Kunst / Achtergrond
special:

Biënnale van Venetië

Al ruim 100 jaar vindt er in Venetië tweejaarlijks een van de grootste en belangrijkste kunstevenementen van Europa plaats. Meer dan 55 landen participeren op velerlei locaties in de Italiaanse kanaalstad aan de beroemde Biënnale van Venetië.

~

Aan het eind van het hoofdeiland van Venetië ligt het park Giardini di Castello, waarin een aantal paviljoens van de Biennale te vinden is. De landen die hier hun presentatie houden, hebben elke twee jaar een vaste locatie, ontworpen door een architect uit het betreffende land. Het grootste paviljoen in de ‘Giardini’ is dat van Italië zelf. In tegenstelling tot veel andere paviljoens is het Italiaanse paviljoen eigenlijk niet zozeer een nationaal paviljoen. Eerder wordt een internationaal overzicht gegeven van de hedendaags kunst, waarbij de nadruk ligt op gerenommeerde kunstenaars en kunstwerken (Bacon, Holzer, Nauman, Dumas etc.). Erg publieksvriendelijk en interessant als je niet geheel op de hoogte bent van de hedendaagse kunst. Daarnast is het ook een goede plek voor verdieping. In die zin sluit de titel van de Italiaanse tentoonstelling- ‘The experience of Art’- goed aan bij de gepresenteerde werken.

Ruwe diamantjes

Videostill uit Flex, Zwelethu Mthethwa
Videostill uit Flex, Zwelethu Mthethwa

Voor de ‘connaisseurs’ zijn er in het Italiaanse paviljoen enkele ruwe diamantjes te vinden. Zo is het videowerk Flex van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar Zwelethu Mthethwa enorm indringend. Je ziet twee mensen bezig met iets dat lijkt op een seksueel spel. Ondanks de suggestieve beelden is het voor de toeschouwer onmogelijk om uit te maken wat voor handeling wordt uitgevoerd. Hierdoor blijft de toeschouwer achter met een beklemmend gevoel. In de rest van de Giardini zijn de paviljoens van andere belangrijke kunstlanden te bewonderen. Het blijken voornamelijk Europese landen die hier zijn vertegenwoordigd. De Biënnale is immers opgericht in de late fase van het Europees imperialisme. Toch zijn er in latere jaren ook landen als Brazilië, Venezuela en Korea neergestreken.

Je zou uit sommige presentaties verregaande conclusies kunnen trekken over het kunstklimaat in dat betreffende land. Zo speelt Engeland erg op ‘safe’ en toont het werk van de al tijdenlang gelauwerde kunstenaars Gilbert&George. Engeland wordt weleens verweten dat ze een te op zichzelf gericht kunstklimaat heeft. Ook het Nederlandse paviljoen straalt een geslotenheid uit die kenmerkend lijkt voor ons kunstklimaat. De nieuwsgierigheid van de bezoeker wordt in de kiem gesmoord doordat het werk van De Rijke en De Rooij slechts op gezette tijden te bezichtigen is. Uiteindelijk blijkt hun 33 minuten durende film vooral een allegaartje van quasi-wijsheden.

Visionair en verrassend

~

Bij onze zuiderburen dwaalt het publiek in grote getale rond. Het al eens door wijlen Szeeman tot “visionair” uitgeroepen België, heeft het paviljoen gevuld met on the spot-gemaakte sculpturen van PVC-buizen, afgewisseld met video’s die de chronologische ontwikkeling van met photoshop bewerkte foto’s laten zien. Ook kun je je wanen in een Yves Klein schilderij en mag je sculpturen bewonderen terwijl je op een wiebelige vloer van bierflesjes loopt. Het geheel heeft een vriendelijk speelse, haast fluxiaanse uitstraling. Tegelijkertijd gaan de kunstwerken in op ‘diepe’ thema’s als herinnering, manipulatie en werkelijkheidservaring.

Ogenschijnlijk was de expositie van onze oosterburen erg formeel en zelfs een beetje pretentieus. Aanvankelijk verveeld door een ietwat te saaie abstracte sculptuur, werd ik echter verrast toen de suppoosten gingen dansen en zongen: “Oh… this is so contemporary!”. Waardoor de bezoeker zich plotsklaps bewust werd van zijn ‘rol’ als museumbezoeker en zich totaal geen houding meer wist te geven.

Guerilla girls

Poster van de Guerilla Girls
Poster van de Guerilla Girls

De tweede belangrijke locatie buiten de Giardini is de Arsenale, die net als het Italiaanse “The experience of art” onder curatorschap staat van een vrouw. Het is daarmee de eerste keer in 110 jaar dat beide hoofdlocaties onder toezicht staan van vrouwen. En dat zal de bezoeker van de Arsenale weten ook; bij binnenkomst in de voormalige wapenopslagplaats wordt hij/zij om de oren geslagen met groteske propaganda posters waarop statistieken staan die de onrechtvaardige positie van de vrouw binnen de kunst moeten belichten. Ze blijken afkomstig van de feministische ‘guerrilla girls’. Het geheel komt eerder klagerig over. Voor de rest valt er in de Arsenale wederom veel werk van gelauwerde kunstenaars te bewonderen, zoals Moriko Mori, Koolhaas, Hatoum en Sierra. Het meest opvallende (niet toegelaten) ‘werk’ was wel dat van Gregor Schneider. Schneider had een voorstel ingediend om een zwarte kubus -geïnspireerd op de Ka’ba van Mekka- te bouwen op het met toeristen gevulde San Marco plein. Het werk werd geweigerd om politieke redenen. Wat uiteraard weer allerlei vragen oproept omtrent de autonomie van de kunstenaars.

Afgewezen voorstel van Gregor Schneider
Afgewezen voorstel van Gregor Schneider

Buiten de twee hoofdlocaties zijn in Venetie paviljoens van andere landen te bewonderen. Zo toont Afghanistan een prachtig videowerk over een vrouw die een ruïne witverft. Estland toont het intense en persoonlijke werk van voormalig model en modefotograaf Mark Raidpere. Opvallend is dat veel Aziatische landen erg luchtig doch indringend werk exposeren. Zo is het Koreaanse paviljoen gevuld met ondermeer een video waarin gefragmenteerde stukjes van een nieuwsomroeper worden getoond. De kunstenaar heeft de stukjes zo achter elkaar gemonteerd dat de nieuwslezer opeens rare zinnen uitkraamt zoals: “Als je je haar vanmorgen hebt gekamd, bestaat de kans dat je kapsel precies hetzelfde eruit ziet zoals gister”.

Toekomst

De indeling naar landen is op z’n zachts gezegd enigzins achterhaald. Uit het gepresenteerde werk blijkt namelijk dat de culturele vlakken van veel landen elkaar overlappen. Op de Arsenale en het Italiaanse paviljoen na lijkt de Biënnale verdacht veel op een kunstbeurs waar landen hun nationale handelswaar proberen te slijten. De organisatie schijnt daarom te spelen met het idee van een trianale. Daarin zou de nadruk moeten komen te liggen op reflectie. De toekomst moet uitwijzen of de 51ste Biënnale ook echt zo’n visionaire manifestatie is.

Te zien tot en met 6 november 2005