Theater / Voorstelling

Geld versus geluk

recensie: Toneelgroep Amsterdam - De vrek

De kozijnen, het tapijt en zelfs de lakens van Harpagon zijn van goud. Maar alle rijkdom maakt hem dodelijk ongelukkig. De zeventiende-eeuwse komedie De vrek wordt in de versie van Toneelgroep Amsterdam bevolkt door hippe meisjes en coole jongens.

Geld is de drijfveer voor alles wat vader Harpagon doet. Vriendschappen onderhouden. Een etentje geven. En ook: een geliefde zoeken. Harpagon laat zoon Cléante en dochter Élise niet zelf kiezen voor een partner, nee, hij probeert de beste deal te sluiten om van het huwelijk een lucratieve overeenkomst te maken. Daarin gaat hij zelfs zo ver dat hij met Mariane, het vriendinnetje van zoon Cléante, wil trouwen omdat zij een koopje blijkt te zijn. Élise legt het aan met de huismeester maar die is berooid, dus die komt ook niet door de vleeskeuring van vader heen.

Economische crisis
Harpagon, de vrek in Molières gelijknamige stuk uit 1668, wordt traditioneel neergezet als een soort potsierlijke kobold, een paniekerig bozig mannetje. Hans Kesting speelt hem daarentegen als een solide reus, een man die evenzeer vriendelijk kan lachen als boos bulderen. Hysterisch is zijn Harpagon niet, onredelijk wel.

Regisseur Ivo van Hove verwerkt in zijn Vrek stevige kritiek op de hedendaagse maatschappij. In deze tijd van economische crisis is klinkende munt de beslissende factor, alle emotie moet wijken voor geld. Mensen nemen beslissingen om de verkeerde redenen: geld bepaalt de keuzes, niet het hart.

De wereld van De vrek is vol beeldschermen, groot en klein. Computers, flatscreens, iPads en mobiele telefoons zijn voortdurend in bedrijf. Ze leiden de aandacht af van het contact met familie en vrienden. Belangrijke gesprekken mogen onderbroken worden door overgaande telefoons. Frosine, koppelaarster en woekeraar in dienst van Harpagon, heeft niet één, maar zelfs twee BlackBerry’s die aan de lopende band overgaan. Voeg daarbij de hedendaagse vertaling van Gerardjan Rijnders, vol termen als ‘Rot op!’ en ‘Hou je kop!’, en dit zeventiende-eeuwse stuk wordt van nu.

Aanrader ondanks zwakke plekken
Toch kent deze sterke voorstelling ook vervelende zwakke plekken, zoals de trage scène tussen zoon Cléante en Mariane, het meisje met wie vader Harpagon zelf wil trouwen. Cléante en Mariane moeten in het geniep hartstochtelijk verliefd op elkaar zijn. Maar er is geen chemie tussen de twee. De scène trekt, hangt, wurgt. En de beide jonge vrouwenrollen worden gespeeld door actrices die niet rijp lijken voor dit niveau van theater: Helene Devos als Élise legt de klemtonen in de zinnen verkeerd. Isis Cabolet als Mariane is een hangerig mutsje, in plaats van een onweerstaanbare chick.

Dat De vrek desondanks een aanrader is, is te danken aan fraai spel van de anderen. Hans Kesting zet Harpagon neer als een sterk en vastberaden man, die opeens kwetsbaar wordt als hij zich moet presenteren aan het meisje op wie hij zijn zinnen heeft gezet, maar dat duidelijk geen partij voor hem is. Eelco Smits schiet als Cléante fraai heen en weer in zijn emoties. Hij is stoer als zijn vader buiten beeld is, maar een gehoorzaam hondje zodra de autoritaire tiran weer opdaagt. Marieke Heebink is hilarisch als de koppelaarster Frosine. En Alwin Pulinckx als Valère, huismeester van Harpogon en stiekeme geliefde van dochter Élise, wisselt vloeiend tussen kruiperig en hartstochtelijk.

De moraal van het verhaal heeft Van Hove ongemoeid gelaten: Harpagon jaagt de mensen weg met zijn geld en blijft doodongelukkig achter.