Theater / Voorstelling

Vooral mooi voor liefhebbers van barokmuziek

recensie: Scapino Ballet Rotterdam – Scala

Ed Wubbe, artistiek directeur van Scapino Ballet Rotterdam, is gefascineerd door barok. De muziek, de tijd, de pracht en praal, het gevaar, alles waar barok voor staat. Wubbe heeft er al diverse dansstukken aan gewijd, waaronder een aantal jaren geleden het prachtige Pearl. Scala begint waar Pearl eindigde: het verval is ingezet. Maar al blijft het een genot de dansers van Scapino aan het werk te zien, Scala is niet zo boeiend.

Pearl eindigde met misschien wel het mooiste duet van de hele voorstelling: dat tussen een steeds verder ontklede Bryndis Brynjoflsdottir en Alexandre Jolicoeur. Als Scala begint zien we Brynjoflsdottir op de naakte rug, ze trekt een zwart hempje aan. Alles is donker: de sfeer, de kostuums, het decor, het achterdoek. Het begin van de voorstelling is prachtig, er wordt rauw en met wanhoop gedanst. Gezichten hebben opengesperde monden, alsof er geluidloos geschreeuwd wordt. Wubbe wil de achterkant van de barok laten zien, niet meer de fraaie buitenkant die we al kennen, maar de decadentie, de stank, de verrotting. Er wordt aanvankelijk veel door het hele ensemble samen gedanst, de beelden doen soms denken aan schilderijen van Goya of Delacroix. Af en toe wordt een camera gebruikt om videoprojecties van de dansers te tonen. Die beelden zijn klein en enigszins vaag en lijken uit de tijd van de stomme film te komen. De voorstelling eindigt met alweer Brynjoflsdottir, dit keer op de grond liggend, terwijl de hele groep zich van haar afwendt, zoals bij Glenn Close als Madame de Merteuil in de film Dangerous Liaisons.

Metallica

Er is echter een probleem en dat heeft te maken met mijn (mogelijk slechte) smaak: ik krijg op een gegeven moment genoeg van de muziek. Het is in principe prachtige muziek, die fantastisch wordt uitgevoerd, er lopen een paar schitterende zangers tussen de dansers door, maar anderhalf uur lang barok wordt (mij) op den duur te veel. Het is een opluchting als er een volksliedje tussendoor komt in een volkomen ander ritme. Ik keek erg uit naar een hobosolo met de zelden gebruikte ‘oboe d’amore’. Het instrument heeft een prachtig resonantie, maar die horen we nauwelijks omdat de strijkers gewoon door blijven spelen.

Hoe komt het dat die barokmuziek me niet stoorde bij Pearl? Waarschijnlijk omdat de inhoud toen veel gevarieerder was. Er was contrast in beeld, er waren lichte kostuums in een donkere omgeving, de achtergrond veranderde steeds, net als de inhoud van de dans. Er was een ontwikkeling: eerst het elegante hofdansen, dan de felle prikjes naar elkaar, nog openlijker venijn en uiteindelijk de totale deconfiture. Bij Scala begint de dans rauw en decadent en dat verandert niet, net zo min als decor en achterdoek. Alles blijft hetzelfde en je moet, zeker als je achter in de zaal zit, goed zoeken naar contrasten. Opvallend zijn een blonde danser met blote borst in een prachtige zwarte lange jas of het goudgeschilderde hoofd van Bonnie Doets dat later versierd is met gekleurde stippen. Het is fijn om de Italiaan Dario Minoia te zien met zijn wilde Game of Throneskapsel, maar helaas verandert dat halverwege in een nette hipsterknot en dan lijkt hij weer erg op de anderen. Als de muziek dan ook steeds hetzelfde klinkt is het moeilijk om geboeid te blijven.

Wubbe, die na de première van Scala zeer verdiend tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw werd benoemd, is een fantastische choreograaf die veel risico’s neemt. Hij heeft een diepe liefde voor barokmuziek, het doet hem zelfs denken aan Metallica. Als je dat niet hebt: zorg dat je òf helemaal vooraan gaat zitten en de dansers heel goed kunt zien òf zet (heel zacht!) wat echte Metallica op je oortjes. Bij videobeelden van Scala werkt dat fantastisch.