Film / Achtergrond
special: Nabeschouwing Nederlands Filmfestival 2009

Vaderlandse film in pijnlijke spagaat

.

<em>Taartman</em>

Taartman

Het gaat banketbakker Ben (Jaap Spijkers) niet voor de wind. Zijn zoon vindt hem een loser, zijn vrouw kan hem niet luchten en zijn personeel loopt over hem heen. Tot overmaat van ramp dreigt zijn enige passie, de patisserie, hem door een belastingschuld te worden afgenomen. Het noodlot lijkt hem te pakken te nemen, tot hij de mogelijkheid krijgt om met een duister klusje in een keer uit de problemen te komen. Vanaf dat moment komt zijn burgerlijke leventje plotsklaps op zijn kop te staan.

Taartman is een oer-Hollandse film, een verademing tussen de buitenlandse producties en commerciële compromissen die het Nederlands Filmfestival het afgelopen jaar domineerden. Maar in Utrecht wachtte geen zegetocht. De film deed mee in de Gouden Kalveren-competitie in de televisiecategorie, maar werd bij de nominaties verdrongen door Anvers, Barbosa en Maite was hier, allen afkomstig uit de ‘One Night Stand’-serie. Of deze films hun nominaties verdienen is een andere discussie. Feit is dat op het filmfestival al jaren eigenzinnige keuzes gemaakt worden, waardoor sommige films onterecht in de vergetelheid raken en andere onverdiend in de spotlights staan. Daarbij gaat het zowel om de samenstelling van het programma als om de nominaties voor de vaderlandse Oscars.

Zuidelijke inborst
Het begon met de openingsfilm. Tramontana is een door en door Spaanse prent. Gedraaid met een Hollandse crew, maar de thematiek – tragische liefde, temperamentvolle verhoudingen, het leven, de dood – verraadt een zuidelijke inborst. Het is een richtingloze zwelgfilm, maar zelfs als het een knaller was geweest, geldt de vraag: hoort deze film hier wel thuis? En dan was er nog die andere grote buitenlandse film: Nothing Personal. Een prachtige, zwijgzame film over een omgekeerde liefdesgeschiedenis. Maar er worden slechts een paar woorden Nederlands in gesproken en de jonge actrice Lotte Verbeek wordt bovendien overschaduwd door de Ierse veteraan Stephen Rea.

Lotte Verbeek in<em> Nothing Personal</em>

Lotte Verbeek in Nothing Personal

Een film schijnt aan bepaalde criteria te moeten voldoen om mee te mogen draaien in Utrecht. Maar het gehakketak over financieringspercentages, het aantal Hollanders in de productie en de hoeveelheid dialoog in het Nederlands leidt af van waar het eigenlijk over gaat: de status van de Nederlandse film.

Gezellig onderonsje
Het Nederlands Filmfestival bestaat sinds 1981. Geïnitieerd door regisseur Jos Stelling was het in de beginjaren vooral een gezellig onderonsje voor Nederlandse filmmakers. De afgelopen jaren groeide het echter uit tot een publieksevenement van formaat. Hierdoor wordt de rode loper steeds belangrijker, probeert men de Gouden Kalveren te presenteren als prijzen van betekenis en is het festival gevuld met een aantal glamourachtige premières.

~

Dat geeft het festival een vreemde bijsmaak. Ondanks alle discussies over Dutch Angle-regisseurs en de positie van de Nederlandse film stelt de vaderlandse cinema namelijk nog altijd niet zoveel voor. Er worden prachtige documentaires gemaakt, er verschijnen hele goede televisiefilms en op het gebied van de korte film hebben we zeker een enorme hoeveelheid talent in huis, maar echt goede bioscoopwaardige producties zijn elk jaar op twee handen te tellen.

Gemor
Kritiek op de koers van het festival is niet nieuw. In 2005 klonk al gemor toen Paradise Now een Kalf won. Twee jaar later was er Peter Greenaways productie Nightwatching en ging Control van Anton Corbijn in première. Ondertussen zagen de programmeurs van het festival een succesvolle publieksfilm als Alles is Liefde aan zich voorbij gaan. De distributeur van de film had besloten de marketing op eigen houtje te willen regelen. Het creëert een gevoel van willekeur. Ook dit jaar was er behoorlijk wat aan te merken op de programmering. De Storm draaide al op Film by the Sea in Vlissingen en Terug naar de kust, naar een roman van Saskia Noort, gaat pas eind oktober in première.

De echte misser van dit jaar is Komt een vrouw bij de dokter. De Kluunverfilming draait vanaf 26 november in de bioscopen en belooft dé publiekstrekker van het najaar te worden. Er wacht ons een media-offensief dat zijn gelijke in de Nederlandse film niet kent. Net als bij Alles is Liefde zal de gehele cast ongetwijfeld meerdere malen acte de présence geven bij De wereld draait door.

Niet nodig

<em>Het familie ensemble</em>

Het familie ensemble

Geen punt, maar het is wel een kwalijke zaak dat regisseur en producent Reinout Oerlemans kennelijk vindt dat hij het Nederlands Filmfestival niet nodig heeft. Dat zegt iets over de status. Het festival bevindt zich in een eigenaardige spagaat. Aan de ene kant wil Utrecht onder leiding van scheidend directeur Doreen Boonekamp een breed publiek aanspreken met grote premièrefilms, aan de andere kant wil het volledigheid bieden en alle in Nederland gemaakte films van het afgelopen jaar vertonen.

Het zou mooi zijn als de nieuwe roerganger, Willemien van Aalst, de komende edities blijk geeft van een duidelijkere visie. Er is niets mis met een commerciële inslag, maar het festival moet toch vooral draaien om de Nederlandse film in al zijn veelzijdige verschijningsvormen. Nu dreigen prachtige televisiefilms als Maite was hier en Taartman in de marge te verdwijnen en staan vindingrijke documentaires als Het familie ensemble in de schaduw van zichzelf overschreeuwende films als De Storm en Carmen van het Noorden.

Nederland herbergt een grote hoeveelheid aan cinematografisch talent. Hopelijk blijft het festival de komende jaren genoeg aandacht besteden aan dit talent en bezwijkt Utrecht niet onder te grote ambities.

Lees hier het vierdelige verslag van het NFF.