Theater / Voorstelling

Theatergroep Troost begeeft zich in een verbale achtbaan

recensie: Theatergroep Troost - Zullen we het liefde noemen

Een verbale achtbaan, zo kan de voorstelling Zullen we het liefde noemen wellicht het beste worden omschreven. Theatergroep Troost onderneemt een korte tournee met dit stuk van Peer Wittenbols.

Gynaecoloog Dolf is zojuist vrijgesproken van een medische fout. En dat moet diezelfde avond nog worden gevierd, samen met zijn vrouw Hella, zijn beste vriendin Vicky en haar nieuwste vriendje Arend. Het feestje loopt echter uit de hand, want zowel Dolf als Vicky dragen een geheim met zich mee, waardoor ze onder druk staan. Door veel drank achterover te slaan – het decor bestaat voornamelijk uit flessen champagne en wijn – komen de frustraties bloot te liggen.

En dan blijkt Dolf (Richard Greve) vooral een cynicus te zijn, die er geen geheim van maakt dat hij zijn kindvrouwtje Hella (een mooie rol van Natalie van de Beek) eigenlijk haat. Hij hààt dat stemmetje van haar en verdenkt haar ervan dat ze alleen bij hem blijft vanwege zijn geld en status. Vrijen doen ze al twee jaar niet meer.

Een lekker wijf

~

Eigenlijk voelt hij zich meer aangetrokken tot zijn beste vriendin Vicky, die hij in een onbewaakt moment ‘een lekker wijf’ noemt. Als Vicky die avond haar vriendje meeneemt, die ze pas tien weken kent, is Dolf blijkbaar jaloers, want hij doet er alles aan om haar te vernederen.

Als Dolf de spot drijft met vrouwen die de veertig naderen en die wanhopig pogingen ondernemen om bevrucht te worden (en zich volgens Dolf ‘sufneuken omdat elke keer de laatste kan zijn’), dan doelt hij op Vicky (Sylvia Weijmer), die steeds bozer en verdrietiger wordt, omdat ze zich door Dolf in de steek voelt gelaten. Tot zover het verhaal, dat in twee uur en één kwartier wordt verteld.

Zullen we het liefde noemen, dat geschreven is door Peer Wittenbols, komt over als een ritje met de achtbaan. Het tempo ligt dermate hoog dat de acteurs weinig tijd hebben om op elkaar te reageren. Dat ligt vooral aan de waanzinnige lappen tekst, die ze voor hun kiezen krijgen. Op een paar kleine haperingen na brachten ze deze uitputtingsslag echter tot een goed einde.

Virginia Woolf

~

Er wordt dan ook goed geacteerd in deze voorstelling, die overigens sterk doet denken aan ‘Wie is er bang voor Virginia Woolf’, waarin een ouder echtpaar spelletjes speelt met een jonger echtpaar, wat leidt tot een avond met veel drank en grimmigheid.

Dat neemt niet weg dat Wittenbols teksten af en toe wat wrevel opwekken, bijvoorbeeld wanneer hij boekentaal gebruikt. Zo laat hij Arend zeggen: ‘Ik snap best dat dat mij ten aanzien van een aantal onderwerpen tot een onaantrekkelijke gesprekspartner maakt.‘ Ik ken weinig mensen die zo praten.

Opvallend is ook dat Wittenbols zijn hersenspinsels soms in monologen verwerkt, zonder zich al te veel om de geloofwaardigheid te bekommeren. Nemen we als voorbeeld een monoloog van dezelfde Arend (Juan Gomez Ocampo). ‘Ik ben pas 27 en ik heb nog weinig ellende meegemaakt. Ik vermoed dat het leven nog veel pijn gaat doen. maar dat ga ik niet afwachten, dat ga ik opzoeken.’ Je bent bijna geneigd om te denken: nou knul, zet ‘m op.

Maar misschien was het Wittenbols er wel om te doen om een stelletje egoïstische leeghoofden te portretteren, die niets leukers vinden dan elkaar te vernederen en de vernieling in te helpen. Op de koffietafel ligt weliswaar een vers exemplaar van het blad Happinez, maar je kunt niet echt zeggen dat ze daar ook maar één sprankje gelukkiger van zijn geworden.

Zullen we het liefde noemen is nog in een aantal theaters te zien. Klik hier voor de speellijst.