Kunst / Achtergrond
special: Videowerken van Andrea Fraser en meer

De kunstenaar als hoofdrolspeler

.

Binnen de beeldende kunst zijn er genoeg onderwerpen om af te beelden, uit te werken of om over te spreken. Dat er soms kunstenaars daarnaast ook nog eens zelfportretten maken is bekend, maar het kan nog veel verder gaan. In De Hallen in Haarlem zijn een aantal kunstenaars te zien die juist hoofdzakelijk zichzelf als hoofdpersoon nemen. Met maar liefst vier gelijktijdig geopende tentoonstellingen brengt het museum deze manier van werken in beeld.

Opgedirkte wereld
De Amerikaanse kunstenares Andrea Fraser werkt op een manier die maakt dat zij wel de hoofdpersoon, maar eigenlijk nooit zichzelf is. Als een actrice neemt ze in haar performances eigenhandig de internationale kunstwereld onder de loep. Site-specific interventions noemt ze haar werken. Museumdirecteuren, kunstenaars en critici worden door Fraser nagespeeld. Ze beeldt hen uit als karikaturen in de natuurlijke habitat van museum of galerie. Neem het fictieve personage Jane Castleton, een museumgids die in overenthousiaste taal zowel de schilderijen als de museumtoiletten bezingt. Ze zou zelfs het liefst een kunstwerk willen zijn. Wouldn’t it be nice to live like an art object? vraagt ze dromerig in de video Museum Highlights: A Gallery Talk (1989).

Hoewel Fraser ook soms andere acteurs de performances laat uitvoeren, is ze toch vooral bekend geworden door zelf al deze rollen te vertolken. Vooral met haar museumrondleidingen eind jaren tachtig verwierf Fraser (of: Castleton) haar faam. Onlangs kocht De Hallen een serie video’s van Fraser aan. Het is een selectie van zowel haar vroege als nieuwere performances, van waaruit zichtbaar wordt dat Fraser met haar kenmerkende performances inmiddels terecht een plek in de kunstgeschiedenisboeken heeft verworven.

Andrea Fraser, Little Frank and His Carp (2001)
Andrea Fraser, Little Frank and His Carp (2001)

In Little Frank and His Carp (2001) loopt ze beduusd door de entreehal van het Guggenheimmuseum in Bilbao, slechts geleid door de audiotour. Een vaderlijke stem vertelt haar het wonderlijke verhaal achter de vloeiende, sensuele architectuur van het gebouw. Ze is zichtbaar geraakt door de woorden en gaat er zelfs zo ver in mee dat ze op den duur halfnaakt hitsig tegen de organische muurpanelen staat aan te schurken – nog geen kunst gezien, en nu al in extase. Fraser blaast in haar performances de vaak opgedirkte kunstwereld nog een tikje verder op, maar blijft juist door haar humoristische benadering een onschuldig soort criticus.

Hectische pulp
Iemand die daarentegen probeert zo min mogelijk een rol te spelen en zo veel mogelijk zichzelf te zijn, is Erik van Lieshout. Hij is de ster in zijn eigen leven, zo lijkt het, al is dit leven verre van benijdenswaardig. Het is een hectische aaneenrijging van ruzies, lachbuien, bloedserieuze gesprekken en puberale ongein, dit alles in een duizelingwekkend tempo. Voor de tentoonstelling in Haarlem werkte Van Lieshout een aantal maanden samen met de Amerikaanse Kelley Walker, een kunstenaar die helemaal niets van zichzelf in zijn beelden achterlaat, maar juist op een veel analytischer wijze te werk gaat.

In een boomhutachtige installatie worden de twee nieuwste roadmovies van Van Lieshout getoond. We zien de kunstenaar en een kompaan in Guantanamo Baywatch (2007) door Beverly Hills rijden en rondhangen in hun hotelkamer, een toespraak van Beatrix op de achtergrond. De stijl van Van Lieshouts video’s sluit goed aan bij de hedendaagse manier van televisiemaken. Veel persoonlijke interviews, snelgemonteerde onbetekenende tussendoor-opnames; pulp. Toch weet Van Lieshout door de afgewogen montage en de onuitputtelijke stroom hoofdbrekende one-liners zijn pulp wel tot hoge kunst te verheffen. Het irritante mannetje als indrukwekkend middelpunt.

Afplaktape
De samenwerking tussen Van Lieshout en Walker krijgt helaas niet zo duidelijk vorm. Ze bestaat uit een reeks collages en de installatie waarin de video’s van Van Lieshout zijn te bekijken. Van ingewikkelde constructies voor zijn videopresentaties was Van Lieshout echter al langer niet vreemd. Zo koos hij in zijn overzichtstentoonstelling in museum Boijmans van Beuningen eind 2006 voor garageboxen en autowrakken “om het publiek het echte leven te laten voelen”. Dat Walker hier in Haarlem het tapijt van de hut met portretten van George W. Bush bedrukte is misschien een leuke toevoeging, maar uiteindelijk niet meer dan de decoratie van Van Lieshouts privé-bioscoop.

Erik van Lieshout, still uit Homeland Security (2007)
Erik van Lieshout, still uit Homeland Security (2007)

Omgekeerd lijkt hetzelfde het geval. In 2006 maakte Walker een serie kritische aanpassingen van tijdschriftomslagen. De hier getoonde bewerkingen van Van Lieshout, die deze beelden verknipte en tot nieuwe, wilde collages samenstelde, werden door hun oorspronkelijke maker simpelweg weer onder de printer gegooid, zodat over de vervormde afbeelding de originele afdruk werd geprint. “Niets aan de hand” lijkt Walker er mee te zeggen. Alleen wie goed kijkt ziet Van Lieshouts afplaktape nog zitten.

Het is hen niet kwalijk te nemen. Net zoals Walkers toevoegingen aan Van Lieshouts installatie niet uit de verf komen, blijken Van Lieshouts collages en schilderingen verreweg de mindere van de veel technischer ingestelde Walker. Het samenbrengen van deze twee kunstenaars voelt hierdoor dan ook gekunsteld. Het zijn vooral de werken van Van Lieshout die deze tentoonstelling overheersen, waardoor hij niet alleen in zijn films, maar ook in zijn samenwerkingen dominant blijkt.

Naakt
Helemaal bovenin het Haarlemse museum, in het paviljoen, is een kleine tentoonstelling ingericht. Kiekjes, zelfportretten en familiealbums; in een hele reeks kunstenaarsboeken en multiples is iemands privé-leven in vitrines uitgestald.

In druilerige zwartwitfoto’s geeft Luuk Wilmering zijn eigen leven prijs – zijn vrouw, zijn dochters en vooral hijzelf. Klungelige humor en gevatte grapjes gaan gepaard met een liefdevolle documentatie van de thuissituatie en het eigen wel en wee. Het is niet allemaal even interessant, juist omdat het persoonlijke omgeven blijft met een onbestemd soort ironie. De meeste foto’s zijn geënsceneerd, wat een veilige afstand schept tussen de kunstenaar en zijn publiek. Hoewel hij diverse malen naakt in zijn foto’s figureert, geeft Wilmering zich op deze manier dan ook nooit helemaal bloot.

De collageserie in boekvorm A Personal Geographic (2005) ontstijgt de kleine gesloten wereld. Als drukbevolkte nieuwsfoto’s doen de beelden denken aan de politiek beladen collages van Martha Rosler. Enkel door de ondertitel van de reeks, ‘De werken van barmhartigheid’, plaatst Wilmering het geheel tevens in een bijbelse context, zonder dat daaraan te sterke bedoelingen lijken te kleven. Terwijl de afbeeldingen waaruit deze collages zijn opgebouwd immer actueel aandoen, maakt zowel de krachtige compositie als de bruinige sfeer ze tot tijdloze documenten.

Duif
Dat een eigen wereld niet alleen maar vastgelegd kan worden, maar dat het ook fantastisch is om er één te verzinnen, laat Guido van der Werve zien in zijn korte films. Associaties met Bas-Jan Ader zijn snel gemaakt, maar de films van Van der Werve zijn, hoewel even romantisch, veel surreëler. Het is de dromer die zich ten doel stelt zijn meest fabelachtige plannen ook écht uit te voeren. Hoe loop je, als je een duif bent? Wat voel je als je door een auto aangereden wordt? Van der Werve wil deze wonderlijke vragen beantwoorden door de dingen ook daadwerkelijk te doen, en wij mogen meegenieten – de camera loopt.

Guido van der Werve, still uit Nummer Acht (2007)
Guido van der Werve, still uit Nummer acht (2007)

Van der Werve, die met zijn korte films in 2004 al genomineerd werd voor de NPS prijs voor de Korte Film en onlangs nog de Volkskrant beeldende kunstprijs 2007 won, is al langer in de collectie van De Hallen vertegenwoordigd. In deze tentoonstelling is de nieuwste aankoop Nummer acht: Everything is going to be allright (2007) te zien. Een ijsvlakte, een ijsbreker, en een naar de camera toe lopende Van der Werve. Meer niet. Ruisende golven. het schip volgt hem op de voet, de ijslaag met beheerst geweld openscheurend, de verse voetsporen doorbrekend.

Gelikt
Zouden we geïnteresseerd moeten zijn in kunstenaars die het vooral over zichzelf hebben? Allereerst blijkt dat wanneer kunstenaars zichzelf als onderwerp nemen, dit niet automatisch betekent dat het ook echt alleen maar over henzelf zal gaan. Bij de kunstenaars die tot maart 2008 exposeren in De Hallen is weliswaar het onderwerp herkenbaar, maar de motivatie en realisatie ervan zeer divers. Fraser speelt in overdreven poses de kunstwereld na, Van der Werve doet dingen die we misschien allemaal soms wel willen doen. Waar het werk van Wilmering soms laat zien dat een al te persoonlijke benadering ook verkeerd kan uitpakken, kan het Van Lieshout – verpakt in gelikte video – niet persoonlijk genoeg zijn. Wellicht zouden we ons dan ook zelfs kunnen verheugen dat er kunstenaars zijn die in de overdaad aan materiaal dat hen ter beschikking staat zo af en toe naar zichzelf grijpen. Dat kunstwerken interessant zijn hangt immers niet af van het onderwerp, maar van de uitwerking.