Theater / Voorstelling

Hobbelend vertellen

recensie: De Asielzoeker (NTGent)

De acteurs in De Asielzoeker hebben geen vaste grond onder de voeten: bijna twee uur lang hobbelen ze op een podiumgroot luchtkussen. Zo ongeveer moet regisseur Johan Simons zich ook gevoeld hebben toen hij besloot zijn carrière in Gent te openen met de succesroman van Arnon Grunberg.

Simons zegt een haat-liefde verhouding met het boek hebben. Vooral hoofdpersoon Beck irriteert hem, omdat die bijna alle gebeurtenissen in zijn eigen huis onverschillig aanziet. Simons’ vrouw, actrice Elsie de Brauw, lijkt een hand in de keuze gehad te hebben: “ze vindt het een meesterwerk, als ze het opnieuw leest moet ze steeds weer huilen”, vertelt Simons in het NRC.

Naakte vogel

~

Het verhaal is inderdaad vrij bizar, en Becks rol is zeker opzienbarend in zijn leegheid. “Doe iets!”, schreeuwde Simons het boek toe, maar Beck deed niks. Hij blijft samenwonen met zijn vrouw, de vogel. Ze houden van elkaar, maar hun relatie is platonisch. Beck bezoekt 364 dagen per jaar een prostituee – op Grote Verzoendag is het gebouw gesloten – en de zieke vogel trouwt vlak voor haar dood een asielzoeker, om hem van een toegangsbewijs voor het rijke Westen te voorzien. Zij weten elkaar wel te vinden tussen de lakens – en op het speelkussen: al snel liggen De Brauw als de vogel en Servé Hermans als de asielzoeker naakt op elkaar. Beck, een glansrol van de Belgische ster Wim Opbrouck, tracht al het naakte vlees krampachtig af te dekken met rondzwervende kledingstukken.

Retoriek

Naast de al genoemde spelers is er nog Aus Greidanus Jr, die alle overige rollen voor zijn rekening neemt. Het ene moment schreeuwt hij vanuit de zaal naar Beck, terwijl hij even later als lichamelijk gemankeerde man op het luchtkussen ligt. Hij maakt de overgangen tussen scènes soepel, en brengt op het eind als veroordelend journalist nog het engagement in de voorstelling. Dan ook wordt wat eerst een voorstelling over verhouding, relatie en liefde lijkt, eventjes venijnig en actueel. Wat als in fictie geweld wordt gebruikt, en die fictie omslaat in werkelijkheid? Is de auteur dan schuldig, medeschuldig? Of is de kunstenaar vrij, en kan hij hooguit een morele klap krijgen als blijkt dat zijn (perverse?) gedachten door iemand anders verwerkelijkt worden? Het zijn moeilijke vragen, en hoewel je zou willen dat er volledige vrijheid is, heeft ook de dwingende journalist een punt. Hij overtuigt, brengt Beck in het nauw, en hoewel je weet dat de journalist geen gelijk heeft, is het moeilijk zijn retoriek te weerleggen.

Hobbelen

~

Hobbelend op het grote kussen vertellen de acteurs Grunbergs boek. We zien het verhaal zoals Beck het zich herinnert. De vogel is dood, de asielzoeker is vertrokken, en Beck overziet zijn leven. De acteurs spelen het verhaal niet, maar vertellen het – en beelden daarbij gebeurtenissen uit. Daarmee is het sterk vergelijkbaar met Simons’ Elementaire Deeltjes. Ook daar moesten de acteurs moeite doen om zich staande te houden op een hobbelige ondergrond, en ook daar werd het verhaal verteld, in plaats van gespeeld.

Het weerspiegelt misschien Simons nieuwe periode in het theater. Het is nog zoeken. Eerder bracht hij klassieke toneelteksten op rare plaatsen; in autosloperijen en onder bruggen. In Gent heeft hij nu een eigen theater ter beschikking, waar hij teksten die niet voor het theater bedoeld zijn wil brengen. Daarom opent hij zijn Gentse avontuur met deze Asielzoeker, en er zullen nog meer literaire werken volgen. Alleen dit seizoen al regisseert hij nog Coetzee’s Foe en Houellebecqs Platform. Een spannende onderneming, want wordt dit vertellend spel in de herhaling geen trucje? De Asielzoeker is in ieder geval een geslaagd begin.

De Asielzoeker is nog tot en met 21 december 2005 in de theaters te zien. Kijk hier voor een uitgebreide speellijst.