Theater / Voorstelling

In spagaat in Wat Nu Weer

recensie: Titus Muizelaar, e.a. - Wat nu weer

Na het succes van Wuivend Graan, vorig seizoen, schreef Wim T. Schippers opnieuw een voorstelling: Wat nu weer. Schippers staat in Nederland al decennia bekend als veelzijdig kunstenaar. Naast zijn beeldende kunst en zijn radio- en televisiewerk is Schippers bekend geworden door zijn toneelstukken. Beroemd geworden is Going to the Dogs uit 1986 waarin herdershonden de rollen van acteurs overnamen.

Wat nu weer is een voorstelling waarbij het publiek een blik op de maatschappij wordt gegeven. In korte scènes, die zowel los van elkaar staan maar ook een zekere verbondenheid hebben, komen verschillende thema’s aan bod. Schippers breekt met bestaande conventies en zorgt door middel van diverse communicatiestoornissen voor lachwekkende situaties. De start van Wat nu weer is veelbelovend, maar het stuk houdt dit niet tot het einde vol.

Miscommunicatie


~

Drie acteurs spelen mee in Wat nu weer. Oude rotten in het vak Titus Muizelaar en Kees Hulst, die eerder ook in Wuivend Graan te zien waren, en jongeling Mareille Labohm. Waar de ervaren Muizelaar en Hulst op meesterlijke wijze diverse personages tot leven brengen, weet Labohm zich in haar bijrol op knappe wijze aan hen op te trekken.

Allerhande scènes komen langs: een tafereel in een restaurant, een auditie voor een musical, een doktersbezoek. Terugkomend thema is de relatie tussen man en vrouw. Daarbij wordt nadruk gelegd op een generatiekloof. Oudere mannen die vallen op jonge vrouwen worden op verschillende manieren getoond door personages die soms doen denken aan figuren uit Jiskefet. In Wat nu weer is vaak sprake van miscommunicatie. Deze ruis zorgt ervoor dat gesprekken heel andere kanten op gaan dan je in eerste instantie zou verwachten. Hulst en Muizelaar laten zien dat ze in dit genre volledig tot hun recht komen.

Publiek in spagaat


Vooral het doorbreken van theaterconventies maakt Wat nu weer interessant. De start van de voorstelling is even veelbelovend als ingenieus. Een man (Hulst) zit in een restaurant alleen aan een tafeltje. Wat volgt is een absurdistische scène met de ober (Muizelaar) waarbij allerhande fantasiegerechten worden besteld. Als de ober terug naar de keuken loopt vertrekt de klant, boos dat hij zo lang moet wachten op zijn eten. Dan gaat een televisiescherm in een huiskamer aan. De kamer staat vol met verhuisdozen. De bewoner (Hulst) pakt de afstandsbediening en zapt de verschillende kanalen langs. Opvallend hierbij is dat je vergeet dat je in het theater naar een voorstelling zit te kijken. Je let op de verschillende programma’s die de revue passeren. Dat gebeurt helemaal als de scène uit het restaurant zich vervolgt op het televisiescherm.

Tegelijkertijd gaat ook de scène op het toneel verder. Er wordt aangebeld en een mysterieus meisje, wat het buurmeisje blijkt te zijn komt binnen. Als publiek kom je hier in een spagaat terecht. Je wilt de scène op het toneel volgen, maar wilt ook weten hoe de scène op het televisiescherm afloopt. Als opeens grote vlammen op het scherm te zien zijn terwijl jij niet gezien hebt wat er gebeurde voelt het alsof je iets gemist hebt. Vergelijkbaar met als je ’s avonds thuis een film opzet en je wordt afgeleid door plotselinge visite of een telefoontje. Wat nu weer kent meer van dit spelen met conventies. Het zorgt voor een verrassende voorstelling. Hoewel de situaties waarin de acteurs terecht komen interessant worden neergezet, blijft het stuk niet tot het einde boeien. De reden hiervoor ligt misschien in het feit dat een aantal scènes te lang duurt en dat het stuk het na de fascinerende start niet meer lukt dit te overtreffen.

Wat nu weer is nog tot en met 27 mei 2009 te zien.