Kunst / Achtergrond
special: Suggesties voor de toekomst

Met Stip

In ons overgesubsidieerde kikkerlandje kruipt het geld waar het niet gaan kan. Het is niks nieuws dat zelfs kunstenaars (je kent ze wel, dat geïsoleerde volk dat in kraakpanden en vervallen schoolgebouwen huishoudt, in blikken poept en het kunst noemt) geld krijgen om maar geen deel uit te hoeven maken van de maatschappij. Grootste geldschieter van deze ‘verantwoorde’ apathie is het Fonds van de Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunde. In de tentoonstelling Met Stip in het GEM (museum voor actuele kunst) in Den Haag kan de bezoeker zelf beoordelen of de door het fonds gesubsidieerde kunstenaars hun geld waard zijn.

Het fonds geeft met het basisstipendium pas afgestudeerde kunstenaars en beginnende autodidacten de kans hun werk te ontwikkelen zonder daarnaast nog eens veertig uur per week achter de tap te moeten staan om zich van een mager inkomen te voorzien. We mogen ervan uitgaan dat er een strenge beoordeling aan voorafgaat eer er met geld gestrooid wordt. Maar dan blijft het voor velen nog een raadsel wat er uit die financiële stimulans voortkomt. Om inzicht te geven in de bestemming van deze gulle gaven, heeft het Fonds BKVB het GEM gevraagd om uit de 193 kunstenaars die in de afgelopen twee jaar een basisstipendium hebben ontvangen een selectie te maken en te presenteren.

Jasper Niens. Voorstel 01 voor GEM, Den Haag, 2006, techniek: Gemengde materialen.
Jasper Niens. Voorstel 01 voor GEM, Den Haag, 2006, techniek: Gemengde materialen.

De tentoonstelling Met Stip toont het werk van twintig kunstenaars voortkomend uit de vijver van het fonds, een toekomstvoorspelling of een best off volgens de curatoren van het GEM. Je mag dan verwachten dat de kwaliteit van de gekozen werken je versteld zullen doen staan. En inderdaad, na een bezoek van anderhalf uur sta ik verbluft op de stoep van het GEM. Met name de werken van Jan de Bruin en Jasper Niens hebben een onuitwisbare indruk op mij achtergelaten. Het werk van Niens is een corridor met een reeks deuren, opgesteld in het begin van de tentoonstelling. Als in een klucht klappen de deuren open en dicht, en zoek ik met de andere bezoekers onze weg door de tentoonstelling. Deze architectonische ingreep in de zalen van het GEM prikkelt je nieuwsgierigheid. Bij elke stap door de lange corridor vraag ik me af wat mij nu weer te wachten staat. De gevoelige video Calling 911 van de Bruin toont een verward meisje die uit wanhoop het alarmnummer belt vanuit een openbare telefoon. Het wordt niet duidelijk wat er aan de hand is; ze is niet gewond, niet overduidelijk aan de drugs, ze zou elke willekeurige voorbijganger kunnen zijn. Dit herinnert je eens te meer aan je eigen kwetsbaarheid. Zo zijn er nog enkele werken die in mijn geheugen gegrift staan, en weer andere waarvan ik de naam nu al weer kwijt ben.

De tentoonstelling is eigenlijk een verzamelkabinet van van alles en nog wat, waar ieder zijn eigen juweeltjes kan uitzoeken. Er is geen gemene deler te benoemen wat de diverse werken bij elkaar houdt. Alle disciplines komen samen: video’s, sculpturen, schilderijen en installaties sieren de ruimtes. Het GEM is er in geslaagd een helder overzicht te geven van wat het Fonds BKVB stimuleert. En degenen die achterdochtig zijn ten opzichte van deze geldschieterij moeten zelf maar een kijkje gaan nemen, ongetwijfeld zit er ook iets van hun gading bij. Nederland kan weer gerust slapen, met een hernieuwd vertrouwen in de hedendaagse kunst. Naar aanleiding van mijn bezoek sprak ik met Roel Arkesteijn, conservator van het GEM en een van conservatoren van Met Stip, over de totstandkoming van de tentoonstelling.

Je werd door het Fonds benaderd om aan zo’n best of mee te werken, was je direct enthousiast?
“Ja, eigenlijk wel. Een tentoonstelling als deze past wel in de lijn der verwachtingen. Ik heb zelf deelgenomen aan een aantal selectiecommissies van het Fonds en ben daardoor al goed bekend met het werk van een flink aantal van deze kunstenaars.”

In de publicatie uitgegeven bij de tentoonstelling legt fondsdirecteur Lex ter Braak in het voorwoord uit wat de motivatie van het Fonds BKVB is om aan een dergelijke tentoonstelling als Met Stip te beginnen. Ter Braak noemt het een gelegenheid om verantwoording af te leggen voor al dat geld de afgelopen twee jaar besteed is. Deze verantwoording krijgt vooral vorm in de publicatie, die in twee delen alle BKVB kunstenaars een gezicht geeft. Grote kans echter dat het vooral de tentoonstelling is waarvan de beelden blijven hangen. Wat is dan belangrijker voor jou als tentoonstellingsmaker: een representatief beeld geven van wat het fonds positief heeft beoordeeld of het beste uit de ‘voorselectie’ kiezen?
“Natuurlijk heb ik, samen met Wim van Sinderen en Wim van Krimpen, ernaar gestreefd het beste te kiezen uit wat ons voorgeschoteld werd. Toch blijft uiteindelijk de gemaakte keuze in zekere zin representatief voor het fonds. Het fonds maakt gebruik van onafhankelijke selectiecommissies om tot hun beoordeling te komen. Daar zitten allemaal verschillende individuen in met allemaal hun eigen voorkeuren. Door middel van overleg en argumentatie kom je dan tot een soort intersubjectieve keuze. Wij zijn bij het GEM op een zelfde manier te werk gegaan. En dat heeft zeker geresulteerd in een tentoonstelling met heel diverse werken. Het is eigenlijk een intersubjectieve selectie van drie heel verschillende tentoonstellingsmakers.”

Esther Janssen. Untitled, 2005, Digitaal schilderij, 90 x 120 cm.Esther Janssen. Untitled, 2005, Digitaal schilderij, 90 x 120 cm.Hoe gaan jullie bij zo’n selectie te werk, puur intuïtief, of wordt er ook gelet op wie het nu al lekker doet?

“Je ontkomt er niet helemaal aan de individuele successen van de verschillende kunstenaars mee te nemen in de beoordeling, maar dit gaf vaak juist een gevoel van beperking. Je wilt ook niet dat de tentoonstelling een vertekend beeld geeft van de kwaliteit van de verschillende kunstenaars. Maar het maakt gewoon veel uit of iemand net van de academie komt of juist van een tweede-fase opleiding; die laatste zijn vaak gewoon al veel verder in hun ontwikkeling. Terwijl het niets zegt over hun toekomstige potentie. En dat wilden we juist laten zien, kunstenaars waarvan wij denken dat ze ons nog erg gaan verrassen. Het zou geweldig zijn geweest als we alleen nog zeer onbekende kunstenaars konden laten zien en daarmee een jong, fris beeld geven, maar dan ga je voorbij aan enkelen die hun plek in de tentoonstelling zeker verdiend hebben. Nu is het een mengeling van beide geworden, en daar zijn we heel tevreden mee.”

De tentoonstelling bevat niet van iedereen meerdere werken, hoe representatief is het getoonde werk voor hun kunstpraktijk?
“Dat blijft in elke groepstentoonstelling lastig. Je krijgt nooit echt de kans van elke deelnemer te laten zien waar hij precies mee bezig is. Voor Met Stip hebben we bewust gekozen voor werken die representatief zijn voor het moment. Die een indicatie geven van de huidige ontwikkeling van de kunstenaars. Van de wat onbekendere kunstenaars komen de getoonde werken duidelijke overeen met het oeuvre. Bij de wat bekendere is er in een aantal gevallen juist gekozen voor a-typische werken, om hun ontwikkeling te onderstrepen. Neem bijvoorbeeld Melvin Moti, die vooral bekend is van zijn video’s, van hem tonen we nu juist een installatie waar hij gebruik maakt van mixed media.”

Jan van Nuenen. 'SET-4' 'Rumoerige compositie van pingpongtafels, volleybalsters en  schoonspringsters in beeld en geluid', 2003, computeranimatie / videostills, found footage video collage, 3'50Jan van Nuenen. ‘SET-4’ ‘Rumoerige compositie van pingpongtafels, volleybalsters en schoonspringsters in beeld en geluid’, 2003, computeranimatie / videostills, found footage video collage, 3’50″De werken in de tentoonstelling zijn heel divers, is dit te danken aan de betrokkenheid van drie verschillende curatoren bij het project, of is het ook voor jullie zelf een kans om werken te selecteren waar je anders in je programma niet zo snel de gelegenheid toe krijgt? Ik probeer nu eigenlijk te vissen naar jullie persoonlijke voorkeuren, kun je een tipje van de sluier oplichten?

“We hadden eigenlijk besloten om hier niets over te zeggen omdat de uiteindelijke keuze toch in samenspraak is gegaan. Vaak waren het wel sluitend met elkaar eens, soms niet. We hebben alledrie zes á zeven kunstenaars onder onze hoede gehad en hierin vallen natuurlijk wel patronen te herkennen. Als ik dan toch iets los moet laten zou ik zeggen dat mijn keuze valt op werken met een sterker engagement, zoals het werk van Sara Blokland of Benoit Goupy.”

Kunnen we Met Stip beschouwen als een kleine toekomstvoorspelling, of is het een momentopname? In hoeverre hecht je er belang aan dat deze kunstenaars inderdaad het stempel ‘veelbelovend talent’ waar maken?
“Het is zondermeer een momentopname. Je hoopt altijd dat de kunstenaars waarmee je samen hebt gewerkt vooruitgang blijven boeken en het zou leuk zijn als deze tentoonstelling een positieve stimulans geeft voor hun verdere carrière. Maar er valt natuurlijk nooit echt iets te voorspellen. Dat geldt zeker voor de deelnemers aan Met Stip, deze bevinden zich nu op een cruciaal moment in hun loopbaan, een punt dat hun werk wel of niet tot bloei komt. Deze onvoorspelbaarheid is ook wel goed, zo blijft het veld in beweging en blijft er ruimte voor verrassingen.”

Hoewel ik van het merendeel van de werken zelf erg onder de indruk was, miste ik een zekere argumentatie. Er is een grote diversiteit van werken, zonder de houvast die een thematische tentoonstelling geeft. Ik vind dat toch vrij dwingend voor de bezoeker, de tentoonstelling wekt de indruk dat je zonder slag of stoot het getoonde werk ook goed moet vinden. Was er geen behoefte aan toelichting, waarom deze kunstenaars zoveel in hun mars hebben? Of vind je dat de beelden voor zich moeten spreken?
“Zo dwingend is het niet bedoeld. We hebben er juist bewust voor gekozen geen uitleg of verklaring te geven van onze keuze om de beschouwers niet te overreden met talloze argumenten. We zien de tentoonstelling zelf meer als een heel open voorstel aan het publiek. Wat ons betreft moeten de beelden zelf het werk doen, en de beschouwer mag uiteraard zelf beslissen of ze het er wel of niet mee eens zijn. De tentoonstelling is op te vatten als een open vraag aan de bezoeker. ‘Dit vinden wij goed, maar wat vinden jullie?’

De tentoonstelling Met Stip is nog tot 26 juni te zien in het GEM in Den Haag. Het GEM stelt drie catalogi van Met Stip beschikbaar. Ook zo’n mooi overzicht van de 193 kunstenaars in handen krijgen? Doe mee aan de prijsvraag op de hoofdpagina!