Film / Achtergrond
special: Dejima Japanese Film Festival

Cultuur in Japanse kwaliteitsfilms

In de hedendaagse Japanse film heerst een heel ander gevoel van snelheid, plotuitwerking, abstractie, symboliek en het overschrijden van grenzen tussen genres. Japanse films zijn vrijer van beperkingen en worden met veel meer creativiteit gemaakt. Het Dejima Festival beantwoordt het hoe en waarom van dit fenomeen. Na het zien van de films op het festival wordt nog meer duidelijk hoe beperkt het westen met het medium film omgaat en hoe verfrissend film ook kan zijn.

~

Een jong team van vrijwilligers vond het de hoogste tijd voor een filmfestival voor de Japanse hedendaagse cinema. Zij wilden met een breed programma aan recente films de bezoeker een zo helder mogelijk beeld geven. Naast het vertonen van acht nog niet eerder in Nederland vertoonde films, werd er een debat georganiseerd over de Japanse cinema. Aan de opkomst van de bezoekers te peilen is er zeker behoefte aan zo’n festival. Een grote groep fans komt op deze zonnige meidagen naar een benauwd Ketelhuis om één of meerdere films te bekijken. Het merendeel van de films is uitverkocht en er is zelfs een wachtlijst.

Beperkte selectie

Toen de zeepbeleconomie van Japan instortte, werden filmmakers aangezet om hun creativiteit aan te boren: het gebrek aan budget heeft tot het ontstaan van bijzondere films geleid. Begin jaren negentig was er al een vruchtbare bodem gelegd door filmmakers als Sogo Ishii (Crazy Thunder Road) en Shinya Tsukamoto (Tetsuo). De festivals in Rotterdam en Amsterdam brachten zulke films in Nederland onder de aandacht. De afgelopen jaren begon Hollywood commercieel succesvolle remakes te maken. Zelfs MTV zendt tegenwoordig regelmatig moderne Japanse films uit. Vooral de populariteit van het Japanse horror- en animegenre is inmiddels enorm toegenomen. Maar ondanks de groeiende groep fans wordt er maar een beperkte selectie in Nederland vertoond. Het grote publiek kiest nog niet voor de Japanse film en zelfs een kassucces als Steamboy is hier niet in de filmzalen uitgebracht. Arthouse-films worden wel met zekere regelmaat in de filmhuizen geprogrammeerd; zo gaat binnenkort Tsukamoto’s gewaagde film Vital in première.

Discussie

Wat is toch het probleem met de Japanse film, die maar geen grote doelgroep kan bereiken? Verschilt de beeldtaal te veel? Zijn de cultuurverschillen te groot? Zijn Japanse films te eigenzinnig en moeilijk? Allemaal vragen waar het Dejima Festival een antwoord op probeert te geven, met behulp van een festivalmagazine en een paneldiscussie onder leiding van Rotterdam-programmeur Gert Jan Zuilhof en een aantal academici en schrijvers. Al snel wordt gesteld dat generaliseren niet mogelijk is en je niet kunt spreken over de Japanse cinema als een homogeen product. Over het algemeen geldt wel dat de films kalmer, suggestiever en ritmisch anders zijn dan Westerse cinema. Film is immers gebaseerd op culturele interpretaties en in Japan heerst een andere dynamiek en verbeelding dan in de westerse wereld. Men neemt meer de tijd voor zaken en gaat minder geforceerd met onderwerpen om. Ze zijn minder bang om grenzen te overschrijden en gekke dingen in films op te nemen. Er wordt ook meer energie gestoken in de opbouw van een binding tussen de kijker en de protagonist. Ondanks dat je niet over dé Japanse cinema kunt spreken, kun je het medium film wel in een context plaatsen. Het grootste deel van het publiek op het festival geeft al aan de Japanse als onderdeel van de cultuur te zien, en zo kunnen ook films van mindere kwaliteit bruikbaar zijn om over Japanse samenleving, denkwijze en cultuur te leren.

Inventief

De verschillen tussen Westerse en Japanse cinema worden duidelijk in de productieomstandigheden. De infrastructuur is in Japan erg gunstig voor beginnende filmmakers. De liefde voor film van veel uitbaters en producenten is zo groot, dat ze hoe dan ook zonder er aan te verdienen de filmmakers willen steunen. Jonge mensen worden gestimuleerd om te oefenen in het maken van films met een klein budget. De makers zijn erg inventief en creatief in het zoeken van oplossingen voor dit dilemma. Een groter budget legt juist meer beperkingen op, omdat er minder inmenging en druk van producenten en investeerders is. Digitale video maakt het mogelijk om voor zeer weinig geld een film te maken. Ook de toenemende internationalisering, maatschappelijke veranderingen en snelle toestroom van nieuw talent geeft de Japanse hedendaagse film vorm. De vraag waar de opleving van interesse voor Japanse cinema begonnen is, blijft onbeantwoord. Het zal veel te maken hebben met verkrijgbaarheid en groeiende bekendheid. Helaas komt de paneldiscussie door tijdsdruk al na een paar vragen ten einde. Ook teleurstellend is de kleine opkomst van toeschouwers.

De films

~

De films variëren sterk: van drama tot komedie en gefreakte horror tot popcultuur. Het festival opent met het epische drama Blood and Bones (Chi to Hone), een film over een gefrustreerde en gewelddadige immigrant die iedereen in zijn omgeving het leven zuur maakt. Kitano Takeshi speelt de beladen hoofdrol. De film is zwaar en indrukwekkend, vooral door het voortdurende geweld. Er zit helaas te weinig verhaal tussen de woedeuitbarstingen en het wordt niet duidelijk waarom de man zo gemeen is. De film schetst wel een interessant en nauwkeurig tijdsbeeld van de geïmmigreerde Koreanen in Japan begin vorige eeuw.

Edward Hopper

Een heel verschil met de stilte van Tony Takitani. Deze emotieloze man is zich niet bewust van zijn eigen eenzaamheid totdat dat gat plotseling opgevuld wordt door een vrouw. Wanneer zij plotseling weer uit zijn leven verdwijnt, zoekt hij naar een manier om die leegte op te vullen. Prachtig gefilmd in de stijl van Edward Hopper, als een droom van felle kleuren ontdaan. De mooie soundtrack van Ryuichi Sakamoto en de voice-overs maken dat de beelden en eenzaamheid onder je huid kruipen.

Geflipt

Heel anders is de dynamische en paranoïde low-budget horror van The Bottled Fools (Gusha no bindume). De film is op één locatie opgenomen en toont een gigantisch ondergronds gebouwencomplex waar de verdiepingen met een lift met elkaar verbonden zijn. Allerlei excentrieke figuren stappen de lift in en uit, maar als er twee geflipte gevangen aan boord komen, breekt de hel pas echt los. De film is voorspelbaar, maar dankzij het camerawerk en soundtrack audiovisueel een spektakel.

Stad vs. bos

Dag twee begint rustig met het maatschappelijk drama Jyukai – The Sea of Trees behind Mt. Fuji (Ki no umi). Vier verhalen worden verbonden door een uitgestrekt bos dat populair is bij zelfmoordplegers. Niet alle verhalen zijn even sterk en soms is het moeilijk om de aandacht erbij te houden, maar uiteindelijk is het een belonende ervaring. De anonimiteit van de Japanse samenleving en de daarmee verbonden eenzaamheid worden mooi weergegeven met beelden van urbaan Tokyo versus het stille mysterieuze woud.

Rebelsheid

~

L’Amant is een adaptatie van een shojo manga (een comic voor meisjes) over een zeventienjarig schoolmeisje dat voor een jaar haar lichaam verkoopt aan drie oudere broers. Zij doen dit in opdracht van hun stervende vader, die in het meisje zijn eigen dochter herkent. Genoeg stof dus voor een discussie over moraal, maar ik was erg teleurgesteld in de film. Na Ryuichi Hiroki’s vorige film Vibrator had ik hoge hoop voor zijn volgende, maar de symboliek van L’Amant gaat mij een beetje boven de pet, hoewel de melancholische sfeer aardig is. Het meisje pleegt een daad van rebelsheid tegen volwassen en probeert morele codes te breken, maar als film levert het niet echt boeiend materiaal op.

Videokunst

~

Na dit erotisch drama komt de heftige cultfilm Tsuburo no Gara, de meest bizarre film van het festival. Een man en een vrouw worden wakker in een verlaten ziekenhuis. Bij de man zit een machine op zijn rug geschroefd. De film is vervreemdend en doet sterk denken aan Tetsuo. Met name de scherpe montage en doordringende industriële klanken maken indruk, maar het is duidelijk een film met een hoog videokunstgehalte voor de liefhebber, want de film scoort laag bij de publiekscore.

Surrealistisch

~

Het zalig melige The Taste of Tea (Cha no aji) van Katsuhito Ishii won de publieksprijs. De grens tussen fantasie en werkelijkheid vervaagt in het dagelijkse leven van een maffe familie. Dit levert een reeks aan grappige en droogkomische situaties. CGI-effecten geven een surrealistisch en dromerig effect.

Lolita

~

In de slotfilm Kamikaze Girls (Shimotsuma monogatari) sluit een Lolitameisje uit een boerendorp een onwaarschijnlijke vriendschap met een biker girl. Kitsch, aanstekelijke humor en gelikte beelden zorgen voor een fijne trip in fantasieland in deze vrolijke, pastelkleurige ode aan de J-pop.

Diversiteit

De programmering van het Dejima Festival is divers en van een behoorlijk kwaliteitsniveau. Voor de niet-liefhebber is zo’n brede programmering waarschijnlijk niet interessant, maar er is genoeg publiek en het ziet er naar uit dat het festival in de toekomst zal groeien. Ook al kunnen de films op het Dejima Festival niet ieders smaak bekoren, de films zijn stuk voor stuk met liefde, inspiratie en inventiviteit gemaakt. Je leert door de verschillende films nog meer de Japanse cultuur te ontdekken en te begrijpen.