Muziek / Achtergrond
special: Townes van Zandt - The late great Townes van Zandt

De eenzaamheid van de zingende cowboy

In 1972 wankelde singer-songwriter Townes van Zandt (1944-1997) op de rand van de afgrond. Verslaafd aan drank en drugs en gefrustreerd door de onverschillige ontvangst van zijn muziek, was hij het einde nabij. Dat hij toch overleefde bewijst het meesterwerk The late great Townes van Zandt (1973).

~

Het had weinig gescheeld of Townes was in 1972 toegetreden tot de legendarische ‘Club van 27’. Maar hoe hij ook op de deur klopte, er werd niet opengedaan. Zelfs Janis Joplin, een jaar eerder gestorven en door Townes toegezongen, gaf geen gehoor. Net als bij Janis was heroïne de boosdoener: na een overdosis werd Townes in de ambulance tot twee maal toe klinisch dood verklaard. Eenmaal in het ziekenhuis wisten de artsen hem wonder boven wonder weer tot leven te wekken.

Hetzelfde jaar zette hij The late great Townes van Zandt op plaat. De titel is een wrange herinnering aan zijn bijna-doodervaring, maar ook een bitter-ironische geste richting de muziekindustrie. Terwijl hij al jaren albums opnam en optredens gaf, was zijn naam zo goed als vergeten. De ‘humor’ van de titel, extra aangezet door een albumhoes in de vorm van een overlijdensbericht, was niet aan iedereen besteed. Sterker nog, Townes bleek inmiddels zo onbekend dat de boodschap letterlijk werd genomen: zijn moeder werd gecondoleerd met de dood van haar zoon, en het was een tijdlang lastig om optredens te boeken voor de ‘overleden artiest’.

Vogelvrije country
Inmiddels wordt The late great Townes van Zandt gerekend tot het beste werk van de Texaanse singer-songwriter. Townes van Zandt is lastig in een hokje te plaatsen, maar heeft veel gemeen met de zogenaamde outlaw country-beweging die in de jaren zestig en zeventig vanuit Tennessee en Texas het land onveilig maakte: Johnny Cash, Willie Nelson, Kris Kristofferson, later Steve Earle en Hank Williams Jr. Het is een rauwe vorm van country, weliswaar met fiddles en steel guitars, maar zonder de gezapige tranentrekkers van traditionele country.

Tegelijkertijd is Townes qua stijl verwant aan songwriters als Gene Clark en Mickey Newbury, die het vertrouwde geluid van country en folkmuziek mengden met jaren zestig-psychedelica en visionaire teksten. Op zijn eerste albums, vanaf For the sake of the song (1968), horen we geen vernieuwende muzikant of onvergetelijke zanger, maar wel een aardse stem die uit de rotsen van de Grand Canyon gegroefd lijkt, een dichter van ongepolijste, bondige poëzie, die altijd eerlijkheid en wijsheid verkiest boven elegantie en schoonheid.

The late great Townes Van Zandt
Voor de opnames van zijn vijfde plaat reisde de zanger af naar Nashville, Tennessee, de hoofdstad van de countrymuziek. Begeleid door een klein leger aan muzikanten – behalve (bas)gitaar en drums zijn ook violen, trompetten en fluiten te horen – nam hij elf nummers op. Het album opent met het optimistische ‘No lonesome tune’. Townes speelt met zijn reputatie als schrijver van hopeloze nummers als ‘Waiting around to die’ en ‘Nothin” en zet zijn album doelbewust in met de woorden ‘I ain’t gonna sing no lonesome tune’.

~

Daarop volgt een nieuwe versie van zijn Dylaneske ‘Sad Cinderella’, zonder de overdadige clavecimbel die de originele opname vergalde. Over eenvoudige begeleiding van piano en gitaar komt de verontrustende tekst, een ode aan een vroegere liefde, beter tot zijn recht: ‘When your magazine memory has spun you around / And you realize your lovers were just painted clowns / And outside your window you start hearing sounds / Where they’re building a cross for to burn you’.

Tragiek achter de muziek
Sommige van de nummers winnen aan diepgang wanneer we het verhaal erachter kennen. Zo is ‘Snow Don’t Fall’ een slepende pianoballade waarin Townes onder meer zingt: ‘My love lies ‘neath frozen skies, and waits in sweet repose for me’. Hoewel hij het nummer zelf beschouwde als zijn beste werk, weigerde hij het tijdens concerten ten gehore te brengen. Inmiddels weten we waarom.

In 1971 werkte Townes in een studio in Los Angeles. Op een dag had hij iets thuis laten liggen, en hij vroeg zijn 19-jarige vriendin Leslie Jo om het op te halen. Ze werd als lifter opgepikt door een man die haar naar een afgelegen gebied voerde, tientallen malen stak, en het verminkte lichaam in de berm dumpte. Met haar laatste inspanning kroop ze naar een nabijgelegen woonerf, waar ze doodbloedde vóór de ambulance arriveerde.

Bij het horen van dit nieuws zonk Townes weg in een depressie met diepe schuldgevoelens, die hij met grote hoeveelheden alcohol wegspoelde. De herinnering kon hij echter niet uitwissen, en leverde later de aangrijpende muziek van ‘Snow Don’t Fall’ op.

Cowboys en kanaries

~

Townes zelf mag ‘Snow Don’t Fall’ dan als hoogtepunt gezien hebben, zijn album werd beroemd door een tweetal andere nummers. ‘Pancho and Lefty’ werd gecoverd door artiesten als Willie Nelson en Merle Haggard, maar ook door Bob Dylan en Emmylou Harris. Over een simpele fingerpicking-begeleiding vertelt Townes het verhaal van twee archetypische Amerikaanse outlaws. De verteller begint met de openingszin: ‘Living on the road my friend, was gonna keep you free and clean, / Now you wear your skin like iron, and your breath’s as hard as kerosene’. In twee regels schetst Townes de tragiek van zijn leven zonder thuis: de onbevangen droom van vrijheid en dan de harde werkelijkheid van eenzaamheid en lichamelijk verval.

‘If I Needed You’ is zijn andere succesnummer en werd met name bekend in covers door Emmylou Harris en Don Willians, en recenter Andrew Bird. Het is een bescheiden liefdesliedje met een simpele tekst en melodie, maar tegelijk van een zeldzame eerlijkheid. Het laatste couplet opent met de curieuze, onbegrepen regels ‘Loup and Lil agree / She’s a sight to see’, die Don Williams weigerde te zingen. Pas jaren later werd duidelijk dat de namen Loup and Lil verwijzen naar de twee kanaries die Townes overal mee naartoe nam toen hij de tekst schreef – een voorbeeld van zijn neiging om obscure details uit zijn privéleven in teksten te verwerken.

Man zonder verleden
Het is soms al te verleidelijk om het levensverhaal van de artiest in zijn muziek te zien, maar in het geval van Townes van Zandt is het moeilijk te vermijden. Niet voor niets verschenen na zijn dood in 1997 al twee biografieën om de man te doorgronden die schuilgaat achter deze vreemde muziek, die zoveel wijsheid en verdriet in zich draagt.

Townes van Zandt werd geboren in een welgestelde Texaanse familie met Nederlands bloed (vandaar de achternaam) en groeide relatief gelukkig op. Maar op zijn negentiende begonnen de geestelijke problemen en verslavingen waar hij zijn leven lang mee kampte. Na een psychotische episode brachten zijn ouders hem naar de medische afdeling van de Universiteit van Texas. Daar kreeg hij coma- en shocktherapie, en na twee maanden keerde hij terug, met een ongeschonden lichaam maar een wezenloze blik in zijn ogen.

Al gauw bleek dat de therapie het grootste gedeelte van zijn jeugdherinneringen weggebrand had. Het is alsof toen de bodem onder zijn bestaan weggenomen werd, alsof hij vanaf dat moment nooit meer iets had om op terug te vallen. Zijn muziek werd de muziek van een man zonder verleden, die door Amerika waart en te midden van eenzaamheid en liefde, wanhoop en verslaving zoekt naar een weg, naar een aardse wijsheid die hem terug kan voeren naar zijn verloren thuis.

Leven is vliegen
Er blijft altijd iets van mysterie hangen rond deze artiest, hoeveel biografieën er ook verschijnen. Deels is dit de fascinatie voor een bandeloos bestaan, voor iemand die de grenzen van het leven zocht (en vond), de artiest in de ban van depressies, te vroeg gestorven. Maar toch is het meer dan de aantrekkingskracht van het gekwelde genie.

Zijn moeilijke levensweg werd opgelicht door muziek en liefde, maar Townes van Zandt zag ook de duisternis die in de mens en in de wereld is. Zijn muziek, aldus de schrijver William Hedgepeth, draagt de vrees en droefenis in zich van ‘a sensitive man who has looked into the abyss and seen – the abyss’. Maar uit de harde materie van zijn leven schiep hij heldere, poëtische muziek, die tegelijk van de Texaanse aarde en van de universele hemel is.

Niet voor niets zei Steve Earle ooit dat Townes van Zandt de beste songwriter ter wereld was ‘and I’ll stand on Bob Dylan’s coffee table in my cowboy boots and say that’. Ondanks een leven van drugs- en drankverslavingen, traumatische liefdes en rampzalige therapieën, wendde Townes van Zandt zijn blik nooit af. Op zijn beste albums aanvaardt hij het leven onvoorwaardelijk: vreugde en verdriet, verslaving en vervoering, zonder nostalgie of vals sentiment. En hij vraagt hetzelfde van zijn luisteraars: ‘To live is to fly,’ zingt hij, ‘so shake the dust off of your wings, and the tears out of your eyes’.