Boeken / Non-fictie

Zwerven, vrij en blij

recensie: Woei-Lien Chong - Filosofie met de vlinderslag
Kring in het water

Bij een cursus daoïsme zei de docent eens: alle daoïstische filosofie is niets meer dan een introductie op de daoïstische filosofie. Dat geldt eveneens voor Filosofie met de vlinderslag, die ditmaal ook een introductie op de meditatievormen van het daoïsme geeft.

De auteur Woei-Lien Chong studeerde sinologie en filosofie aan de Universiteit Leiden en was daar werkzaam als hoofddocent Chinese filosofie. De kennis en ervaring die ze daarbij heeft opgedaan, geeft ze weer in haar nieuwe boek Filosofie met de vlinderslag. De daoïstische levenskunst van Zhuangzi. De Zhuangzi is de tweede grondtekst (na de Laozi) van het daoïsme. Dit boek wordt geprezen om zijn humoristische vertellingen en diepzinnige, doch simpele anekdotes. Een nauwgezette analyse van de vele verhalen in de Zhuangzi levert een oneindige bron van kennis en wijsheid op. Er is dan ook een hele traditie van kritieken en interpretaties op de daoïstische filosofie ontstaan, al vrij snel na het verschijnen van de eerste twee hoofdwerken. In die traditie levert Chong haar bijdrage af. Opnieuw een boek vol verrassende wendingen en nieuwe interpretatielagen binnen de al reeds omvangrijke literatuur.

Fluwelen gids

De bekendste van de daoïstische teksten is de Tao-te-Tjing van Laozi. Een boek dat de laatste jaren in populariteit stijgt. De 81 gedichten in dit boek herbergen een diepgang die zich niet zomaar toont. Een goede gids is daarom aan te bevelen. Het eerder verschenen Inleiding taoïstische filosofie, met eveneens een bijdrage van Chong, helpt de geïnteresseerde al een aardig eindje op weg. Filosofie met de vlinderslag is als een gids voor de eerste twee grondteksten van het daoïsme. Wat dit boek nadrukkelijk belicht is de oefening in meditatievormen die in met name de Zhuangzi veelal voorkomen. Daarmee borduurt het voort op het in 2007 ook bij Uitgeverij Damon verschenen boek Zwervend met Zhuang Zi van René Ransdorp. Hij geeft eveneens tekst en uitleg hoe de metaforische taal van de Zhuangzi te interpreteren.

Een sterke troef van Filosofie met de vlinderslag is de etymologie van een aantal in het daoïsme zeer belangrijke karakters: die voor wu (niet, ont-) en wei (doen, handelen). Zeker voor hen die al een tijdje bezig zijn met de daoïstische filosofie zijn de intelligente interpretaties en beargumentering van Chong een lust voor de geest. Een hartverwarmende, vaak zelfs grappige, verrijking van je kennis. Daarmee leest dit boek als een glas water bij ernstige dorst. Om als voorbeeld het woord wu te nemen. Het karakter hiervan verbeeldt een groep mensen die een open plek in het bos weg hakt. Daarmee krijgt de vertaling van ‘ont-‘ of ‘niet’ ineens een heel rijke en veelzijdige betekenislaag. Chong nodigt je met haar toelichting van dit karakter uit om met haar mee te filosoferen over de implicaties en interpretaties van het karakter wu, wat in het daoïsme een belangrijke toepassing kent.

Tegelijkertijd zit hierin wellicht ook het manco van veel daoïstische literatuur. Enige kennis van zaken is zeer gewenst. Nu weet Chong je weliswaar ook indien je een volstrekte leek bent langs de diepten en hoogten van de daoïstische filosofie te voeren, maar toch kun je her en der aardig verdwalen. Niet in de laatste plaats door de opbouw van het boek. Zeker aan het begin wordt er vaak, te vaak, verwezen naar verderop in het boek, terwijl al lezende de gekozen hoofdstukvolgorde niet onmogelijk anders had gekund. Het is met het daoïsme nu eenmaal zo dat waar je ook begint, je altijd wel bij een kern terechtkomt. Die kern uitstellen, om wat voor reden dan ook, maakt dat het water troebel wordt. Daarover merkte Laozi eens op: ‘Troebel water dat stil is wordt langzamerhand zuiver’ (Daodejing, vers 15).

Levenskunst

Een veel gebezigde term in dit boek is ‘levenskunst’: hoe te leven dat je geluk maximaal is en je tegenslag minimaal. Met daarbij de kanttekening dat onze zoektocht naar geluk wel heel erg anno nu is. De daoïst van weleer zegt: de hoogste vorm van geluk is de afwezigheid van geluk. Hetzelfde geldt voor comfort; als je schoenen zo goed zitten dat je ze niet meer voelt, spreek je van comfortabele schoenen. Levenskunst kan in de daoïstische filosofie best opgevat worden als zwerven, vrij en blij (xiaoyaoyou). Volg je eigen pad en laat je hart niet overwoekeren met lianen en ander struikgewas (als metafoor van ambities, plannetjes en manipulaties). Het werkelijke leven begint namelijk niet daar en straks, maar is hier en nu al aan de gang. Of, om in een passende metafoor te blijven: de meeste mensen staan aan de oever te discussiëren hoe ze zonder nat te worden mee kunnen in de rivier, terwijl Zhuangzi in zijn bootje langs vaart en glimlachend zwaait, met de uitnodiging: stap maar in mensen, er is genoeg voor iedereen. Chong vertaalt voor ons hoe we aan boord komen, zodat ook wij ons kunnen laven aan die eeuwenoude wijsheid.