Boeken / Achtergrond
special: Het Groot Beschrijf, Brussel, 22 april 2007

Brussel volgeboekt

Brussel was op zondag 22 april weer een bruisende stad. In de warme voorjaarszon flaneerden toeristen door de straten en zaten de terrasjes eivol. Er viel echter meer te ontdekken achter de statige gevels van de Belgische hoofdstad, in zijn donkere theatertjes en in duistere concertzalen. Voor de zesde keer vond namelijk Het Groot Beschrijf plaats, deze keer als laatste dag van het Passa Porta Festival, dat vier dagen lang Brussel tot hoofdstad van de literatuur had omgetoverd. Het werd een geslaagde editie, met in de hoofdrol natuurlijk bekende schrijvers, maar ook onvermoeibare doventolken en een overenthousiaste fan met oranje sokken.

Het Groot Beschrijf trekt de kaart van de verscheidenheid en dat is een uitstekende keuze. De bezoeker trof zondag amper voorlezende auteurs aan, maar kreeg in de plaats daarvan een heel menu gesprekken met schrijvers voorgeschoteld. Op het programma stonden niet alleen kleppers uit de Nederlandse literatuur, maar ook uit pakweg Ierland (John Banville), Duitsland (Tanja Dückers) of Spanje (Antonio Muñoz Molina). Zelfs wie liever niet naar auteurs luistert, kon zijn hart ophalen aan de muziek, de literaire wandelingen of zowaar een literair examen.

Groot Examen

Dat Groot Examen had zondagochtend plaats in het Federaal Parlement, een locatie die op zich al een bezoekje waard is. Toch voelden slechts een dertigtal literatuurliefhebbers zich geroepen om hun kennis te laten testen. Marc Reynebeau, journalist en Bekende Vlaming, presenteerde meerkeuzevragen over de meest uiteenlopende onderwerpen. Onder andere het aantal bladzijden van de cyclus De Tandeloze Tijd (zo’n slordige 3000), de bekendste literaire travestiet van de Nederlanden (Maarten ’t Hart) en de manier waarop William Burroughs per ongeluk zijn vrouw vermoordde (in een dronken imitatie van Willem Tell) passeerden de revue. De winnaar van het examen wist uiteindelijk 25 op 30 te scoren, een puike prestatie.

Schrijversgesprekken

~


Maar op een literair festival draait natuurlijk alles om schrijvers. Om halfeen ging uitgever Christophe Buchwald in de Gouden Zaal van de Beursschouwburg in gesprek met Paul Verhaeghen en Tanja Dückers. Verhaeghen is in Vlaanderen vooral bekend om zijn tour de forceOmega Minor. De naam Tanja Dückers klinkt waarschijnlijk minder bekend in de oren, want de Duitse auteur werd nog niet in het Nederlands vertaald. Beide schrijvers delen echter wel hun fascinatie voor de Europese, en in het bijzonder de Duitse, geschiedenis. Ze weidden tijdens het gesprek dan ook uit over de zin van historische romans en hoe die het verleden tot leven kunnen brengen. Spijtig genoeg lokten de clichématige vragen van Buchwald hen iets te weinig uit hun tent en waren de antwoorden van Verhaeghen en Dückers al even voorspelbaar. Op de vraag wat hem nog het meest verraste na het schrijven van zijn historische roman, antwoordde Verhaeghen: ‘de parallellen met het heden’. Nee, veel viel hier niet te leren.

Het gesprek met A. F. Th. Van der Heijden bleek interessanter. Jeroen Overstijns blonk dan ook uit in zijn rol als interviewer: de man is enorm belezen en kent Van der Heijdens werk als geen ander. In het theater op het Martelarenplein sprak de auteur geanimeerd over zijn megalomane projecten De tandeloze tijd en Homo duplex. Hij verklapte dat zijn nieuwe identiteit, simpelweg A. F. Th., oorspronkelijk niets meer voorstelde dan een typografisch experiment, verbonden aan de Homo duplex-cyclus, en onthulde de titels van zijn nieuwste plannen. Zo kunnen we de komende jaren een nieuw deel van Homo Duplex verwachten, met de werktitel Mevrouw, heeft u soms mijn broertje gezien, mevrouw. Er staats zelfs een allerlaatste luik van De tandeloze tijd op stapel: Verliefd tegen.

Doventolken

De absolute publiekstrekker van de dag bleek dan weer Connie Palmen. Zelfs de trappen van het theater op het Martelarenplein vulden zich met fans. Een bijzonder griezelig exemplaar met oranje sokken zat op de eerste rij, luid lachend en applaudisserend bij elke sneer van de schrijfster. En dat waren er heel wat. In haar laconiek laatdunkende toon reageerde Connie Palmen op het schandaal vanwege haar nieuwste boek, Lucifer. Verder merkte ze een en ander op over de Partij voor de Dieren, premier Balkenende en de katholieken. Erg amusant allemaal, maar misschien had interviewer Lieven Vandenhaute haar iets meer in het gareel moeten houden. Een bijzondere rol was nog weggelegd voor de twee doventolken die vol goede moed aan hun taak begonnen, maar even later afdropen bij een gebrek aan doven in de zaal.

De twee tolken lieten echter het hoofd niet hangen: al snel doken ze weer op bij een miniconcert van Yasmine in de Ancienne Belgique. Met hun gebarentaal en sensuele dansbewegingen wisten de dames eenieder te bekoren, niet in de laatste plaats Yasmine zelf. De zangeres, die zich de laatste tijd meer en meer ontpopt als cultureel verantwoord artiest, bracht liedjes van haar nieuwste cd en een selectie van haar favoriete gedichten ten gehore. Haar poëziekeuze was aan de klassieke kant (Willem Elsschot, Leonard Nolens, Bart Moeyaert, Leonard Cohen), maar haar muziek getuigde eens te meer van klasse.

Ondertussen was het in de straten onopvallend avond geworden. Om halfzeven gaf nog een plejade van internationale schrijvers het beste van zichzelf, gevolgd door onder meer de finale van het Belgische Kampioenschap poetry slam. Maar een overdosis literatuur kan schaden, en ook zo was deze editie van Het Groot Beschrijf al bijzonder geslaagd. Zo’n 5000 literatuurliefhebbers hadden op dat moment al genoten van de prachtige mix van zon, muziek, schrijvers en Brussel. Het hoeft niet steeds de kust te zijn.