Muziek / Reportage
special: Presentatie van de plannen @ Theater Carré
Nederlandse Reisopera

Nederlandse Reisopera – seizoen 2016/17

Het verleden en de toekomst ten huize van de Nederlandse Reisopera staan in het teken van geldzorgen. Nicolas Mansfield, directeur, benadrukt tijdens de pers- en genodigdenpresentatie op 20 april jl. in de foyer van Theater Carré niet alleen de noodzaak van het bestaan van een nationaal operagezelschap, maar vooral de nodige kwaliteitseisen om het publiek te blijven trekken. En kwaliteit kan niet zonder een fatsoenlijke geldpot.

De zon die in de foyer van Theater Carré door de geopende ramen van het balkon naar binnen dringt, lijkt de sfeer van de bijeenkomst te bepalen. Nicolas Mansfield opent de presentatie met de highlights van de afgelopen periode. De stijgende bezoekerscijfers van vijftig naar tachtig procent, en de alom groeiende belangstelling voor de Nederlandse Reisopera, bewijzen hoe onrechtvaardig de beslissing van de overheid om de subsidies met zestig procent te korten is geweest.

De opera leeft
François van den Anker, hoofdredacteur van het online operamagazine Place de l’Opera, maakt de feiten nog harder met de publiekprijs van zijn lezers, die dit keer gaat naar de productie Orphée en Eurydice van Gluck die de Nederlandse Reisopera in 2015 uitvoerde. Floris Visser, regisseur en leider van het artistieke team, verdient naast Manfield alle lof en neemt de prijs in ontvangst. Ondanks het gebrek aan geld en de donkere wolken boven dit operagezelschap zet Mansfield goedgemutst de plannen voor de komende drie jaar uiteen. Mozart, Verdi, Wagner, Richard Strauss en zelfs Korngold staan op de planning voor de grote zaalproducties van 2017 tot 2020. “De opera blijft leven,” herhaalt Mansfield, “we brengen de kunst naar jong en oud en we laten mensen muziek in talrijke andere projecten beleven. En dat blijven we doen omdat de passie voor muziek niet in is geld te vertalen – al gaat het niet zonder geld.”

Seizoen 2016/2017
Twee producties springen volgend seizoen uit de programmering naar voren. Als eerste krijgt Mozart de aandacht. “Een seizoen zonder Mozart is welhaast ondenkbaar,” stelt Mansfield in de subsidieaanvraag voor 2017-2020 vast. Net zoals Mozart behoeft ook zijn opera Don Giovanni geen extra reclame. Tijdens de presentatie zingt de uit Letland afkomstige sterbariton Agris Hartmanis de lievelingsaria’s van deze opera en laat ons de productie alvast voorproeven. Maar wat de eerste realisatie/uitvoering van 2017 zo bijzonder maakt zijn twee Britse vrouwen die aan de leiding staan: Julia Jones, dirigente en Joanne Davies die de regie in handen neemt. Voor het eerst is de o-zo-mannelijke opera in de handen van vrouwen beland. Volgens Mansfield een bewuste keuze: “Naast het feit dat er sowieso meer vrouwen een leidende rol moeten krijgen in de operawereld, is het bijzonder deze macho-opera van de andere kant te laten zien.”

In het tweede werk dat zeker na de zomer een aanrader is, staan de aandacht, de rol en de waarde van cultuur centraal: Ariadne auf Naxos, een tragikomische opera van Richard Strauss. Het lijkt geen toeval te zijn dat juist deze opera als eerste productie het komend seizoen opent. Honderd jaar na de première die 1916 in Wenen plaatsgevonden heeft, zijn de problemen rondom kunst nog steeds herkenbaar. “De opera onderzoekt de rol en de waarde van kunst en cultuur in onze samenleving en stelt ons de vraag: wie betaalt er voor kunst?” schrijft regisseur Laurence Dale in het persbericht.

Bijzonder
Naast opera’s staan ook andere activiteiten op het programma. Er zijn vele activiteiten in de planning die de operawereld laagdrempelig maken en een zo breed mogelijk publiek bereiken. Talentontwikkeling en samenwerking zijn de hoofdthema’s bij het organiseren van bijvoorbeeld de Meezing Messiah in het Koninklijk Theater Carré, het deelnemen aan festivals, het uitnodigingen van jonge zangers tijdens producties, zangworkshops en participatie in landelijke educatieprojecten. Vanuit de overtuiging dat opera een universele kunstvorm is, ongeacht leeftijd, achtergronden en religieuze tradities, zou de Nederlandse Reisopera ook door het ministerie opgemerkt en gewaardeerd moeten worden. Mansfield produceert zelfs een film voor de overheid waarin een terechte ‘kreet om geld’ te horen is. Al met al staan het publiek bemoedigende plannen met veel gezonde ambitie te wachten die hopelijk kans van slagen krijgen.