Boeken / Achtergrond
special: Illustrator Jan Jutte vertelt over beeld bij verhaal

‘Een tekening kan de tekst doodslaan’

“Soms is het beter als de olifant linksaf slaat en in een bos terechtkomt. Omdat dat aardiger is om te tekenen. Af en toe heb ik kleine aanpassingen in een verhaal nodig.” Tekenaar Jan Jutte (51) voorziet al meer dan twintig jaar teksten van illustraties. In zijn atelier in Wehe-den Hoorn, noord-Groningen, vertelt hij hoe de combinatie tussen tekst en tekening tot stand komt.

“Ik neem andere beesten!”

Jutte gaat voor naar zijn enorme werkruimte op de zolder. Hij heeft uitzicht over niets dan weilanden en koeien en luistert naar het gekwetter van de vogels in hun volière of naar de radio. Zijn werk doet hij aan een van zijn twee bureaus of aan de tekentafel. Overal liggen stapels boeken. We gaan aan zijn grootste bureau zitten. Hij leunt achterover en terwijl hij vertelt, kijkt hij af en toe op zijn klokje of ik mijn bus naar de bewoonde wereld niet mis.
Jutte studeerde in 1980 af aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Arnhem, in de richting ‘tekenen en schilderen’. Tot drie maal toe ontving hij het Gouden Penseel, de prijs voor het beste door een Nederlandse illustrator geïllustreerde jeugdboek. Dit voor zijn illustraties bij Lui, lei, enzo van Rindert Kromhout, Tien stoute katjes van Mensje van Keulen en Een muts voor de maan van Sjoerd Kuyper

Juttes tekeningen kenmerken zich door de gestileerde afbeeldingen. “Tekenen is voor mij een kwestie van schrappen en weglaten. Ik vereenvoudig mijn tekeningen en maak ze helder.”
Die duidelijkheid heeft weinig te maken met het feit dat hij voornamelijk voor kinderen tekent. “Ik werk niet per se voor kinderen. Ik werk voor mezelf, het maakt me niet uit wie het einderesultaat onder ogen krijgt. In Nederland bestaan weinig geïllustreerde boeken voor volwassenen. Tekeningen komen vaak in prentenboeken terecht, en die zijn nu eenmaal voor kinderen.”

Foto: www.janjutte.nl
Foto: www.janjutte.nl

Teksten dienen zich op allerlei verschillende manieren bij de illustrator aan. Soms komen de verhalen van hemzelf, of bedenkt hij ze samen met zijn vrouw. Deze samenwerking leidde tot het bekroonde boekje Opstaan!. Een tekst kan ook door een andere auteur aangeleverd worden, bijvoorbeeld via een uitgeverij. Niet alles wat hij daarvan op zijn bureau krijgt kan Jutte illustreren. “Als ik niets met een verhaal kan, dan stuur ik het terug. Maar een tekst kan ook gewoon af zijn, dan hoeft er niets aan veranderd te worden en kan ik ermee uit de voeten. In andere gevallen heb ik bepaalde wensen voor de auteur.”

Zo gaat hij met kinderboekenschrijver Sjoerd Kuyper meestal om de tafel zitten om een verhaal te bespreken. Dan kan het over details gaan. “Zo kon ik laatst niets met de dieren die Sjoerd voor een nieuw verhaal had verzonnen. Ik belde hem op en zei: Sjoerd, ik neem andere beesten! Soms heb ik ook een bepaalde wending in het verhaal nodig. Dat kan een mooiere tekening tot gevolg hebben, maar ook een mooie stijlbreuk, of een mooi contrast.”

De wisselwerking tussen beeld en tekst luistert erg nauw. “Sjoerd mailde me laatst een schattig verhaal op rijm. Over een olifantje die de ramen lapt met zijn oren. Hij roept met zijn tekst dan al zo duidelijk een beeld op, dat ik dat niet meer ga tekenen. Dan sla je de tekst dood. Dan teken ik bijvoorbeeld hoe hij aan komt lopen met de emmer, of hoe hij kletsnat weer gaat opruimen.”

Het kan ook andersom werken. Jutte is momenteel bezig met een boekje voor kinderen die net kunnen lezen. Hij moet summier zijn met zijn tekst, eenlettergrepige woorden gebruiken. Wat hij niet kan schrijven lost hij dan beeldend op. Wanneer hij voor heel kleine kinderen werkt, gebruikt hij zelfs nauwelijks tekst: “Degene die voorleest mag het verhaal vertellen.”

De z van zuiver

~

Onlangs illustreerde Jutte op verzoek van uitgeverij Querido de gedichtenbundel …m n o p q… van Toon Tellegen. Geen gemakkelijke klus, vertelt de illustrator. De gedichten van Tellegen geven zich moeilijk gewonnen.
Voor …m n o p q… schreef Tellegen op zijn herkenbare heldere en eenvoudige toon een associatief gedicht bij elke letter van het alfabet. De teksten hebben een melancholische ondertoon. “Herfstpoëzie voor wie niet te letterlijk wil lezen”, oordeelde recensent Arnaud Deflem van website Cutting Edge.
De gedichtjes roepen mooie, maar soms ook ondoorgrondelijke beelden op. Bij de letter ‘z’ schreef Tellegen:

Ik was moe.
Ik kon geen letter meer zien.
Ik wilde ook geen letter meer zien.
Ik wilde alleen nog maar slapen, ergens achteraf,
onder een lege hemel
en in warm en ongeletterd gras.

En de z dan?
Welke z?
De z van zuiver, zinderend en zoen.

Ik zuchtte, ik was zó moe…
maar iemand draaide zich naar mij toe
en gaf mij een zuivere, een zinderende, een letterlijke zoen.

Waar is de a?

Jutte hield de illustraties bij de 26 gedichten sober. Hij koos voor pentekeningen, waar hij met een rollertje van de Hema kleurvlakken overheen drukte.
Net als de teksten van Kuyper zijn de gedichten van Tellegen erg beeldend. De tekening die Jutte bij dit gedicht maakte was een slapende man; boven zijn hoofd hangt een zwarte wolk, met een kleine letter z erin.

Jutte vertelt wat hij moeilijk vond aan het illustreren. “Bij het tekenen voor deze gedichten moest ik een heel ander facet van mezelf aanboren. Ik maak veel dingen voor kinderen, die vaak simpel en eenvoudig zijn. Dit boekje vroeg om heel andere tekeningen, maar ik wist niet of ik mezelf er nog in kon herkennen als ik iets heel nieuws zou doen. Ik sprak erover met Toon, die van origine huisarts is. Hij zei: ‘Het ene moment praat ik met een patiënt die terminaal ziek is, de volgende patiënt blijkt zwanger te zijn. De toon van de gesprekken is totaal verschillend, maar ik ben het allebei.’ Met andere woorden, je kunt heel erg wisselen van stemming, maar het toch bij jezelf houden. Dat was ook zo bij deze tekeningen.”

Illustratie: www.janjutte.nl
Illustratie: www.janjutte.nl

Jutte bemoeide zich ook met de opmaak van het boekje. “Ik beschouw het tekenen als een vormgevingskwestie. Vooral als er voor het boek nog geen formaat vaststaat heb je veel vrijheid. Hoe wil je de tekeningen op een pagina hebben, tussen de tekst in, of de tekst onder de tekening? In het geval van het boekje van Toon leek het me het beste de opbouw rustig te houden. De tekeningen zouden teveel aandacht vragen als je ze door de tekst heen zou laten lopen. De letters spelen de hoofdrol, dus vond ik het het mooiste de tekening op de linkerpagina en het gedicht op de rechterpagina te zetten. Een duidelijke, hiërarchische opbouw.”

Een blikje ansjovis

Jutte heeft meestal al een idee in zijn hoofd als hij een tekening gaat maken. “Soms maak ik eerst een schets, soms aantekeningen, soms gaat het heel snel. Ik kijk ook vooral goed om me heen.” Hij pakt een oud blikje waar ooit ansjovis in heeft gezeten. “Dit vond ik op een Grieks strand. Ik zag de afbeelding van deze vis en dacht: dit kan ik vast nog een keer gebruiken. Ik kijk ook graag in mijn fotoboek van Picasso. Dat zijn foto’s waarop hij aan het werk is, daar komt zoveel plezier uit voort.”

Zelf houdt hij van het werk van schilder Matisse en de klassiek aandoende tekeningen van Shepherd, die Winnie de Pooh tekende. Hij werd ooit gevraagd commentaar te geven in een documentaire over het werk van tekenares Fiep Westendorp. “Het werk van Fiep is geweldig, dat overleeft de verhalen van Annie M.G. Schmidt misschien nog wel. Sommige van haar tekeningen hebben een eeuwigheidswaarde.”

Het tekenen naar andermans teksten limiteert Jutte niet in zijn vrijheid. Maar hij maakt ook graag vrij werk. Helaas heeft hij nauwelijks tijd zijn onaffe schilderijen af te maken. “Vroeger was ik uitgelaten als ik een opdracht kreeg. Nu hoop ik maar dat ze niet bellen.”
“Ik werk wel veel, geloof ik. Ik sta om zeven uur op, ga douchen en maak mijn zoontje wakker. Daarna laat ik de honden uit en ga ik beginnen. Het is fantastisch om zo vrij te zijn. Ik kan ook voor een deel mijn eigen werk genereren. Als mijn orderportefeuille een beetje leeg raakt, ga ik maar weer eens een plannetje maken of een telefoontje plegen.”