Kunst / Achtergrond
special: In gesprek met de Franse fotograaf Antoine D'Agata

Asociaal, goddeloos, erotisch en immoreel

Het werk van de fotograaf Antoine D’Agata gaat over zelfdestructie en extase, de dag en de nacht. Hij beheerst de kunst om de confrontatie op te zoeken, zich bloot te geven en deel uit te maken van zijn beelden. Voorafgaand aan de opening van de grote overzichtstentoonstelling over zijn werk in het Fotomuseum Den Haag, sprak 8WEEKLY deze bijzondere fotograaf.

Antoine D’Agata werd geboren in 1961 in Marseille. Ruim twintig jaar later verhuist hij naar New York. Daar volgt hij fotografiecursussen aan het International Centre of Photography (ICP) en raakt bevriend met de fotografen Nan Goldin en Larry Clark. Sinds 2004 werkt hij voor het internationale fotoagentschap Magnum Photos en leidt hij een nomadenbestaan zonder vaste woonplaats. Hij reist van plek naar plek, logeert in hotels en bij vrienden.

De tentoonstelling Antoine D’Agata. Anticorps is de wereldpremière van een geslaagde overzichtstentoonstelling van het werk van D’Agata. De tentoonstelling bevat intieme en extreme beelden van de fotograaf en de prostituees waarmee hij leeft en drugs gebruikt. Daarnaast is ook werk te zien van een andere kant van de zelfkant van de maatschappij, die van conflicten in het Midden-Oosten. De tentoonstelling is van 26 mei tot 2 september te zien in het Fotomuseum Den Haag.

~

Momenteel is een grote overzichtstentoonstelling van uw werk te zien in het Fotomuseum in Den Haag, samengesteld door de curatoren Fannie Escoulen en Bernard Marcadé. Wat vindt u zelf van het resultaat?
“Ik heb geen intentie om de tentoonstelling te beoordelen op kwaliteit en kan dat ook niet. Ik ben daar misschien te betrokken voor en op dit moment te veel verloren in mijn eigen denken en het proces daarvan. Ik ben een paar maanden geleden gestopt met fotograferen om me bezig te houden met deze tentoonstelling en het maken van een boek. Op dit moment ben ik vooral geobsedeerd door wat ik hierna moet doen en wat nu zal volgen.”

En wat zal er nu volgen?
“Om eerlijk te zijn, ik heb geen flauw idee. Ik zou het graag willen weten. Ik heb mezelf voorgenomen om daar pas vanaf volgend jaar januari over na te denken.”

Is het lastig voor u om niet te fotograferen?
“Ja, dat is het zeker. Op dit moment werk ik aan een videofilm om me bezig te houden. De film is vergelijkbaar met mijn fotografisch werk, maar hier interview ik de vrouwen die ik fotografeer en met wie ik leef. De film wordt opgenomen in negen verschillende landen, waar twintig vrouwen spreken in hun eigen taal. Het is voor mij een nieuw avontuur, want ik heb geen enkele cinematografische achtergrond. Video is een goed medium om te ontdekken. Het is een magisch proces waarbij veel bovenkomt. De film gaat verder dan de pijn, de drugs, de seksualiteit en de slechte omstandigheden.”

Hoe is het idee ontstaan voor een grote overzichtstentoonstelling?
“In het begin was het niet zozeer een idee, maar mijn eigen noodzaak. Ik begon moe te worden en ook bang om er niet meer te zijn en al mijn werk zo achter te laten. Ik had iets nodig om te kunnen vertragen en al mijn werk te ordenen. Ik denk dat ik hierna een nieuwe manier kan ontdekken om verder te gaan. Het is een manier om even te stoppen en straks opnieuw te beginnen.”

De tentoonstelling Anticorps bevat werk van vele jaren. Heeft er een bepaalde ontwikkeling plaatsgevonden in uw werk?
“Nee, ik beschouw mijn werk als één geheel. Je kunt er wel op verschillende manieren naar kijken, bijvoorbeeld chronologisch, zoals in deze tentoonstelling. Misschien is mijn werk door de jaren heen directer geworden, maar toch is er niets veranderd. Het is nog steeds erg politiek en documentair. Het is de wereld zoals ik hem ken en zie. Ik probeer steeds meer betrokken te zijn en mezelf te pushen en extremer te worden.”

~

De tentoonstelling bevat werk over vrouwen, maar ook beelden van conflictgebieden. Is het fotograferen van oorlog een manier om terug te keren naar de realiteit?
“Mijn werk toont verschillende facetten van dezelfde thematiek. Net als seks en drugs, is ook oorlog iets waar je je gemakkelijk in kan verliezen. Zelf heb ik geen moreel oordeel over de dingen die ik fotografeer. Ik probeer betrokken te zijn en er volledig voor te gaan. Tegelijkertijd beschik ik over de mogelijkheid ‘in en uit’ de werelden die ik fotografeer te treden. Mijn vrienden, de mensen die je in mijn foto’s ziet, zijn geboren in bepaalde omstandigheden en hebben niet dezelfde vrijheid als ik. Ik ben er niet trots op, want ik heb geluk en het is oneerlijk. Toch vind ik dat ik er zoveel mogelijk gebruik van moet maken. Ik zie het als mijn plicht en verantwoordelijkheid om op plekken te zijn waar ik kan zien en leren te begrijpen. Ik zie het niet als mijn taak als fotograaf om getuige te zijn. Fotograferen is voor mij een manier om deel uit te maken van de wereld. Het komt niet voort uit intellectueel denken of het analyseren van de wereld. Het is iets menselijks. Een manier om risico’s te nemen door meer te voelen.”

Bent u tevreden met uw werk?
“Dat vind ik een complexe vraag. Waar ik nu het meest tevreden over ben is mijn boek Position(s) dat vandaag is uitgekomen. Het is iets waar ik de afgelopen jaren aan heb gewerkt en controle over heb. Een publicatie is een goed medium om me te uiten en om heel precies te zijn. Veel meer dan een tentoonstelling. Bij een tentoonstelling, kun je nooit geheel doen wat je zelf wil. Je werkt met meerdere mensen en een budget.”

Enerzijds lijkt uw werk heel nonchalant, anderzijds is het heel solide. Het is ook interessant hoe u aan de ene kant vrij wil zijn en u op een bepaalde manier toch de controle wil houden.
“Dat is iets dat me erg bezig houdt. Het is eigenlijk de grootste vraag van mijn leven en ik ben er nog niet in geslaagd een antwoord te vinden. Het gaat er mij om een samenhangend geheel te creëren. Eigenlijk zou mijn werk alleen uit snapshots moeten bestaan, slechte snapshots. Maar ik kan niet loskomen van de drang een esthetische wereld te creëren waar vorm je nieuwe dingen laat ontdekken. Sommigen vergelijken mijn werk wat dat betreft met de schilder Francis Bacon.
Controle is voor mij een manier om coherent te zijn. Een aantal jaar geleden ben ik begonnen met andere mensen de camera te geven, dus op een bepaalde manier verlies ik de controle. Toch blijf ik in controle, bijvoorbeeld door het licht zachter te zetten of door de opmaak. Ik blijf in controle, maar wel zó dat er iets nieuws uitkomt dat de puzzel compleet maakt.
Ik ben sinds kort met filmen bezig en dat is een geheel ander proces. Met filmen heb je veel minder controle en moet je omgaan met een hele andere esthetiek. Het is veel complexer om de gelaagdheid van mijn beelden over te brengen. Veel van mijn werk gaat over seksualiteit. Zonder een esthetisch filter, dreigen de beelden banale porno te worden. Toch probeer ik bij iedere foto de esthetiek te verminderen en meer de politieke complexiteit te tonen. Mijn werk gaat over realiteit, maar ook over iets dat meer is dan alleen die realiteit.”