Boeken / Achtergrond
special: Een interview met Marc Legendre

‘Mijn droom is alle grenzen op te blazen’

De Belgische striptekenaar Marc Legendre maakte 28 albums lang de stripserie Biebel. Deze humorstrip voor kinderen was volkomen zorgeloos. Nu is de eerste graphic novel van de auteur op de markt, genaamd Finisterre. Dit boek gaat over zelfmoord en oorlogsgruwelen. Hoe is zo’n grote omslag mogelijk? 8WEEKLY vroeg het hem.

“Mijn broer Willy was als freelance journalist samen met een fotograaf naar de Balkan getrokken toen de hel daar losbarstte. Hij kwam terug met foto’s en interviews die hij uittikte in de studio waar ik aan Biebel werkte. Terwijl ik grappen bedacht, hoorden we op de achtergrond mannen en vrouwen snikkend de vreselijkste dingen vertellen. Apocalyptisch. Die verhalen en stemmen lieten me niet los en op een dag heb ik de tekst voor Finisterre geschreven. Om de ellende uit m’n hoofd te krijgen, vermoed ik.”

Een stuk glas

~

Legendre wist niet wat hij met de eerste versie van de tekst van Finisterre aanmoest. Na zijn stop met Biebel schreef hij de jeugdboeken Screamteam (uitgegeven bij The House of Books). “Mijn eerste idee was er een theatermonoloog van te maken. Enkele van mijn collega’s uit de stripwereld stelden voor het uit te tekenen. Dus maakte ik er een stripscenario van.” Opdrachten en een verhuizing naar het buitenland zorgden ervoor dat het project naar de achtergrond verdween en het script alleen bij verhuizingen opdook. “Dik een jaar geleden besloot ik dat ik er maar eens wat mee moest doen. Ik wilde er een roman of een novelle van maken. Maar tijdens het schrijven, bleek dat ik bepaalde scènes al heel erg ‘uitgetekend’ in m’n hoofd had zitten. Dus gooide ik het over een andere boeg en begon ik te tekenen aan de strip Finisterre. Na 44 platen merkte ik echter dat het nergens op leek. Het was gewoon een stripje aan het worden met vakjes en balloons en het werkte niet.”

~

Een experiment met verschillende tekentechnieken door elkaar duurde 20 pagina’s lang, maar bleek ook niet te werken en Legendre gooide opnieuw alles weg. Bij die spullen zat onder andere “een stuk glas waarop ik een zin uit het boek geschreven had, omdat ik dacht dat dat beter zou zijn dan wanneer ik dat op calqueerpapier zou doen. Een maand later wil ik dat stuk glas naar de glasbak brengen en ik krijg een diepe snijwond in m’n vinger. Ik ga binnen mijn hand verzorgen en wanneer ik even later terug in de tuin kom, zie ik de glasplaat met zand, grassprietjes, troep, bloed en de paar woorden, half uitgeveegd. Precies het beeld dat ik droomde maar dat ik niet op papier kreeg. Vanaf dat ogenblik wist ik wat ik moest doen: geen wetten of regeltjes, geen ‘dit hoort niet’ of ‘op die manier doe je dat niet’, gewoon doen. Ik slaagde er eindelijk in alles wat ik geleerd had, al mijn ervaring overboord te smijten. Een bevrijding.”

Wokgerecht

Het ontstaan van Finisterre is een lang proces geweest, van een eerste tekstversie in 1995 duurde het tot juli 2005 voor het boek uiteindelijk verscheen. De tekst kostte Legendre de meeste tijd. Daarna is hij op zoek gegaan naar beelden. “Ik had een kamer vol toen ik aan het project begon. Daar een zekere orde in vinden, heeft ook enkele maanden geduurd.” Het uitwerken duurde ongeveer drie maanden. “Het was een beetje als een wokgerecht. De voorbereiding is het werk. Eens alle groenten gesnipperd, de vis in blokjes gesneden en gemarineerd, kun je binnen de tien minuten aan tafel.”

~

Finisterre begon als een experiment, zonder dat Legendre er een uitgever voor had gevonden. Hij wilde loskomen van Biebel, kijken wat hij nog meer kon om zo zijn grenzen te verkennen en te verleggen. Bovendien moest hij de verhalen en de ellende van wat hij op die cassettebandjes hoorde een plaats geven in zijn hoofd. In zijn eerdere strips kon Legendre een meer serieus geluid niet kwijt: “Ik wilde ooit een Biebel maken met als onderwerp ‘kinderen in een ziekenhuis’, maar dan niet soft en met grapjes en grollen over een of ander medisch onderzoek. Reggie zou heel erg ziek zijn en dan maar kijken hoe die kids dat verwerken en beleven.” Dit heeft volgens Legendre niet alleen te maken met het humoristische karakter van Biebel, maar zit sowieso een beetje ingebakken in het genre: “Als auteur zou je je strippersonage wel willen laten evolueren omdat zowel jijzelf als de maatschappij evolueert, maar dat wordt niet op prijs gesteld. Dat is één van de redenen dat ik gestopt ben met Biebel. Bovendien is het niks voor mij om mijn 60ste verjaardag te vieren met de publicatie van het 325ste Biebelalbum. Dus met dat klootzakje was ik sowieso gestopt.”

Taal is overal

In Finisterre wordt een aantal literaire werken geciteerd, waaronder een compleet gedicht van Charles Bukowski. Legendre is wel van mening dat je als kunstenaar door andere kunst wordt beïnvloed, maar kan daar niet direct een bepaald voorbeeld uitpikken. “In mijn hoofd is het stilaan een soort smeltkroes geworden waarin alles samenkomt en ondeelbaar geworden is. Als een soep die je gemixt hebt en die dus nog wel naar worteltjes en prei etc smaakt, maar waarin je die afzonderlijke groenten niet meer terugvindt. Dat is de achterliggende idee van Finisterre, dat het onzin is te denken in één bepaalde taal als je een verhaal wilt vertellen. Waarom zou je geen gebruik mogen maken van alle talen die je beheerst? Zeker wanneer je weet dat ook je publiek die talen begrijpt? Muziek is een taal, fotografie, poëzie, je hebt een beeldtaal, een geschreven taal waarbij zelfs het letterbeeld iets kan uitdrukken, je hebt de gesproken taal en noem maar op. Taal is overal en in heel wat dingen terug te vinden. Mijn droom is alle grenzen op te blazen en een verhaal te vertellen waarbij al je zintuigen en de weinige hersencellen die we gebruiken, tegelijk beroerd worden.”

In een hoofd kruipen

~

De tekst van Finisterre lijkt haast wel een gedicht, maar moet de tekst ook als zodanig worden gelezen? “De tekst is heel erg uitgepuurd, zoals je doet wanneer je aan een gedicht schrijft. Dat was nodig omdat een woord te veel of op de verkeerde plaats, de hele sfeer zou verpesten. In een gewone strip maak je gebruik van dialogen in balloons. Dat wordt een soort spreektaal en ‘gezever’ stoort dus niet. In een normale roman is het vaak lekker wanneer een schrijver de tijd neemt om een situatie te beschrijven of om een personage neer te poten. Dat kon om verschillende redenen niet voor Finisterre. Het verhaal speelt in het hoofd van een vrouw, enkele seconden voor haar auto tegen de keien knalt en zij de dood vindt. Wat er op dat moment gebeurt in haar hoofd vormt geen netjes geordend en mooi afgewerkt verhaaltje. Daarbij ga je op zulke momenten niet eindeloos sfeertjes of mensen beschrijven. Als je ervoor kiest om in het hoofd van een specifieke vrouw te kruipen, moet je het ook met haar informatie doen. Omdat niet alles gezegd wordt, komt de lezer tot zijn of haar invulling van het verhaal. En dat werkt wonderwel. Ik kan namelijk de verschrikkelijkste gruwelen beschrijven, ze zullen nooit de gruwelen overtreffen die in jouw hoofd zitten. Daar wilde ik rekening mee houden toen ik Finisterre schreef. De verschrikking mag niet enkel in mijn hoofd zitten of in het hoofd van het personage, ze moet ook in jouw hoofd gevoeld worden. Dat de tekst iets heeft van een gedicht versterkt dat gevoel. Omdat je bij een gedicht ook met weinige woorden een bepaald gevoel oproept en uitdrukt.”

Een stripboekske

Momenteel heerst (in Nederland) de trend dat jongerenstrips steeds slechter verkopen, maar dat het ‘literaire’ genre langzaam groeit. Is Finisterre misschien een (onbewuste) reactie op dit verschijnsel? Volgens Legendre is de gewone strip afhankelijk van hypes en trends: “Morgen is één of andere strip plots hot omdat de maker ervan de grootste spetter was op Temptation Island. De zogezegde literaire strip is in zekere zin ook een trend, maar toch heb ik het gevoel dat het de makers ervan meer te doen is om het verleggen van grenzen, dan om hoge oplages te halen. Of het (grote) publiek volgt, weet ik niet. Als de media bazuinen dat Maus de Pullitzerprijs krijgt, zien de meeste mensen geen strip meer liggen, maar een boek. Maar je kunt niet elke graphic novel de Pullitzerprijs geven. Dus waarschijnlijk blijven de meeste graphic novels voor de meerderheid voorlopig nog gewoon ‘een stripboekske’. Jammer. Het is nog even wachten op de tijd dat in de boekhandel elke graphic novel gewoon naast de nieuwe Brouwers op een tafeltje ligt, denk ik. En, niet onbelangrijk, in een net zo groot aantal beschikbaar is. Wat niet wil zeggen dat ik zou neerkijken op de gewone strip. Een goeie strip maken is razend moeilijk.”

Een plaatsje in de boekhandel

~

Legendre zelf is wel aangestoken door de artistieke strip. Hij ziet Finisterre zelf als een nieuwe start. Die moet in de nabije toekomst leiden tot een bijdrage voor een boek met ‘gedichten in beeld’ van Slauerhoff en een tweede graphic novel, met de werktitel Verder. Commercieel succes is voor Legendre niet zo belangrijk meer. “Indien ik het financieel wat makkelijker zou willen hebben, kon ik beter Biebel blijven tekenen in plaats van jongerenromans te gaan schrijven.” Zijn leefsituatie is daar ook naar: “Ik heb een lieve vrouw en geen kinderen, dus ik kan het mij veroorloven aan projecten zoals Finisterre te werken en het risico te lopen dat die daarna in een lade verdwijnen. Maar dat wil niet zeggen dat ik niet hoop op een commercieel succes van Finisterre. Maar succes hangt van heel wat dingen af. In de laatste plaats van de kwaliteit van het werk. Mocht ik elke dag in een idioot panel zitten op tv, dan was succes onontkoombaar. Was ik een babe dan had ik ook weinig te vrezen. Nu moet een boekhandel bereid gevonden worden een plaatsje vrij te maken voor Finisterre omdat hij het een goed boek vindt en niet omdat ik op de cover sta van Privé. Dat is niet makkelijk. Maar hoop doet mij al jaren leven.”

Lees ook onze recensie van Finisterre.