Film / Achtergrond
special: Naakt in de Nederlandse film

‘Zolang je maar geen mensen- of dierenrechten schendt’

.

Ellen ten Damme in Volle maan, 2003

De reacties op de vraag of er te veel naakt in Nederlandse films voorkomt zijn in eerste instantie erg wisselend. Producent Johan Nijenhuis (Costa, Volle maan) merkt op dat hij al vaker antwoord heeft gegeven op deze vraag en niet veel zin heeft hier wederom op in te gaan. Acteur Roef Ragas (Grijpstra en de Gier, Pietje Bell, De Poolse Bruid) vindt niet dat er te veel naakt te zien is in de Nederlandse film: “In het normale leven komt naakt ook nogal eens voor.” Deze observatie delen veel mensen. Filmliefhebber Rob Koning is hierin stellig: “In de VS stapt iedereen in ondergoed uit bed. Is dat nu realistisch?”

“In de jaren zeventig schijnbaar schaamteloos uit de kleren”

Willeke van Ammelrooy in Frank Eva, 1973

Toch zet Ragas ook zijn kanttekeningen bij het uitgebreid tonen van vrouwelijk schoon: “Naakt moet steeds mooier zijn. Als een buik met één rimpel teveel gebotoxt zou kunnen worden, dan zou men dat nu ook doen. Het is verfrissend om films uit de jaren zeventig te zien, waarin mensen uit de kleren gaan, en dat schijnbaar schaamteloos, terwijl hun lijven niet voldoen aan onze huidige esthetische maatstaven.” Een blik op de films uit de jaren zeventig maakt zijn punt direct duidelijk. De aanblik van een film als Frank Eva van Pim de la Parra (Wan Pipel, De nacht van de wilde ezels), is niet direct opwindend te noemen. In films uit dit decennium zijn desondanks exorbitant veel naaktscènes te zien.

“Ik kan me geen naaktscène herinneren die toegevoegde waarde had”

Laura Groeneveld van Holland Film denkt ook dat naakt tegenwoordig steeds mooier moet zijn: “Ik ben er van overtuigd dat naaktscènes mensen naar de bioscoop trekken. Misschien dat sommige mannen denken dat een film überhaupt niet compleet is zonder naaktscène. Ik kan me niet herinneren dat ik een naaktscène tegenkwam die een toegevoegde waarde had.” Liefhebber van de Nederlandse film Frank Pauw voegt hier nog aan toe dat “veel mensen zich er aan ergeren. Naakt in een film stoppen om mensen naar de bioscoop te trekken is erg zielig.” Het lijkt dus van belang te zijn dat er aantrekkelijk naakt in de film te zien is. Dit wordt ondersteund door het feit dat in de jaren tachtig veel bekende naaktscènes zijn gemaakt (Flodder, Schatjes) en die zijn zonder uitzondering een stuk aantrekkelijk om te zien dan die uit de jaren zeventig.

“Ik heb spijt van elke naaktscène”

Renée Soutendijk en Victor Löw in De flat, 1993

Regisseur Ben Verbong (Het meisje met het rode haar, De onfatsoenlijke vrouw, De flat) is genuanceerder: “Als er geen naakt in een film voorkomt is dat opmerkelijk; het is namelijk een normaal bestanddeel van ons menselijk bestaan.” Hij ziet dan ook geen grens in wat je in een film kunt laten zien. Hij wijst daarbij op zijn film De flat, waarin hij behoorlijk ver is gegaan. “Hoe ik iets wil laten zien bepaal ik zelf en niemand anders,” merkt hij vastberaden op. Actrice Ellen ten Damme (Volle maan, Interview) heeft echter wel vaak last van de onvermijdelijke naaktscènes: “Ik heb spijt van alle naaktscènes die ik gespeeld heb. Ik dacht vroeger dat dit voor een actrice als normaal werd beschouwd. Ik zat er nooit op te wachten in ieder geval, want leuk is natuurlijk anders.” Ook zij denkt dat veel mensen zich vaak aan naaktscènes ergeren. Toch valt op dat in de jaren negentig terughoudender wordt omgegaan met naakt. Het is onduidelijk of dit aan de regisseurs ligt, of dat actrices misschien kritischer geworden zijn en vaker nee zeggen. Katja Schuurman bijvoorbeeld is slim geweest en heeft een aantal jaren gewacht voordat ze in De oesters van Nam Kee (en Playboy) haar lichaam aan hunkerende pubers toonde. Het succes van deze film was nooit zo groot geweest als ze al regelmatig in haar evakostuum te zien was geweest.

Verouderd beeld

Tatjana Simic in Flodder, 1986

Filmfan Rob Koning denkt dat het beeld van Nederlandse films verouderd is: “Als je mensen vraagt hoeveel Nederlandse films ze de laatste jaren hebben gezien, beginnen ze meestal over Turks Fruit (1973). En dan hebben ze films als De Tweeling, De Zaak Alzheimer, Simon en In Oranje niet gezien. Dat zijn allemaal succesvolle Nederlandse films zonder naakt en daar hoor je dan niemand over.” Sinds de jaren zeventig zijn de naaktscènes dus esthetisch interessanter geworden, maar aan de andere kant ook functioneler. Mensen lopen niet meer naakt door het beeld, omdat “dit personage nu eenmaal geen kleren draagt”. Als er stevig op los wordt gevreeën in een film, dan heeft dit meestal wel een doel.

“Een echte penetratie moet kunnen”

Seks is dus echt niet uit de Nederlandse film weg te denken, omdat het onderdeel is van het leven. Niemand lijkt er dan ook op tegen te zijn dat dit een onderdeel van een film is. Roef Ragas vindt dat je daarbij alles kunt tonen in een film: “Een echte penetratie moet kunnen. Zolang je maar geen mensen- of dierenrechten schendt.” Dit sluit aan bij het pleidooi van Ben Verbong, die aangeeft dat een regisseur bepaalt hoe hij een verhaal in beeld wil brengen. Wel ergeren mensen zich aan dat vrouwelijk schoon wordt gebruikt om mensen naar de bioscoop te lokken. Dit lijkt echter grotendeels een overblijfsel van de jaren zeventig en tachtig want de hoeveelheid naakt in de Nederlandse film is de afgelopen jaren aanzienlijk afgenomen. Misschien is dit wel zo omdat de Nederlandse film veel aan populariteit heeft gewonnen. Er zijn geen kunststukjes meer nodig om mensen voor een Nederlandse productie naar de bioscoop te krijgen.