Boeken / Achtergrond
special: Genieten van ontregelde kunstenaars

Winternachten III

Het publiek van Winternachten krijgt dit jaar enkele aardige ideeën over de omgang met regels toegeschoven. Vreemd genoeg komen die niet van de schrijvers en de denkers, maar meer van de artiesten die laten zien wat hen beweegt. Winternachten III is een avond vol muziek, film en gesprekken, waarin zo nu en dan het thema ‘regels’ aan bod komt.

Het festival is alweer drie dagen bezig, de winter is een stuk minder streng dan de week ervoor en de mensen verdringen zich voor de ingang van de Grote zaal. Daar zal zo meteen Wim Brands in gesprek gaan met Jonathan Safran Foer. Hoewel we niet op het station voor de deuren van de trein staan te wachten voordat we naar binnen mogen, en ondanks het feit dat we allen behoorlijk geciviliseerde mensen zijn, lijkt er bij de opening van de zaal toch wat van het alom bekende geduw en getrek te ontstaan. De regels der sociale omgang tonen zo af en toe hun onregelmatigheden. J.S. Foer is een van de grote namen waarmee Stichting Winternachten haar publiek probeert te trekken en de zaterdagavond wil inluiden – dat lijkt haar goed te lukken.

Weinig samenhang
Onder het publiek blijkt Foers laatste boek, Dieren eten, het gesprek van de dag te zijn. Gelukkig gaat het gesprek tussen de schrijver en Brands over meer dan alleen dit boek. Foer opent met een passage uit Extreem luid & ongelooflijk dichtbij. Hieruit blijkt dat het hoofdpersonage vooral bezig is met regels bedenken en in stand houden. Gespreksleider Brands vaart een persoonlijke koers door te informeren naar regels in het persoonlijke leven van de schrijver. Jonathan Safran Foer had maar één belangrijke wet in zijn leven als jongeling, namelijk ‘wees gelukkig’. Hij heeft naar eigen zeggen nog nooit ruzie of een conflict gehad. Het is altijd lastig geweest om deze regel te overtreden, maar met schrijven doet hij een aardige poging.

~

Soms is schrijven ook een manier om wetmatigheden aan het licht te brengen. Tijdens zijn driejarig onderzoek voor Dieren eten moest Foer regels overtreden – hij brak samen met dierenrechtenactivisten in bij boerderijen  om met eigen ogen de machinerie achter de bio-industrie te zien. Het erge aan deze bedrijfstak is niet dat de dieren in die ene boerderij zo leven, maar dat dit als een vuistregel geldt voor iedereen die in de industrie werkt: je hebt steeds meer nodig om dezelfde omzet te kunnen maken. Dus een boer moet steeds meer dieren in zo klein mogelijke onderkomens houden.

Waar Brands echter te veel concentreert op het schrijfproces van Dieren eten, wil Foer vooral uitweiden over de betekenis van trauma en wetten in zijn eigen leven. Het gesprek is hierdoor onsamenhangend. Gelukkig maakt Foer het publiek lekker door een tipje van de sluier op te lichten over zijn nieuwe werken. Hij is bezig met twee boeken. Het eerste is een bewerking van een verhaal van en eerbetoon aan zijn favoriete schrijver, Bruno Schulz. Het gaat om een typografisch experimenteel werk waar slechts 500 exemplaren van zullen worden gedrukt. Over het andere werk is Foer mysterieuzer. Er moeten eerst een paar mensen overlijden voordat hij het kan publiceren, maar zou iets met nazi’s te maken hebben.

Onbevredigende ontregeling
Er lijkt veel minder belangstelling te zijn voor wat er vervolgens gebeurt in de Kleine zaal. De ironie wil dat door onvoorziene omstandigheden de planning van het festival ontregeld werd. Aanvankelijk zouden Kettly Mars en Junot Diaz onder leiding van Sandew Hira praten over schrijven onder een dictatuur. Diaz moest vanwege een klein auto-ongeluk het bed houden. Mars, afkomstig van Haïti, was vanwege de aardbeving in haar vaderland verhinderd om te komen.

Publicist Sandew Hira gaat daarom in gesprek met redacteur van het festival Lucia Nankoe en voormalig correspondent in Haïti, Linda Polman. Acteur Maikel van Hetten neemt de voordracht en zang voor zijn rekening. Het uur waarin de twee schrijvers elkaar zouden spreken, wordt nu besteed aan de gebeurtenissen op Haïti. Om een lege plek op te vullen, spreken de deelnemers wel in de geest van de afwezige schrijvers. Diaz zou gezegd hebben dat de aardbeving een gevolg is van een vloek, ontstaan tijdens de slavenhandel op het eiland Hispaniola. Mars kwam er langzaam achter dat de ramp in haar vaderland veel groter was dan verwacht, en dat er overal chaos was.

Nankoe en Van Hetten dragen ook voor uit werk van Mars en Diaz, en dat brengt een welkome afwisseling. Wat betreft stijl verschillen de schrijvers sterk van elkaar. Diaz’ werk is confronterend; de schrijfster legt met veel ironie de oorzaak van een slavenvloek bij de slavenhandelaars. Mars hanteert een subtielere stijl die veel emotie laat zien. Uiteindelijk draait deze voorstelling toch om degenen die er niet bij kunnen zijn. Dat is onbevredigend, maar Van Hetten maakt het uur gelukkig goed met krachtige maar gevoelige zang. 

Nasr en Reijseger
Dichter des Vaderlands Ramsey Nasr en cellist Ernst Reijseger zorgen uiteindelijk voor het echte hoogtepunt. Hun voorstelling steunt op twee pilaren: improviseren en een gesprek over improvisatie. Daarmee wordt meteen een gouden regel duidelijk: je moet kunstenaars niet laten praten over hun werk of hun wordingsproces. Je moet gewoon genieten van wat ze maken. En zo lijkt het publiek er ook over te denken. Er klinkt een daverend applaus voor de drie gedichten die Nasr voordraagt onder begeleiding van Reijseger. De cellist laat alles afhangen van zijn chemie met de dichter, en dit levert een even onheilspellend als bevlogen resultaat op. Een improvisatie is iets wat op een bepaald moment ontstaat, dan even bestaat en meteen weer vervliegt. En precies dit laten de twee kunstenaar met verve zien.

Daarnaast is ook het gesprek inhoudelijk interessant. Nasr verklaart dat hij niet zonder regels kan: ‘Regels heb ik nodig gehad om het vak van acteur te leren. […] Ik had die school nodig als een bed.’ De musicus Reijseger moet daar echter niets van hebben; om die reden stopte hij met zijn opleiding op het conservatorium. Studenten aan die opleidingen moeten zichzelf eerst dom laten maken alvorens zich te laten africhten. Dat was niets voor hem. De meest interessante uitspraak van Nasr, ‘Een mening is geen boer of scheet, maar iets wat waarde heeft’, wordt door het publiek instemmend ontvangen.

Kortom, het gesprek tussen Nasr en Reijseger is vermakelijk en leerzaam, maar valt in het niet bij de performance. Daarbij maakt interviewer Jan Donkers het iedereen moeilijk door te veel en onduidelijk in de microfoon te mompelen. Zijn vragen zijn soms erg slecht te horen, en lijken de dynamiek tussen musicus en dichter alleen maar af te zwakken.

~

Zeemans bezieling
Michaël Zeeman heeft, volgens directeur Ton van de Langkruis, veertien jaar lang veel betekend voor festival Winternachten. In de Kleine zaal, die voor de verandering propvol zit, wordt de overleden criticus geëerd. Het zijn niet de minsten die onder leiding van Bas Heijne aan de discussie deelnemen: Marjolijn Februari (schrijfster en ethica), Frans Timmermans (staatssecretaris Europese Zaken) en Antjie Krog (dichter, schrijver en journalist). Het zijn bekenden van Zeeman, die hem alledrie van een andere kant kenden en die allemaal een andere anekdote over hem vertellen. Het gesprek gaat in eerste instantie voornamelijk over dingen die algemeen bekend zijn, namelijk dat Zeeman een ongeëvenaard liefhebber van literatuur en cultuur was, en dat hij een zeer unieke manier van interviewen had. Ook komen er enkele aardigheden voorbij, zoals de opmerking van Februari dat – volgens Zeeman – iedereen een handbibliotheek van minstens 35.000 boeken moet hebben. Of de mededeling van Timmermans, dat Zeeman zeer teleurgesteld was in het Nederlandse onderwijs.

Het is moeilijk om iemand te herdenken voor een publiek. Dat blijkt wel uit de vertrouwelijke sfeer die ontstaat op het podium. Krog vertelt een anekdote over een boekhandel in Zuid-Afrika die Zeeman vrijwel leeg kocht. Op deze manier leeft de criticus voort in het gesprek tussen de vier mensen. Maar zo nu en dan wordt het iets te intiem, en worden de toehoorders letterlijk buitengesloten van wat er zich voor hun neus afspeelt. Dit gesprek is werkelijk een eerbetoon aan Michaël Zeeman. Hoe het zich verhoudt tot het thema ‘regels’? Die vraag mag het publiek zelf beantwoorden. De overleden criticus nam het waarschijnlijk niet zo nauw met de regels. Hij maakte zijn eigen wetten als het om cultuur ging, en daar heeft literatuurminnend Nederland opgeleverde vruchten van geplukt.

Winternachten II is afgelopen. De organisatie heeft er ook dit jaar goed aan gedaan zo veel verschillende denkers en kunstenaars uit te nodigen. De ontspannen dance van DJ Polyesta heeft in de foyer plaats gemaakt voor de swingende, Afro-Colombiaanse ritmes van Maguaré. Vlakbij de uitgang lopen we Antjie Krog tegen het lijf. Ze rookt ontspannen een sigaret met wat vrienden of kennissen. En dat terwijl ze zojuist nog op het podium zat met de vrienden van Michaël Zeeman, hem herinnerend en herdenkend. Over ontregeling gesproken.