Theater / Voorstelling

Nooit meer Alex?

recensie: D'Electrique - Lex

.

Lex slaat graag mensen in puin met een tuinkabouter van hoogwaardige kwaliteit. Het liefst heeft hij een betonnen kabouter met een kruiwagentje voor extra slagkracht. Daarna gaat hij naar huis, maakt smeuïge stamppot en filosofeert wat over Tao en Nietzsche. Of voert hij zijn gehandicapte vrouw die hij daarna liefdevol afdept met een keukenpapiertje.

De poëtisch gewelddadige verlicht banale filosoof-van-de-koude-grond Lex is het allerlaatste personage dat schrijver en regisseur Ko van den Bosch schiep voor zijn gezelschap D’Electrique (voorheen Alex D’Electrique). Lex is daarmee ook de laatste voorstelling. Van den Bosch vertrekt met zijn vrouw Ola Mafaalani naar Groningen om artistiek leider te worden van het Noord Nederlands Toneel. Daarmee komt er toch een beetje een einde aan een toneeltijdperk van 28 jaar, waarin Van den Bosch een bijzonder oeuvre heeft opgebouwd. Zijn voorstellingen waren poëtisch en banaal tegelijk. Fysiek, ontregelend en altijd geestig met teksten vol scherpe observaties, hoekige taal en lekkere oneliners uitgesproken door vaak lichtmaniakale, explosieve personages die eerder antihelden dan helden waren in een wereld die ze niet begrijpen. In die zin is Lex een archetypisch Van den Bosch-personage of misschien wel de ultieme samenvatting van alle personages die Van den Bosch creëerde. Misschien is Lex daarmee ook wel een beetje Van den Bosch zelf, al zal je hem misschien niet snel woest zwaaiend met een tuinkabouter in de Kalverstraat aantreffen. Maar zowel Van den Bosch en Lex vinden wat van de wereld, zijn geëngageerd en poëtisch, kunnen na een scherpe observatie weer woest om zich heen slaan, zijn sympathiek en onberekenbaar tegelijk.

~

Lex wordt gespeeld door Frank Lammers. Ook al iemand die dat sympathiek onberekenbare om zich heen heeft hangen. Dat spelen doet Lammers met een zichtbaar plezier dat aanstekelijk werkt. Energiek schiet hij door Lex’ sjofele huiskamer op en neer, met veel gevoel voor humor vuurt hij Van den Bosch’ teksten het publiek in. Maar toch mist er iets aan Lammers’ vertolking. Lammers is teveel Lex en hij speelt eigenlijk zichzelf. Hij doet vooral zijn best om de teksten zo geestig mogelijk te brengen. Er missen extra lagen in zijn personage die door Van den Bosch wel gesuggereerd, maar door Lammers niet gespeeld worden. Iemand die eerst een willekeurige voorbijganger in elkaar stampt, dan geëngageerd met Nietzsche aankomt en vervolgens voor zijn gehandicapte vrouw zorgt, moet een erg complexe binnenwereld hebben. Die komt er in Lammers’ spel helaas niet uit.

Lammers wordt ook niet heel erg geholpen door een structuur in de tekst. Die is er bij Van den Bosch wel vaker niet en dan is het aan de toeschouwer om er maar chocola van te maken. Vaak levert dat een lichte ontregeling op die prettig werkt, maar nu vertonen alle losse gebeurtenisjes, observaties en monologen wel heel erg weinig samenhang. Het lijkt er soms een beetje op dat Van den Bosch alle aantekeningen die hij nog had liggen, wilde opmaken aan deze laatste voorstelling en ze toen maar in een personage heeft gestopt. Dat levert, zoals gezegd, het ultieme Van den Bosch-personage op, maar ook weinig substantie om je als toeschouwer aan vast te houden. De diepgang die Van den Bosch vaak in een zo’n prettig papiertje weet te verpakken ontbreekt.

~

De verpakking gelukkig niet en die maakt van Lex alsnog een leuke voorstelling. Niet alleen Lammers’ spel is – zij het dus wat oppervlakkig – aanstekelijk komisch, dat geldt ook voor het spel van Anna Schoen, die Lex’ gehandicapte vrouw speelt. Regisseur Aat Ceelen weet bovendien door alle fysieke en visuele grappen (koffie zetten gaat prima met een stofzuigerzak en wijn giet je bij een gehandicapte met een trechtertje naar binnen) en het langzaam steeds chaotischer wordende decor de juiste D’Electrique sfeer op te roepen.

De laatste vraag is dan of we die fijne chaos ooit weer terug zien in het theater. Terwijl Lex aan het slot nog in volle borst meezingt met zijn platen, ruimt Schoen in elk geval alvast symbolisch het decor op. Nooit meer Alex? Of toch? Dag Lex, dag Ko. Tot in Groningen.