Tag Archief van: 8WEEKLY

Boeken / Non-fictie

Poëzie lezen moet je leren

recensie: Dit gaat niet over grasmaaien – Ellen Deckwitz

Ellen Deckwitz is dichter en docent. Met Dit gaat niet over grasmaaien – Hoe lees je poëzie legt ze uit hoe je gedichten zou kunnen lezen. Maar vooral neemt Deckwitz de lezer mee in het beleven van poëzie. Na het lezen van dit boekje herken je wat een gedicht met je kan doen.

Wie heden ten dage een boekwinkel in loopt moet op zoek gaan naar de kast(en) waar poëziebundels staan. Vaak is die kast haast onvindbaar. Bij navraag bij de boekverkoper wordt al snel duidelijk hoe dat komt: “Poëzie verkoopt momenteel (haast) niet! We kunnen alles voor u bestellen maar de voorraad in huis is heel beperkt.”

Pandemie stuurt naar poëzie

Gedichten zijn van alle decennia, maar het lezen van gedichten lijkt op en af te gaan als we kijken naar de belangstelling die blijkt uit de boekverkoop. Gedichten maken in het leven tevens een golfbeweging mee. Er is volgens de schrijfster haast geen tiener die geen gedichten schrijft, hoe klein ook, in een bepaalde periode onderweg naar het volwassen worden. Maar poëzie neemt daarna een beperkt deel in van de aandacht van het lezende publiek.

Met COVID-19 lijkt de belangstelling voor de dichterlijke teksten weer toe te nemen. Niet alleen om ze te lezen, maar ook – nu de mens meer op zichzelf is aangewezen en meer naar binnen is gekeerd – ontstaan er weer teksten, die aandacht verdienen bij het lezen. Het zijn tekstuele uitingen die de lezer aan het denken zetten. Teksten die de eigen belevingswereld oproept om de inhoud de duiden, te versterken, uit te vergroten en vooral zijn eigen leven te laten leiden. Dit gaat niet over grasmaaien is tot stand gekomen in de periode van de pandemie die dit jaar over de wereld raast.

Gedichten kunnen voor de ene lezer een heel andere lading en uitleg geven dan voor de andere. Wie dit al zo ervaart zal in het boekje van Ellen Deckwitz bevestiging vinden. Voor wie gedichten lezen lastig vindt is het boekje Dit gaat niet over grasmaaien – hoe lees je poëzie een mooie handleiding of inleiding om gedichten meer te laten pakken. Het boek stelt je vragen, maar geeft je ook een inkijk in de wereld van een dichter, maar vooral in de eigen wereld van de lezer.

Lezen is ontdekken

Dat Deckwitz lerares is steekt ze niet onder stoelen of banken. Als lezer word je bij de hand genomen in de lesbanken, waar vaak haar leerlingen zitten. Zo toont ze haar ervaringen in het leren lezen, begrijpen en vooral waarderen van poëzie. Aan de hand van voorbeeldgedichten laat Deckwitz de lezer vooral zien wat een stuk poëzie anders te bieden heeft dan proza. Zo leer je dat poëzie voor de ene lezer wat anders kan betekenen dan voor de ander. Maar ook dat een gedicht de ene keer lezen een andere laag opent voor je dan op een andere dag. Ook kan een gedicht voor jou als lezer wat anders betekenen dan de schrijver bedoeld heeft, dat is allemaal goed! De voorbeelden die worden gebruikt, zijn niet de meest voor de hand liggende stukken uit de grote historie van de dichtkunst. Het leuke van dit handzame boekje is dat de schrijfster voorbeelden uit alle tijden laat zien en spreken.

In eenentwintig hoofdstukjes in de beperkte omvang van het boek krijgt de geïnteresseerde lezer, die zich ook student van Deckwitz zou kunnen noemen, een college in het lezen van poëzie. Wie na het lezen van Dit gaat niet over grasmaaien nog steeds het gevoel heeft dat het lezen van dit soort teksten niet voor hem of haar is weggelegd, zal niet snel nogmaals een poging wagen. Wie het college, al is het niet verplicht, toch heeft gevolgd tot de laatste letter kan haast niet ontsnappen aan het op zoek gaan naar de poëzie die bij hem of haar past.

De taal die de schrijfster gebruikt in combinatie met de stijl van het boekje is een grote uitnodiging aan elke lezer om vooral door te lezen in dit boek en vervolgens zelf gedichten te ontdekken. Papier is de beste keuze, lezen we ook in dit boekje, waar wordt geschreven dat je eigenlijk bij het lezen altijd een pen bij de hand zou moeten hebben! Een pen om je eigen gedachten, verklaringen of markeringen aan te brengen die je uitnodigen tot herlezen.

Boeken / Non-fictie

Poëzie lezen moet je leren

recensie: Dit gaat niet over grasmaaien – Ellen Deckwitz

Ellen Deckwitz is dichter en docent. Met Dit gaat niet over grasmaaien – Hoe lees je poëzie legt ze uit hoe je gedichten zou kunnen lezen. Maar vooral neemt Deckwitz de lezer mee in het beleven van poëzie. Na het lezen van dit boekje herken je wat een gedicht met je kan doen.

Wie heden ten dage een boekwinkel in loopt moet op zoek gaan naar de kast(en) waar poëziebundels staan. Vaak is die kast haast onvindbaar. Bij navraag bij de boekverkoper wordt al snel duidelijk hoe dat komt: “Poëzie verkoopt momenteel (haast) niet! We kunnen alles voor u bestellen maar de voorraad in huis is heel beperkt.”

Pandemie stuurt naar poëzie

Gedichten zijn van alle decennia, maar het lezen van gedichten lijkt op en af te gaan als we kijken naar de belangstelling die blijkt uit de boekverkoop. Gedichten maken in het leven tevens een golfbeweging mee. Er is volgens de schrijfster haast geen tiener die geen gedichten schrijft, hoe klein ook, in een bepaalde periode onderweg naar het volwassen worden. Maar poëzie neemt daarna een beperkt deel in van de aandacht van het lezende publiek.

Met COVID-19 lijkt de belangstelling voor de dichterlijke teksten weer toe te nemen. Niet alleen om ze te lezen, maar ook – nu de mens meer op zichzelf is aangewezen en meer naar binnen is gekeerd – ontstaan er weer teksten, die aandacht verdienen bij het lezen. Het zijn tekstuele uitingen die de lezer aan het denken zetten. Teksten die de eigen belevingswereld oproept om de inhoud de duiden, te versterken, uit te vergroten en vooral zijn eigen leven te laten leiden. Dit gaat niet over grasmaaien is tot stand gekomen in de periode van de pandemie die dit jaar over de wereld raast.

Gedichten kunnen voor de ene lezer een heel andere lading en uitleg geven dan voor de andere. Wie dit al zo ervaart zal in het boekje van Ellen Deckwitz bevestiging vinden. Voor wie gedichten lezen lastig vindt is het boekje Dit gaat niet over grasmaaien – hoe lees je poëzie een mooie handleiding of inleiding om gedichten meer te laten pakken. Het boek stelt je vragen, maar geeft je ook een inkijk in de wereld van een dichter, maar vooral in de eigen wereld van de lezer.

Lezen is ontdekken

Dat Deckwitz lerares is steekt ze niet onder stoelen of banken. Als lezer word je bij de hand genomen in de lesbanken, waar vaak haar leerlingen zitten. Zo toont ze haar ervaringen in het leren lezen, begrijpen en vooral waarderen van poëzie. Aan de hand van voorbeeldgedichten laat Deckwitz de lezer vooral zien wat een stuk poëzie anders te bieden heeft dan proza. Zo leer je dat poëzie voor de ene lezer wat anders kan betekenen dan voor de ander. Maar ook dat een gedicht de ene keer lezen een andere laag opent voor je dan op een andere dag. Ook kan een gedicht voor jou als lezer wat anders betekenen dan de schrijver bedoeld heeft, dat is allemaal goed! De voorbeelden die worden gebruikt, zijn niet de meest voor de hand liggende stukken uit de grote historie van de dichtkunst. Het leuke van dit handzame boekje is dat de schrijfster voorbeelden uit alle tijden laat zien en spreken.

In eenentwintig hoofdstukjes in de beperkte omvang van het boek krijgt de geïnteresseerde lezer, die zich ook student van Deckwitz zou kunnen noemen, een college in het lezen van poëzie. Wie na het lezen van Dit gaat niet over grasmaaien nog steeds het gevoel heeft dat het lezen van dit soort teksten niet voor hem of haar is weggelegd, zal niet snel nogmaals een poging wagen. Wie het college, al is het niet verplicht, toch heeft gevolgd tot de laatste letter kan haast niet ontsnappen aan het op zoek gaan naar de poëzie die bij hem of haar past.

De taal die de schrijfster gebruikt in combinatie met de stijl van het boekje is een grote uitnodiging aan elke lezer om vooral door te lezen in dit boek en vervolgens zelf gedichten te ontdekken. Papier is de beste keuze, lezen we ook in dit boekje, waar wordt geschreven dat je eigenlijk bij het lezen altijd een pen bij de hand zou moeten hebben! Een pen om je eigen gedachten, verklaringen of markeringen aan te brengen die je uitnodigen tot herlezen.

Muziek / Achtergrond
special: Spotify-playlist van onze muziekredactie

PLAYLIST: 8WEEKLY Aanraders – Kerst 2020

Zin om wat nieuwe muziek te ontdekken? De redactie van 8weekly verzamelt elke maand nummers die je écht even moet luisteren. Nummers van nieuwe albums, van artiesten die in het nieuws zijn of gewoon liedjes die even aandacht verdienen. De playlist kun je volgen op Spotify, de lijst wordt elke maand geüpdatet. Waarom je juist deze nummers moet luisteren, leggen we je graag uit.

In december presenteren we de kersteditie van onze playlist vol aanraders. Er zijn dit jaar behoorlijk wat nieuwe kerstnummers uitgebracht, deze hebben we natuurlijk in de lijst gezet. Daarnaast heeft iedereen zijn eigen favoriete kerstnummers vol herinneringen. Onze redactie had meteen allerlei ideeën over wat je nu écht moet luisteren om in de kerstsferen te komen. Niet omdat het muzikaal goede nummers zijn, maar omdat we mooie herinneringen hebben aan deze nummers.

Nieuwe kerstnummers

Muziekredacteur Joost Festen recenseert in zijn kerstspecial drie gloednieuwe kerstalbums, die wat hem betreft de moeite waard zijn om te luisteren. Het zijn de albums van Tom Mason, Kellly Finnigan en Calexico. Muziekredacteur Karen Vanhulle raadt het nieuwe kerstalbum van Jacob Collier aan, kort samengevat is het: ‘Supergezellig, warm, lieflijk en kleurrijk!’

Daarnaast hebben we wat nieuwe kerstnummers op de lijst gezet die je wellicht al op de radio voorbij hebt horen komen, want de artiesten hebben tijdens de coronacrisis niet stilgezeten. Dolly Parton, Mariah Cary, Jonas Brothers en noem maar op. Sommige nummers zijn mierzoet, maar dat hoort wat ons betreft ook wel een beetje bij kerst!

Kerstnummers vol herinneringen

Muziekredacteur Karen Vanhulle raakt helemaal in kerstsferen als ze het nummer ‘It’s raining men’ hoort, dat inderdaad geen kerstnummer is: ‘Een favoriete klassieker van mijn Britse grootmoeder. Op Kerstfeest gingen we dan met alle zeven kleindochters samen met haar ongegeneerd dansen en meebrullen hierop.’ Ook de kerstklassieker van chef muziek Jorien Hollaar, ‘Mary’s Boychild/ Oh My Lord’ van Boney M, is onlosmakelijk verbonden aan herinneringen aan haar grootouders: ‘Toen wij heel klein waren draaiden mijn opa en oma regelmatig een dvd met de grootste hits van Boney M., alle kleinkinderen gingen hier op los. Bij de grootste hits op de dvd en cd was dit kerstnummer de laatste, weer of geen weer het werd gewoon gedraaid. Inmiddels hebben wij thuis allemaal ergens een ‘greatest hits’-cd én kerstalbum van Boney M. op de kop weten te tikken.’

Chef boeken Dorien Pool kiest voor het Nederlandstalige ‘Onrust en Hoop’ van Clean Pete en Thijs Boontjes: ‘Het is een Nederlandse versie van een van mijn favoriete christmas carols: ‘God Rest You Merry, Gentleman’. In mijn tienerjaren ging ik elk jaar naar een kerstviering in Zwolle waar traditionele ‘carols’ gezongen werden. Ik geniet daar enorm van, vooral als er opeens sneeuw ligt als je weer naar buiten gaat (is een keer gebeurd). Ik zou het echt geweldig vinden als Nederlanders ook langs de deuren zouden gaan om carols te zingen, zoals je altijd in kerstfilms ziet. Maar voor nu doe ik het maar met de fijne kerst-cd van Clean Pete.”

Hoofdredacteur Steffen van Zundert gooit het over een hele andere boeg: ‘In mijn familie wordt met kerst traditiegetrouw de kerstplaat van Ivan Rebroff opgezet door mijn opa. Ivan was een Duitse zanger die zich voordeed als een Rus en had een stembereik van vier en een halve octaaf (volgens Wikipedia). De eerste gang van het kerstmaal is bij ons ook altijd dezelfde groentesoep, die net op is zodra Rebroff in ‘Stillen nacht’ van basgeluid schakelt naar zijn falsetstem.  Voor mij is groentesoep dat nummer, en dat nummer is groentesoep geworden. De plaat knispert inmiddels mee als een haardvuur, maar dat is natuurlijk ook de charme.’

De playlist

‘Under a Mistletoe Sky’ – Tom Mason

‘Heart of Downtown’ – Calexico en Bombino

‘Santa’s Watching You’ – Kelly Finnigan

‘The Christmas Song’ – Jacob Collier

‘Holidays’ – Meghan Trainor ft. Earth, Wind & Fire

‘I need you Christmas’ – Jonas Brothers

‘Cuddle Up, Cozy Down Christmas’- Dolly Parton en Michael Bublé

‘Santa Baby’ – Love Renaissance en Summer Walker

‘Oh Santa!’ – Mariah Carey ft. Ariana Grande & Jennifer Hudson

‘Mary’s Boy Child/ Oh My Lord’ – Boney M.

‘Onrust en Hoop’ – Clean Pete en Thijs Boontjes

‘Heut’ is der Heiland für Euch geboren’ – Ivan Rebroff

‘It’s Raining Men’ – The Weather Girls

Oude aanraders terugluisteren? We hebben speciale archiefplaylist van onze aanraders, zodat je alles wat wij ooit aan hebben geraden kunt terugluisteren:

 

Muziek / Album

Kerstmuziek zonder allergische reacties

recensie: Kerstmuziek 2020

Kerstmuziek bezorgt veel muziekliefhebbers spreekwoordelijke hoofdpijn of allergische reacties. De verzadiging van kerstbelletjes en de herhaling van liedjes die vaak gecoverd zijn, roepen soms al na enige dagen irritaties op. Maar wat is het fijn om kerstmuziek te horen met veel nieuwe composities!

Het trio dat in deze kerstspecial aan bod komt heeft meer liedjes die voor het eerst te horen zijn dan veel kerstalbums van bekende artiesten. Wel zijn ze toegespitst op deze speciale tijd van het jaar. De draaibaarheid is daardoor wel beperkt tot rond deze feestdagen. Vervolgens liggen ze elf maanden te wachten op een nieuwe draaibeurt.

Tom Mason

Het album van americana artiest Tom Mason viel al vroeg op de mat en heeft de eer het eerste kerstalbum van 2020 in de collectie te zijn. Alle tien composities zijn van Mason zelf en herbergen allen een stevige benadering van het idee kerstmuziek, waardoor je even de mierzoete smaak van veel kerstplaatjes stevig kan wegspoelen met een lekker glas bier of wijn. Het verdient een extra vermelding dat er niet één bekend kerstliedje is verbouwd naar een Mason-stijl, het zijn allen originele liedjes.Uiteraard horen we wel veel over ‘Christmas’ en ‘Santa’ terugkomen in de teksten waar ook de mistletoe en de sneeuw niet ontbreken. Maar Mason laat muzikaal kerst heel anders klinken vanuit Nashville. De productie van het album is in handen van Michael Webb die geen onbekende is. Hij werkte onder andere mee aan albums van John Prine en Chris Stapleton.

Het album valt zonder meer in de categorie tandenbescherming voor als je de mierzoete kerstliedjes, die onverbiddelijk de oren zullen bereiken, wilt afwisselen met wat stevigere kost. Bij het beluisteren van Tom Masons album springt zeker het glazuur niet van je tanden.

 

Kenny Finnigan

Het album van Kenny Finnigan A Joyfull Sound dient zich begin november al aan bij de muziekredacties. Finnigan kunnen we direct in de hoek van de alternatieve kerstmuziek scharen en is vooral interessant voor de muziekliefhebbers, die wel eens wat anders willen horen met kerst, maar toch mee willen met het kerstgevoel. Het album valt in de categorie R&B en is vooral soul met een retro-karakter. Er doet dan ook een keur aan moderne soulartiesten mee, zoals leden van Durand Jones & The Indications, The Dap-Kings en nog een hele lijst. Maar de liefhebbers weten direct in welke hoek ze Finnigan moeten plaatsen. Juist! In de hoek waar we vroeger ook Otis Redding, Aretha Franklin en andere grootheden mochten herkennen.

Het album ademt een stevig jarenzestiggevoel gecombineerd met moderne opnametechnieken, zodat we van een breed geluidsspectrum kunnen genieten. De sound van legende Phil Spector klinkt duidelijk door in de productie van dit kerstalbum, dat je bijna ook buiten de feestdagen aan het eind van het jaar zou kunnen draaien. Een vergelijking met Marvin Gaye kunnen we niet onderdrukken, als we de zang van Finnigan in de stijl van de grote soullegende Gaye horen gaan met de van hem bekende “oohs” ineens de herinnering met je aan de haal. Feitelijk swingt het album, mede door de cast aan gastmuzikanten, enorm de pan uit waardoor dit album van een grote houdbaarheid is.

Calexico

De bandnaam Calexico legt de lat van verwachting direct heel hoog! Aan het waarmaken van die verwachting wordt grotendeels voldaan. Het album ademt een grote mate van wereldmuziekgevoel zoals we dat van de band mogen verwachten. Alleen als het John Lennon-nummer ‘Happy Xmas (War Is Over)’ klinkt, bekruipt je een gevoel van schaamte over de slechte cover die de band neerzet. Het kan met geen mogelijkheid in de schaduw staan van het origineel van Lennon. De albumafsluiter is een tweede misser. De kerstwensen bovenop een instrumentaal niemendalletje in allerlei verschillende talen, inclusief het Nederlands, blijf je niet leuk vinden. Het is wel zo gedaan dat het niet direct bij de tweede keer de irritatiegrens al bereikt.

Calexico werkt op dit album samen met Bombino, wat een smakelijke kerstcreatie in Afrikaanse sferen oplevert met ‘Heart of Downtown’. Maar ook gasten als Caby Moreno, Gisela Joao, Nick Urata (uit Devotchka) en Camilo Lara mogen genoemd worden, omdat zij het palet van Calexico dusdanig kleuren, dat we kunnen spreken van een prachtig amalgaan in de sfeerbeleving.

Als we over deze twee tracks heen kunnen stappen, houden we echter een kerstalbum over dat vele draaiuren plezier gaat opleveren tijdens de feestdagen. De diversiteitsgraad van de geboden liedjes is groot. De kerstbelletjes zijn zeer beperkt aanwezig en de verschillende samenwerkingsverbanden leveren een aangename variatie op. Het resulteert in totaal in een kerstalbum dat het gevoel naar de positieve kant weet te laten doorslaan.

 

Kunst / Reportage
special: Corona in de stad
Monique Vermeulen

Monument in deze tijd

Veel musea zijn op de virtuele kar gesprongen. Sommige pakken extra uit, alsof ze al hun opgekropte energie erin kwijt kunnen. Zo’n museum is het Amsterdam Museum met een grote, digitale en gratis te bezoeken tentoonstelling/luisterplatform: ‘Corona in de stad’.

Net als bij een groot museum als de Hermitage in Sint-Petersburg zit je in dit geval voor het openingsscherm en vraag je je af: waar te beginnen? Welke keuze zal ik maken? Het museum helpt je op weg met enkele uitgelichte zalen, maar dat gaan we niet doen. We gaan op zoek naar saillante voorbeelden van elke kunstuiting waar 8WEEKLY voor staat: boeken (literatuur), film, beeldende kunst, muziek en theater. Als een gids leiden we u door enkele zalen die volgens ons de moeite waard zijn. In de wetenschap dat het een museum in wording is, waaraan telkens nog nieuwe items worden toegevoegd. Wellicht tot zo lang de pandemie duurt. En dan ‘staat’ het museum er als monument van een tijd die dan hopelijk achter ons ligt.

‘Poëzie in de stad’

De eerste waarop we stuiten, heet ‘Poëzie in de stad’. Het werk van stadsdichter Gershwin Bonevacia staat hierin centraal, met onder meer een gedicht uit zijn debuut ‘Ik heb een fiets gekocht’, naast niet in bundels gevangen gedichten van amateurdichters. Dat is trouwens een kenmerk van de hele site: uitingen van amateur- en beroepskunstenaars, hoge en lage kunst, ernst en humor staan broederlijk en zusterlijk naast elkaar.
Hoewel: wie zal er één van deze etiketten willen plakken op een prachtig gedicht van Tessel ten Zweege, (nog?) niet bekend als dichteres, maar wel van onder meer het feministische collectief Pisswife? Haar gedicht ‘Pauze’, dat ze zelf voorleest, geeft bijvoorbeeld een mooi inzicht als: ‘Ik kan alleen maar zijn/ nu ik niets hoef te maken/ iets waar ik voorheen nooit tijd voor had’.

Rol van je leven

Eén van de vele digitale zalen is ingericht door de Meervaart in Nieuw-West, een gebouw dat sinds 1 juni met een onderbreking gedurende de gedwongen sluiting kleinschalige programma’s biedt in een setting die corona-proof is, zoals films (het tweede genre) en concerten.

Tijdens de eerste sluitingsperiode werd een online Art Battle georganiseerd, die werd gewonnen door Klaskie met haar flitsende ‘Creepy calm’. Volgens de jury was dit de meest creatieve en visueel prikkelende inzending. De inzender won ‘de rol van haar leven’, zijnde een wc-rol en een geldbedrag van honderd euro. Een heerlijke knipoog naar het hamstergedrag van wc-rollen aan het begin van de eerste coronagolf.

Corona-Archives

Wanneer je voor het openingsscherm zit, en de afbeeldingen langs gaat op zoek naar beeldende kunst, valt je oog ongetwijfeld op de Zaal van Nieuw Dakota, een kunstruimte in Amsterdam-Noord die een waaier aan exposities, projecten en publieksprogramma’s aanbiedt. Zij presenteren een selectie van inzendingen uit hun Corona-Archives, het eerste initiatief in Nederland dat corona vanuit een artistieke invalshoek bekijkt.
Tussen de inzendingen zitten niet de minste namen. En dat zijn lang niet allemaal Amsterdammers. Immers: corona gaat alle grenzen te buiten en te boven. Ook lokale musea als Nieuw Dakota en het Amsterdam Museum zelf opereren, net als alle musea, binnen een (inter)nationale context.

In de Zaal van Nieuw Dakota stuiten we bijvoorbeeld op een zelfportret op papier (gouache en inkt) van de in Maassluis woonachtige kunstenares Hanneke Wessels. Zij heeft – bij gebrek aan modellen – zichzelf afgebeeld in de tijd dat we niet naar de kapper konden en dat ze veranderde in een grijze dame. Het werk geeft de sfeer van de coronatijd raak weer.

Stabat Mater en Stille Stad

Een andere, kenmerkende sfeer in coronatijd is dat het stil kan zijn in de stad. Ook in de onderdoorgang onder het Rijksmuseum. Daar staan of zitten altijd wel een paar mensen die muziek maken, soms van een hoog niveau. De akoestiek onder de bogen is geweldig, je kunt er voorbijgangers mee plezieren. En natuurlijk willen ze een centje bijverdienen.
Op 10 mei jl. trokken de actrices/zangeressen Laura de Vries en Brechtje Kat de stoute schoenen aan, en zongen samen met begeleiding van een ghettoblaster (en een enkele fietsbel) het Stabat Mater van Pergolesi. Hoe mooi is dat!

Volgens sommige mensen is stilte echter de mooiste muziek. Zij kunnen nu hun hart ophalen. De artistiek directeur van het Amsterdam Museum, Margriet Schavemaker, stelde een zaal samen onder de titel De Stille Stad. Hierin zijn prachtige foto’s, video’s en films van een leeg en stil Amsterdam te zien. Beelden die ook de vraag stellen: hoe nu verder?
Iemand die bij uitstek geschikt is om daarover na te denken, is Tracy Metz. Zij is journalist, auteur, moderator en directeur van het John Adams Institute en kreeg in 2016 de Grote Maaskantprijs. Voor deze digitale tentoonstelling nodigde zij denkers en doeners uit om te kijken naar de toekomst van de stad in post-coronatijd.

Dit is overigens ook het thema dat centraal staat op de eerste editie van de tweejaarlijkse tentoonstelling ‘Refresh Amsterdam’ (11 december 2020-28 maart 2021), te zien in zowel het Amsterdam Museum als online en op diverse locaties. Vijfentwintig kunstenaars gaan daar in op hun plek in de stad, onder het overkoepelende thema ‘Sense of place’.

Theater

Het laatste genre waar 8WEEKLY af en toe de schijnwerpers op richt, is theater. In de digitale tentoonstelling valt het oog onder meer op de zaal van theater De Krakeling, dat zichzelf afficheert als ‘hét theater voor jong Amsterdam’. Wat héét: voor iedereen tussen de spreekwoordelijke negen en negentig die zich jong voelt, want opvoeringen die bijvoorbeeld een topgezelschap als De Toneelmakerij daar geeft zijn niet te versmaden.

In de lege zaal van De Krakeling kunnen jong Amsterdammers en andere Nederlanders op deze digitale tentoonstelling leren hoe ze thuis een eigen dansvoorstelling in elkaar kunnen zetten. Theaterdocente Dian geeft tips, over verschillende afleveringen verdeeld. Leuk om te zien én voor kinderen om uit te voeren.

‘Corona in de stad’ is kortom een geweldig, laagdrempelig monument in de tijd, en een uiting van het collectieve geheugen van Amsterdam dat model staat voor elke stad in coronatijd, opererend binnen een (inter)nationale context. Een site om in de gaten te houden op wat er nú weer is bij gekomen. Met door enkele curatoren geselecteerde inzendingen van beroepskunstenaars en amateurs, hoge en lage kunst, voor jong en oud, ernstig en humoristisch. Top!

Muziek / Album

Opnieuw op weg naar een Grammy?

recensie: Gregory Porter – All Rise

De ster van Gregory Porter is sinds zijn debuut, zo’n tien jaar geleden met Water, gestaag gestegen. Zijn zesde studioalbum All Rise zal daar alleen maar goed aan doen. De sfeer van zijn nieuwste album is die van behaaglijkheid waar bij de stem van Porter zijn handelsmerk is. Daarnaast is zijn uiterlijk een uit duizenden herkenbare verschijning met zijn kenmerkende hoofddeksel. Alles bij elkaar is Porter een markante persoonlijkheid!

Het zou mij niets verbazen als All Rise in de prijzen gaat vallen wanneer in de VS de Grammy’s worden uitgereikt. Het album is uitgebracht op het legendarische Blue Note label dat garant staat voor hoogwaardige kwaliteit in de jazz.

Spontane feeststemming

Inmiddels heeft Gregory Porter twee Grammy’s op zak. Met All Rise doet hij een gooi naar een derde. Porter heeft een fijne hand van liedjes schrijven en uitvoeren. Zijn muziek kunnen we categoriseren in de hoek van jazz, soul en gospel. Wie op All Rise naar de teksten luistert kan vooral van het laatste genre veel terug horen. Het geloof van Porter is diep verweven in de teksten op het album. Wie oppervlakkig luistert hoort een bevlogen jazz- en soulzanger excelleren op de toppen van zijn kunnen. Al bij de opener ‘Concorde’ grijpt Porter je bij de spreekwoordelijke muzikale lurven en laat je pas los als hij ‘Thank You’ laat klinken. De muziek straalt een grote mate van behaaglijkheid uit. Een warm vuur, gezelligheid en feeststemming komen spontaan opzetten als Porter zijn stembanden laat klinken. Je verdrinkt in de liedjes die allemaal een opbeurende stemming oproepen.

Het album is uitgebracht in een gewone en een deluxe editie. Wie kiest voor het laatste krijgt vijftien liedjes en een prachtige hardcover uitvoering met een fraai boekje vol foto’s en de songteksten. Feitelijk is dat dé manier om een cd te verpakken en de fysieke muziek levendig te houden. Hulde dat de platenmaatschappij hiervoor heeft gekozen.

All Rise een jazz hoogmis?

Het album opent met ‘Concorde’, dat luistert als de beleving van het vliegen in een supersonisch vliegtuig om vervolgens vanaf grote hoogte met enorme snelheid te mijmeren over de aarde daar beneden. De ik-persoon verhaalt dat hij wel heel erg houdt van wat de aarde allemaal te bieden heeft. In dat geval je zou je de Concorde kunnen zien als een metafoor van God.

Dat Gregory Porter zijn religieuze overtuiging duidelijk laat doorklinken doet geen moment af aan de geweldige jazz-benadering van zijn liedjes: een fijne overrompelende orkestratie, die de zanger Porter in het middelpunt stelt. Je ziet hem als het ware voor een groot orkest met tevens veel blazers staan, terwijl hij het publiek toezingt. Maar je kan hem je ook voorstellen in een grote kerk, waar hij iedereen uitbundig toezingt en oproept tot de verering van de Heer. Daar krijgt ook de titel All Rise zijn plaats.

Voor de jazzliefhebber met minder geloofsovertuiging is het album gewoon een heel fijn album, dat op veel momenten muzikale warmte zal geven. Porter zingt over de liefde op een heel uitbundige manier. Als hij ‘Real Truth’ laat klinken zegt hij tegen de ander dat hij zijn ego buiten mag laten en vooral heel open de relatie in mag komen. Zijn zoals je bent, is het allerbelangrijkste in de liefde voor elkaar, maar ook in de liefde van God. Het laat maar weer eens klinken dat liefde universeel is. In de titel ‘Mister Holland’ vraagt Porter natuurlijk in ons land extra aandacht. Het is een liedje dat handelt over gelijkheid op alle niveaus. Het gaat hier ook over openheid naar elkaar toe, zonder vooroordelen over de ander.

Eigenlijk heeft elk liedje op All Rise wel een dubbele betekenis, als je die erin zou willen ontdekken. Wat blijft is dat het album een heel complete en uitzinnige beleving is van een heel warm jazzgeluid. Het is een album ook na vele draaibeurten niet gaan vervelen en steeds weer als een feest van de herkenning gaat worden als je weer luistert. Wat een kracht gaat er van dit nieuwste album uit!

Muziek / Album

De charmante antiheld

recensie: Matt Berninger - Serpentine Prison

Het iconische geluid van Matt Berninger klinkt vertrouwd op zijn eerste soloalbum Serpentine Prison (2020). De modieuze charmeur uit New York blijft zich ook deze keer het meest comfortabel voelen in de rol van antiheld. Is dat nog geloofwaardig als succesvolle frontman van The National?

Het is de droom van veel bands: kunnen leven van muziek, de wereld rondtoeren en werken met de beste producers. In 2017 zag ik The National in de AFAS Live. Ik was een poppetje in het grote publiek; het zoveelste schaduwgezicht waar ze hun nummers voor speelden. Was dat te horen? Misschien. Het optreden was strak, maar er echt inkomen lukte me niet. Teksten als ‘the day I die, the day I die, where will we be’ kunnen thuis indringend klinken, maar gaan toch een beetje wringen als ze uit duizend kelen klinken. Lekker met z’n allen triest zijn in een Nederlandse wereldstad, dacht ik licht spottend.

Het was dus tijd voor een persoonlijke The National-pauze. Ik luisterde een paar jaar nauwelijks naar hun muziek. Tot in 2019 I Am Easy To Find uitkwam en bleef oppoppen in gesprekken. Ik zette het album op en bleef er weken intensief naar luisteren. In de trein, op de bank, overal. Steeds voerde een ander nummer de boventoon en ik was blij met een nieuwe klassieker in mijn luisterrepertoire. Een beetje opgelucht ook dat ik The National weer toeliet en voldaan als ik het woord ‘fear’ op het juiste moment timede in ‘Oblivions’. Ik mocht weer lekker triest zijn, onder de supervisie van Matt Berninger.

De afstand nabij

Toen Matt Berninger een soloalbum aankondigde was ik dan ook blij verrast, maar bij het horen van de eerste single Serpentine Prison kroop het spottende schaduwpoppetje toch langzaam weer omhoog. Een charmeur uit New York die lichtjes flirt met depressie, zei die zuurpruim, met op zijn neus een hippe zwarte bril. Geloof jij het? Ik snoerde de zuurpruim de mond en wachtte nog steeds nieuwsgierig op de albumrelease. Met iets meer reserves, dat wel.

Het album verscheen en het openingsnummer ‘My Eyes Are T-Shirts’ verleidde me makkelijk. De tekst is een grappige vondst: my eyes are t-shirts / they’re so easy to read / I wear ‘em for you / but they’re all about me. De melodie klinkt als een liefkozend wiegenliedje. Berninger gebruikt de lage registers van zijn stem, in praatachtige Cohen-stijl, en vraagt of zijn ‘baby’ terug kan komen om hem op te vrolijken. Dat opvrolijken is op meer nummers nodig blijkt uit de teksten. Berninger is ‘sinking through the floor’, ‘near the bottom’ en ‘burned out’.

Triest zijn in een wereldstad blijft zo ook op Serpentine Prison een doorsijpelend thema, en dat is best begrijpelijk. Wie is niet op zoek naar gezelschap, troost en betekenis in een wereld die zichzelf nog altijd niet kan desinfecteren van eenzaamheid. ‘Yes, I know’, zingt Berninger in het nummer ‘Take Me Out Of Town’, ‘everyone is in this alone’. Iedereen ervaart uiteindelijk de eeuwige individuele lockdown. We voelen ons ‘as far as I can get from you’, zoals Berninger zingt in ‘Distant Axis’. Berninger kent de menselijke tragiek.

Een soulvolle twist

Een opluchting is het dan om het duet ‘Silver Springs’ met Gail Ann Dorsey te horen. Haar stem is, net als op I Am Easy To Find, een prachtige variatie op die van Berninger. Laag, warm en vrouwelijk. Samen roepen ze op om weg te gaan, ‘far from home’. Zoek het avontuur, lijken ze te zeggen, laat het kleinburgerlijke achterwege, want er is meer. Een klassiek tegengeluid – het vieren van de autonome, vrije geest – waarvan het prettig is om eraan herinnerd te worden. De energie van doorgaan, vooruitkijkend naar iets nieuws.

Diezelfde atmosfeer ademt het nummer ‘Loved So Little’, maar dan vooral door de muziek. Met een catchy intonatie, misschien een beetje giftig, bouwt Berninger de spanning op – ‘and now you lean in the door, in your fired-up skin, with your look of freedom’ – om kalm te ontladen met duivelse drums en een sluwe mondharmonica. Het nummer klinkt lekker. Een paar laag schallende blazers, een snode vioolpartij en alles doorrollend als een bijna live klinkende, zwoele jamsessie.

Dat gevoel dat je dicht bij de muziek bent, is opvallend op Serpentine Prison. In ‘Oh Dearie’ lijkt Berninger in je oor te zingen en hoewel de muzikale arrangementen soms best uitbouwen, zoals in ‘All For Nothing’, blijven ze toch iets huiskamerigs behouden. Dat is de verdienste van producer Booker T. Jones die bekendstaat om zijn soulvolle sound. Hij werkte met talloze artiesten, waaronder Otis Redding, Willie Nelson en Bill Withers. Op Serpentine Prison weet hij ook Berningers authentieke stem op een bluesy manier te vangen.

De antiheld

Serpentine Prison is een mooi, sfeervol album. En toch, als ik er na een tijdje weer naar luister, moet ik opnieuw wennen. Ik zie de big city celebrity met zijn benen over elkaar op de albumhoes, smaakvol geschilderd in blauw- en grijstinten, en voel dat artistieke schoonheid op een vreemde manier ook kan afstoten. Dat de showman misschien te veel domineert om echt kwetsbaar te kunnen zijn op een geloofwaardige manier.

Maar dan laat ik me opnieuw meevoeren door de soms warme en soms rasperige baritonstem van deze charismatische New Yorker, die in zijn teksten intussen altijd de antiheld blijft. Bang dat de ander hem zal verlaten, dat hij te veel zal zijn, dat de diepte hem zal aantrekken. Ik hoor in gedachten het publiek van de AFAS Live meezingen op Berningers sombere teksten en voel, dwars door alle subtiele emoties van zijn stem, toch ook weer die lichte weerzin opkomen.

Muziek / Achtergrond
special: Spotify-playlist van onze muziekredactie

PLAYLIST: 8WEEKLY Aanraders – November 2020

Zin om wat nieuwe muziek te ontdekken? De redactie van 8weekly verzamelt elke maand nummers die je écht even moet luisteren. Nummers van nieuwe albums, van artiesten die in het nieuws zijn of gewoon liedjes die even aandacht verdienen. De playlist kun je volgen op Spotify, de lijst wordt elke maand geüpdatet. Waarom je juist deze nummers moet luisteren, leggen we je graag uit.

De playlist van november, onze eerste playlist ooit (!), staat vol met nieuwe nummers. Nummers van albums die de afgelopen maanden zijn uitgebracht en die we graag nog even onder je aandacht brengen. Zo wordt de playlist afgetrapt door het nummer ‘Serpentine Prison’ van Matt Berninger. De zanger van The National bracht deze maand zijn eerste soloalbum uit. Binnenkort lees je op de site waarom dit album en ook zeker dit nummer de moeite waard zijn.

Een ander nummer dat we graag uitlichten is ‘Summa’ van Reaping form the Conflux. Onze redacteur Roelof Schipper is hierover laaiend enthousiast: ‘Ik heb dit jaar nog niet zo een waanzinnige plaatafsluiter gehoord als ‘Summa’, dat na vijftig minuten muzikaal zoek- en probeerwerk de bodem ineens super gedecideerd, volledig onder mijn voeten wegsloeg. Klinkt wat dramatisch, maar dit is wat mij betreft wel echt buiten-categorie.’

Natuurlijk staan er ook nummer op de lijst van artiesten van wie we de nieuwe albums afgelopen maand recenseerden, zoals Sufjan Stevens en Ellen Shae. We hebben ook nog een bonusnummer: ‘The beauty of everyday things’ van Luka Bloom. Helaas niet te vinden op Spotify, waarom lees je in de recensie van Joost Festen over het nieuwe album Bittersweet Crimson van Bloom.

Playlist november 2020

Serpentine Prison – Matt Berninger

Niet vandaag – Spinvis

Summa – Reaping form the Conflux

Giva a little love – Mina Tindle (feat. Sufjan Stevens)

Caged Bird – Ellen Shae

Zombie Girl – Adrianne Lenker

The Mackenzies – Bill Callahan

Love Cassete – Angel Olsen

Let it come – Eivor

Featherweight – Fleet Foxes

Bonus: The beauty of everyday things – Luka Bloom (staat niet op Spotify)

Oude aanraders terugluisteren? We hebben speciale archiefplaylist van onze aanraders, zodat je alles wat wij ooit aan hebben geraden kunt terugluisteren:

Muziek / Album

Americana als wereldwijd begrip

recensie: Americana-update 8

In deze Americana update editie acht blijven we soms dicht bij huis met Ellen Shae uit Zeeland, maar reizen we ook naar Australië met Daniel Trakell om vervolgens weer uit te komen in de USA met Tom Mank & Sera Smolen met een Zeeuws randje. Wat hetzelfde blijft? De hoge kwaliteit van de muziek!

Muziek spreekt alle talen en muziekstromingen lijken zich met alle zeeën over de hele wereld te verspreiden. Zo ook de Americana die ons steeds weer op vele plekken op de wereld doet belanden. De verzamelnaam van deze stroming blijft steeds weer goed om nieuwe uithoeken te ontdekken en te verbinden. Deze verbindingen vinden we ook in deze drie albums terug.

Daniel Trakell

De uit Australië afkomstige Daniel Trakell verrast met zijn album Warning Bell op een heel positieve wijze, doordat al bij de eerste beluistering de oren worden gespitst. Als liefhebber heb je als snel in de gaten dat hier een bijzonder talent aan het werk is. De referenties vliegen dan ook stevig door je hoofd. Een gevoel van de jarenzeventig piano-gevoede singer-songwritermuziek maakt al snel een brug naar de huidige tijd, waarbij het werk van onder meer de band Fleet Foxes, maar ook Neil Young, Andy Shauf en Bon Iver naar boven borrelen. Trakell weet met alle tien de liedjes de aandacht op zich gevestigd te houden.

Naast de al genoemde pianoklanken (Harry Cook) horen we vooral de hoge stem van Trakell, die vaak dubbel is opgenomen. Tevens geven de kenmerkende klanken van pedal steelgitaar, gespeeld door Matt Dixon, een bijzonder gevoel van welbehagen. Luister naar ‘Come To’ dat als nieuwste single en dus vlaggenschip van het album is gereleaset. Het album werd deels opgenomen in Nashville en afgemaakt in Melbourne, maar verschijnt op een Zweeds label. Hoe internationaal wil je deze debuterendeartiest eigenlijk hebben? Inmiddels is hij bij indiefolk-liefhebbers al opgevallen. Het is tijd dat Trakell door een breder publiek wordt gehoord. Zeker in deze tijden van Covid-19, waarbij zelfs Taylor Swift naar het folk-genre grijpt. Laat dan zeker een oorspronkelijk talent als deze jonge Australische artiest niet aan de aandacht ontsnappen. Warning Bell doet een serieuze poging om in mijn jaarlijstje van de Americanamuziek te belanden!

Ellen Shae

Het album Caged Bird is van een internationaal niveau. Dat wordt nog eens onderstreept door de samenwerking bij het titelnummer ‘Caged Bird’, met Mark Wienand Karlsen op sopraansax en het co-schrijverschap van Tom Mank. Niet te vergeten is de productie van het album in handen geweest van Rich DePaolo. Shae ging heel diep in zichzelf bij het maken van dit nieuwste album. Ze zegt daar zelf over: “Dit album komt diep vanuit mijn ziel…”. In een kort vraaggesprek vertelt Ellen Shae over de totstandkoming van het album het volgende: “Ik ben een paar keer in Amerika geweest en muziek leeft daar heel erg. Ik voelde me er op mijn plek.

Ik ontmoette er ook producer Rich DePaolo en was onder de indruk van zijn werk en besloot vorige zomer een paar songs door hem te laten produceren in de Electric Wilburland Studio (New York) van (Grammy winnaar) Will Russel en werkte met Amerikaanse muzikanten: naast Sera Smolen (cello) is Rich DePaolo zelf op het album te horen (bas, gitaar, mandoline, banjo, toetsen), evenals Bill King (drums), Max Buckholz (viool, viola), Doug Robinson (staande bas) en Mark Karlsen (sopraansax).

Ik werd daar zo diep geraakt door de passie voor de muziek dat dit mij enorm inspireerde en ben verder gaan schrijven en besloot alles vanuit mezelf hierin te stoppen (muziek hoort niet in een hokje) en zo groeide het tot een compleet album. De enige andere Zeeuw die hier verder aan meewerkte is Gait Klein Kromhof op harmonica,maar die partijen werden opgenomen in België.”

De liedjes van Shae gaan soms over heftige onderwerpen. De song ‘Dive In The Dark’ gaat over de vermoorde vrouw die bij haar in de buurt is gevonden. Het is nog steeds niet bekend wie zij was en wat er precies is gebeurd. De song ‘Salt’ gaat over de vissers uit Urk die verdronken zijn gevonden op de bodem van de Noordzee.

Het prachtige liedje ‘Toby’ pakt een heel ander facet van het leven beet. Ik vermoedde dat het een autobiografische ervaring van Shae was, maar ze zegt daar zelf over: “Aan de buitenkant ziet alles er soms heel mooi uit maar onderhuids kan er heel wat spelen (“It Was a Day Like Any Other Day but It Felt Like Grey”). Het gaat erover dat je soms mensen, die je dierbaar zijn, moet loslaten om zelf verder te kunnen en de twijfels, die je daarover hebt of dit gevoel wel klopt.” Dat gevoelens vaak kloppen wordt onderstreept doordat de meeste beslissingen op gevoel genomen worden. Mijn gevoel over dit album is in ieder geval heel goed. Shae heeft pracht album gemaakt!

Tom Mank & Sera Smolen

Begin dit jaar zou het album verschijnen van Tom Mank & Sera Smolen, maar de pandemie gooide wat roet in het eten voor wat betreft de daaraan gekoppelde tournee. De tournee zou hen ongetwijfeld wederom in ons land doen belanden. Dit muzikale koppel heeft een bijzondere band met Nederland opgebouwd. Bovendien zijn het hoogst aardige en zachtaardige persoonlijkheden, die ik nog niet zo lang geleden in Middelburg mocht ontmoeten. Onze vorige ontmoeting dateerde alweer van zes jaar geleden in Eindhoven.

Met het album We Still Know How To Love onderstrepen ze die verbondenheid met ons land door de medewerking van Ellen Shae, die in het titelnummer het Nederlandse gedeelte van de tekst voor haar rekening neemt. Dat doet ze zowel in het schrijven als in het spreken en zingen van de tekst. Feitelijk heeft het titelnummer en dus ook de cd de ondertitel Verzet.

Opvallend aan het duo blijft dat Sera Smolen een klassiek geschoolde celliste is, maar dat de autodidact Tom Mank op zang en gitaar alle muziekstijlen voor zijn rekening neemt. Live zijn ze vaak met z’n tweeën, maar op het album treffen we een lange rij van maar liefst twaalf gasten aan. Het album kwam tot stand in drie studio’s, te weten Newfield (New York), Ooigem (België) en tenslotte Bearsville (New York). Ondanks die grote lijst van namen en uitgebreide opnamesessies brengt het duo het album wederom in eigen beheer uit. De sfeer van de liedjes balanceert tussen de folk en klassiek in. De zang van Tom Mank en zijn gitaarspel, ondersteund door de karaktervolle celloklanken, zijn het handelsmerk van het duo.

Mank heeft een soort van praatzang met een mooi gruizig randje, die mooi kleurt met andere stemmen, terwijl de cello onder de melodie meandert. Wie gegrepen wordt door de muziek van dit duo zal snel op zoek gaan naar meer en zal daarin niet snel teleurgesteld worden.

 

Muziek / Album

Voor de fijnproever en de fan

recensie: Luka Bloom – Bittersweet Crimson

De Ier Barry Moore noemde zich al vroeg in zijn carrière Luka Bloom. De muziek die Bloom maakt is van een uitzonderlijke schoonheid en puurheid. Zijn nieuwste werk Bittersweet Crimson is voor de fijnproever en natuurlijk zijn fans net als de vrucht, waar het album naar genoemd is.

Wie het nieuwste werk van deze eigenzinnige muzikant wil horen zal zich moeten wenden tot de eigen website van Luka Bloom. Het album is alleen via hemzelf te verkrijgen en zal niet op streamingplatforms verschijnen omdat muzikanten niet van streamingdiensten kunnen leven, volgens Bloom.

Muziek met diepgang

Het tweeëntwintigste album van Bloom, Bittersweet Crimson, is wederom een album dat eerst wat draaibeurten nodig heeft voordat je een oordeel kan geven. Luka Bloom is, zoals op ieder album van deze singer-songwriter te horen is, niet van de lichtvoetige muziek. Natuurlijk kun je het, net als zoveel muziek, eenvoudig wegluisteren op de achtergrond. Maar wie dat doet, doet deze muziek veel tekort.

Niet dat Bloom zwaar op de hand is, maar zijn muziek is als een goed glas wijn, dat je op temperatuur moet laten komen en in alle rust moet proeven en in kleine teugjes drinken. Als je de schoonheid de kans geeft om zich te laten openbaren, zul je vele uren luisterplezier ervaren met het werk van Bloom. Bloom brengt wederom muziek met diepgang.

In 1990 debuteerde Luka Bloom onder zijn eigen naam met Riverside, met dit album trok hij direct de aandacht. Ieder album daarna wist deze muzikant zijn fans te trakteren op kwaliteitswerk en vooral dicht bij zichzelf te blijven. In veel gevallen is de essentie van zijn muziek de akoestische gitaar en zijn stem. Meer heeft hij feitelijk niet nodig. Alle andere instrumenten of achtergrondzang staan ten dienste van zijn liedjes.

Gebroken opnames

Het album bevat een sheet met uitleg over de totstandkoming van het werk. Het album kent een oorsprong voor de Covid-19 lockdown. Opnames maken in moeilijke tijden om samen te spelen en te zingen. Luka Bloom verhaalt op de bijgeleverde releasesheet over de vrije tijd om te schrijven en om met een dreamteam akoestische opnames make in de Windmill Lane studio’s. De periode van twijfels daarna overheersen, toen Covid-19 ons in de greep kreeg. De gitaar en zang van Bloom zijn en blijven de belangrijkste elementen van zijn muziek. Maar de toevoegingen, die op afstand zijn opgenomen door de coronabeperkingen, vervolmaken het album. Hij kon met o.a. de zangeres Niamh Farrell nooit echt samen zingen en ook de toevoegingen van elektrische gitaar en synthesizer kwamen uiteindelijk pas samen op de mixtafel.

Bloom is trots op het eindresultaat en wil het juist nu met de wereld en zijn fans delen, omdat het muziek is die steun kan geven in deze lastige tijden. Of hij kan toeren weet hij nog allerminst, maar zijn liedjes over de Australische wildernis, over zijn visie op 2020 en over de gewone dingen van het alledaagse leven (zie de single ‘The Beauty Of Everyday Things’) kunnen juist nu tot steun zijn van zijn fanschare en als licht dienen in de duistere en verwarrende tijden. Het maakt Bittersweet Crimson tot een album over de bittere noodzaak van het genieten van de kleine dingen van het leven in deze barre tijden, waarin we de warme en diepe smaak van dit album ons prima kunnen laten welgevallen.

Boeken / Fictie

Binets alternatieve wereldgeschiedenis: een gemiste kans

recensie: Laurent Binet - Beschavingen

Wat als de Europeanen die in 1492 voet aan wal zetten in de Nieuwe Wereld verslagen zouden zijn door de Inca’s? En wat als de Inca’s vervolgens de overtocht zouden maken naar Europa en daar zouden zegevieren? Deze alternatieve geschiedenis werkt Laurent Binet uit in zijn nieuwe roman Beschavingen.

De Franse bestsellerauteur Laurent Binet heeft geen hoge pet op van realistische romans die maatschappelijke thema’s behandelen. Hij prefereert in dat geval de werkelijkheid, het journalistiek verslag. Wie fictie schrijft moet volgens hem ook écht iets verzinnen. In Beschavingen pakt hij dat verzinnen groots aan. Hij zet de wereldgeschiedenis op z’n kop: de Inca’s veroveren Europa.

Atawalpa

Het boek bestaat uit vier delen, waarvan de Kronieken van Atawalpa (een Inca-leider) veruit het langste is en de kern van het boek vormt. Maar voor hij tot de kern van het verhaal komt, heeft Binet een aanloop nodig. In het eerste deel laat hij Vikingen diep in de Nieuwe Wereld doordringen waar zij samen met lokale stammen voor nageslacht zorgen. Zij leren de nieuwe bevolking metalen wapens maken en brengen Europese ziektes mee. Hierdoor zal het volk resistent zijn tegen de ziektes als Columbus en zijn mannen enkele eeuwen later Amerika ‘ontdekken’. Het deel leest als een moetje, met een hoog ‘en toen, en toen’-gehalte, maar omdat het vrij vlot geschreven is en nog geen dertig pagina’s behelst, is het prima door te komen.

De komst van Columbus staat centraal in het tweede deel van het boek. In fragmenten uit het dagboek van Columbus lezen we zijn verslag van de ontdekkingsreis en hoe zijn mannen uiteindelijk door de Inca’s in de pan worden gehakt. Columbus slijt zijn dagen in gevangenschap aan het hof, waar hij uiteindelijk sterft. Dit deel leest als een spannende opmaat naar het hoofdverhaal.

Namedropping

Bij het hoofdverhaal aangekomen wordt het geduld van de lezer nog even op de proef gesteld. Het deel begint met een droge vertelling over Atawalpa’s strijd met het leger van zijn broer. Lang verhaal kort: Atawalpa slaat op de vlucht naar de Nieuwe Wereld (Europa).

Wordt het lange wachten beloond? Nee. Want ook het hoofdverhaal ontstijgt het ‘en toen, en toen’-niveau nauwelijks. Binet blijkt geen stilist en de karakters blijven van karton. Dat zou Binet direct vergeven kunnen worden als Beschavingen een interessante ideeënroman zou zijn. Binet stopt er een hoop literaire en historische verwijzingen in en laat veel tijdsbepalende figuren de revue passeren (Luther, More, Erasmus, Machiavelli, Karel V etc.), maar meer dan diepgang suggereren doet het niet. Het blijft allemaal erg vluchtig en oppervlakkig. Namedropping, meer niet. Laat die namen weg en het is niet meer dan een spannend jongensboek dat nooit spannend wil worden.

Knap

Al met al is het boek een gemiste kans. Het is intellectueel gezien een uitdagend idee: het vroegmoderne Europa bekijken door de ogen van de Inca’s. Maar daarvoor blijkt Binet toch een maatje te klein. Een spannend idee van invallende Inca’s tegen de achtergrond van een spannende periode uit de Europese geschiedenis en dan zo’n saai boek schrijven: het is bijna knap.