Theater / Voorstelling

Niet de allergrootste ellende

recensie: Victor Löw en Mirjam de Rooij - Misery

.

Misery: wie kent niet de bloedstollende verfilming van het boek van Stephen King? Paul Sheldon, succesvol schrijver van de Misery-reeks, rijdt met te veel alcohol op terug naar huis. Hij krijgt een ongeluk en wordt gered door Annie Wilkes, die hem opneemt in haar afgelegen huis. Wilkes blijkt een psychopate met een ongezonde idolatie voor Sheldon en voor boekenreeks Misery. In haar macht martelt zij hem waar zij kan. Sheldon overleeft haar geterroriseer door te blijven schrijven. Fascinerend aan de film-Wilkes is dat zij meedogenloos is en eruitziet als een man, streng volgens regels denkt als een kind, en toch af en toe onmiskenbaar vrouwelijke kanten laat zien. Die combinatie levert, behalve fascinatie, humor op.

Komedie

~

Franssens Misery lijkt opzettelijk meer komedie te zijn dan horror. In de eerste scène wordt de toon gezet: Sheldon (Löw) wordt door Wilkes (De Rooij) het toneel opgereden in een ziekenhuisbed dat verticaal op zijn wielen staat. Sheldon spreekt ons toe met zijn hoofd op de grond, zijn teen bovenin steekt naast de lakens: wel een sensationeel beeld. Ook het spel van Löw en De Rooij is ook komisch te noemen. Löws lichaamstaal is sensueel, maar vooral zeurderig en niet als van iemand die zich radeloos of verbitterd voelt. En al zou dit eraan kunnen liggen dat hij zich gered weet door zijn schrijverschap, hij ziet er ook weer niet uit als iemand die een katharsis ondergaat. De Rooij loopt kordaat over het toneel te stappen, maar lijkt eerder een mannenhaatster die lesjes uitdeelt dan een maniakale psychopaat, met haar blonde, gekrulde lokken en vrouwelijke articulatie. Voor het maniakale had Franssen beter Floddervrouw Nelly Freijda kunnen kiezen.

Geen filmische mogelijkheden

Het ontbreken van horror ligt er verder aan dat er op het toneel geen buitenwereld is. Slechts één keer horen we dat Sheldons agent heeft gebeld. Hetzelfde geldt voor Wilkes’ geschiedenis. Ook is er geen miserabel weer, geen bloedstollende natuursymboliek en geen filmtechniek. Franssen probeert met muziek en hier en daar een flard beeldmateriaal suspense te creëren maar deze flarden zijn niet goed te horen en niet goed te begrijpen: is het materiaal uit de film? Op welke momenten gebruikt hij ze? Het is heavy dat Shelden een glas schoonmaaksop echt leegdrinkt, evenals de fles met zijn eigen urine, en het is ook grappig dat hij zijn manuscript verbrandt: we ruiken de petroleum. Maar er is maar één echt formidabel moment: de scène waarin Wilkes Sheldons been er afhakt. We zien haar met een bijl, het licht gaat uit, er flikkert even een straal in het lemmet, het licht gaat weer aan en van Sheldons been is slechts de stomp over. Aaaargh.

Allegaartje

~

Stephen Kings Misery is zo’n onmiskenbare horror, dat iemand wel heel rigoreus te werk moet gaan om er een komedie van te maken. Dit is Franssen niet gelukt. Als bijvoorbeeld in de slotscène Sheldon ineens wakker wordt in een ècht ziekenhuis ligt en er een èchte zuster aan zijn bed staat, dan snapt de kijker het niet meer. Hoe komt Sheldon nu hier? Is het allemaal een grap geweest? Want net als Anne Wilkes noemt de zuster zich “Sheldons allergrootste fan”. Maar als we dit nu met een knipoog moeten nemen, waar is dan die vette knipoog dan of die schuine lach? O ja, en natuurlijk zit er ook nog ergens een omkleedscène in: moest een soort van erotiek nou de suspense leveren? U hoort het, ik ben verward en toch echt niet tevreden.

Misery is nog tot en met 17 mei 2008 te zien. Klik hier voor meer informatie.