Muziek / Achtergrond
special: North Sea Jazz Festival zondag

Tropen en Oranje op een jazzfestival

De luchtregulatie draait overuren als op zondag de tropentijden weer zijn aangebroken. Maar in de zaal waar vermaard bassist Stanley Clarke optreedt, lijkt zelfs de airco oververhit. Het zweet gutst over de ruggen van het publiek in een ruimte die als een sauna aandoet. Ook de muzikanten hebben het warm.

~

Gelukkig belet hen dat niet een wervelende show te geven. De innemende Japanse pianiste Hiromi is een bezienswaardigheid op zich. Haar virtuoze spel herbergt klassieke invloeden, maar sluit vooral perfect aan op de fusion waar Clarke zo geroemd om is. De twee vinden elkaar blindelings. Het internationale gezelschap (de toetsenist komt uit Israel) biedt sowieso een schoolvoorbeeld van samenspel. Ze geven elkaar de ruimte voor solo’s, maar vullen elkaar zelfs daarin aan. En dat onder leiding van een van de beste bassisten en bandleiders van het festival. Clarke stuurt zijn band, moedigt ze aan en applaudiseert. Het is een genot om te kijken naar een band die kwalitatief zo sterk is, maar waar vooral het plezier vanaf spat. Ze spelen met een lach.

~

Een van de levende legendes van het festival is Sonny Rollins. Inmiddels tachtig jaar, speelt de saxofonist nog altijd dynamisch. Hij ziet in jazz de mogelijkheid van expressie, maar doet dat beheerst en vol ervaring. Als een oude stoomlocomotief tuft hij over het podium in karakteristieke houding: voorovergebogen, met een veel te grote witte blouse, alsof zijn sax niet te tillen is, maar hij daarin volhardt. Een locomotief die charmanter is dan welke trein dan ook en nog altijd rijdt. Zijn band laat hem het werk doen, hoewel Rollins af en toe het sein geeft aan een andere muzikant om te soleren. En zelfs zo’n sein geeft hij met zijn instrument. Hij is nog altijd de koning van de bop, speelt iedereen eruit. Hier kun je niet anders dan diep respect voor hebben.

Publiekslieveling

De hitte en de spanning beginnen toe te nemen. Buddy Guy biedt verlichting. De 73-jarige bluesgitarist is een ware attractie. Zijn diepe en rauwe stem is nog altijd een feest om te horen, en uit zijn gitaarspel spreekt in plezier omgezette pijn. Hij benadrukt zijn statuur als podiumbeest meermaals, als hij het publiek inloopt, met een handdoek zijn snaren bespeelt of eraan plukt met zijn mond. Guy is een showman, en vindt het zelf ook jammer als hij klaar is. Hij heeft misschien wel tijd om nog even te kijken naar een krankzinnig maar zeer vermakelijk Japans circus. Het Shibusa Shirazu Orchestra laat zien dat jazz ook een man in een rode onderbroek en een dansende vrouw met twee grote bananen is. Het collectief combineert zo’n beetje alle bestaande culturele uitingen tot een show die zonder twijfel de origineelste van het festival is.

Een WK-finale is dan niet origineel, deze laten zien in de grootste zaal van het North Sea Jazz Festival is dat misschien wel. De organisatie kon er eigenlijk ook niet onderuit, nadat kaartjes voor de zondag massaal op internet aangeboden werden. Maar het is uitverkocht, en nu staat het grootste deel van de bezoekers klaar om naar voetbal te kijken. Niet zo handig wat dat betreft is het (overigens zeer fraaie) optreden van Ben Harper, dat precies om half negen gepland is te eindigen. Het publiek blijft niet netjes, en begint hier en daar te fluiten als het erop begint te lijken dat het concert uitloopt. Oneerbiedig. Harper stopt er maar mee, en krijgt nog wel een groot applaus. Dat lijkt echter vooral voort te komen uit opluchting dat het voetbal niet gemist wordt.

De wedstrijd begint, het festival verandert in een stadion. De spanning is overal voelbaar. Maar dat wat een volksfeest moet worden, verloopt dramatisch. Nederland verliest in de laatste minuten van de verlenging door een goal die nooit had mogen tellen. De tranen staan op het gelaat van menige bezoeker. Voor Stevie Wonder rest een schier onmogelijke taak: het troosten van een natie.

Gedroomde afsluiting

~

Maar hij flikt het. Zijn concert wordt de apotheose van een bizarre festivaldag. Uit elk nummer, elk couplet en elke noot spreken Stevies talent en zijn liefde voor muziek. Hits komen langs: ‘Uptight’, ‘Superstition’ (twee keer), en ‘For Once In My Life’ en ‘Don’t You Worry ‘Bout A Thing’ begint de zaal ook echt te geloven. Maar hij laat zich ook van een andere kant zien door op mondharmonica Dave Brubecks ‘Take Five’ te spelen. Na afloop excuseert hij zich: hij is naar eigen zeggen nog aan het oefenen op het stuk. Hij kan het maken. Stevie oogst alleen maar waardering. Ook lijkt het erop dat hij zich muzikaal nog steeds ontwikkelt. Een jazzy pianosolo laat zien hoe ver zijn talent reikt. Een kus van Quincy Jones in zijn nek geeft blijk van het respect dat de veelzijdige muzikant overal geniet. Uit datzelfde respect draagt de hele band een zonnebril. Hij is continu bezig met het publiek, lijkt van elk moment te genieten. En het onmogelijke krijgt hij gedaan, want voetbal wordt even vergeten. Een groter contrast is werkelijk niet mogelijk, maar Stevies boodschap is er een van liefde voor muziek. Dit festival had zich geen mooier slot kunnen wensen. Laat iedereen naar Stevie Wonder luisteren.