Theater / Achtergrond
special: Parade 2007

’s Lands leukste zomerterras nu in Amsterdam

Eerder al deed 8WEEKLY verslag van De Parade in Den Haag en Utrecht. Nu is Amsterdam aan de beurt.

Lees nu recensies van:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|

Mon Bouillon (Eddie en Kees)

In de voorstelling Mon Bouillon combineren Eddie B Wahr en Kees van der Vooren (bekend van Orkater en NUHR) theater en muziek met film. Nu is dat anno 2007 geen uitzondering op de Parade, maar wel in de goede, originele en pakkende vorm zoals zij het brengen.
In een witte keuken vol snuisterijen ontvangen Eddie en Kees hun publiek en brengen zij hun liedjes ten gehore.
Al snel wordt duidelijk dat alles in de keuken een eigen leven leidt. Bestek vliegt in het rond, dieren komen een kijkje nemen en gerechten worden klaargemaakt door excentrieke koks. Elk attribuut heeft een tweede functie. Zo wordt de prullenbak gebruikt voor het creëren van ritme. Er gebeurt zo veel dat je na vijf minuten denkt: wat kunnen ze nou nog meer doen?
Net als in de voorstelling Bandloopt 42, waarmee de mannen vorig jaar op de Parade stonden, ontstaan ook in Mon Bouillon gekke situaties wanneer film en realiteit door elkaar gaan lopen. Op een scherm in de keuken zien we de ene keer Eddie die wat nodig heeft uit de huiskamer achter de keuken en de andere keer verschijnt er een raam waardoor een poes naar binnen wil. Mon Bouillon is de perfecte Paradevoorstelling: niet te lang en vindingrijk met goede entertainers die iedere leeftijdscategorie moeiteloos weten te vermaken. (Diana van der Sluis)
terug naar boven

Goeie Grutten (V.I.P. Magic)
Gezien: 14 augustus

Foto: Erik Meijers
Foto: Erik Meijers

De eerste truc van de goocheljongens van V.I.P. Magic blijkt om meer mensen de tent in te proppen dan wenselijk is. Het publiek krijgt, samengeperst op de banken en gezeten op de kleine trapjes, verschillende goocheltrucs voorgeschoteld van de energieke Emiel Lensen en Rob Mollien, beide strak in het pak. Vanaf het eerste moment is het duidelijk dat het publiek niet rustig achterover kan leunen om toe te kijken, maar bij de voorstelling wordt betrokken.
De twee goochelaars demonstreren hun vingervlugheid met een staaltje traditioneel kaarten raden. Ze laten verschillende mensen in het publiek een kaart kiezen en natuurlijk weet V.I.P Magic met de nodige grappen en grollen de juiste kaarten te voorschijn te toveren. Niet erg origineel en verrassend, maar wel gedegen vakwerk. Het duo grossiert in open deuren en fouten grappen (“Ik heb ADHD, maar mijn pillen zijn uitgewerkt”) en slaat hiermee de plank mis. Leuk wil het maar niet worden. Het lijkt alsof de jongens jarenlang opgesloten in hun kamertje de act hebben geoefend en ze nu eindelijk mogen optreden. Met grappen die een paar jaar geleden misschien leuk hadden kunnen zijn, maar nu zeker niet meer.
De voorstelling is opgebouwd uit drie acts, waarbij de middelste truc de meest verrassende is. Van het goochelaarsduo raadt er eentje geblindoekt de voorwerpen in het publiek die de ander aanwijst. Ieder voorwerp wordt geraden. De vraag die in de tent rondzoemt is: “Hoe doen ze dit?”. Of, zoals iemand in het publiek uitriep: “Goeie grutten!” (Karin van de Wiel)
terug naar boven

Grip (Ballet met Van Leth)
Gezien: 14 augustus

Foto: Erik Meijers
Foto: Erik Meijers

Op de zwarte balletvloer staan de woorden ‘I am at heart a gentleman’ geschreven met wit krijt. De zin is ondertekend met de naam Marlene Dietrich. Op een stoel zit jazztrompettist Michael Varekamp, die een dikke sigaar rookt en sterke drank nuttigt. Is danseres Lonneke van Leth, gekleed in zwart pak en wit overhemd, Marlene Dietrich en belichaamt de trompettist het lonkende Amerika? Van Leth worstelt in de dansvoorstelling Grip met houvast, controle en aantrekkingskracht. Met de grip op haar leven dus. En de grip op andermans leven.
De setting, gemaakt door beeldend kunstenaar Vincent de Kooker, lijkt op een nachtclub uit de jaren dertig. Achter een scherm kijken vier paspoppen toe hoe de chemie tussen Van Leth en Varekamp zich ontwikkelt. Het samenspel tussen de danseres en de muzikant lijkt nog het meest op een duet, waarbij de twee elkaar aan elkaar gewaagd zijn en elkaar uittesten, irriteren, afstoten, aantrekken, afstoten en weer aantrekken.
De voorstelling intrigeert. Het samenspel tussen de muziek en de danseres weet het publiek te betoveren. De geluiden van het Paradeterrein proberen de tent binnen te dringen, maar de voorstelling laat de aandacht van het publiek niet gaan. (Karin van de Wiel)
terug naar boven

De Dansjukebox (Max en Pini)
Gezien: 11 augustus, Amsterdam

Voor de ervaren Paradebezoeker kan het woord Jukebox een lokkertje zijn om deze voorstelling te bezoeken, omdat het doet denken aan de Levende Jukebox: de al jaren populaire show waar zangeressen Helen en Yvonne verzoeknummertjes zingen. De Dansjukebox is echter helaas iets totaal anders.
De Dansjukebox, onder leiding van Max en Pini is in wezen een leuk concept. Het publiek mag uit een lijst met nummers een favoriet roepen en het duo gaat dan op dit nummer dansen in stijl. Er staan dingen in de lijst als James Brown, maar er kan ook voor een Skihut-klassieker, een Bollywood-hit of Tango-knaller gekozen worden. Nadat het publiek (lees: degene die het hardst schreeuwt) een keuze heeft gemaakt, duiken Max en Pini achter een gordijn voor een verkleedpartij die veel te lang duurt. Ze beginnen met het nummer Carwash, waarbij de vrouw (Pini) verkleed is als automonteur en Max de travestiet uithangt, met een flauw toneelstukje zonder clou als resultaat. Daarna volgen soortgelijke lulligheden op Chinese, Spaanse en soulmuziek.
Het geheel is erg rommelig en slordig afgewerkt, en dat is heel jammer van zo’n leuk en interactief idee. Het vergt veel geduld van het publiek en lijkt vooral een oudere doelgroep te kunnen bekoren. De jongeren kiezen of voor een voortijdige uitvlucht, of voor een gedachtewisseling met de buurvrouw op de tribune. (Diana van der Sluis)
terug naar boven

Stukjes hemel op aarde (Leon Giesen)
Gezien: 11 augustus, Amsterdam

“We weten niet meer hoe hij heet, maar hij is kaal en heel leuk…”. “Je moet echt naar die liedjesvoorstelling achterin van die man met beeld en muziek enzo…”. Het gonst op de Parade, er is een buzz. Er schijnt een kale man met een gitaar te zijn die heel veel indruk maakt, maar waarvan niemand de naam onthoudt. Pak daarom pen en papier en schrijf op: Leon Giesen is een aanrader.
In de grote tent van Werktheater 1 zit de singer-songwriter en videokunstenaar bescheiden klaar met zijn gitaar. De tent zit helemaal vol en de sfeer is goed. Giesen stelt zichzelf voor en vertelt over zijn werk. Omdat hij zelf ook wel weet dat niet iedereen hem kent, begint hij met het liedje Naakt en Kaal, waarin je hem goed leert kennen, meent hij zelf. Achter hem hangt een groot filmdoek met een clipje die tekenaar Joost Swarte bij het mini-hitje maakte.
De voorstelling Stukjes hemel op aarde is een samensmelting van beeld en geluid, bijna allemaal door Giesen zelf gemaakt. De beelden zijn net zo prachtig en adembenemend als de inhoud van zijn nummers. Zeven minuten lang kijkt het publiek ademloos naar een zwerm spreeuwen in Utrecht en ook het Youtube-filmpje over de Free Hugs waar Giesen een liedje bij componeerde, wordt geconcentreerd beluisterd.
Het oeuvre van Giesen is heel divers. Hij zingt lieve liedjes over zijn zoontje van drie, inspirerende liedjes over het Chelsea hotel in New York en ontroerende liedjes zoals die over de recepten-vrouw in het Jappenkamp die hij uiteindelijk heel goed blijkt te kennen. De voorstelling duurt zo’n drie kwartier en daarmee krijg je meer dan waar voor je geld. Kijk voor een avondje mooie muziek en begrijpelijke teksten nog één keer op je spiekbrief en zegt het voort: Leon Giesen! (Diana van der Sluis)
terug naar boven

Iets (Teatro)
Gezien: 3 augustus, Amsterdam

Foto: Erik Meijers
Foto: Erik Meijers

Theatergroep Teatro staat al een paar jaar op de Parade en won in 2004 zelfs de Gouden Mus voor de beste Paradevoorstelling. Dit jaar brengt Teatro met Iets, geregisseerd door Marcus Azzini, een rappe voorstelling met gevoelige nadenkertjes.
Kirsten Mulder, Jelka van Houten, Rick Paul van Mulligen en Sanne den Hartogh zitten op vier stoelen in het midden van de tent. De toetsenist en gitarist achter hen zorgen voor de muziek. ‘De vier’ zetten het lied Iets in, waarmee meteen duidelijk wordt met wat voor karakters we te maken hebben. Zo is Van Houten ‘de nerveuze’ die haar handen niet stil kan houden en Den Hartogh is een zelfverzekerd mannetje.
In rap tempo nemen de hoofdpersonen een deel van de voorstelling voor hun rekening. Van Mulligen bespreekt tv-formats en zingt een liedje waarin hij de populariteit van Robert Jensen in twijfel trekt. Mulder laat zien dat ze heel slecht is met spreekwoorden en gezegdes. Ze stellen vragen waar je normaal gesproken niet bij stilstaat: waarom heet de hamvraag de hamvraag, wat betekent ok en waarom zijn verpakkingen van paprikachips altijd blauw?
Dit soort korte kwesties houdt de vaart er lekker in. Van Houten blijkt een goede comédiënne als ze op een goed moment in clownskostuum verschijnt. Ze heeft al snel de lachers op haar hand, maar blijkt ook te kunnen ontroeren door als pipo een prachtig gevoelig liedje te zingen.
Iets van Teatro is een erg afwisselende voorstelling en past met de charismatische acteurs en vlot verloop perfect op een festival als de Parade. (Diana van der Sluis)
terug naar boven

Laatste Nachtmerrie (Laura van Dolron)
Gezien: 11 augustus, Amsterdam

“Dit is de enige voorstelling op de Parade zonder decor, kostuums, geluid- en lichteffecten”, legt Van Dolron aan het begin van Laatste nachtmerrie uit. “En dat is hoe ik het wilde.” Het is meteen duidelijk: de voorstelling is ontsproten uit de geest van Van Dolron en alles staat in dienst van haar gedachte-experiment.
Van Dolron zegt een stand-up filosoof te zijn. Dat ze snel dit labeltje op zichzelf heeft geplakt, voordat iemand anders, bijvoorbeeld vanuit publicitair oogpunt, haar in een hokje wilde duwen. Haar tip: “Als je niet wilt dat mensen je labelen, moet je jezelf een woord geven dat niet bestaat.” Maar het labeltje stand-up filosoof impliceert dat er ruimte voor improvisatie is, en dat lijkt in deze voorstelling niet het geval te zijn.
Voor haar filosofische voorstelling heeft Van Dolron acteurs Dion Vincken en Martijn van der Veen gevraagd om als een ‘lichte’ tegenhangers en ondersteuning te dienen van de orerende Van Dolron. Een rol de twee mannen met verve vervullen. Zo weten ze op hilarische wijze de 400-jarige geschiedenis tussen Nederland en de Verenigde Staten uit te beelden. Waarna Van Dolron via politiek filosoof Leo Strauss, de Italiaanse filosoof Machiavelli, het neo-conservatisme en de narcistische mens het publiek laat kennismaken met haar visie op de wereld en de mens. Tekstschrijver Van Dolron laat niets aan het toeval over. Een emotioneel betoog van Vincken gaat gepaard met uitleg van haar aan het publiek dat de acteur dit van haar moet zeggen. En zijn verontwaardigde reactie dat ze hiermee de magie van theater teniet doet, komt ook al uit haar koker, meldt ze.
Laatste nachtmerrie heeft meer weg van een interessant college, met twee acteurs als sidekicks, dan van luchtig Parade-vermaak. “Ik wil nieuwe dingen zeggen op de Parade,” meldt de theatermaakster dan ook. Hoewel niet iedere gedachtegang van Dolron nieuw is, is het zeker zeer vernieuwend om dit op de Parade te zien. (Karin van de Wiel)

Klik hier voor een recensie van de volledige voorstelling. 

terug naar boven

Schuif es op! (Erik Koller)
Gezien: 11 augustus, Amsterdam

“Links, links! Nee, naar rechts. Rechts. Rechts. Nee links!” Het publiek in de tent van Erik Koller schreeuwt erop los. En Koller laat zich in zijn show Schuif es op! leiden door de kreten van het publiek, zoals presentatrice Ria Bremer dat vanaf 1968 zeventien jaar lang deed in het kindertelevisieprogramma Stuif es in.
Waar Bremer langs een balk liep en op aanwijzing van het publiek ingestuurde voorwerpen van schoolklassen uitkoos, loopt Koller langs attributen die symbool staan voor een te spelen scène. En het publiek mag vijf keer bepalen wat ze wil zien.
Op een verrassende manier weet Koller de alledaagse voorwerpen door zijn fysieke manier van spelen en expressieve mimiek een andere betekenis en functie te geven. Zo wordt een douchegordijn een bruidje, met een bouwlamp bevinden we ons op een bingoavond en een stukje wc-papier verandert Koller in een geit. Koller schuwt geen enkel cliché. Zo wordt de voetballer die een doelpunt maakt gespeeld in vertraging. Ook trekt hij, net zoals in de pindakaasreclame, zijn shirt over het gezicht. Maar Koller weet het op zo’n geheel eigen manier te verpakken dat dit hem ruimschoots wordt vergeven.
De uitsmijter van deze show is het Waterballet. Wat nu als het hierbij behorende attribuut niet gekozen wordt? Niet getreurd, in de volgende voorstelling van Koller zijn alle opties weer open. (Karin van de Wiel)
terug naar boven

De Doorgestoken-kaart Show (Daniela Oonk en Istvan Hitzelberger)
Gezien: 8 augustus, Amsterdam

Doorgestoken%20kaart%20(Svetlana%20en%20Hoe vaak Istvan Hitzelberger ook zijn showdans moet doen met partner in crime Daniela Oonk, zijn guitige lach à la Jos Brink is niet van zijn gezicht te krijgen. Luttele minuten na hun optreden staan ze aan de andere kant van De Parade alweer op een podiumpje met hun knalrode glitterkostuums om zoveel mogelijk mensen naar hun Doorgestoken-kaart Show te lokken.
De Jos Brink-lach van Hitzelberger – eenmaal binnen in de tent Hans geheten – is slechts een van de vele uitdrukkingen die hij met verve en veel mimiek op z’n gezicht weet te toveren. In een Idols-achtige race om het ultieme Showmaster-schap moet hij het opnemen tegen Svetlana (Oonk), eerstejaars aan de Frank Masmeijer-academie. Wat volgt is een strijd waar zowel alle tv-afvalraces (van modellen tot popsterretjes) op de hak worden genomen en en passant een serieuze waarschuwing voor al die belspelletjes wordt gegeven.
De twee acteurs hebben genoeg in huis om een wervelend stukje onvervalste show op te voeren: van de kazige danspasjes tot de geniale Jerney Kaagman-persiflage, van de prima gezongen liedjes tot de knappe teksten op Jacques Brel’s La valse a mille temps. Dat Oonk en Hitzelberger hun leermoment (trap niet in belspelsnelsms-whatever) niet tot het allerlaatst bewaren, maar zelfs die serieuze boodschap nog even flink op de hak nemen maakt dat De Doorgestoken-kaart Show zelf in ieder geval boven het cliché uitstijgt. (Ruth van Beek)
terug naar boven

De Verleider (Schöne Welt)
Gezien: 8 augustus, Amsterdam

Foto: Erik Meijers
Foto: Erik Meijers

Na navolging van papa Jules, die – zonder of met Kamagurka – al menigmaal op De Parade stond, heeft dochter Ari ook het theatervirus te pakken en in de praktijk gebracht. In De Verleider heet de voluptueuze zwartharige Deelder het publiek welkom met barse stem, als van een door de wol geverfde barvrouw die weinig tegenspraak duldt. In die hoedanigheid treedt ze later ook op in de rood verlichte tent als zangeres én als de bedrogen vrouw van degene die ons hier de kunst van het verleiden toont: Willem von Weemhoff. Dat verleiden gebeurt met een timide Italiaans serveerstertje, die de geile blik van haar belager niet kan weerstaan en uiteindelijk in zijn (opklap)bed belandt. Tot het zover is zien we een schimmenspel, een zwierend koppeltje aan een romantisch diner en muzikale intermezzo’s die in hun eentje al de volle moeite waard zijn: dankzij deze vierkoppige band knalt de voorstelling van jewelste.
De makers van De Verleider spelen met clichés en doen dat zeer creatief en met veel humor. Zoals wanneer de romantische vakantiesfeer van een Italiaanse romance bruut wordt verstoord wanneer het zoenende stelletje door een boze Amsterdamse fietser van het fietspad worden geduwd. Ari Deelder tenslotte weet, mede dankzij haar postuur, de rol van ‘wijf’ leuk neer te zetten, maar er valt niet te ontkennen dat het haar toch aan acteertalent en een goede stem ontbreekt om helemaal te schitteren in deze voorstelling. Maar dat terzijde, want De Verleider is gewoon een heel leuke, creatieve Parade-voorstelling. (Ruth van Beek)
terug naar boven

Sterk en Zwart (Van Houts en De Ket)
Gezien: 5 augustus

Foto: Erik Meijers
Foto: Erik Meijers

Tien jaar Van Houts en De Ket levert natuurlijk een scala aan sketches op. Dit jaar staan ze voor de laatste keer op De Parade met drie voorstellingen waarin ze hun ‘best of’ brengen. En dan mag je best wat verwachten. Toegegeven, ik ben – hoe cabaretminnend ook – een Van Houts en De Ket-leek. Daarom leek dit resumé een perfecte oplossing. Gezien hun staat van dienst was de verwachting hoog. Helaas werd het een kleine deceptie.
Met een knipoog naar hun optreden in een koffiecommercial, heten de drie voorstellingen Sterk, Zwart en Zonder Suiker. Het zijn voorstellingen waarin verschillende sketches worden gespeeld. De ene keer gaat het over twee broers op het huwelijksfeest van hun ouders (waarbij het publiek als visite dient) en de andere keer zien we een CliniClown met zijn leidinggevende. De grapjes zijn een beetje stoffig zijn, waarschijnlijk omdat ze al lang geleden bedacht zijn.
De inhoud van de scènes zijn vooral plat, seksueel getint en grof. Zoals de sketch waarin een man zijn ex tot zelfmoord aanzet door de telefoon, of die waarin een man op bezoek gaat bij zijn moeder en zij hem vraagt haar aambeien in te smeren. Wellicht waren de grove dialogen een decennium geleden wél heel origineel, nu is het eerder gênant. Al moet eerlijkheidshalve gezegd worden dat er wel veel gelachen werd door het publiek.
Misschien zitten de echt goede grappen in de derde voorstelling, Zonder Suiker, waarin een van de mannen naakt op het podium schijnt te staan. Dat zou voor een positievere indruk van het duo kunnen zorgen, maar helaas werd deze voorstelling op 5 augustus niet gespeeld. De voorstellingen Sterk en Zwart doen het goed bij de oude garde en de mensen die al de nodige alcoholische versnaperingen in hun mik hebben. Nuchter en onder de dertig zou ik er niet aan beginnen. (Diana van der Sluis)
terug naar boven

Diespace (PIPS:lab)
Gezien: 7 augustus

Foto: Erik Meijers
Foto: Erik Meijers

De wereldbevolking zal binnen een afzienbare tijd bestaan uit voornamelijk oude mensen. En deze mensen willen niet doodgaan. Gelukkig is er een oplossing op dit probleem gevonden. Na Myspace is er nu voor de doden de online community Diespace.
De vertegenwoordiger van Diespace legt uit dat het publiek getuige is van een pr-stunt. Door middel van enkele dubieuze berekeningen en het smijten met wat Engelse termen probeert hij het publiek te overtuigen dat Diespace de toekomst is. Kortom, we zijn terechtgekomen in ouderwetse verkooppraktijken zoals die in de middeleeuwen plaatsvonden. Waar toen dubieuze medicatie aan de goedgelovige burger werd gesleten, verkoopt Diespace een online service waarbij je na je dood contact kunt blijven houden met de mensen van wie je houdt.
Het team van PIPS:lab bestaat uit muzikanten, een technicus en een persoon die het midden houdt tussen een Tel Sell-verkoper en een televisiedominee. Hoewel het podium vol staat met mensen speelt de techniek de hoofdrol deze avond. Dit is tegelijkertijd de kracht en de zwakte van de voorstelling.
Met computers en beveiligingscamera’s die zijn gericht op de toeschouwers, weet de voorstelling op technisch gebied te verrassen en te imponeren. Als toeschouwers met de uitgedeelde lichtjes hun naam in het luchtledige schrijven, krijgt de techniekman het voor elkaar verschillende namen op een groot scherm te voorschijn te toveren. Om Diespace aan de man te brengen, worden er nog meer technische hoogstandjes en grapjes uitgehaald.
Waar de techniek van hoogstaand niveau is, is de voorstelling inhoudelijk zeer mager. Alle aandacht van de makers lijkt naar de technische mogelijkheden uitgegaan te zijn. De verhaallijn ontwikkelt zich niet, er zit geen spanning in en hierdoor wordt de voorstelling niets meer dan een glad en oppervlakkig verkooppraatje. Maar alleen al voor het technische aspect is de voorstelling wel een bezoekje waard. (Karin van de Wiel)
8WEEKLY schreef al eerder een recensie van Diespace. Lees die hier.
terug naar boven

Cruise Control (Benders&De Lathouder)
Gezien: 7 augustus

Foto: Moon Saris
Foto: Moon Saris

“U heeft geen doos. Het is hier niet voor dooslozen.” De twee mannen zijn hard en direct tegen de vrouw die hun ruimte komt binnenlopen. Zelf net uit hun dozen gekropen en op zoek naar wie, waar en waarom ze hier zijn, weigeren de mannen de vrouw te helpen in haar zoektocht. Maar de vrouw laat zich niet wegjagen. Omdat ze zelf ook haar identiteit probeert te achterhalen, probeert ze samen met de mannen erachter te komen wie ze zijn. Het vinden van een naam heeft de prioriteit, maar ook de vraag wat je doet is belangrijk en blijkt zekerheid te geven in het leven. “Ik denk dat ik reisleider was. Ja, ik ben reisleider”, concludeert een van de mannen tevreden nadat hij zelf heeft bedacht dat reisleider zijn wel eens bij hem zou kunnen passen.
Cruise Control is een naar eigen zeggen licht absurdistische voorstelling, waarin logica geen rol speelt. Dit maakt het vooral in het begin van het half uur durende stuk moeilijk om te volgen. De verhouding tussen de twee mannen is wel meteen duidelijk: een is de denker en de andere de onnozele kracht. Maar de gesprekken die de mannen voeren, blijven in het luchtledige hangen vanwege de grote onduidelijkheid over de situatie.
Dat verandert als de vrouw ten tonele verschijnt. Het spel tussen de drie acteurs is dynamisch en interessant om naar te kijken. De komst van deze derde persoon brengt meer vaart en lucht in de voorstelling. Vermakelijke onliners (“Als ik een plan had, dan zou ik het voor mezelf houden. Ik ben je TomTom niet.”) worden afgewisseld met fysieke worstelingen met de dozen en scherpe dialogen. Het gezelschap Benders&De Lathouder levert daarmee toch een interessante voorstelling af. (Karin van de Wiel)
terug naar boven

Foto: Diana Broeders
Foto: Diana Broeders

Bandafobia (De Karate Baronnen)
Gezien: 3 augustus

De Italiaanse meezinger Eh Cumpari wordt foutloos geplaybackt voor de tent van Bandafobia. Aan het werk zijn Jeroen van Koningsbrugge, die zo goed imiteert dat je in het begin twijfelt of hij niet toch zelf zingt, en Michiel Varga die hem begeleidt op een speelgoedpiano. Vorig jaar was de voorstelling Bandalosa van De Karate Baronnen, dé hit op De Parade en eigenlijk gaan ze nu op dezelfde voet verder. Playbackend zetten ze wederom de meest uiteenlopende, vlakke typetjes neer, die met subtiele gebaren en mimiek uitermate komisch tot leven komen.
Ook dit keer is het verhaal dat verteld wordt een whodunnit. Het speelt zich af in een Italiaans restaurantje waar een moord is gepleegd. Een inspecteur komt polshoogte nemen en ondervraagt alle beklaagden. Stuk voor stuk komen de excentrieke verdachten aan het woord en hun tekst wordt gelardeerd met fragmenten van gekke liedjes (Uit Ja Zuster, Nee Zuster of van Paul van Vliet bijvoorbeeld). Alle stemmen zijn vooraf door anderen ingesproken (zoals Marc-Marie Huijbrechts) en zijn kunstig gemonteerd tot een lopend verhaal.
Van Koningsbrugge en Varga zijn twee virtuoze performers. Met slechts een hoed of een pruik weten ze met kleine gebaartjes en karakteristieke koppen gekke typetjes neer te zetten. Een homoseksuele pizzabakker, een verwende diva, een don met hippie-trekken; ze wisselen even gemakkelijk van uiterlijk als van houding. De tape blijft maar lopen en de twee vallen nergens uit hun rol. Ze gebruiken grappige stijltrucjes en door de variatie van gesproken woord en korte meezingers, blijft de vaart erin. Het is een voorstelling die het bij 99 procent van de bezoekers goed zal doen. Slechts diegene die zich ergert aan flauwiteiten (de inspecteur heet bijvoorbeeld niet De Cock, maar De Bakker en een van de werknemers veronderstelt vervolgens dat hij de nieuwe pizzabakker is), zal het wat minder naar zijn zin hebben. Dat het verhaal een onduidelijke wirwar van lijnen en relaties is, geeft niets en is zelfs de bedoeling. Alles is ondergeschikt aan de rare capriolen die de mannen uithalen. (Diana van der Sluis)
terug naar boven

De Souffleur (De makers van Rooyackers, Kamps en Kamps)
Gezien: 3 augustus

Foto: Erik Meijers
Foto: Erik Meijers

De rij voor De Souffleur bestaat grotendeels uit jong Paradepubliek. De een komt voor Dunya Khayame (“Daar loopt ze, wat is ze klein!”) de ander omdat ze de tweeling uit Rooyackers, Kamps en Kamps zo leuk vinden (“Ik ga voor die met dat haar”). De tribune is groot maar zit desondanks vol, want los van ‘de namen’ schijnt dit ook nog eens een hele grappige voorstelling te zijn…
We worden voorgesteld aan Bas (Wart Kamps). Deze blonde schlemiel wordt geïntroduceerd door een voiceover (Tim Kamps): “Dit is Bas en Bas is een beetje triest.” Bas zelf vindt dat het wel meevalt. In vogelvlucht zien we dat de voiceover gelijk heeft. Bas, werkzaam op een reclamebureau, raakt bij een pitch in de knoop met zijn flip-overs en een Siamese kleutertweeling scheldt hem uit voor gore tyfus-mongool (Bas: “Ik vind het zelf een beetje overdreven”). Wanneer hij de bedrijfschick (Khayame) versiert, zet hij zichzelf voor paal en zelfs door zijn therapeut (Fockeline Ouwerkerk) wordt hij overruled. Zijn redding komt van een pilaar met daarin een souffleur (Rein Hofman) die Bas door het leven leidt. Hij support Bas, fluistert hem in wat te doen en kent geen medelijden. In no time is Bas the man… tot blijkt dat de souffleur werk en privé niet kan scheiden.
De Souffleur, door De makers van Rooyackers, Kamps en Kamps is voorbij voor je er erg in hebt. Het stuk heeft de vorm van een xl-commercial annex mini-feelgood film en verandert zo vaak van situatie dat het geen moment verveelt. Er zitten leuke foefjes in en de Hollywoodclichés (man en vrouw botsen bij kopieerapparaat en hun papieren raken in de war) zijn zo banaal dat het toch grappig is. De typetjes zijn leuk en vooral de aandoenlijke Bas zou je, loser of niet, eigenlijk in je tas willen stoppen en nooit meer terug willen geven. Voor wie snakt naar een vrolijke voorstelling zonder moeilijk gedoe, is De Souffleur er een voor op de Things to do-lijst. (Diana van der Sluis)
terug naar boven

Droomschetsen (David Middendorp)
Gezien: 4 augustus, Martin Luther King Park, Amsterdam

Foto: Ida Zenna
Foto: Ida Zenna

Eerder al gooide choreograaf David Middendorp hoge ogen met Dreamsketch. Ook in het blauwe licht van de grote plastic tent, met het rumoer van de Parade op de achtergrond, verliest de dans niets van de humor en sterkte. Middendorp heeft een ingenieuze choreografie laten samensmelten met animaties op een groot scherm midden op de spelvloer. De dansers, Francois Chirpazcerbat, Hope Miller en Lex te Dorsthorst, bewegen synchroon met de silhouetten op het scherm wat tot een mooi samenspel tussen mens en animatie leidt.
Het tweede deel van het tweeluik Droomschetsen, Kruimeldief, laat een nog bijzonderder gebruik van de mogelijkheden van computer en techniek zien. Het verhaal is bijzonder grappig en wordt zo beeldend gedanst en getekend, dat de daadwerkelijke choreografie bijna ondergeschikt is. Nadat zijn vrouw ervandoor is, krijgt een man een relatie met een robotje. Hun romantische pas de deux is geestig, zeker als we de robot in ’t geniep een kusje zien stelen bij de kruimeldief, die schijnbaar roerloos aan de getekende muur hangt. Daarmee is Droomschetsen een lichtvoetige en erg leuke toevoeging aan het Parade-programma, waar dans op deze manier toch een bijzondere plek inneemt. (Ruth van Beek)
terug naar boven

Pussy (Marie&Marie)
Gezien: 4 augustus, Martin Luther Kingpark, Amsterdam

De eerste stunt van de avond is al een feit als het publiek zich nog op de banken moet nestelen: volgens goede Parade-traditie hebben de makers met hun verkooppraatjes de voorstelling uitverkocht, met als resultaat dat een kleine zestig mensen zich in een zweterig benauwd tentje moeten proppen. Hopelijk is het de moeite waard, want nog voor de lampen aangaan, begint het zweet al te stromen.
Helaas is Pussy van Marie&Marie die zweetdruppels niet waard: de voorstelling is onzinnig, vermoeiend en niet grappig. Op de flyer staat een contactadvertentie van ‘Xandra en Vivian’, die op zoek zijn naar een vlotte, knappe, charm. met gevl. voor hum., integere man die wel een gezellig goflballetje met ze wil slaan. Op de mini-green in theatertent De Luxe bestaat de ontmoeting tussen de twee dames vooral uit veel schrikachtige gegil, zenuwachtige manoeuvres, onzinnig gebabbel en o ja, er is ook nog een verhaallijntje. Iets met een dooie hond en een bebloede lap tussen de struiken. Ilse Ott en Rosa Mee hadden een half uur om een verhaal te vertellen vanuit een basis die op papier best veelbelovend is: twee bekakte vrouwen die een blind date op de golfclub regelen. Maar ze slaan vrijwel iedere plank mis; alleen de aankleding verdient een thumbs-up.
Er is geen clou, slechts een sporadische leuke grap en verder veel hysterie. Op hun best weten Marie&Marie je hooguit flink te irriteren. En dan is zo’n half uur opeens heel lang. (Ruth van Beek)
terug naar boven