Kunst / Achtergrond
special: Interview met fotograaf Charlotte Dumas

Menselijke tijgers

Tijgers worden bijna mensen in de foto’s van Charlotte Dumas. “Hoe mythischer een dier is, hoe moeilijker het is om te demythologiseren”. De nieuwste serie dierenportretten van Dumas is momenteel te zien in de tentoonstelling Tiger Tiger bij Galerie Paul Andriesse te Amsterdam. 8WEEKLY sprak met Dumas over haar werk.

Tijdens haar studie aan de Rijksakademie raakte Charlotte Dumas (Vlaardingen, 1977) gefascineerd door de mogelijkheid om politiehonden op commando tot geweld aan te zetten. In haar eerste serie dierenportretten maakte Dumas deze honden tot haar onderwerp. Daarna richtte ze zich op het portretteren van politiepaarden (Day is Done) en wolven (Reverie). Over tien jaar heeft Dumas misschien wel een hele encyclopedie van dierenportretten verzameld.

Na je fotoseries van politiehonden, paarden en wolven heb je nu gekozen om tijgers centraal te stellen in je werk. Waarom?
“Eigenlijk gaat bij mij het ene onderwerp altijd in het andere over. Voor bepaalde onderwerpen heb ik meer ervaring nodig. Hoe mythischer een dier is, hoe moeilijker het is om het te demythologiseren, het mij eigen te maken. Bovendien is mijn onderwerpkeuze een afspiegeling van hoe ik mij voel.”

Charlotte Dumas

Charlotte Dumas

Hoe bedoel je dat precies?
“Met elk dier had ik op dat moment een andere band. Dat heeft erg te maken met hoe ik me dan in zo’n periode voel, in principe fotografeer ik alleen dieren waar ik affiniteit mee heb. Het maken van dierenportretten geeft mij de mogelijkheid om in de huid van een dier te kruipen.”

Wat zijn de verschillen tussen de paarden, wolven en tijgers, in gevoelsmatig opzicht dan voor jou?
“Ze staan alle drie voor een zekere kwetsbaarheid. Hoe verschillend ze ook zijn, een dier is, vergeleken met een mens, per definitie vrij van een dubbele bodem. Paarden vind ik krachtig en ontzagwekkend, maar tegelijkertijd lijdzaam. Wolven zie ik meer als hard, onverschillig en hiërarchisch. Tijgers symboliseren voor mij kracht en trots. Ze ogen warm en zacht, maar zijn ook nietsontziend en gretig, ambitieus.”

Hoe ben je tijdens het maken van de tijgerportretten precies te werk gegaan?
“Om te beginnen ging ik in de Verenigde Staten naar de meest voor de hand liggende preserves waar tijgers waren. In december 2006 bezocht ik een reservaat in Arizona, maar daar kon ik niet dichtbij de tijgers komen. Toen ben ik goed gaan zoeken naar plaatsen waar dit wel mogelijk was. Uiteindelijk heb ik vooral gefotografeerd in sanctuaries and shelters in Texas en Indiana, tussen december 2006 en oktober 2007. Na iedere reis woog ik af of een nieuwe sessie nodig was. De tijgers fotografeerde ik altijd door een hek zonder een telelens te gebruiken. De foto’s zijn dus allemaal op werkelijke afstand genomen. Uiteraard observeerde ik de tijgers eerst goed. Urenlang staarde ik door mijn camera zonder af te drukken. Het kader dat een camera biedt, vind ik heel rustgevend.”

Hanteerde je bij het fotograferen van de tijgers een andere werkwijze dan bij het vastleggen van de paarden en wolven?
“Sommige dieren kon ik letterlijk van dichtbij fotograferen. De tijgers hielden mij op een gepaste afstand, maar ik probeer altijd met veel geduld zo dichtbij mogelijk te komen.”

Charlotte Dumas, Zonder titel (Max), 2007, C-print, 90 x 120 cm
Charlotte Dumas, Zonder titel (Max), 2007, C-print, 90 x 120 cm

 Je foto’s zijn bijna staatsieportretten van dieren. Streef je dat esthetische bewust na in je werk?
“De esthetiek is heel belangrijk voor mij. Ik wil als fotograaf natuurlijk steeds beter werk maken. Het beeld moet sterker zijn dan het onderwerp. Het portret moet zichzelf overstijgen en bovendien moet het een buitengewone concentratie hebben. Ik wil dat de kijker zich even alleen waant met het beeld, dat er voor even een band ontstaat met dat beeld. In mijn foto’s zoek ik voortdurend naar de rust en verstilling die dat effect teweeg kunnen brengen.”

Werkt fotografie voor jou dan verslavend?
“Die magie van het moment heeft voor mij een enorme aantrekkingskracht. Wanneer ik een portret heb gemaakt precies zoals ik het wil hebben, met die uiterste concentratie, ben ik heel tevreden. In een ogenblik moet ik alleen weer verder. Er zijn op dit moment wel twintig foto’s die ik zou kunnen maken.”

Wat is de rode draad in al je foto’s?
“In mijn werk wil ik laten zien hoe wij naar dieren kijken en wat wij aan hen ontlenen. Dieren hebben een dubbele betekenis voor mensen. Enerzijds worden ze door ons als onvolwaardig gezien. Anderzijds zijn dieren heel belangrijk voor ons omdat we er ons mee identificeren. Die symboliek van deze relatie tussen mens en dier interesseert mij.

Wil je in je werk kritiek geven op de leefomstandigheden van tijgers in gevangenschap?
‘Nee, ik wil de situatie niet aan de kaak stellen. Echte dieronvriendelijke plaatsen vermijd ik. In de reservaten waar ik was, probeerden de verzorgers er het beste van te maken. Ik laat de omstandigheden zien zoals ze zijn. Dat kan er soms treurig uitzien maar hoeft dat niet per definitie te zijn. Ik observeer en ben vooral geïnteresseerd in hoe we met dieren omgaan. Mijn werk is niet oordelend.”

Door welke andere kunstenaars ben je geïnspireerd in je werk?
“Veelal door kunstenaars uit de Romantiek. Eugène Delacroix, Théodore Géricault, maar ook Jean-Baptiste-Siméon Chardin. Daarnaast inspireren de fotografen Bruce Davidson en Craigie Horsefield mij.”

Wat grijpt je in Delacroixs werk?

“De expressies die Delacroix aan zijn geschilderde dieren meegaf zijn nooit eenduidig, heel menselijk eigenlijk. Het is alsof hij er zijn angsten en instincten in weerspiegelde. Kleur, licht en compositie leiden de ogen van de kijker precies in de richting die hij uitzette. Volgens mij had Delacroix een grote liefde voor het dier als onderwerp, niet in de laatste plaats vanwege de vormen en gedaanten van dieren als paarden, tijgers en leeuwen. Het gevecht om leven tussen de verschillende dieren is tot slot een van de belangrijke thema’s in het werk van Delacroix.”

En wat raakt je in de foto’s van Davidson en Horsefield?
“Diezelfde rauwheid van Delacroixs schilderijen en tekeningen zie ik terug in de journalistieke en documentaire fotografie van Davidson. Hij gebruikt de eigenschappen van film in zijn werk. Davidson fotografeert met het weinig aanwezige licht, waardoor zijn werk ongebreideld en naakt wordt. De korrel is soms zo grof dat de foto met grafiek lijkt opgezet. Die tactiliteit van zijn werk maakt het voor mij letterlijk tastbaar. De onscherpheid van Davidsons werk toont ook de vergankelijkheid van fotografie. Het gaat om dat ene moment. Horsefields foto’s lijken ook op grafiek. Verder trekt het weinig verzadigde kleurbereik in zijn werk mij aan. Zelf zoek ik dit ook op tijdens het fotograferen en soms haal ik achteraf nog meer kleur terug. Dit versterkt de ingetogenheid van het beeld.” 

Charlotte Dumas, Zonder titel (Levi), 2007, C-print, 103 x 135 cm
Charlotte Dumas, Zonder titel (Levi), 2007, C-print, 103 x 135 cm

 Heb je al een idee voor een volgende serie?
“Voorlopig ga ik door met tijgers, maar wel in een andere context. Ik ga een reis naar China maken om te onderzoeken of tijgerportretten daar ook mogelijk zijn. De situatie is daar zo slecht voor dieren dat je er bijna niet omheen kunt. Ik ben benieuwd of ik er toch tijgers in hun individualiteit en waarde kan fotograferen zonder dat hun situatie allesoverheersend is. Daarnaast wil ik paarden en tijgers in het circus fotograferen. De vergane glorie van dieren in het circus vind ik heel interessant. Het is een onderwerp waaruit goed blijkt hoe onze verhoudingen ten opzichte van dieren steeds aan verandering onderhevig zijn. Ook wil ik verdergaan met een project waar ik al mee bezig was, namelijk de straathonden op Sicilië.”

De tentoonstelling Tiger Tiger is tot 10 mei te zien bij Galerie Paul Andriesse in Amsterdam.