye Filmmuseum in Amsterdam draait het om een perspectief kiezen en een standpunt innemen in de ruimste zin van het woord. Het standpunt van elf kunstenaars uit de Arabische wereld is veelal dat van bovenaf genomen foto’s, video-en filmbeelden. Een enkele keer lijkt er ook een toekomstperspectief door te schemeren.

Je zou het eerste kunstwerk waar je tegenaan loopt meteen een statement kunnen noemen, de ouverture van wat volgt. Het is The earth is an imperfect ellipsoid van de Egyptische Heba Y. Amin. Het zijn zeven drieluikjes, tezamen eenentwintig zwart-wit pigment prints met daarboven gedeelten uit een tekst van de elfde-eeuwse Andalusische geograaf en historicus Al-Bakri. Amin reisde de routes die in die tekst werden beschreven na en maakte foto’s die allemaal uit het lood zijn. Dat is op zich al symbolisch voor de regio, maar de kunstenares draaide de seksueel geladen tekst om en stelde zichzelf als voyeur op in plaats van de Islamitische schrijver. Zo trekt ze de toeschouwers haar verhaal in.

Trembling Landscapes, Jananne Al Ani, Shadow Sites I Sharjah Biennial 11 (1)

Verhalen

Want op deze tentoonstelling worden (geo)politieke én poëtische verhalen verteld. Wanneer de kunstwerken beide elementen in zich verenigen, zijn ze het sterkst en komen ze binnen. Dat geldt bijvoorbeeld voor Shadow Sites I en II van de in Irak geboren Jananne Al-Ani. Ze observeert en registreert vanuit een sportvliegtuig zogenaamde shadow sites, dat wil zeggen contouren van een locatie met lange schaduwen.
We zien verschillende archeologische opgravingen, maar ook loopgraven uit de Eerste Wereldoorlog. In Shadow Sites II neem je zelf als het ware het standpunt vanuit een (gevechts)vliegtuig in. De poëtische beelden staan haaks op de vraag die ze oproepen: is het mogelijk om alleen maar een registrerende rol in te nemen? En: is het mogelijk dat een museum een neutrale positie inneemt?

Neem bijvoorbeeld Sewing Borders van de Libanese kunstenaar Mohamad Hafeda. Hij vroeg vluchtelingen die in Beiroet wonen om door middel van stiksels grenzen aan te geven op kaarten van wat Palestina wordt genoemd. Het is goed eerst de film, die de techniek toont, te bekijken en vervolgens pas de kaarten die in vitrines liggen. Dan wordt het nog duidelijker en gaan de beelden wrijven met de realiteit.

Trembling Landscapes, Larissa Sanours, Nation Estate, 1 (1)

Hoop?

De uit Oost-Jeruzalem afkomstige Larissa Sansour tenslotte paart een somber toekomstbeeld aan humor en stelt ons ook een vraag. In haar film Nation estate laat ze een woontoren aan de rand van Jeruzalem zien, richting Bethlehem. Hierin beweegt een vrouw met een rolkoffer zich per lift van beneden naar boven, steeds een verdieping hoger. Onderweg omzeilt ze controlepunten en dergelijke. Ze is zwanger en de vraag doemt op of dit hoop uitdrukt voor een betere toekomst. Op een gegeven moment geeft ze een olijfboompje water, wat associaties oproept met het idee olijfbomen te planten als symbool voor een rechtvaardige vrede in Palestina en Israël. Voor iedereen, inclusief vluchtelingen.

Het zijn beelden die indruk maken en vragen oproepen. Niet in de laatste plaats ook de vraag welke positie je als toeschouwer zélf inneemt. Het is kortom een tentoonstelling die je aan het denken zet en je bij het Arabische verhaal betrekt. Welk perspectief en welke antwoorden je dan ook zelf geneigd bent in te nemen en te geven.

Boeken / Non-fictie

Filosofisch tromgeroffel

recensie: Slavoj Žižek - Pandemie & René ten Bos - De Coronastorm

Door: Wouter en Fenna Kortooms

De coronacrisis vraagt om filosofische duiding. Filosoof/superstar Slavoj Žižek en oud denker des vaderlands René ten Bos proberen die te geven. Een dubbelrecensie van Pandemie en De Coronastorm.

Ten Bos kiest ervoor ten tijde van de wervelstorm van het coronavirus zich niet te beroepen op zekerheden. Hij lijkt zich te willen positioneren als de man met de meeste afstand en het meeste overzicht en hoopt daarmee wellicht als wijste van het legioen filosofen uit de bus te komen. De geschiedenis zal het leren. Minister-president Mark Rutte riep op te stoppen met filosoferen en dat was voor Ten Bos aanleiding dit juist niet te doen. Maar hoe is zijn aanpak en wat heeft hij ons te bieden?

Paniek

Concreet lijkt het virus hem ongenadig hard te raken zonder dat hij dit lijkt te beseffen. De ondertitel van zijn boekje “hoe een virus ons verstand wegvaagde” spreekt daar eigenlijk mogelijk al voor zich. Ten Bos lijkt in blinde paniek zijn boekenkast of het internet te zijn ingestoven om in alfabetische volgorde enige grip op de kwestie corona te verkrijgen. Dit alfabet is dus onze leidraad en gelukkig weet Ten Bos naast alle meer gangbare letters ook de letters C, Q, X, en Y van een paragraafje te voorzien. Oef! Gelukkig maar! Stel je voor dat we daar aangekomen in het duister zouden moeten tasten… Ten Bos geeft overigens aan als reisleider op deze wijze in de voetsporen te treden van een zekere Voltaire, die ook al eens filosofische kennis beknopt van A tot Z heeft weergeven. Ten Bos vergelijkt zich niet met de minste denkers, dat mag hij doen, maar Voltaire rangschikte filosofische kennis alfabetisch, Ten Bos rangschikt echter allerlei weetjes zonder visie of onderling verband alfabetisch en laat ons achter met een fragmentisme van hier tot Tokio of zoals u wilt, wat dichter bij huis: Wuhan. Als lezer van De Coronastorm kun je je niet onttrekken aan het idee dat Ten Bos deze indeling niet vanuit een ideaal heeft gekozen, maar eerder door zijn haast om snel een boek over deze actuele gebeurtenis te publiceren. Filosofen, zo zegt hij, behoren tot de “langslapers” en begonnen pas te filosoferen over de coronacrisis toen de “lijken in Bergamo en Madrid anoniem opgestapeld lagen op plekken die je meestal niet reserveert voor lijken”. De Coronastorm kwam nóg later uit, dus dat zou kunnen verklaren waarom er grote haast achter de publicatie zat.

Angst

Ten Bos lijkt enorm te worstelen met hoe hij om moet gaan met angstgevoelens. Dat is in het geval van corona op zijn zachtst gezegd erg onhandig. Hij lijkt niet goed te doorzien dat angstgevoelens de wezenlijkste evolutionaire schakel zijn in het overleven van onze soort. Ten Bos koestert de rationele afstand of koestert daarboven de verdraaiing in de onderlinge communicatie (ironie, sarcasme, of omkering in het tegendeel) om zich op nog meer afstand te plaatsen, zich mogelijk veilig te wanen en zich in feite onzichtbaar te maken. Hij schrijft: “een filosoof dient te parasiteren en niet te genezen”. Tja, wat zou dan de reden zijn om je te verzetten tegen de uitspraak van Mark Rutte? Vuur met vuur bestrijden? Meeliften op de huidige hype en snel een boekje in elkaar flansen? Plaatst Ten Bos zich niet te ver buiten de realiteit om er nog enig zicht op te kunnen hebben?

Ten Bos’ moeizame relatie met angstgevoelens komt ook tot uitdrukking in het door hem herhaald gebruikte woord “fascisme”. Hij draaft daarbij zelfs een beetje door met de term “coronafascisme”. Ten Bos lijkt graag breed lachend te fietsen met losse handjes onder het motto “kijk mij eens!”. Het gaat hier echter niet om Ten Bos en zijn kunsten… De term schuurt te veel en wordt daarmee ontoegankelijk. Vanzelfsprekend kan een wereldwijd virus zorgen voor een enorme angst. De huidige situatie is ongekend en bijzonder angstwekkend. Dat doodsangst aanleiding kan zijn tot het opschorten van zowat alles wat gebruikelijk was, is een werkelijkheid waarmee de mensheid al honderdduizend jaar weet “te surviven”. Om dit dan maar meteen fascisme te noemen doet onze instincten en vindingrijkheid grootschalig te kort.

Empathie

Ten Bos vraagt zich af waarom aan de coronagrafieken met de bekende hockeystick zoveel gevolg gegeven wordt terwijl dit bij andere grafieken met hetzelfde beeld bij milieuproblematiek, armoede of hongersnood niet gebeurt. Volgens Ten Bos komt dit door empathie-oproepende beelden in de media. Ten Bos’ moeizame relatie met angst wordt wederom duidelijk als hij aangeeft empathie juist te wantrouwen, zeker als politici erover beginnen… Empathie is echter juist datgene waardoor mensen zich met elkaar verbonden voelen en ook verbonden zijn. Eensgezind saamhorig bewegend als een zwerm of als een kudde en op die wijze het gevaar het hoofd biedend. Het is juist het gebrek aan empathie dat de samenhang zal doen verbreken. De tekst in dit gefragmenteerde boekje (Ten Bos: “dit kleine filosofische corona-alfabet”) lijkt hierbij toenemend op dagboeknotities van ingetreden filosofische desintegratie.

Ten Bos vergelijkt de lockdown situatie met een kudde dieren die op stal staat. De dieren worden eenzaam. Sommige drinken teveel van het opgepompte slootwater. De roofdieren liggen op de loer. Ten Bos beschrijft het allemaal erg passief en of het de kudde allemaal overkomt. Het lijkt Ten Bos te ontgaan dat in het huidige kuddegedrag juist sprake is van actie, van saamhorigheid, van vereniging, van solidariteit en kracht. Het beste wat de mensheid ook te bieden heeft: onderling de rijen gesloten houden zodat het virus geen vat krijgt, samenwerkende virologen, laboratoria, gezondheidswerkers, gewone mensen in de straat en overheden die de gezondheid op de allereerste plaats zetten… Wanneer is dat laatste, om maar eens iets te noemen, eerder gebeurd? Ten Bos ziet het niet…

Intimiteit

Ten Bos geeft in reactie op de intermenselijke afstand van de anderhalvemetersamenleving beschouwingen over intimiteit. Hij komt daarbij uiteindelijk tot de conclusie dat hierin het risico op een wrede en onmenselijke samenleving zeer zeker ontstaat. Ten Bos lijkt in dit verband niet op te merken dat in de westerse kapitalistische samenleving het principe van ieder voor zich en dus de ander op afstand, het gemis aan empathie en dus het gebrek aan intimiteit al zeer vele decennia speelt. Er volgt geen beschouwing over hoe wellicht de liberaal-kapitalistische samenleving dit uiteendrijven op wereldschaal al decennia aan het uitvoeren is. Echter, op andere momenten lijkt het weer of Ten Bos zich daar wel degelijk van bewust is. Zo geeft hij aan dat we niet eens weten of het vermaledijde liberaal-kapitalisme nu echt wel aan zijn einde is: “er kleeft een zorgwekkende zweem van onkwetsbaarheid aan dit systeem”.

Dit lijkt precies de plek waarop Slavoj Žižek zijn licht laat schijnen en Ten Bos hier vanuit de hierboven beschreven uitgangspositie met het beest uit Ljubljana in de pas loopt zonder het zelf te beseffen of te erkennen.  

Ten Bos doet Žižek in een overzichtje af als een van de “oude kanonnen die hoopte, geheel volgens wat je van hen kunt verwachten dat de overgang naar een nieuw soort communisme onder aanvoering van het WHO mogelijk zou worden”. Dit klinkt denigrerend en hiermee wordt Žižek afgeserveerd. Het is echter andersom: het is Ten Bos die in zijn boekje slechts aanstipt en juist Žižek die – zoals we dat van hem gewend zijn – met ferme streken zijn woorden op papier kletst en bovendien een samenhangend verhaal met visie vertelt. Hij is daarbij helderder en consistenter dan dat we van hem gewend zijn. Goed getimed Slavoj! “Het denkbeest uit Ljubljana” stond ook een stuk vroeger op dan Ten Bos, want de Nederlandse vertaling van Pandemie verscheen al in mei jl. Toch komt Pandemie níet over alsof het in grote haast geschreven is. Misschien komt dat omdat Žižek weer zijn zelfde mantra herhaalt: we hebben een nieuw soort communisme nodig.

Systeemverandering

Žižek laat zijn licht schijnen op de huidige crisis, gemotiveerd door zijn persoonlijke angst voor het virus. Hoofdvraag: wat is er mis met ons systeem dat we onvoorbereid werden betrapt door deze catastrofe, ondanks het feit dat wetenschappers ons er al jaren voor waarschuwen? Het antwoord is genuanceerd. Het virus heeft ten eerste géén diepere betekenis, het is geen straf voor de mensheid voor het uitbuiten van de aarde en andere levensvormen. Wat het virus wél aantoont, is dat ons kapitalistische systeem ervoor zorgt dat we in de problemen komen wanneer een situatie als deze zich voordoet en dat dus een radicale verandering nodig is. Enkel door het vertrouwen tussen de overheid en burger te herstellen, door productiestromen weer meer te reguleren en door meer solidair te zijn voor elkaar – dus door meer “communistisch” te worden – kunnen we onszelf tegen een pandemie als deze beschermen.

Internationale samenwerking

Žižek gebruikt als marxist steevast de term communisme en bedoelt daarmee net zoveel als Marx ermee bedoelde: een samenleving gebaseerd op de gemeenschappelijkheid en gedeelde belangen van eenieder. Een internationaal communisme zou zich dus richten op goede afspraken over de verdeling van goederen en middelen in tegenstelling tot wat we nu soms al zien gebeuren, het ‘ieder-voor-zich’ denken waarbij landen zich tegenover elkaar plaatsen en bijvoorbeeld mondkapjes of vaccins opkopen om andere landen voor te zijn. Als we die weg bewandelen komen we uit bij wat Žižek “barbarij” noemt, de sterkste zal overwinnen en de rest zal ten onder gaan. Tot slot trekt Žižek fel van leer tegen mensen die ons in slaap sussen met de boodschap dat politiek in deze tijden van crisis niet nodig is, we zitten immers allemaal in hetzelfde schuitje, zeggen zij. Juist nu is politiek nodig, zegt Žižek, nu nemen we beslissingen die gaan over solidariteit met onze medemens, dat soort besluiten zijn bij uitstek politiek.

Communisme, andermaal!

Žižek bespotten om zijn roep om communisme is eenvoudig, zo zou hij een idealist of een utopist zijn. In Pandemie laat Žižek zien dat het communisme waar hij voor staat geen utopie is, maar reëel bekeken de beste manier om hier uit te komen. De maatschappij kan enkel doordraaien en overleven als openbare voorzieningen blijven doorgaan, denk aan de productie van elektriciteit, water, voedsel en medicijnen. Als het nodig is moet de gemeenschap (lees: de overheid) ingrijpen in het particuliere bestel om dat mogelijk te maken. Dat is het communisme waar hij op doelt. Dat communisme houdt ook in dat de staat een actieve rol op zich neemt wat betreft de productie van belangrijke goederen zoals mondkapjes, beademingsapparatuur en testkits en zich daarin niet afhankelijk opstelt van de marktmechanismen. Communistisch denken betekent ook: denken aan het lot van al die mensen die vanwege deze crisis geen baan meer hebben, ook hun lot mag niet worden overgelaten aan de markt. Het communisme van Žižek is een tegengif voor het ‘rampenkapitalisme’ waar we nu mee te maken hebben, het systeem dat ervoor heeft gezorgd dat we niet adequaat hebben kunnen reageren op deze crisis.

Kapitalismekritiek

Vanuit de gedachte dat er eensgezindheid is vanuit beide denkers over het kraken en piepen van het liberaal-kapitalistisch systeem met het oog op de menselijke waardigheid, wat is hierbij dan de connectie met corona?

We weten dat de pest tijdens de middeleeuwen miljoenen slachtoffers maakte. Indianenstammen in Noord- en Zuid-Amerika kunnen de komst van kolonisten en het door hen meegevoerde influenzavirus niet navertellen. In die tijd was echter geen sprake van een liberaal-kapitalistisch systeem of van “globalisatie”. In die tijd was al wel sprake van economisch verkeer dat de wereld of delen ervan omvatte. Mensen zijn reislustige types! Vanuit centraal Afrika zijn we in de loop van de geschiedenis over alle uithoeken van onze planeet uitgewaaierd. We kwamen onderweg van alles tegen. Ook aan ziektekiemen! We zijn niet alleen! Filosofen: vertel ons iets nieuws!

Ten Bos beschrijft in zijn boekje het einde van de geschiedenis ten tijde van de val van het communisme in 1989 zoals dat werd bevroed door Francis Fukuyama. Hij doet dit overigens ook weer wat geringschattend (“er waren zelfs lieden….”) zonder diens naam te noemen.

Als Ten Bos vaststelt dat de geschiedenis niet tot stilstand is gekomen, en dat geldt ook voor Žižek, wat is dan de ontwikkeling sindsdien geweest? En hoe kan die ontwikkeling geduid worden in relatie tot corona? Zowel Ten Bos als Žižek blijft hier in gebreke. Hinken beide filosofen niet op een te gedateerd wereldbeeld? Kapitalisme… communisme… liberalisme… Zijn deze ismen geen holle frasen of slechts folklore geworden? Is er als je goed kijkt wel sprake van dergelijke verschillen? Er zijn heel wat mensen die van mening zin dat er sprake is van misbruik, ongelijkheid, onrechtvaardigheid. Wereldwijd. Er zijn heel wat mensen die er zicht op beginnen te krijgen dat systemen wat met ons doen. We zijn hoofdzakelijk verworden tot productie-units en kooplustigen. Zijn wij op die wijze wereldwijd al niet lang en breed uit elkaar gespeeld? Het is dan ook geen wonder dat het virus juist toeslaat op een marktplein… Of dat nu op het oostelijk of het westelijk halfrond plaatsvindt doet er niet zoveel toe. Wij willen de Noord- en Zuidpool overigens in dit betoog niet tekortdoen… Vooralsnog zijn daar echter niet zo veel marktpleinen…

 

Titel:            Pandemie
Auteur:        Slavoj Žižek
Uitgeverij:   JEA
Prijs:            17,50
Pagina’s:     152
ISBN:           9789083058658
****

Titel:            De Coronastorm
Auteur:        René ten Bos
Uitgeverij:  Boom
Prijs:            17,50
Pagina’s:     208
ISBN:          9789024435173
**

Serie

Fleabag: seizoen 2

recensie:

In 2016 verraste Phoebe Waller-Bridge vriend en vijand met een  rauw, schaamteloos en hilarisch triest comedy-drama over een thirty-something single vrouw in Londen die leven, liefde en werk moet balanceren. Drie jaar later verrast ze opnieuw- en hoe.

Hebben we dat nu nodig? Nog een verhaal over een strong, independent young woman die haar eigen boontjes dopt? Oh laat me raden, ze woont in een grote stad zoals New York, L.A. of Londen? En ze is op zoek naar de ware? Mag hij nu weer op het voetbal?

 

Maar ‘Fleabag’ blaast shows als ‘Ally McBeal‘, ‘Sex and the city’ en ‘Ugly Betty’ uit het water door alle clichés op zijn kop te zetten. Gebaseerd op de gelijknamige theatervoorstelling, weet Waller-Bridge feilloos de meta te bewandelen, door zowel in als boven de scene te staan met rake commentaren of veelzeggende blikken.
‘Fleabag’ is daarmee een oprecht verhaal dat je meetrekt in een rollercoaster van sappige dialogen, plaatsvervangende schaamte, en ongeforceerde emotie. Het hoofdpersonage Fleabag (Phoebe Waller-Bridge) -expres naamloos gehouden- is namelijk een psychologisch zootje. En niet op de schattige ‘oh wat ben ik toch een sukkeltje’ manier. Onverwerkte trauma’s over de dood van haar moeder en haar beste vriendin, een Peter Pan Complex, drankprobleem, verlatingsangst, bindingsangst. Er is eigenlijk weinig grappigs aan. Het eerste seizoen eindigde dan ook in mineur, met Fleabag verstoten door zowat iedereen, inclusief haarzelf.

Het tweede seizoen opent gelukkig wat luchtiger. Ze is zowaar aan de betere hand wanneer ze in aanraking komt met een katholieke priester (Andrew Scott). De ideologische clash tussen iemand die seks heeft afgezworen voor zijn geloof en iemand die seks gebruikt als copingmechanisme, geeft vonken. Dit alles in combinatie met vlijmscherpe observaties en onberispelijke komische timing, maakt van Fleabag meer dan de zoveelste ‘klein meisje in de grote stad’ Hollywoodproductie. Het heeft namelijk echte mensen wiens tekortkomingen deel zijn van hun karakter in plaats van een aanzet tot een punchline. Zo is Fleabag’s neurotische zus (Sian Clifford), haar  kleverige, alcoholische schoonbroer Martin (Brett Gelman) en haar achterbakse peetmoeder (Olivia Colman) meer dan gewoon karikaturen die door het beeld rennen. Hun narratieven zijn magistraal verweven met die van Fleabag zelf, hun interacties cruciaal.

Het nieuwe feminisme:

‘Fleabag’ is een show door vrouwen over vrouwen, voor ons allemaal. Fleabag’s sores zijn zo herkenbaar, zo diep menselijk dat het haast onmogelijk is niet meegezogen te worden in het verhaal. Of het nu een slechte relatie met je familie is, een beroerde uitkijk op romantiek of het omgaan met verslavingen in jezelf en je naasten; iedereen is wel een beetje Fleabag.

‘Fleabag’ is daarmee tegelijkertijd cynisch en aandoenlijk. De show wil dat je schamper lacht om ideaalbeelden als liefde en geluk terwijl je je er wanhopig aan vastklampt. In die zin is het de ultieme postmoderne serie, die idealen als feminisme oprecht hoog in het vaandel draagt, terwijl ze er tegelijkertijd korte metten mee maakt.  Of in de woorden van Fleabag: ‘Ik maak me soms zorgen dat ik niet zo’n feminist zou zijn als ik grotere borsten had.’