Boeken / Achtergrond
special: Literatuur in de praktijk: Debuteren met Jan Drost

‘Een Kees de jongen-moment: mijn droom is werkelijkheid’

.

Je was al jaren voor je werd gepubliceerd bezig met schrijven. Hoe is je debuut uiteindelijk tot stand gekomen?

Ik was altijd met romans bezig, met fictie. Dat lukte steeds net niet. Toen ik klaar was met filosofie zat ik vol ideeën, en iemand op een feestje zei toevallig, schrijf eens een essay. Dat heb ik gedaan, en dat stond toen in nrc.next. En opeens, dezelfde dag nog, had ik allemaal uitgevers aan de telefoon. Dus opeens had ik het voor het kiezen. Toen dacht ik, is een roman wel de juiste vorm voor wat ik op dit moment het allerliefst wil zeggen? Dat was wel even slikken, omdat ik heel erg had ingezet op een roman.

Heb je je debuut ervaren als een mijlpaal?

~

Ik heb wel een traantje weggepinkt, zeker. Toen ik een contract kreeg, was het boek nog niet af. Ik had vier essays en twintig pagina’s synopsis. Daar was ik op beoordeeld. Het is alsof iemand tegen je zegt: ik wil met je trouwen, en we zien het wel tijdens de huwelijksnacht. Dan moet je wel echt met iets heel leuks komen.

Als iemand vertrouwen in je stelt helpt dat enorm, maar je wilt het dan wel waar maken. Toen het boek af was en ik het had ingeleverd zei Wil Hansen, mijn redacteur bij de Bezige Bij, dat het een heel mooi geheel was en dat we nu gingen redigeren. Dat was alsof ik het examen gehaald had. Gaandeweg werd het redigeren puntkommawerk: klopt dit wel, kijk dit nog even na,  moet dit niet eigenlijk veel korter… halverwege dacht ik: het gaat alsnog niet door!

Het moment dat hij zei, het is nu naar de drukker – de drukproef krijg je eerst ook nog twee keer – toen dat door was…eindelijk echt. En op een gegeven moment stond de postbode voor de deur met een doos exemplaren. Dat is alsof je naar iets kijkt wat helemaal niet bestaat. Een Kees de jongen-moment: mijn droom is werkelijkheid.

Heb je het gevoel dat de druk van de ketel is, nu je bent gepubliceerd?

Absoluut. Als je al heel lang bezig bent, krijg je het idee dat je mensen moet gaan uitleggen dat je het eigenlijk best wel kan, maar dat het gewoon nog niet gelukt is. Als je bent gepubliceerd is het alsof de buitenwereld ‘ja’ heeft gezegd. En als de buitenwereld geen ‘ja’ zegt, dan blijft het een beetje een droom.

Zelfstandig publiceren, dus buiten een uitgeverij om, komt steeds vaker voor. Waarom heb je ervoor gekozen dat niet te doen?

Dat heeft weer met die erkenning te maken. Het is ook een beetje geromantiseerd hoor, want je gaat ervan uit dat het juiste oordeel dan bij de uitgevers ligt, terwijl daar ook allerlei commerciële belangen meespelen. Maar ik had zelf echt de erkenning van de buitenwereld nodig.

Hoe is je ervaring met de publiciteit rond Het romantisch misverstand?

De publiciteitsafdeling van de uitgever stuurt standaard promotie naar de redacties van alle kranten en tijdschriften, maar de meeste dingen zijn heel toevallig gegaan. Krijg je opeens een mailtje van iemand die je niet kent, die een stuk in de krant heeft gelezen. Toevallig ziet of hoort iemand iets van je. Het is deels mond-tot-mondreclame.

Ik zeg bijna altijd ja tegen lezingen en discussieavonden, want dan heb je hele rare en hele leuke gesprekken met lezers. Je moet je wel afvragen, als ik ergens heenga, kan ik dan überhaupt wel zeggen wat ik wil zeggen, of moet ik even een oneliner doen? Je moet zo snel mogelijk uit die houding van: dankjewel dat je me gevraagd hebt. Ik ben altijd heel blij dat ik uitgenodigd word, maar wat voor avond wordt het, en is het een avond waar je met enig zelfrespect kan staan?

Ging debuteren niet alleen om erkenning en een droom die werkelijkheid wordt, maar ook om in hoeverre je schrijverschap deel uitmaakt van je identiteit?

Ik troostte mezelf altijd met een verhaal van Salinger, ergens in Nine stories. De oudste broer van de familie Glass zegt daarin: op dit moment ligt de beste dichter ter wereld ergens eenzaam op een kamertje te sterven. Met andere woorden: je hebt mensen die echt wel goed zijn, maar bij wie het gewoon niet lukt. Ik ken mensen die heel slecht zijn en die het ontzettend goed lukt om media-aandacht te krijgen. Maar ik geloof niet dat je een heel leven in jezelf kan geloven zonder dat er ooit externe bevestiging komt. Dus in die zin begint het schrijver zijn dan wel een wezenlijk onderdeel van je identiteit te worden.

Ik heb wel gedacht: stel dat het nooit lukt. Dat kan natuurlijk. Dat je nooit wordt gepubliceerd – of ik dan door zou gaan. Het speelt wel mee: als het echt alleen maar om de inhoud zou gaan zou je kunnen zeggen dat het dan niet gepubliceerd hoeft te worden. Maar toen het boek er eenmaal was werd ik heel erg nieuwsgierig naar wie het las, en wat ze ervan vonden. Na twee weken belde de uitgever om te zeggen dat de eerste druk op was, en ik dacht: wauw! Maar m’n tweede gedachte was: het feit dat zoveel mensen het hebben gekocht betekent nog niet dat ze het hebben gelezen. En hoe lezen ze het dan, en wat vinden ze er dan van? Dus die bevestiging lokt enorm, maar zodra die er is verschuift het ook meteen weer.

Als je heel weinig had verkocht, zou je dan het gevoel hebben gehad dat je had gefaald?

Ik weet het niet. Als dat nu zou gebeuren, als m’n boek af is en er worden tweehonderd exemplaren van verkocht, dan zou ik dat wel heel erg vinden. Betekent dat dat het slecht is, of dat het gewoon niet genoeg onder de aandacht is gebracht? Misschien is het lulliger omdat je had gehoopt dat mensen het mooi zouden vinden, in plaats van dat het per se slecht is.

Vorig jaar, bij de zomerborrel van de Bezige Bij, kwam ik min of meer toevallig bij het lopend buffet naast Gerrit Komrij terecht. Paul Sebes, mijn agent, kwam voorbij, stelde me voor en zei dat m’n debuut best goed liep. En Komrij zei meteen, ja maar dat zegt niks. De eerste drie, vier boeken, die horen helemaal niet goed te lopen. Dat vond ik heel geruststellend.

Het enige wat je moet doen is zorgen dat je volgende boek, een roman, heel goed wordt. Waarom schrijf je een roman? Omdat volgens jou de wereld mooier is als dit boek er is dan als het er niet is. Het gaat er alleen maar om dat je die bladzijde afhebt en dat je ernaar kijkt en denkt: het zou zonde zijn als ik nu op delete druk.