Film / Achtergrond
special: Arab Film Festival 2006

Een Arabisch onderonsje

Van 30 mei tot en met 4 juni 2006 vond het zesde Arab Film Festival plaats in de Rotterdamse bioscoop Cinerama. Doelstelling van het festival is een (culturele) uitwisseling van ideeën tussen de onderkant en bovenkant van de Middellandse zee.

De film Douar de Femmes (2005) van de Algerijnse regisseur Mohamed Chouikh krijgt dit jaar de Gouden Havik en dat is niet zomaar. Een voor Arabische begrippen bijzonder luchtige film over Algerijnse vrouwen uit een traditioneel dorp die zich verzetten tegen aanvallen van terroristen uit omringende bergen. Ze zijn het zat, en als blijkt dat hun mannen niet in staat zijn hen te beschermen, dan doen ze dat zelf. Oude bemoeizuchtige mannen worden het zwijgen opgelegd en wapens worden gereedgemaakt voor de strijd. Douar de Femmes heeft hoge ogen gegooid, maar andere Arabische films mogen er ook wezen. Bij het Arab Film Festival draait het niet alleen om de films. Minstens zo belangrijk is de dialoog, en dat kan beter.

In de foyer van Cinerama wordt veel gerookt. Mensen hebben zich rond de tafeltjes geschaard, enkelingen zitten in een hoekje en lezen het programma door. Opvallend is dat er weinig Nederlands wordt gesproken. Ook in de bioscoopzaal zien we, zowel in de middag als in de avond, weinig bleekgezichten. Misschien is dat niet zo verwonderlijk: in een stad als Rotterdam staan de tegenstellingen tussen ‘allochtoon’ en ‘autochtoon’ al geruime tijd op scherp. Bovendien is de samenleving rond de Middellandse Zee een geheel andere dan de Hollandse. Kunnen veel mensen met een Arabische achtergrond zich herkennen in de Arabische films, voor buitenstaanders is herkenning niet gemakkelijk.

Scène uit <i>Taht Al-Sakf</i>
Scène uit Taht Al-Sakf

Daarom is de uitleg van de vertoonde films zo belangrijk. De dialoog met de makers of andere betrokkenen vindt plaats in de foyer na de vertoning van de desbetreffende film. Het zou beter zijn dat dit – zoals bij het IDFA – direct gebeurt na de film in de bioscoopzaal, als iedereen nog samen is. Het is maar een klein detail, maar iedere organisator met een beetje gevoel voor ceremonie zal merken dat het een groot verschil maakt.

Taht Al-Sakf

De ontwikkeling van de filmindustrie in sommige Arabische landen loopt behoorlijk achter vergeleken met de Westerse filmindustrie. Oorzaak is het gebrek aan financiële middelen en opgelegde censuur. Dit laatste zorgt ervoor dat regisseurs veel symboliek en verwijzingen in hun verhaal gebruiken en het duurt even voor het kwartje valt. Een goed voorbeeld van een land waarin films door censuur druipen van de symboliek en verwijzingen is Syrië. Taht Al-Sakf (Under the Ceiling, 2005) van de Syrische regisseur Nidal Al-Dibs is een film die door de Syrische overheid is gefinancierd.

Het verhaal speelt zich af in de Syrische hoofdstad Damascus waar fotograaf Marwan (Rami Hanna) zolang hij zich kan herinneren in een kamer woont waarvan het dak lekt. Hij deelt deze kamer met de schrijver Achmad (Farus Helau). Na een lange feestnacht in hun kamer merkt Marwan de volgende ochtend dat Achmad in zijn slaap is overleden. Schuldgevoel en verdriet maken van Marwan een slapeloze martelaar. Zijn liefde voor Achmads vrouw Lina (Surala Mimar) maakt het alleen nog maar ingewikkelder. Hoewel Lina ook verliefd is op Marwan, komt hun relatie niet van de grond door het beklemmende sociale systeem. Beelden van de smalle staten in Damascus en het dak dat maar niet ophoudt met lekken bevestigen dit. Wat de rol van zijn feestende buurvrouw en het getrouwde fotomodel is, blijft gissen. Beiden zijn verliefd op Marwan maar ook deze liefdes zijn gedoemd. Waarschijnlijk probeert Al-Dibs de uitzichtloosheid te benadrukken in een stad als Damascus waarin alles bij het oude blijft.

Dhilal Al Sammt

Snel en van een heel andere orde is de James Bond-achtige film Dhilal Al Sammt (Shadow of Silence, 2006) van de Saoedische regisseur Abdalla Muheisen. Als een politieke schrijver (Abdul Mushen Alnimr Gassan Masoun) door zijn uitgever wordt voorgesteld aan de minister van Cultuur, biedt deze hem een hoge functie aan binnen een ministerie. Voorwaarde is wel dat hij een paar dagen naar ‘Het instituut’ gaat, een wetenschappelijk onderzoekscentrum, waar intellectuelen worden gehersenspoeld terwijl ze slapen. Ondanks het protest van zijn zwangere vrouw (Farah Bseso) gaat de schrijver op het voorstel in. En dan blijkt dat realiteit en droom gedurende zijn verblijf steeds meer in elkaar gaan overlopen, zodanig dat de schrijver niet meer weet of hij gedroomd heeft of niet.

Scène uit <i>Dhilal Al Sammt</i>
Scène uit Dhilal Al Sammt

Dit doet sterk denken aan de romantische triller Abre los ojos (1997) van de Spaanse regisseur Alejandro Amenábar. Net zoals in Dhilal Al Sammt zweeft de hoofdpersoon tussen droom en realiteit. Dhilal Al Sammt heeft echter in tegenstelling tot Abre los ojos een politieke boodschap: gedachten alleen kunnen voldoende aanleiding zijn om als crimineel te worden bestempeld. Muheisen maakt nog een belangrijk politiek statement als hij de wetenschapper die verbonden is aan het instituut tot inzicht laat komen en in het geheim stopt met de hersenspoeling. Als een tribale stam tegelijkertijd ‘Het instituut’ bestormt om de intellectuelen te bevrijden is de boodschap daar: voor vrijheid en democratie moeten alle lagen van de bevolking vechten.

Since You Left

Winnaar van de Gouden Havik in het genre ‘lange documentaires’ is de documentaire Since You Left (2005) van Mohammed Bakri. Hij schetst een indringend en persoonlijk portret van de politieke veranderingen in Israël en Palestina.

Scène uit <i>Since You Left</i>
Scène uit Since You Left

Natuurlijk, er worden veel documentaires gemaakt over dit onderwerp, maar de persoonlijke betrokkenheid van Bakri door zichzelf te laten filmen in combinatie met historisch materiaal en interviews maakt wat ver is, dichtbij. Het verhaal begint met Bakri die bij het graf van zijn vroegere mentor, schrijver en columnist Emil Habibi staat en vertelt over wat er gebeurd is na Habibi’s dood. We zien beelden van zelfmoordaanslagen, we horen dat neven van Bakri betrokken zijn bij terroristische acties. En Bakri lijdt, gaat gebukt onder verdriet en kwaadheid als zijn familie van terrorisme wordt beschuldigd. Hoewel Bakri zelf geen duidelijk standpunt maakt, alleen dat hij pleit voor vrede, is het de vraag of dat ook geldt voor de kijker.