Muziek / Achtergrond
special: Rock Werchter, 29 juni - 2 juli 2006

Rock Werchter gered door het weer

Weinig mensen zullen na afloop van dit festival met een slecht gevoel huiswaarts zijn gekeerd. Vier zonovergoten dagen en het goed georganiseerde festival lieten niets te klagen over. Ook muzikaal was er voor iedereen wel iets te vinden – of je nu van soul, punk, reggae, lounge, rock, dansmuziek of eenvoudige lichtverteerbare pop hield, alle genres waren vertegenwoordigd. De dagen vlogen voorbij en voor je het door had was het festival alweer voorbij.

Foto: Dick Doe
Foto: Dick Doe

Op het terrein waren twee podia aanwezig, waarbij op het hoofdpodium de ‘grote namen’ stonden en de Pyramid Marquee tent gereserveerd was voor meer intieme concerten. Helaas overlapten de programmeringen van de twee podia elkaar constant. Afgezien van het feit dat het simpelweg te warm was om continu heen en weer te sprinten, was het zien van 59 bands in vier dagen wat teveel van het goede. Op den duur zit je ‘gewoon vol’. Het was dus zaak het kaf van het koren te scheiden. Maar met wat teveel ‘kaf’. Waarbij ik direct opmerk dat het goed mogelijk is dat ik het koren gemist heb door een verkeerde schifting.

Donderdag 29 juni

De eerste dag wist eigenlijk alleen TOOL te verbazen, waarbij ik geboeid luisterde hoe de strakke ritmes live stand hielden. Manu Chao, The Red Hot Chili Pepers en de Black Eyed Peas deden waarvoor ze ingehuurd waren, elk met voldoende hits om het publiek vast te houden en mee te laten zingen. Maar de routine droop er vanaf.

Vrijdag 30 juni

De tweede dag begon beter. Het was ’s middags een waar feest voor het oor toen achtereenvolgens Editors, The Kooks en Clap Your Hands Say Yeah speelden. Alec Ounsworth, de zanger van de laatste band, gaf zich volledig en schreeuwde piepend de longen uit zijn lijf. Daardoor hoorden de toehoorders aan het eind van het optreden een totaal nieuwe versie van In this Home on Ice. De hoge net niet (of wel?) valse stem was vervangen door een hees, bijna normaal geluid. Hiermee was de toon gezet voor de volgende bands. Op de muziek van Elbow, Live en Anouk was weinig af te dingen. Het vormde een aangenaam achtergrondmuziekje voor iedereen die languit in het gras lag te zonnen.

The Who (foto: Dick Doe)
The Who (foto: Dick Doe)

Een stilte voor de storm, want, thank god, toen kwam, zag en overwon Muse. Twee jaar geleden stond deze band ook al als een van de hoofdacts geprogrammeerd. De duidelijk jongere groep gaf een enigszins geforceerde, te strakke show, waarbij ze constant boven het geschreeuw van de tienermeisjes uit probeerde te komen – alsof je naar een boyband stond te kijken. Ditmaal zagen we een groep die een overtuigende set neerzette, waarbij bleek dat zowel het publiek als de band volwassen waren geworden. De nieuwe nummers klonken veelbelovend, minder eentonig en niet ‘meer van hetzelfde’, zoals het geval was bij de vorige cd Absolution. Voor, tijdens en gelukkig ook na dit optreden speelde in de tent Radio Soulwax. Dit jaar hadden de broertjes Dewaele de regie voor de hele vrijdagavond toegewezen gekregen. Tussen Radio Soulwax en 2 Many DJ’s, twee eigen projecten, verzorgden Vitalic en Tiga waardige gastoptredens. Terwijl in de tent het dak eraf ging, speelde voor de mensen die wat minder actie wilden, aan de andere kant The Who. Een grote naam, maar naar mijn idee een week te vroeg. Qua uitstraling past deze band beter bij Werchter Classics, dat op 8 juli plaatsvindt.

Zaterdag 1 juli

Zaterdagochtend mocht de Australische band Wolfmother de aftrap verzorgen. Een goed begin voor een pittig dagje muziek. Want later op de dag volgden optredens van Artic Monkeys, die voor een nieuwe band met weinig hits verbazingwekkend lang overeind bleven op het grote podium, The Raconteurs, die een oninteressante muur van geluid neerzetten, en Franz Ferdinand, die overtuigend lieten zien dat zij de laatste jaren zijn uitgegroeid tot een volwaardige hoofdpodiumact. Voor mensen die het zo al warm genoeg vonden was er voldoende aanbod om met een pintje in de hand te relaxen. Eerst bij de surfer met muzikale nevenactiviteiten Donavon Frankenreiter, een net iets te duidelijk muzikale tweelingbroer van Jack Johnson in een hippie-outfit. Daarna was het optimaal genieten met de Belgische band Absynthe Minded. Bij My Heroics werd hier en daar zelfs een traantje weggepinkt.

Wolfmother (foto: Dick Doe)
Wolfmother (foto: Dick Doe)

Daarna snel naar de andere kant, om nog even te zien hoe Kaiser Chiefs heel hard hun best deden om hun muziek leven in te blazen, maar waarbij ik wel het gevoel had de juiste keuze te hebben gemaakt door naar de tent te gaan. Het spitsgedeelte van de dag werd ingewijd door Placebo, dat inmiddels zoveel ervaring en hits heeft dat de band zonder al te veel inspanning het publiek meekreeg. De afsluiter van de derde dag was ons aller dEUS. In de krant mocht dan de volgende dag staan dat zij het veld plat speelden, maar dit was kennelijk vooral door een vlaag van chauvinisme ingegeven. Hoewel, ergens klopte het inderdaad dat het veld plat ging; want terwijl ‘de goden’ aan het spelen waren, ging een deel van het publiek richting tent en matras. Het optreden was qua show en nummerkeuze nagenoeg gelijk aan dat waarmee zij de laatste tijd de Nederlandse podia hebben aangedaan – en geen reden om speciaal naar België af te reizen.

Zondag 2 juli

Eels (foto: Mariska Mulder)
Eels (foto: Mariska Mulder)

Terwijl ik al even bang was dat we het hele festival geen enkele echte show te zien zouden krijgen, was daar halverwege de vierde dag, als geschenk uit de hemel, de onovertroffen Redder Des Festivals, Eels. De band waarvan ik dat het minst verwacht had, gaf de grootse show weg. Bij aanvang werd een vooruitgeschoven groepslid van de band uitgefloten, een kleine slip of the tongue, toen de zwaar getatoeëerde crimineel met een Security-shirt opeens op het scherm verscheen. Het duurde even voordat iedereen besefte dat hij bij de band hoorde… Na het optreden was het publiek om en werd de man op handen gedragen. Waar een groot deel van de acts duidelijk leunde op de hits, ging Eels zijn eigen gang. De bekende nummers waren bijna onherkenbaar in een strak rockjasje gegoten, en de helden gooiden – je moet maar durven, er een twintig minuten durende versie tussendoor van Not Ready Yet. En iedereen slikte het als zoete koek!

De overige van de bands op de laatste festivaldag klonken goed, maar bijna niets wist hierna meer te overtuigen. Het bleef bij wat heen hen weer lopen, standjes kijken, etensbonnen opmaken, terwijl op de achtergrond muziek klonk. Het festival leek zwevend op Hooverphonic en Depeche Mode een stille dood te sterven, totdat in de Marquee opeens het dak eraf vloog bij de ultragaye kitschdiscopop van The Scissor Sisters. Je moest even door de schaamte heen bijten, totdat je merkte dat jij niet de enige was die zijn voeten niet op de grond kon houden. Sterker nog, tot aan het veld ging iedereen los en de zaal vulde zich met energie. Heerlijk fout, maar wat waren ze goed! De serieuze afsluiter van Werchter, Depeche Mode, kon met hun donkere electrobeats de vrolijke tonen van de Scissors niet meteen afremmen. Opeens klonken de langgerekte zwarte tonen als vrolijk dansbare muziek, waardoor het dansen doorging tot het traditionele vuurwerk ontstak. In polonaise verlieten we vervolgens het terrein…

Maar toch…


… dat de vier dagen voorbij waren gevlogen, had niet alleen met het mooie weer te maken. Op Werchter verwacht ik de Grote Goden uit de muziek. De Lijst met Grote Namen die dit jaar aanwezig waren, bestond echter grotendeels uit gevallen of bejaarde sterren met hun hoogtijdagen (ver) achter zich. De Peppers, Manu Chao en Depeche Mode kregen het publiek wel mee, maar ze brachten niks extra’s. Van deze artiesten kun je kwaliteit verwachten, daar worden ze voor betaald. Maar het was net iets te duidelijk dat het gewoon hun werk was en op routine speelden. Ze hebben zoveel hits, dat iedereen toch wel meezingt. Dit werd helaas ook niet gecompenseerd door een spektakelshow, zoals bij Metallica of Rammstein. De enige echte shows waren die van de Scissor Sisters en Eels. Beide op de laatste dag, op plaatsen of tijdstippen die voor de mindere goden zijn gereserveerd. Andere grote namen zoals The Who en Robert Plant, leken een week te vroeg geprogrammeerd te zijn en pasten beter op Werchter Classics. Een flink aantal van de overige bands had daar overigens ook prima kunnen staan zonder uit de pas te lopen, waarbij ik met stip Live nomineer. Ten slotte stonden op het hoofdpodium twee avonden achter elkaar Belgische bands op TopTijdstippen geprogrammeerd; dEUS en Hooverphonic. Afgezien van de kwaliteit zijn dit niet de bands waarvoor ik naar België afreis; zij komen al jaren op de Nederlandse podia en zijn erg toegankelijk. Volgend jaar beter. Al met al paste de muziek goed bij het weer, was de sfeer goed en vloeide het bier rijkelijk. Maar bij regen was muziek luisteren in een tent op de camping een zeer reële optie geweest…