Theater / Voorstelling

De kopvoeter

recensie: Niets tegen optimisme

‘Ik heb niets tegen optimisme. Hoe kan ik daar nu op tegen zijn?’ Lena maakt in het begin van de voorstelling De Kopvoeter duidelijk hoe het leven volgens haar in elkaar zit. Het cynisme voert de boventoon als ze er direct aan toevoegt dat er alleen niet openlijk over optimisme gepraat moet worden. Het is volgens haar net zoals het seksleven van vrienden; daar hoef je niets over te horen.

~

Als voorbeeld vertelt de gevierde schilderes Lena (Manon Nieuweboer) over de door een val verlamde acteur Christopher Reeve, bekend door zijn rol als Superman. Hij bleef geloven dat hij ooit weer zou kunnen lopen en schreef hier boeken over vol. Lena, zelf vanaf haar nek verlamd, en hierdoor noodgedwongen mondschilderes, zegt niet te geloven in zijn ‘chronisch optimisme’ en er zeker niets over te willen lezen. Zittend in een hangstoel maakt ze duidelijk dat optimisme niet haar ding is.
In het toneelstuk De Kopvoeter van Esther Gerritsen in de regie van Daniëlle Wagenaar, vult Lena haar dagen met het schilderen van ‘kleine microkosmossen’ zoals een groene jaren ’80 pennenbak of een vensterbank. Ook commandeert ze haar jongere zus Rosa (Eva Zwart), die haar financiële zaken regelt, en haar verpleger Christoph (Niek van der Horst). Ondanks het feit dat Lena niets anders doet dan hard en verbitterd van zich afbijten, schikken zus en verpleger zich in hun rol als verzorger. De dagelijkse gang van zaken wordt verstoord als een ‘gestoorde adhd-postbezorger’ (Gerold Guthman) zijn intrede doet. De balans in het huis wordt in de war geschopt en de verhoudingen verschuiven in een moordend tempo. Er ontstaat een machtsspel met de vraag wie nu afhankelijk is van wie.

Adhd-postbode

~

Al bungelend in haar stoel, die is bevestigd aan een mechanisch draaiende grote wasmolen, is Lena de hele voorstelling op de toneelvloer aanwezig. Soms draait ze zich met de rug naar het publiek en de actie toe, maar altijd is ze aanwezig. Lena blijft zo de gedachten en handelingen van alle aanwezigen beïnvloeden. Maar ook de drie andere personages verlaten het podium niet. Zij lopen wel weg van de plaats van handeling, de huiskamer van Lena, maar gaan buiten het schijnsel van toneellicht op een bankje zitten. Het is duidelijk dat er voor hen geen ontsnappen mogelijk is uit het leven van Lena.
Van de drie personages die een plek hebben buiten de huiskamer waar Lena hangt, is het vooral de adhd-postbode die fysiek zeer aanwezig is. Hij rent flink wat meters af voordat hij de kamer betreedt. Het zijn de uitspattingen van de postbode die voor vaart in het stuk zorgen. Het karakter zorgt ervoor dat de balans van tekst en beweging in de voorstelling meer in evenwicht komt, waardoor de soms filosofische en ontregelende teksten van Gerritsen meer indruk maken.

Voor de komst van Aldrik, de adhd-postbode, moet Nieuweboer er vooral in haar beginmonoloog hard aan trekken om de aandacht van het publiek te krijgen en te behouden. Het af en toe abstracte niveau van de tekst in het begin van de jongerenvoorstelling, gecombineerd met het statische beeld van een verlamde vrouw, vraagt veel geduld van de bezoekers.

Tijd nodig

Naarmate het stuk vordert groeit Nieuweboer in haar rol van verbitterde vrouw met een lichamelijke gebrek, die zich afzet tegen het idee dat gehandicapten altijd optimistisch door het leven moeten gaan. Immers: ‘niets is zo afstotelijk als een zieke die klaagt.’ Met de nodige zwartgallige humor weet Nieuweboer, zonder in clichés te vervallen, dit complexe personage gestalte te geven. Ook Zwart en Van der Horst hebben tijd nodig om zich comfortabel te voelen in hun rol als respectievelijk de zus en de verpleger. Nogal stroefjes wordt de tekst uitgesproken. En het lijkt voor de acteurs in deze eerste try-out lastig om hun draai te vinden in het kale decor, dat alleen bestaat uit de draaiende wasmolen waar Lena in hangt. Waar verpleger Christoph nog kan putten uit een reeks van verzorgingsproducten, kan de zus zich op een gegeven moment alleen maar vastklampen aan een stapeltje post.
Guthman weet met zijn fysieke, maar ook zeker verbale, aanwezigheid in één klap een grote dosis broodnodige energie in de voorstelling te brengen. Een zenuwtik met het hoofd, het oranje uniform met de veel te grote handschoenen en het agressieve bewegen maken de postbode een genot om naar te kijken. Door zijn manier van spreken en zijn taalgebruik is hij ook verbaal sterk aanwezig. En omdat iedereen hem altijd verkeerd begrijpt en hem aanvalt, eindigt een conversatie met hem vaak in plotsklapse woede-uitbarstingen.

Verschoven verhoudingen

~


De verhoudingen zijn door de komst van de postbode voorgoed verschoven. Zo is de relatie tussen Lena en Christoph aan het wankelen gebracht. Christoph is wat voor Lena gaan voelen, waarop Lena op haar beurt de verpleger heeft ontslagen omdat ze te emotioneel afhankelijk van hem is geworden. Maar uiteindelijk komt het toch goed met Lena als blijkt dat uiteindelijk verpleger Christoph (what’s in a name?) haar eigen ‘superman’ blijkt te zijn.
De zus wisselt haar, voornamelijk financiële, afhankelijkheid van Lena in voor een emotioneel afhankelijke relatie met de instabiele en agressieve Aldrik. Aan het eind van de voorstelling stipt Gerritsen hiermee de problematiek aan rond een fysiek gewelddadige relatie; geestelijke misbruik is hiervoor al ruim aan bod geweest. De tegenpolen Rosa en Aldrik gaan helemaal in elkaar op en overtuigend en beklemmend realistisch weten Guthman en Zwart dit weer te geven. Het is vooral deze verontrustende relatie die beklijft aan het eind van de voorstelling.

Nog te zien tot 28 april 2007. Zie: www.hetsyndicaat.com