Theater / Voorstelling

Het gedateerde belang van Ernst

recensie: Nationale Toneel - Het Belang van Ernst

Oersaai en stomvervelend is het leven, wanneer je je strikt houdt aan wat er door de buitenwereld van je wordt verwacht. De dandy-achtige brave burger Algernon Moncrieff, hoofdpersoon in Het Belang van Ernst, wacht hangerig op de aangekondigde visite. Uit pure rebellie vreet hij de komkommersneetjes op die speciaal zijn klaargemaakt voor de verwachte bezoeker. Toneelschrijver Oscar Wilde (1854-1900) slaat met die hapjes twee vliegen in een klap. Hij geeft commentaar op de klefste, lafste snack uit de traditionele Britse tea-cultuur: wit brood met schijfjes komkommer. En Wilde introduceert Algernon, een jonge man uit goede kringen die de kont tegen de krib gooit: de bezoeker kan zijn rug op, hij doet wat hij zelf wil.

~

Algernon (Jeroen Spitzenberger) en Jack (Jochem ten Haaf) zijn twintigers die hun passies ingesnoerd zien door een keurslijf van burgerlijke regeltjes. Ze doen alsof ze zich daar braaf aan houden. Maar in werkelijkheid heeft de ene een zieke vriend verzonnen die vaak bezocht moet worden, zodat hij weg kan. En de andere heeft een niet-bestaande broer bedacht, als vermomming om zich elders te kunnen misdragen. Vervolgens worden ze oprecht verliefd op twee meisjes (Pauline Greidanus en Bracha van Doesburgh). Om met hen te kunnen trouwen, moeten ze via trucs en leugens hun schimmig verleden afschudden.

Scheve schaats

We kijken in Het belang van Ernst naar het fin de siècle, de episode die Marcel Proust beschrijft in zijn Op zoek naar de verloren tijd en die Oscar Wilde gebruikt als decor voor zijn zedenkomedies. De aanloop van de kleinburgerlijke negentiende naar de ‘moderne’ twintigste eeuw. Adellijke types en gegoede burgerij verdrijven de tijd met onderlinge bezoekjes en geroddel, en door te bedenken welke huwelijken er gesloten zouden kunnen worden. Een verstikkend harnas is die samenleving. Vooral mannen rijden in het geniep een scheve schaats, en hebben een heel bouwwerk van smoezen om dat te verhullen.

Gedateerd

~

Daar zit hem meteen het probleem van deze voorstelling. Het fin de siècle is ver van ons eenentwintigste-eeuwse bed. Wij doen niet aan salons of aan gearrangeerde huwelijken, wij vragen moeders niet om toestemming om te mogen trouwen. Als je op dit moment zo’n Oscar Wilde-tekst wilt brengen, moet je de plot op een of andere manier over die tijdkloof heen tillen. Regisseur Gijs de Lange doet dat niet echt. Het stuk is negentiende-eeuws, en hij laat dat ook zo. De enige echte actualisering zit in de dameskostuums: die zijn quasi-traditioneel, maar in wezen wulps, waardoor bij de eerbare bedoelingen van de keurige dames vraagtekens komen te staan. Maar daarmee blijft deze Belang van Ernst niet meer dan een gedateerde komedie.

Super-nichten

Een komedie gaat pas vliegen als er vaart in zit, als het knettert tussen de acteurs. Jammer genoeg duurt het erg lang voor er schot komt in deze voorstelling. De eerste bedrijven zijn traag, plichtmatig, toneelmatig. De enige die de teksten zo razend flitsend timet dat ze grappig zijn, is Carine Crutzen als de bemoeizuchtige tante. Jeroen Spitzenberger en Jochem ten Haaf, die toch echt twee meiden moeten gaan versieren, zetten de heteromannen Algernon en Jack neer als super-nichten. Verwijfd, met slappe handjes. Het was dan misschien de bedoeling van Oscar Wilde om die twee een verholen homoseksuele onderstroom mee te geven, maar die voorkeur komt in deze opvoering van zijn stuk verder nergens tot uiting. Integendeel: Algernon en Jack zetten de jacht op de dames vol in.

Pas laat in de voorstelling, als de chaos in het ongeloofwaardige verhaal compleet is, wordt het oprecht grappig. Dan gaan de touwtjes los en gooit vooral Spitzenberger alsnog zijn grote talent in de strijd. Daarmee is dit weliswaar een vriendelijk avondje uit, maar het is geen belangwekkend toneel.

Het Belang van Ernst is dit seizoen te zien tot en met 30 maart 2006. Klik hier voor de speellijst.