Muziek / Reportage
special: Let's Get Lost 2015

Op zoek naar muziek in de Zwolse binnenstad

Voor de vierde keer vond in Zwolle Let’s Get Lost plaats. In music and places was er ditmaal aan de festivalnaam toegevoegd. Hoewel verdwalen in de binnenstad zelf ietwat lastig mocht zijn, zouden de muziek en locaties daar ongetwijfeld wel voor zorgen.

Dat begint al vroeg: halverwege de middag starten er gratis sessies op verschillende plaatsen in de stad, bijvoorbeeld in museum De Fundatie. Met een afterparty tot diep in de nacht is het dan ook de gehele zaterdag mogelijk om in de Overijsselse hoofdstad aan je muzikale trekken te komen. Van de neoklassieke pianist Michael Price tot de noise-rockers van METZ en Paceshifters: ook dit jaar biedt Let’s Get Lost voor nagenoeg elke muziekliefhebber een optreden naar zijn gading.

Husky - foto Linda Wispels

Husky onstage

Tijd te kort en te veel

De Statenzaal zit helemaal volgepakt als Husky met ‘Ruckers Hill’ driestemmig aan hun optreden begint. Van tevoren tuurt het publiek nog massaal in zijn programmaboekje om de beste Let’s Get Lost-route te bepalen, maar vanaf de eerste noot van het viertal is het muisstil. De voormalige vergaderruimte van de Provinciale Staten blijkt de perfecte plaats voor de folkliedjes van de langharige mannen. De toch al sfeervolle nummers komen door de ambiance van de Statenzaal extra tot hun recht en bij de toeschouwers gaat het er terecht in als koek. Na drie kwartier zit de tijd er toch echt op. Het soebatten van de Australiërs om slechts één nummer extra maakt geen verschil. Tijd om maar eens een kijkje bij een andere locatie te nemen.

Stijlvol in het zwart stapt Todd Dorigo met zijn band het podium op. Bij aanvang is de ruimte nagenoeg leeg, maar langzaam druppelen er mensen binnen. Toch voelt de grote zaal van Hedon als een te ruime jas. De toeschouwers houden zich overal mee bezig, behalve met het optreden. Ook Todd en zijn begeleiding tonen zich niet bijzonder geïnspireerd. Pas op het einde komt het publiek een heel klein beetje los, maar dan houdt Dorigo het al voor gezien. De tien minuten die overblijven, zou Husky maar wat graag aan hun set hebben toegevoegd.

Holy Holy als hoogtepunt

Holy Holy 's middags in de Fundatie - foto Erik Delobel

Holy Holy ’s middags in de Fundatie.

De volgende act op de agenda is Holy Holy. Al een half uur voor aanvang staat er een rij bij stadscafé Blij, waar een bijzonder steile trap de wachtenden naar boven voert. De bovenzaal is warm en muf, maar bovenal vol met mensen die benieuwd zijn naar de nummers van de Australiërs. En met reden, want live klinkt de op plaat toch al aanstekelijke indierock nog veel beter. Holy Holy speelt strak en enthousiast: al bij het eerste nummer staat zanger Timothy Carroll te springen en krijgt hij de bijna onverdeelde aandacht van de aanwezigen. Absoluut een hoogtepunt van de avond, en zeker een band om in de gaten te blijven houden. “See you at the bar!” roept Carroll na afloop van de set. Een andere keer misschien, want nu wacht de Statenzaal weer.

Daar is Sales al aan de gang. Dat de zaal deze keer slechts half gevuld is verwondert niet, want het Amerikaanse duo komt met zijn lo-fi muziek en optreden niet helemaal uit de verf. In tegenstelling tot de show van Husky is de locatie in dit geval geen bonus die de performance extra kracht bijzet.

Prachtig pianissimo-optreden

De teleurstelling over Sales is snel vergeten, want de volgende act in de Statenzaal staat al op het punt van beginnen: Michael Price. Een naam die wellicht weinig bellen doet rinkelen, maar de Engelsman is zeker niet de minste. Zo is hij medecomponist van de soundtrack van BBC-hitserie Sherlock en maakt hij deel uit van het louter kwaliteit leverende label Erased Tapes. Met die kennis in het achterhoofd, kun je met een gerust hart zonder verdere voorbereiding naar zijn optreden uitkijken.

Helemaal vol is de ruimte bij Price evenmin, maar de aanwezigen hebben het geluk een intieme en ingetogen afsluiting van het Statenzaalprogramma mee te maken. Daarbij is werkelijk elk bijgeluid te horen, van het openen van een blikje tot de rammelende maag van de achterbuurman. Maar dat alles verbreekt de magie niet. Price zet een prachtig pianissimo-optreden neer – de beste man speelde behoorlijk zacht – dat eindigt met een crescendo van strijkers.

Al met al was ook deze editie van Let’s Get Lost weer een bijzonder prettige. Met de vele mooie locaties, het gevarieerde en uitgebreide programma en de vriendelijke sfeer heeft Zwolle een festivalformule in handen die zeker niet verloren moet gaan.