Het schrijnende spel van de hoer
Aanvankelijk is de naaktheid van de vrouw op het podium genant. Ze verruilt het ene sexy speelpakje voor het andere, in afwachting van de volgende klant. Ondertussen kijken de toeschouwers aan tegen blote borsten, blote billen. Maar gaandeweg wordt dat blote lichaam voor de toeschouwer even normaal als voor de hoer die de actrice in Triptiek neerzet. Elke klant wil een nieuw spel, en de hoer verkleedt zich voor de rol die van haar wordt verwacht. Al doende geeft ze een schrijnend kijkje in de achtergronden en drijfveren van zomaar een hoer.
Het theater is een bordeel. We betreden de zaal via een roze gang, aan weerszijden voorzien van peeskamertjes. Als uiteindelijk ook de naamloze hoer de zaal binnenkomt gaan de gordijnen naar buiten dicht. Het spel gaat beginnen. Alleen blijkt de hoer geen anonieme wipkip. Ze is een persoonlijkheid met een jeugd en ouders. Ze komt uit de provincie, ze zat zelfs op een kloosterschool, en nu studeert ze keurig netjes literatuurwetenschappen. Maar de grens naar de seksindustrie is makkelijk overschreden. Ze kotst op het idee, maar het hoerenleven en de reacties van haar lichaam fascineren haar ook.
Ouders
Triptiek is goeddeels een monoloog van Anniek Pheifer. Ze speelt een kind dat zich in de steek gelaten voelt door een “slapende moeder” en een vader die “wacht op het einde der tijden” en die ze verdenkt van hoerenbezoek. Haar ouders vinden het vast onbegrijpelijk dat ze haar lichaam verkoopt, maar zij vindt dat ze het er zelf naar hebben gemaakt. Tegelijkertijd schetst ze een deerniswekkend beeld van de hoerenlopers, van mannen met idiote wensen en fantasieën, die zich verlagen omdat ze seks willen. En de hoer zelf, die is langzamerhand de tel kwijt van het aantal “pikken dat ze heeft gepijpt”. Actrice Anniek Pheifer gooit haar ziel en zalig in de strijd om deze rol te spelen in Triptiek bij het Nationale Toneel. Ze jubelt en ze jankt, ze weet het zeker en ze twijfelt toch, ze triomfeert en ze lijdt pijn: Pheifer zet hier haar sterkste rol tot nu toe neer.
Bataille
Regisseur Franz Marijnen mag graag wroeten in de duistere krochten van de menselijke geest. (Zie ook de recensie van De Meiden). Hij slaagt daarin het beste wanneer hij dicht blijft bij dierlijke driften. Geen wonder dat hij periodiek terugkeert bij de Franse schrijver George Bataille (1897-1962), met zijn nogal ranzige seksuele fantasieën en zijn fascinatie voor bordelen. Deze keer combineert Marijnen op toneel een verhaal van Bataille met de teksten van de Frans-Canadese schrijfster Nelly Arcan (1975). De laatste beschreef haar persoonlijke ervaringen in het boek Hoer. Resultaat van deze optelsom is het relaas van een hoer, aangevuld met de drijfveren van de hoerenloper (gespeeld door Stefan de Walle).
Vette kater
Niet helemaal evenwichtig in deze voorstelling is de overgang van de hoer naar de hoerenloper. Het personage van de vader van de hoer valt samen met dat van de hoerenloper die Stefan de Walle speelt. Een man die, gefascineerd door prostituee Madame Edwarda, met haar meeloopt de nachtelijke stad in, wat onvermijdelijk leidt tot een vette kater. Want een hoer is nu eenmaal nooit zomaar een vrouw die je liefhebt. Die invalshoek is er een beetje met de haren bijgesleept. Al is het idee mooi: we hebben het verhaal van de hoer gezien, wie zijn toch die mannen die deze treurigheid in stand houden? Zonder klanten geen prostitie, zonder prostituees geen klanten.
Confronterend
Maar die wat overbodige man is de enige wankeling in een verder magistraal mooie voorstelling. Dat is te danken aan Anniek Pheifer. Zij laat enerzijds zien hoe het hitsige spel van de hoer in zijn werk gaat, om anderzijds voortdurend uit die rol te stappen en als normale vrouw uit te leggen wat dat afgedwongen spel met je doet. Zo wordt Triptiek confronterend en schrijnend, maar ook grappig en diep-menselijk.
Triptiek is dit seizoen te zien t/m 22 april. Klik hier voor de speellijst.