Kunst / Achtergrond
special: Turner Prize 2005

And the winner is…

In 2004 zorgde de inzending voor de Turner Prize van het duo Ben Langlands/Nikki Bell, een interactieve digitale reconstructie van de verblijfplaats van Osama Bin Laden, voor zoveel ophef dat de korte film Zardad’s Dog op het laatste moment van de expositie moest worden verwijderd. Volgens Volkskrantcorrespondent Peter de Waard zou het ‘een Britse gerechtelijke jury kunnen beïnvloeden die moest oordelen over een Afghaanse krijgsheer die terecht stond in Londen’. Dergelijke consternatie is dit jaar uitgebleven, waardoor het evenement bijna ongemerkt aan ons voorbij ging. Blijkbaar is de Turner Prize vooral relevant als er heibel van komt.

Eerdere edities leverde winnaars op als Gilbert and George, Anish Kapoor, Richard Long, Damien Hirst, Grayson Perry (2003) en Jeremy Deller (2004). Een bont gezelschap waarvan het merendeel inmiddels is uitgegroeid tot grootheid in het veld van de hedendaagse kunst. Het heeft er alle schijn van dat het winnen van de Turner Prize garant staat voor een veelbelovende carrière (al zijn we er heilig van overtuigd dat de winnaars er ook zonder de Turner Prize wel zouden zijn gekomen).

~

De Turner Prize (totaal prijzengeld £40.000) wordt sinds 1984 jaarlijks door een deskundige jury uitgereikt aan een Britse kunstenaar, jonger dan vijftig jaar, die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de Britse hedendaagse kunst. De prijs wordt toegekend naar aanleiding van een tentoonstelling die heeft plaatsgevonden in de twaalf maanden voorafgaand aan de uitreiking, en is bedoeld om discussie op gang te brengen over de nieuwste ontwikkelingen op het kunstzinnige vlak. Het spektakel leidt over het algemeen tot verhitte publieke discussie over omstreden werken. Dat die controverse dit jaar is uitgebleven is misschien veelzeggend. De jury bestaat dit keer uit Louisa Buck (correspondent hedendaagse kunst van The Art Newspaper), Kate Bush (hoofd van Art Galleries, Barbican Art Gallery), Caoimhin Mac Giolla Leith (criticus en docent aan de Modern Irish Department, University College Dublin), Eckhard Schneider (directeur van de Kunsthaus Bregenz) en staat onder leiding van voorzitter Nicholas Serota (directeur van de Tate Gallery, London).
Als we de winnaars van de afgelopen twee jaar er eens bijpakken (Grayson Perry: Griekse vazen voorzien van confronterende maatschappelijke thema’s en Jeremy Deller: reenactment van een veldslag tussen politie en burgers), dan lijkt de jury vooral op zoek naar de combinatie van maatschappelijk engagement en (kunst)historisch bewustzijn. Een slimme succesformule? De vraag rijst of een dergelijke combinatie van criteria wel representatief is voor de Britse kunst en in hoeverre er sprake is van ‘persoonlijke voorkeur’. Op deze plaats willen we alvast verklappen dat het maatschappelijke engagement dit jaar schittert door afwezigheid en dat de opmars van de schilderkunst niet onopgemerkt is gebleven.

Even voorstellen, de vier genomineerden van dit jaar:

Darren Almond

Darren Almond, If I had you 2003, Palazzo della Ragione, Milaan. Geproduceerd door: Fondazione Nicola Trussardi, Milan. Fotografie: Marco De Scalzi. Beeldrecht: Jay Jopling/White Cube (London), Matthew Marks Gallery, New York en Galerie Max Hetzler, Berlin
Darren Almond, If I had you 2003, Palazzo della Ragione, Milaan. Geproduceerd door: Fondazione Nicola Trussardi, Milan. Fotografie: Marco De Scalzi. Beeldrecht: Jay Jopling/White Cube (London), Matthew Marks Gallery, New York en Galerie Max Hetzler, Berlin

Eén van de onderwerpen waar Darren Almond zich in verdiept, is het effect van tijd op het individu. Daarbij maakt hij zowel gebruik van sculpturen, film en fotografie, als ook van satellietbeelden. In de tentoonstelling van de Turner Prize wordt de film If I Had You (2003) getoond, een film die hij maakte samen met zijn grootmoeder. Almond gaat met haar terug naar de Engelse badplaats Blackpool, de plaats waar zij ooit op huwelijksreis naar toe ging met haar echtgenoot. Almonds grootvader is al geruime tijd overleden. Het werk bestaat uit vier projecties, alle beelden zijn in Blackpool gefilmd. Op het eerste scherm zien we een windmolen, op het tweede een fontein. Het derde scherm wordt gesierd door de voetstappen van een dansend paar, wat een verwijzing lijkt naar de bekende Tower Ballroom. Op het laatste scherm is Almonds grootmoeder te zien, die voor het eerst sinds het overlijden van haar man terug gaat. Tegelijkertijd is er muziek, licht pianospel, het schuiven van voeten over de vloer en het suizen van een windmolen. In Almonds werk speelt herinnering en bewustwording van tijd een belangrijke rol. Het intieme portret van Almond doet denken aan Semiha B. Unplugged (1997), de inzending van Kutlag Ataman van vorig jaar, hoewel daarin toch meer de nadruk lag op sociale problematiek.

Gilian Carnegie

Gillian Carnegie, Red 2004 , olieverf op board, Cranford Collectie, London
Gillian Carnegie, Red 2004, olieverf op board, Cranford Collectie, London

Carnegie is de enige vrouw én de enige schilder in het gezelschap. Haar onderwerpskeuze valt binnen traditionele genres van de schilderkunst. Zo maakt ze stillevens, landschappen, maar ook portretten. Onder deze portretten kunnen ook haar ‘kontschilderijen’ geschaard worden. Red (2004) doet in de felheid van kleur en de stugheid van de lijnen en verfstreken denken aan een expressionistisch schilderij. Carnegie maakt gebruik van veel verschillende schildertechnieken en stijlen en lijkt in die zin onderzoek te doen naar materiaalgebruik en de manier van schilderen, aspecten waar een 21ste-eeuwse schilder niet omheen lijkt te kunnen. Op de tentoonstelling is ook Black Square (2002) te zien: een groot zwart schilderij dat refereert aan het zwarte vierkant van Malevich. In plaats van de platheid van het vlak te benadrukken, suggereert Carnegie juist diepte door een boslandschap midden in het vierkant te schilderen. Het zwarte vierkant, dat gezien werd als een symbool voor het einde van de representeerbare werkelijkheid, krijgt door de toevoeging van dit traditionele element een twist. Met het selecteren van Carnegie laat de jury zien dat ‘de terugkeer van de schilderkunst’ niet ongemerkt aan haar voorbij is gegaan. Of het genoeg is voor de winst? We twijfelen, de maatschappelijke relevantie is ver te zoeken en ook het ‘onderzoek naar het materiaalgebruik’ klinkt behoorlijk gedateerd. Aan de andere kant is schilderkunst tegenwoordig weer behoorlijk hot.

Jim Lambie

Jim

Jim Lambie, Installation view, Turner Prize 2005 expositie, Tate Britain 2005
Jim Lambie, Installation view, Turner Prize 2005 expositie, Tate Britain 2005

Lambie werd in 1964 geboren in Glascow, Schotland. In 2003 nam hij op de Biënnale van Venetië deel aan de expositie Zenomap. Lambie staat naast zijn ‘sculpturale installaties’ bekend om werken van veelkleurige banen tape waarmee hij galerievloeren bedekt. Meestal wordt het werk terplekke gemaakt of in elkaar gezet. Het concept is vooraf uitgedacht, iets wat grote invloed heeft op de materiaalkeuze. De vrijheid, het onvoorspelbare, schuilt met name in de intuïtieve, provisorische uitwerking. Visueel is zijn werk absoluut het sterkst, maar toch twijfelen we aan het representatieve gehalte. Lambie lijkt ons niet de persoon waaraan je ‘de nieuwste kunstzinnige ontwikkeling’ ophangt, zowel historisch bewustzijn als maatschappelijk engagement ontbreken in zijn kunst. Daarentegen lijken zowel het werk van Gilian Carnegie als dat van Lambie erop te wijzen dat de kunst de blik tegenwoordig weer naar binnen richt.

Simon Starling

Simon Starling, Installation view, Turner Prize 2005 expositie, Tate Britain 2005
Simon Starling, Installation view, Turner Prize 2005 expositie, Tate Britain 2005

Starling is gefascineerd door transformatieprocessen. Centraal in zijn werk staat de vraag wat er gebeurt als het ene object/substantie transformeert in het andere. Hij maakt objecten, installaties en onderneemt pelgrimachtige reizen. Zijn kunst doet volgens eigen zeggen uitspraken over de natuur, de politiek en de economie. Sterling omschrijft zijn werk als: ’the physical manifestation of a thought process’, een proces waarbij verborgen relaties en geschiedenissen zichtbaar worden gemaakt. Voor Tabernas Desert Run (2004) maakte hij op een geïmproviseerde elektrische fiets een tocht door de Tabernas woestijn in Spanje. Het enige afvalproduct dat de fiets voortbracht was water, wat Starling gebruikte om een schildering te maken van een cactus.

Speculeren, speculeren, speculeren

Als we afgaan op enkele critici in Londen, zijn de reacties nogal lauw en daar kunnen we ons wel iets bij voorstellen. Waldemar Januszczak van Sunday Times vindt het niet de moeite waard de tentoonstelling te bespreken “because that [Turner Prize] turned into an Establishment Lie years ago”. Ook Rachel Cooke, recensent van The Observer, kan maar met moeite haar aandacht bij de kunst houden omdat ze de tentoonstelling zo saai vindt. Ze kan dan ook niet zeggen wie van de vier naar huis zal gaan met de hoofdprijs van £25.000. Criticus Adrian Searle van The Guardian velt een meer overwogen oordeel, maar geeft weinig inzicht in de mogelijke beslissing van de jury. Misschien toch Jim Lambie, die volgens Searle de andere werken in de tentoonstelling doet vergeten? Bij de bookmakers geldt Gilian Carnegie als grote favoriet. Op het heerlijk avondje, maandag 5 december, kun je samen met de Engelsen in spanning zitten voor Channel 4 en je verbazen over wie de Turner Prize, editie 2005 gaat winnen.