Boeken / Non-fictie

Voorbij de borrelpraat

recensie: Jelto Drenth - De man is geen jager

In De man is geen jager rekent Jelto Drenth op charmante wijze af met de talloze mythes rondom het man-zijn, zoals diens libido en de vermeend natuurlijke wijze waarmee seks en liefde verbonden zijn. Daarnaast biedt dit boek een rijke schat aan kennis en anekdotes.

De man is geen jager is een lijvig boek dat de veelheid aan thematiek rondom het man-zijn aan wil snijden. Het boek opent met het afdoen van enkele mythes, zoals deze bij borrelpraat of Heleen van Royen over de tong gaan. In de inleiding dankt Drenth drie cliënten – hij is lange tijd werkzaam geweest als arts en seksuoloog – die zijn kijk op seksualiteit wezenlijk beïnvloed hebben. Het is hiermee alsof de auteur de deur voor jou als lezer opendoet en je een plek tegenover hem geeft in een comfortabele fauteuil.

Daarna is het smullen van de heerlijke vertelstijl van Drenth. Hij lardeert zijn ervaringen en wetenschappelijkheden met tal van voorbeelden uit de praktijk en verwijzingen uit de bellettrie. Daarbij is hij tevens creatief in de vele namen die hij voor het mannelijk geslachtsdeel gebruikt. Dit boek wil vooral toegankelijk zijn en dat is het ook.

Cornucopia

De man is geen jager is opgebouwd uit vijf hoofdstukken, die toenemen in uitgebreidheid. Na een inleiding waar enkele hardnekkige stereotypen ter discussie worden gesteld gaat het boek vanaf hoofdstuk 2 de diepte in, beginnend bij een feitelijk en medisch relaas over man-zijn en mannelijkheid. Deze medisch-wetenschappelijke blik krijgt een verdere uitwerking wanneer de anatomie van de penis uitgebreid aan bod komt. Het is hier dat menig man dingen over zijn geval zal leren, die wellicht volstrekt onbekend waren, zoals klaar kunnen komen zonder erectie.

Hoofdstuk 4 en 5 gaan in op de vele facetten van seksualiteit en man-zijn. Een cornucopia aan seksuele thematiek komt voorbij. Talloze parafiliën (seksuele gedragingen of fantasieën die over het algemeen als afwijkend van de heersende normen worden beschouwd, ook wel seksuele perversiteiten genoemd), zoals een historische schets van pedofilie, de rol van de voorhuid en besnijdenis en bizar aandoende verminkingen van de penis. Deze rijkdom wordt niet alleen beschreven, ook zijn er talloze illustraties in het boek opgenomen. In alle onderwerpen die Drenth bespreekt blijkt een nuance en een creativiteit van uitingsvormen die nauwelijks in soundbites of borrelpraat te vangen zijn.

Prikkelen

In de veelheid die Drenth aan de orde stelt zit ook het manco van dit boek. Niet in alle deelonderwerpen die hij bespreekt is hij even goed thuis. Zo worden sommige hoofdstukken afgedaan met een soms zijdelings relevante anekdote of literaire verwijzing. Het spraakmakende hoofdstuk ‘Misbruik en religieus en spiritueel charisma’ noemt hiervan een aantal voorbeelden, maar verzuimt in te gaan op hoe charisma werkt. Hoe konden die charismatische leiders zo lang hun losbandigheid uitvoeren, zonder protesten van hun volgelingen? Waarom kwamen sommige van de goeroes weg met hun gedrag?

Ondanks deze kritiekpunten blijft dit een lezenswaardig en gefundeerd boek. De man is geen jager vervalt niet in gemakkelijke of sappige uitspraken. Door de oordeelloze beschrijving van de vele facetten van mannelijkheid en seksualiteit biedt dit boek – misschien wel eindelijk – eens antwoorden op de vele vragen die bij mannen (en ook vrouwen) leven. Daarnaast durft Drenth het aan met gezond boerenverstand en een wetenschappelijke bril zaken ter sprake te brengen die niet of nauwelijks onderzocht zijn. Een verdienste van dit boek is dat door de open en luchtige stijl waarop seksualiteit en al haar variaties beschreven worden het deze bespreekbaar maakt. Tegelijkertijd prikkelt het wellicht de avontuurlijke lezer, voor ideeën in de slaapkamer of kelder.